Regeling vervallen per 09-12-2014

Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2015

Geldend van 09-12-2014 t/m 08-12-2014

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2015

Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen

ARTIKEL 1

Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cromstrijen;

  • b.

    eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken;

  • c.

    raad: raad van de gemeente Cromstrijen;

  • d.

    structurele subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt.

ARTIKEL 2

Reikwijdte verordening

  • 1.

    De Raad stelt vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt:

    • a.

      algemeen bestuur;

    • b.

      openbare orde en veiligheid;

    • c.

      verkeer, vervoer en waterstaat;

    • d.

      economische zaken;

    • e.

      onderwijs;

    • f.

      cultuur en recreatie;

    • g.

      sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;

    • h.

      volksgezondheid en milieu;

    • i.

      ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven.

ARTIKEL 3

Bevoegdheid college

  • 1.

    Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2.

    Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

    Hoofdstuk 2 – Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

    ARTIKEL 4

    Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

    • 1.

      De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van subsidieplafond(s).

    • 2.

      Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

    • 3.

      Het college kan - met inachtneming van de ingevolge artikel 2, door de raad vastgestelde beleidsterreinen en regels, nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

    • 4.

      Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

    • 5.

      Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

    Hoofdstuk 3 – Aanvraag van de subsidie

    ARTIKEL 5

    Bij aanvraag in te dienen gegevens

    • 1.

      De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

    • 2.

      Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

    • b.

      een beschrijving in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • c.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      indien van toepassing bij een structurele subsidie, de stand van de reserves op het moment van de aanvraag.

    • 3.

      Indien een aanvrager voor de eerste maal een structurele subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

    • 4.

      Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het eerste, tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

    ARTIKEL 6

    Aanvraagtermijn

    • 1.

      Een aanvraag voor een structurele subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. Een aanvraag voor een structurele subsidie ingediend na 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft neemt het college niet in behandeling.

    • 2.

      Een aanvraag voor een eenmalige subsidie moet minimaal voor 2 maanden voor aanvang van de activiteit.

    • 3.

      Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies en tevens voor aanvullingen op de ingediende aanvraag indien deze niet compleet is.

    • 4.

      Aanvragen om uitstel voor indiening van de subsidieaanvraag worden tijdig maar uiterlijk vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft met opgaaf van reden ingediend bij het college. Zij beslist hierover binnen vier weken.

    ARTIKEL 7

    Beslistermijn

    • 1.

      Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag,.

    • 2.

      Het college beslist op een aanvraag voor een structurele subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

    • 3.

      Het college kan andere termijnen stellen voor het beslissen op een aanvraag voor subsidie.

    Hoofdstuk 4 – Weigering van de subsidie

    ARTIKEL 8

    Weigeringgronden

    Naast de in artikel 4.35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen kan subsidie

    geweigerd worden:

    a.indien door de subsidieverlening het ter zake vastgestelde subsidieplafond zou worden

    overschreden;

    • b.

      indien het terzake beschikbare budget in de begroting niet toereikend is.

    • c.

      voor door een instelling ontplooide activiteiten binnen de gemeentegrens van Cromstrijen die niet direct en aantoonbaar een belang van de Cromstrijense bevolking dienen;

    • d.

      voor door een instelling ontplooide activiteiten buiten de gemeentegrens van Cromstrijen worden geen subsidies verleend, met uitzondering van regionale subsidies waarbij minimaal drie van de vijf gemeenten uit de Hoeksche Waard subsidie verstrekken.

    • e.

      indien de instelling activiteiten ontplooit die discriminerend wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke gronden dan ook zijn;

    • f.

      voor het organiseren van feesten;

    • g.

      indien de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • h.

      indien de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • i.

      indien de aanvrager ook zonder subsidieverlening over voldoende gelden, hetzij uit eigen

    middelen waaronder, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te

    dekken;

    j.indien de subsidieverlening niet past binnen het beleid van de gemeente Cromstrijen.

