Subsidieverordening monumenten Culemborg 2011

Geldend van 21-03-2011 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening monumenten Culemborg 2011

De raad van de gemeente Culemborg,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Culemborg,

overwegende dat de bestaande Subsidieverordening monumenten Culemborg 2007, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 5 juli 2007, moet worden aangepast als gevolg van het verlaagde subsidieplafond per 1 januari 2011,

besluit vast te stellen:

Subsidieverordening monumenten Culemborg 2011

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    gemeentelijke monumenten: (on)roerende goederen, objecten of terreinen, die vanwege hun bijzondere (cultuur)historische, architectuurhistorische, landschappelijke, volkskundige, wetenschappelijke en/of esthetische betekenis op grond van artikel 3 van de Erfgoedverordening Culemborg 2010 bij besluit van burgemeester en wethouders zijn aangewezen als beschermd gemeentelijk monument;

  • b.

    gemeentelijke monumentenlijst: lijst als bedoeld in artikel 7 van de Erfgoedverordening Culemborg 2010;

  • c.

    rijksmonumenten: monumenten die zijn opgenomen in het monumentenregister als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988;

  • d.

    beeldbepalende objecten: (delen van) panden, gevel- en groenelementen, tuinmuren, stoephekken en andere artefacten, gelegen binnen het rijksbeschermde stadsgezicht, geen monument zijnde, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders een waardevolle bijdrage leveren aan de schoonheid, sfeer en/of belevingswaarde van de historische binnenstad;

  • e.

    eigenaar: een natuurlijke - of rechtspersoon, die in de kadastrale registers als eigenaar, erfpachter of houder van het recht van opstal van een gemeentelijk monument of beeldbepalend object staat ingeschreven;

  • f.

    Monumentencommissie: de door burgemeester en wethouders ingestelde commissie als bedoeld in het Reglement op de Monumentencommissie Culemborg 2010, met als taak het college van burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Erfgoedverordening Culemborg 2010 en (de uitvoering van) het cultuurhistorische beleid in algemene zin;

  • g.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg;

  • h.

    bouwhistorisch onderzoek: in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en bouwhistorische waarden van een monument, bedoeld als onderbouwing voor de aanwijzing van een object als beschermd gemeentelijk monument of als toetsingskader voor werkzaamheden aan het monument;

  • i.

    instandhoudingswerkzaamheden: onderhouds- en/of restauratiewerkzaamheden, die noodzakelijk zijn voor de instandhouding of het herstel van (de monumentale waarden van) een gemeentelijk monument of beeldbepalend object;

  • j.

    subsidiabele kosten: kosten die noodzakelijk zijn voor de instandhouding en/of het herstel van een gemeentelijk monument of beeldbepalend object, zoals beschreven in de Leidraad subsidiabele kosten en werkzaamheden 2007, welke als bijlage I onlosmakelijk deel uitmaakt van deze verordening. Kosten die overwegend of uitsluitend gemaakt worden met het oog op de verbetering van het wooncomfort, vallen buiten deze verordening;

  • k.

    mailing: brief waarin de eigenaar wordt geïnformeerd over de mogelijkheid om een subsidieverzoek in te dienen en de wijze waarop dat moet gebeuren.

Artikel 2 Toepassing Algemene Subsidieverordening Culemborg

De Algemene Subsidieverordening Culemborg 2011 is van toepassing op het verstrekken van subsidie in gevolge deze verordening, behalve voor zover bij of krachtens deze verordening op enig punt van het gestelde bij of krachtens de Algemene Subsidieverordening Culemborg 2011 wordt afgeweken.

Artikel 3 Reikwijdte verordening

Deze verordening is van toepassing op subsidieaanvragen voor werkzaamheden aan gemeentelijke monumenten en beeldbepalende objecten, die beogen de monumentale waarden in stand te houden.

