Regeling vervallen per 01-01-2014

Financiële verordening gemeente Cuijk 2012

Geldend van 01-11-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Financiële verordening gemeente Cuijk 2012

De raad van de gemeente Cuijk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het bepaalde in artikel 212 Gemeentewet ;

gelet op het advies van de commissie Controle en Onderzoek;

besluit vast te stellen de:

Financiële verordening gemeente Cuijk 2012

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. afdeling

iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

b. administratie

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Cuijk en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

c. financiële administratie

het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Cuijk, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

  • .

    de financieel-economische positie;

  • .

    het financiële beheer;

  • .

    de uitvoering van de begroting;

  • .

    het afwikkelen van vorderingen en schulden;

alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

d. administratieve organisatie

het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van bestuurlijke en ambtelijke informatievoorziening ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

e. financieel beheer

het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Cuijk.

f. rechtmatigheid

het in overeenstemming zijn met geldende nationale en Europese wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en raadsbesluiten.

g. doelmatigheid

het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

h. doeltreffendheid

de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

 

 

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programmabegroting

De raad stelt bij de aanvang van een nieuwe raadsperiode een nieuwe of gewijzigde programma-indeling vast.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting en de jaarstukken wordt op verzoek van de raad een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma’s

  • 2. De onderverdeling van de programma’s in de producten staat gedurende de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4 Kaders begroting

  • 1. Het college biedt jaarlijks een nota aan over de hoofdlijnen van het beleid en de financiële kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren.

  • 2. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 6 en de jaarstukken.

  • 3. De raad stelt deze nota vast.

Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de begroting geautoriseerd. Investeringen groter dan € 25.000 die zijn opgenomen in de begroting worden pas uitgevoerd nadat de raad een afzonderlijk daartoe strekkend besluit heeft genomen.

  • 3. Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in de raad doet het college voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten en bijstelling van het beleid.

  • 4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vóór het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor.

  • 5. In uitzonderingsgevallen is het college bevoegd tot het doen van investeringen tot een bedrag van € 25.000 zonder voorafgaande autorisatie door de raad. In de eerstvolgende (tussentijdse) rapportage (jaarrekening, kadernota of najaarsnota) legt het college daarover verantwoording af.

Artikel 6 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier maanden (kadernota) en de eerste acht maanden (najaarsnota) van het lopende boekjaar.

  • 2. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3. De tussentijdse rapportages bevatten een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid.

  • 4. In de tussentijdse rapportages worden in ieder geval de afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan € 25.000 toegelicht.

Artikel 7 Informatieplicht

Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen, voor zover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

a. de aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 25.000;

b. het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 25.000, met uitzondering van de door de gemeente ten opzichte van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) te verstrekken waarborgen inzake door woningcorporaties aan te trekken geldleningen, waarvoor de garantie van het WSW van toepassing is;

c. het toekennen van subsidies groter dan € 25.000;

d. het aangaan van nieuwe meerjarige verplichtingen waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 10.000.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden lineair in 5 jaar afgeschreven.

  • 2. Geactiveerde kosten voor het afsluiten van geldleningen alsmede het saldo van agio en disagio worden lineair afgeschreven gedurende de looptijd van de lening.

  • 3. De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), worden lineair afgeschreven. Dit evenwel met uitzondering van investeringen inzake aanleg en renovatie van rioleringen. Deze investeringen kunnen ook annuïtair worden afgeschreven. Ter bepaling van de lengte van de afschrijvingsduur van een activum wordt de economische levensduur van het onderhavig activum aangehouden. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen en activa welke via tarieven aan derden in rekening kunnen worden gebracht. Deze laatstgenoemde soorten worden altijd geactiveerd.

  • 4. Onder activa met een maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), worden verstaan investeringen in de openbare ruimte (zoals aanleg en reconstructie van wegen, fietspaden, voetpaden, openbare verlichting, bruggen, openbaar groen), die geen economisch nut hebben, hetgeen wil zeggen dat deze investeringen niet verhandelbaar zijn en/of niet bijdragen aan het genereren van middelen.

  • 5. Aankoop en vervaardiging van activa, die een meerjarig maatschappelijk nut hebben, worden onder aftrek van eventuele bijdragen van derden en bestemmingsreserves geactiveerd. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. Het actief wordt lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.

  • 6. Met inachtneming van het gestelde in de leden 1 tot en met 5 van dit artikel worden de afschrijvingstermijnen toegepast zoals zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende ‘Tabel afschrijvingstermijnen’.

Artikel 9 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen aan reserves en voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3. Voor de berekening van de kapitaallasten wordt uitgegaan van een jaarlijks door de raad vast te stellen rekenrente, een en ander met een minimum van de omslagrente. De omslagrente wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen.

Artikel 10 Vaststelling hoogte gemeentelijke belastingen, heffingen en rechten

  • 1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de tarieven voor gemeentelijke belastingen, rioolheffing, reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht), leges en andere rechten.

  • 2. Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van het beleid ten aanzien van de lokale belastingen, heffingen, leges en rechten inclusief het kwijtscheldingsbeleid, de opbrengsten per lokale heffing; het aantal en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van met name de rioolheffing en de reinigingsheffingen; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eigenaren/gebruikers c.q. huurders

Artikel 11 Financieringsfunctie

  • 1. Het college neemt in een treasurystatuut de regels op die zij hanteert voor het dagelijks beheer van koersrisico en valutarisico, kredietrisico en relatiebeheer, intern liquiditeitsrisico en geldstromenbeheer, administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie. Het college biedt het treasurystatuut en het wijzigen ervan aan ter behandeling en vaststelling van de raad.

  • 2. Bij gewijzigde wetgeving of indien interne organisatorische maatregelen hiertoe aanleiding geven draagt het college zorg voor aanpassing van het treasurystatuut

  • 3. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

  • 4. Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de in het treasurystatuut vastgestelde richtlijnen in acht.

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle

Artikel 12 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;

b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, enzovoort;

c. het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

d. het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 13 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 14 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 15 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

d. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

e. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

Artikel 16 Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Artikel 17 Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 november 2012.

  • 2. Deze verordening treedt in de plaats van de ‘Verordening tot 1e wijziging van de Financiële verordening Cuijk 2003’ vastgesteld door de raad op 13 november 2003.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Financiële verordening gemeente Cuijk 2012’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 22 oktober 2012.
R.M. van der Weegen mr. W.A.G. Hillenaar
griffier voorzitter