    ARTIKEL 9

    Wet BIBOB

    Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

    Hoofdstuk 5 – Verlening van de subsidie

    Artikel 10

    Verlening subsidie

    • 1.

      Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.

    • 2.

      Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

    Artikel 11

    Betaling en bevoorschotting

    • 1.

      Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

    • 2.

      Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.

    • 3.

      Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

    Hoofdstuk 6 – Verplichtingen van de subsidieontvanger

    Artikel 12

    Tussentijdse rapportage

    Bij subsidies, hoger dan € 50.000,00, welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

    Artikel 13

    Meldingsplicht

    De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

    Artikel 14

    Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

    • 1.

      De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

    • 2.

      De subsidieontvanger informeert het college binnen vier weken schriftelijk over:

    • a.

      besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

    • 3.

      De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.

    Hoofdstuk 7 – Verantwoording en vaststelling van de subsidie

    Artikel 15

    Verantwoording subsidies tot € 5.000,00

    • 1.

      Subsidies tot € 5.000,00 worden door het college:

    • a.

      direct vastgesteld of;

    • b.

      ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht;

    tenzij anders vermeld in de Subsidienota sociaal domein gemeente Cromstrijen 2013

    2.Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

    Artikel 16

    Verantwoording subsidies vanaf € 5.000,00 tot € 50.000,00

    • 1.

      Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000,00, maar minder dan € 50.000,00, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college, tenzij anders vermeld in de Subsidienota sociaal domein gemeente Cromstrijen 2013

    • 2.

      De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

    • 3.

      Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

    Artikel 17

    Verantwoording subsidies vanaf € 50.000,00

    • 1.

      Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000,00, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

    2 De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    • d.

      een accountantsverklaring.

    • 3.

      Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

    Artikel 18

    Vaststelling subsidie

    1.De ontvanger van een structurele subsidie dient voor 1 mei van het jaar volgend op het jaar

    waarover subsidie is verleend, een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college.

    2 Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

    • 3.

      Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

    • 4.

      Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

    • 5.

      Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling en kan worden overgaan tot terugvordering van de verleende subsidie.

    Artikel 19

    Terugvordering en verrekening

    • 1.

      Het college kan naast het bepaalde in artikel 18 lid 5 tevens onverschuldigd betaalde subsidiebedragen terugvorderen wanneer een vereniging niet aan de voorwaarden voldoet of de algemene reservevorming meer dan 10% van de exploitatiekosten bedraagt conform artikel 20.

    • 2.

      Het college kan deze bedragen verrekenen met subsidie, die aan dezelfde subsidieontvanger voor dezelfde activiteiten voor een ander tijdvak is verleend.

    Artikel 20

    Reservering

    • 1.

      Onverlet het gestelde in lid 2. van dit artikel, is reservering door de instelling toegestaan indien en voor zover dit past binnen de door het college onderschreven doelstelling van de instelling.

    • 2.

      Indien de jaarlijkse algemene reservevorming meer dan 10% van de exploitatiekosten bedraagt, dient het meerdere bedrag teruggestort te worden naar de gemeente. Het terug te storten bedrag kan evenwel niet hoger zijn dan de in dat jaar verleende subsidie. In de

    uitvoeringsovereenkomst kan van deze verplichting ontheffing worden verleend.

    Hoofdstuk 8 – Overige bepalingen

    Artikel 21

    Hardheidsclausule

    Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, en 3 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

    Artikel 22

    Overgangsbepalingen

    Aanvragen voor structurele subsidie die zijn ingediend voor 1 mei 2014 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2013. Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening verleend zijn, blijven de bepalingen zoals opgenomen in Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2013 van toepassing.

    Artikel 23

    Inwerkingtreding

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

    • 2.

      Met ingang van die datum trekken wij de Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2013 in.

    Artikel 24

    Citeertitel

    Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2015.

    Vastgesteld door de raad van gemeente Cromstrijen in zijn openbare vergadering gehouden op 4 november 2014,

    de griffier,

    de voorzitter,