De instandhoudings- en/of herstelwerkzaamheden moeten voldoen aan de richtlijnen zoals verwoord in de Uitvoeringsvoorschriften, welke als bijlage II onlosmakelijk deel uitmaken van deze verordening.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    De raad stelt voor ieder kalenderjaar een subsidieplafond vast als bedoeld in artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Culemborg 2011 voor de in deze verordening beschreven subsidiemogelijkheden.

  • 2.

    Bij de vaststelling van het subsidieplafond kan de raad tevens bepalen hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld over de in deze verordening beschreven categorieën subsidies voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende objecten.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVERDELING

Artikel 5 Bevoegdheid

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn - binnen het kader van het door de raad jaarlijks vast te stellen subsidieplafond en de verdeling van de beschikbare middelen - bevoegd tot het vaststellen, verlenen en uitbetalen van subsidies zoals bedoeld in deze verordening.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het intrekken of wijzigen van subsidievaststellings- of subsidieverleningsbesluiten, en tot het gedeeltelijk of geheel terugvorderen van reeds uitbetaalde subsidiegelden. Ten aanzien van deze bevoegdheden is afdeling 4.2.6. van de Algemene wet bestuursrecht onverkort van toepassing.

Artikel 6 Subsidieverdelingsbesluit

Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks een subsidieverdelingsbesluit nemen waarin de door de eigenaren van in de gemeente gelegen gemeentelijke monumenten en beeldbepalende objecten te ondernemen instandhoudings- en/of herstelwerkzaamheden worden aangegeven.

Het verdelingsbesluit moet een globale raming inhouden van de kosten voor de eigenaar van de voorgenomen instandhoudingswerkzaamheden, alsmede van de hoogte van de eventueel door de gemeente te verstrekken subsidie.

Het verdelingsbesluit wordt opgesteld op basis van de ingediende subsidieaanvragen, die voortvloeien uit een jaarlijks te houden mailing naar de eigenaren van gemeentelijke monumenten, de subsidieaanvragen die gedurende het subsidiejaar worden ingediend en de eventueel doorgeschoven aanvragen. Subsidieaanvragen die in de loop van het subsidiejaar worden ingediend worden afgehandeld in volgorde van binnenkomst.

Burgemeester en wethouders nemen het verdelingsbesluit, na de Monumentencommissie gehoord te hebben.

HOOFDSTUK 3 PERCENTAGES EN MAXIMA SUBSIDIE

Artikel 7 Subsidietoekenning

  • 1.

    Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument of beeldbepalend object kan een subsidie voor de kosten van instandhouding van monumentale waarden worden verstrekt.

  • 2.

    Subsidie kan ook worden verstrekt voor een bouwkundig inspectierapport, volgens de methodiek van de Monumentenwacht opgesteld door een door burgemeester en wethouders aanvaardbaar geachte, onafhankelijke deskundige of instantie.

  • 3.

    Subsidie kan ook worden verstrekt voor bouwhistorisch onderzoek dat dient ter onderbouwing en als toetsingskader van voorgenomen herstel- of instandhoudingswerkzaamheden en/of verbouwwerkzaamheden.

  • 4.

    Gemeentelijke monumenten in eigendom van de gemeente of andere overheden worden uitgesloten van subsidiëring.

Artikel 8 Hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidie ten behoeve van de instandhouding van een gemeentelijk monument bedraagt 20% van de door burgemeester en wethouders vastgestelde subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000,00.

  • 2.

    De totale subsidie in geval van een ensemble van twee of meer gemeentelijke monumenten dat eigendom is van dezelfde eigenaar bedraagt 20% per aanvraag tot een maximum van € 20.000,00.

  • 3.

    De subsidie ten behoeve van de instandhouding van een beeldbepalend object bedraagt 20% van de door burgemeester en wethouders vastgestelde subsidiabele kosten met een maximum van € 7.500,00.

  • 4.

    De subsidie zoals bedoeld in artikel 7, lid 2 en 3, bedraagt 75% tot een maximum van € 2.500,00.

  • 5.

