Regeling vervallen per 28-08-2017

Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Cromstrijen 2015

Geldend van 20-04-2015 t/m 27-08-2017

Intitulé

Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Cromstrijen 2015

Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen

ARTIKEL 1

Begripsbepalingen

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

griffier: griffier van de raad en van de raadscommissies of diens plaatsvervanger;

initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel;

motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger.

ARTIKEL 2

Plaatsvervangend voorzitter

De raad wijst, bij de aanvang van de nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad, een plaatsvervangend voorzitter aan.

ARTIKEL 3

Het Seniorenconvent

De raad heeft een seniorenconvent.

Het seniorenconvent bestaat uit de voorzitter van de raad, de fractievoorzitters en de griffier. De voorzitter van de raad is voorzitter van het seniorenconvent. De griffier is de secretaris en zorgt voor het verslag.

De voorzitter kan voorstellen de secretaris en/of wethouder(s) uit te nodigen voor het seniorenconvent.

Het takenpakket van het seniorenconvent bestaat, voor zover dit reglement daarin niet voorziet, uit de volgende taken:

  • a.

    Vervult een klankbordfunctie in die gevallen waarin de voorzitter het nodig oordeelt nadere informatie uit te wisselen welke ter bescherming van persoonlijke belangen, bedrijfsbelangen of om financiële of andere reden het belang van de gemeente, andere overheidsinstanties, bedrijven, verenigingen, stichtingen of van natuurlijke personen kunnen schaden als deze in het openbaar aan de orde komen;

  • b.

    Is belast met de advisering aan de raadsvoorzitter omtrent onder andere de toewijzing van zitplaatsen aan het begin van elke zittingsperiode;

  • c.

    Is belast met de voorbereiding van een besluit inzake vervanging van de voorzitter van de gemeenteraad;

  • d.

    Is belast met de voorbereiding van voorstellen inzake aanwijzing van de voorzitters van de raadscommissies en voorziet in de vaststelling van een vervangingsschema;

Elke fractievoorzitter kan een lid van de raad aanwijzen die hem/haar in het seniorenconvent vervangt.

Elke fractievoorzitter heeft een stem in het seniorenconvent.

De vergaderingen van het seniorenconvent zijn niet openbaar.

ARTIKEL 4

De agendacommissie en het vaststellen van vergaderingen

1.De raad heeft een agendacommissie

De agendacommissie is uitsluitend belast met het opstellen van de voorlopige agenda van de vergaderingen van de raadscommissies en de vergaderingen van de gemeenteraad.

De agendacommissie bestaat uit de raadsvoorzitter en de commissievoorzitters. De griffier is in elke vergadering van de agendacommissie en is belast met de voorbereiding en uitvoering van de afspraken.

De voorzitter kan voorstellen de secretaris en/of wethouder(s) uit te nodigen voor de agendacommissie.

Het takenpakket van de agendacommissie bestaat, voor zover dit reglement daarin niet voorziet, uit de volgende taken:

    • a.

      is belast met de opstelling van de voorlopige agenda’s voor de vergaderingen van de raadscommissies en de vergaderingen van de gemeenteraad;

    • b.

      bepaalt de volgorde waarin de agendapunten tijdens een vergadering aan de orde komen;

    • c.

      draagt zorg voor een evenwichtige spreiding van de agendapunten over het jaar heen;

    • d.

      bij het doorschuiven van agendapunten naar de volgende vergadering wordt in elk geval rekening gehouden met (dwingende) wettelijke termijnen, onderlinge samenhang van de voorstellen, de jaaragenda;

    • e.

      voorstellen voor (externe) presentaties in de raadscommissies;

    • f.

      Is belast met het voorbereiden en vaststellen van een jaaragenda voor de raadsvergaderingen. De basis voor deze jaaragenda wordt gevormd door de beleidsplanning welke wordt opgesteld op basis van met name de programmabegroting;

    • 6.

      De vergaderingen van de agendacommissie zijn niet openbaar.

    • 7.

      Elk lid heeft één stem in de agendacommissie.

    • 8.

      De agendacommissie heeft, naast de taken opgenomen in dit artikel en de artikelen 5, 6, 7, 9, 10, 15, 24, 25, 36, 37 en 38 van deze verordening, als taak aanbevelingen te doen aan de raad inzake de organisatie van de werkzaamheden van de raad en van zijn raadscommissies.

ARTIKEL 5

De griffier

1.De griffier is aanwezig bij de vergaderingen van de raadscommissies en de gemeenteraad.

Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad aangewezen plaatsvervanger.

De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

ARTIKEL 6

Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

1.Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

ARTIKEL 7

Benoeming wethouders

Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

ARTIKEL 8

Fracties

1.Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Hoofdstuk 2 – Raadsvergaderingen

Paragraaf 1 – Voorbereiding

ARTIKEL 9

Vergaderfrequentie, oproep en voorlopige agenda

1.De vergaderingen van de raad vinden in de regel plaats op een dinsdag eenmaal in de zes weken, vangen aan om 19.30 uur en worden gehouden in de raadzaal van het gemeentehuis.

De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie, overleg met de agendacommissie.

De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 10, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering aan de leden gezonden.

ARTIKEL 10

Aanvullende agenda; vaststellen agenda

1.In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld. Op voorstel van een lid van de raad of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht, kan hij het onderwerp verwijzen naar een raadscommissie of aan het college nadere inlichtingen of advies vragen.

Op voorstel van een lid van de raad of van de voorzitter kan de raad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

ARTIKEL 11

Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2.

    Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • 3.

    Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

ARTIKEL 12

Openbare kennisgeving

Raadsvergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in een plaatselijk huis-aan-huisblad.

Paragraaf 2 – Ter vergadering

ARTIKEL 13

Presentielijst

1.De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

ARTIKEL 14

Aantal spreektermijnen

1.Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.

Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

ARTIKEL 15

Deelname aan de beraadslaging door anderen

Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

ARTIKEL 16

Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

Paragraaf 3 – Stemmingen

ARTIKEL 17

Primus bij hoofdelijke stemming

Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.

ARTIKEL 18

Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

ARTIKEL 19

Beslissing

1.De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

ARTIKEL 20

Stemming; procedure hoofdelijke stemming

1.De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

Bij hoofdelijke stemming roept de voorzitter of de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping naar volgorde van de presentielijst.

Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

ARTIKEL 21

Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2.

    Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3.

    Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4.

    Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

ARTIKEL 22

Stemming over personen

1.Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.

Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd.

In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

ARTIKEL 23

Beslissing door het lot

1.Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.

Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.

Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

Paragraaf 4 – Verslaglegging; ingekomen stukken

ARTIKEL 24

Audioverslag en besluitenlijst

1.De griffier draagt zorg voor audio-verslagen en besluitenlijsten van raadsvergaderingen. Een verslag bevat in ieder geval:

  • a.

    de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

  • b.

    een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

  • c.

    een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

  • d.

    een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

  • e.

    de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

  • f.

    bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 15 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

De concept-besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden van de raad beschikbaar gesteld gelijktijdig met de oproep voor de daaropvolgende raadsvergadering.

De leden, de voorzitter, de wethouders en de griffier hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient tenminste 24 uur voor het vaststellen van de besluitenlijst in de betreffende vergadering bij de griffier te worden ingediend.

Bij het begin van de vergadering wordt, zoveel mogelijk, de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

De vastgestelde besluitenlijst wordt ondertekend door de voorzitter en griffier.

Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Als audio-verslagen en besluitenlijsten elektronisch beschikbaar zijn, worden ze op de website van de gemeente geplaatst.

ARTIKEL 25

Ingekomen stukken

1.Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst die aan de raadsleden wordt toegezonden en ter inzage wordt gelegd.

De raad stelt op voorstel van de agendacommissie de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

ARTIKEL 26

Verslag; verantwoording

1.Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende raadscommissie.

Ieder lid van de raad kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, schriftelijke vragen stellen. De regels voor het stellen van schriftelijke vragen, vastgesteld in artikel 36, zijn van overeenkomstige toepassing.

Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 37, zijn van overeenkomstige toepassing.

Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin de raad één van zijn leden heeft benoemd.

Paragraaf 5 – Besloten raadsvergaderingen

ARTIKEL 27

Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

ARTIKEL 28

Audioverslag en besluitenlijst besloten vergadering

1.De concept-besluitenlijst van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier. Indien er een audioverslag is gemaakt van een besloten vergadering kunnen de raadsleden deze afluisteren bij de griffier.

De besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst en het audioverslag, als er een verslag is gemaakt.

De besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

ARTIKEL 29

Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Paragraaf 6 – Toehoorders en pers

ARTIKEL 30

Toehoorders en pers

1.Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

ARTIKEL 31

Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3 – Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

ARTIKEL 32

Amendementen en subamendementen

  • 1.

    Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2.

    Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben.

  • 3.

    Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

ARTIKEL 33

Moties

  • 1.

    Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter.

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 4.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

ARTIKEL 34

Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter .

  • 2.

    Deze voorstellen worden op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

ARTIKEL 35

Collegevoorstel

1.Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

ARTIKEL 36

Interpellatie

1.Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.

De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.

De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige leden van de raad, de burgemeester en de wethouders niet meer dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

ARTIKEL 37

Schriftelijke vragen

  • 1.

    Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. Daarbij wordt aangegeven of er een voorkeur voor schriftelijke of mondelinge beantwoording bestaat.

  • 2.

    De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn ingediend. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden stelt het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.

  • 4.

    De antwoorden van het college worden door tussenkomst van de griffier aan de leden van de raad toegezonden.

  • 5.

    De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

ARTIKEL 38

Inlichtingen

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij de griffier .

  • 2.

    De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven.

  • De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven.

ARTIKEL 39

Raadsvragen

1.Aan het begin van de raadsvergadering is er een mogelijkheid tot het stellen van raadsvragen.

Raadsleden die raadsvragen willen stellen, dienen deze tenminste 24 uur voor aanvang van de raadsvergadering in bij de griffier. De raadsvragen worden zo spoedig mogelijk verstrekt aan de overige raadsleden en het college.

De voorzitter kan, na overleg met de gemeenteraad weigeren een raadsvraag aan de orde te stellen, indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de betreffende raadsvergadering aan de orde komt.

De voorzitter bepaalt de volgorde waarin raadsvragen aan de orde worden gesteld.

Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven.

Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden van de raad het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

Bij de behandeling van de raadsvragen kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

Hoofdstuk 4 – Slotbepalingen

ARTIKEL 40

Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

ARTIKEL 41

Intrekken oude Reglement

Het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Cromstrijen, vastgesteld bij besluit van 21 mei 2002 en laatstelijk gewijzigd op 11 mei 2010 wordt ingetrokken.

ARTIKEL 42

Inwerkingtreding en citeertitel

1.Dit reglement treedt in werking op de derde dag na publicatie..

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Cromstrijen 2015.

Vastgesteld door de raad van gemeente Cromstrijen in zijn openbare vergadering gehouden op 31 maart 2015,

de griffier,

de voorzitter,