    Als de werkzaamheden, zoals bedoeld in artikel 1 sub i, geheel in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd, wordt alleen 75% subsidie verstrekt in de materiaalkosten tot een maximum van € 7.500,00.

  • 6.

    In daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende bijzondere gevallen kan de subsidie op een hoger bedrag worden vastgesteld dan voortvloeit uit het eerste, tweede of derde lid van dit artikel.

  • 7.

    De in het eerste, tweede en derde lid van dit artikel genoemde maximale bedragen worden ten hoogste een maal per vijf kalenderjaren per monument of beeldbepalend object verstrekt.

  • 8.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen moeten de vastgestelde subsidiabele kosten minstens € 2.500,00 bedragen.

HOOFDSTUK 4 SUBSIDIEVERLENING

Artikel 9 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie moet schriftelijk door de eigenaar bij burgemeester en wethouders worden ingediend op een daartoe beschikbaar te stellen formulier.

  • 2.

    De aanvraag moet op zijn minst de volgende gegevens bevatten:

    • a.

      een recent bouwkundig inspectierapport, opgesteld volgens de methodiek van de Monumentenwacht door een door burgemeester en wethouders aanvaardbaar geachte, onafhankelijke deskundige of instantie;

    • b.

      een werkomschrijving of bestek;

    • c.

      een begroting die is gespecificeerd naar activiteit, mensuren en materialen;

    • d.

      een omgevingsvergunning, indien de werkzaamheden als vergunningsplichtig zijn aangemerkt.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat naast de in het tweede lid van dit artikel genoemde bescheiden nog andere stukken worden overlegd.

Artikel 10 Aanvullende gegevens

  • 1.

    Als de aanvraag onvolledig is c.q. niet is voorzien van alle in artikel 9, lid 2, genoemde bescheiden, dan wel de aangeleverde gegevens onvoldoende duidelijk zijn om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen, doen burgemeester en wethouders daarvan binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

  • 2.

    De aanvrager moet binnen de in het eerste lid bedoelde schriftelijke mededeling aangegeven termijn de ontbrekende gegevens aanvullen of deze gegevens desgevraagd toelichten. Als de gevraagde aanvullende gegevens of toelichting niet binnen de gestelde termijn zijn verstrekt, wordt de aanvraag niet verder in behandeling genomen.

Artikel 11 Advies Monumentencommissie

  • 1.

    Alvorens een beslissing te nemen op een subsidieaanvraag kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen van de Monumentencommissie.

  • 2.

    De Monumentencommissie adviseert in dat geval binnen zes weken na ontvangst van de adviesaanvraag aan burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen de adviestermijn in bijzondere situaties verlengen met maximaal acht weken. De aanvrager wordt van deze beslissing in kennis gesteld.

Artikel 12 Beschikking subsidieverlening

  • 1.

    Voorafgaande aan de subsidievaststelling geven burgemeester en wethouders binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een subsidiebeschikking af.

  • 2.

    Als voor enig jaar een subsidieverdelingsbesluit is genomen, en de subsidiebeschikking als bedoeld in het eerste lid niet daarin is opgenomen, wordt deze betrokken in het subsidieverdelingsbesluit van het daarop volgende kalenderjaar.

Artikel 13 Weigeringsgronden

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd als:

  • a.

    in geval een vergunning ex artikel 11 e.v. van de Monumentenwet 1988 dan wel ex artikel 10 van de Erfgoedverordening Culemborg 2010 vereist is, deze niet is verleend;

  • b.

    met de werkzaamheden is begonnen voordat de eigenaar van burgemeester en wethouders een beschikking tot subsidieverlening heeft ontvangen, dan wel bericht heeft gekregen welke kosten als subsidiabele kosten zijn aangemerkt;

  • c.

    de kosten op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn gedekt;

  • d.

    het gemeentelijke monument of beeldbepalend object waarop de aanvraag betrekking heeft niet is verzekerd onder een zogenaamde uitgebreide opstalverzekering, gebaseerd op de (herbouw)waarde van het betreffende pand of object;

  • e.

    dezelfde werkzaamheden binnen een periode van vijf kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend al voor subsidie in aanmerking zijn gekomen;

  • f.

    door het verlenen van subsidie het in artikel 4 bedoelde subsidieplafond wordt overschreden.

HOOFDSTUK 5 VERPLICHTINGEN

Artikel 14 Kettingbeding

  • 1.

    De in dit hoofdstuk opgenomen subsidieverplichtingen gelden voor zowel de eigenaar aan wie de subsidie wordt verleend als voor iedere opvolgende eigenaar van het gemeentelijke monument of beeldbepalende object, tenzij hierna anders is bepaald.

  • 2.

    Bij iedere overdracht of overgang van de eigendom, het recht van erfpacht of opstal ten aanzien van een gemeentelijk monument of beeldbepalend object of een deel daarvan, rust op zowel de vervreemdende als de verkrijgende partij(en) de plicht om burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk in kennis te stellen, met dien verstande dat wanneer een van de partijen aan deze verplichting heeft voldaan de andere daarvan is ontheven.

  • 3.

    Bij elke overdracht van de eigendom, het recht van erfpacht of opstal, is de overdragende partij gehouden van de wederpartij te bedingen dat deze laatste de verplichtingen jegens de gemeente, zoals beschreven in dit hoofdstuk, overneemt, met dien verstande dat wanneer de overdracht plaatsvindt na voltooiing van de werkzaamheden, de oplegging van de verplichtingen zoals beschreven in de artikelen 15 en 16, achterwege kan blijven.

  • 4.

    De overdragende partij is verplicht om burgemeester en wethouders tijdig in kennis te stellen van plaats en tijdstip van overdracht, zodat de gemeente bij de overdracht vertegenwoordigd kan zijn om het ten haren behoeve gemakte beding, als bedoeld in het vorige lid, bij akte te doen aanvaarden.

Artikel 15 Termijn aanvang en beëindiging werkzaamheden

  • 1.

    De eigenaar is verplicht om zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking te beginnen met de uitvoering van de werkzaamheden. Als niet aan deze verplichting wordt voldaan, komt de subsidieverlening te vervallen.

  • 2.

    De eigenaar moet, met gebruikmaking van een daartoe door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier, twee weken voor aanvang van de werkzaamheden hiervan melding maken.

  • 3.

    De werkzaamheden moeten uiterlijk binnen twaalf maanden na verzending van de beschikking tot subsidieverlening zijn voltooid.

  • 4.

    Bij onvoorziene omstandigheden, die buiten de invloedsfeer van de aanvrager liggen, kunnen burgemeester en wethouders de in het eerste en tweede lid genoemde termijnen op verzoek van de aanvrager schriftelijk verlengen.

Artikel 16 Uitvoering

  • 1.

    De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd volgens de bescheiden als bedoeld in artikel 9, lid 2, en conform de Uitvoeringsvoorschriften 2007, die als bijlage II bij deze verordening zijn gevoegd.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen van de eigenaar nadere rapportages verlangen over de voortgang en uitvoering van de werkzaamheden.

Artikel 17 Toezicht

De eigenaar is verplicht om aan door burgemeester en wethouders aangewezen medewerkers van de gemeente toegang te verlenen tot de werkplaats(en) en het werk, alsook inzage te geven in alle op het werk betrekking hebbende stukken.

Artikel 18 Verzekering

  • 1.

    De eigenaar is verplicht het gemeentelijke monument of beeldbepalend object verzekerd te houden onder een zogenaamde uitgebreide opstalverzekering, zodanig dat de kosten van herstel of herbouw steeds door de verzekering voldoende gedekt zijn.

  • 2.

    In geval van schade, ook wanneer daarvoor geen verzekeringsdekking zou bestaan, is de eigenaar gehouden tot volledig herstel of herbouw van het gemeentelijke monument of beeldbepalende pand in de oorspronkelijk staat.

Artikel 19 Verbod

Het is de eigenaar verboden om zonder voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders tijdens of na voltooiing van de werkzaamheden het gemeentelijke monument of beeldbepalende object af te breken, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen, dan wel te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een manier, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.

Artikel 20 Onderhoud

Na voltooiing van de werkzaamheden is de eigenaar verplicht het gemeentelijke monument of beeldbepalend object te onderhouden in de staat waarin het door de werkzaamheden is gebracht.

Artikel 21 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen uit overwegingen van redelijkheid en billijkheid gehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen van de verplichtingen zoals beschreven in dit hoofdstuk.

HOOFDSTUK 6 SUBSIDIEVASTSTELLING EN -UITBETALING

Artikel 22 Gereedmelding

  • 1.

    De aanvrager moet binnen dertien weken na het gereedkomen van de werkzaamheden, met gebruikmaking van het daartoe door burgemeester en wethouders beschikbaar gestelde formulier, een verklaring indienen dat de werkzaamheden zijn afgerond.

  • 2.

    De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid wordt tevens aangemerkt als een verzoek om vaststelling van de definitieve subsidie en om uitbetaling.

  • 3.

    De gereedmelding c.q. het verzoek om de definitieve subsidie vast te stellen gaat vergezeld van:

    • a.

      in tweevoud en gerelateerd aan de ingediende begroting een verantwoording van de gemaakte kosten, onder overlegging van (kopieën van) de betreffende facturen en betalingsbewijzen;

    • b.

      voor zover van toepassing een door de architect gewaarmerkte volledige set revisietekeningen, waarop door verschillende wijzen van arcering het oude van het nieuwe werk zijn te onderscheiden;

    • c.

      een verklaring van de verzekeringsmaatschappij waaruit blijkt dat het pand of object voldoende verzekerd is.

  • 4.

    Als de gereedmelding naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan het bepaalde in lid 3, doen zij daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager, onder vermelding van de nog te verstrekken gegevens.

  • 5.

    De aanvrager moet binnen de in het vorige lid bedoelde mededeling gestelde termijn de ontbrekende gegevens alsnog aanleveren of deze gegevens desgevraagd toelichten.

  • 6.

    Het recht op vaststelling en uitbetaling vervalt, als niet (tijdig) is voldaan aan het bepaalde in het derde of vijfde lid. De aanvrager ontvangt hiervan schriftelijk bericht.

Artikel 23 Subsidievaststelling

  • 1.

    De definitieve vaststelling van de hoogte van de te verstrekken subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden conform het bepaalde in artikel 22, lid 1, schriftelijk zijn gereedgemeld, onder overlegging van de daarop betrekking hebbende gegevens als bedoeld in artikel 22, lid 3;

    • b.

      de onder a bedoelde werkzaamheden namens burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2.

    De definitieve subsidie is in principe gelijk aan de in de subsidiebeschikking toegekende subsidie, tenzij de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan aanvankelijk begroot, dan wel er sprake is van minderwerk.

  • 3.

    Het besluit tot vaststelling van de te verlenen subsidie wordt genomen binnen acht weken na ontvangst van het gereedmeldingsformulier en overige bescheiden zoals bedoeld in artikel 22.

  • 4.

    Uitbetaling geschiedt binnen acht weken na bekendmaking van het besluit tot vaststelling van de te verstrekken subsidie op een bij de gereedmelding door de aanvrager te vermelden bankrekeningnummer.

HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in het belang van de instandhouding van een gemeentelijk monument of beeldbepalend object afwijken van de bepalingen van deze verordening. De Monumentencommissie adviseert over de voorgenomen afwijking.

Artikel 25 Overgangsbepaling

Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn vastgesteld of verleend.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 21 maart 2011

  • 2.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Subsidieverordening monumenten Culemborg 2007, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 5 juli 2007.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Subsidieverordening Monumenten Culemborg 2011'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Culemborg op 17 februari 2011
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,