Regeling vervallen per 01-01-2017

Deelverordening Amateuristische Kunstbeoefening 2011

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2016

Intitulé

Deelverordening Amateuristische Kunstbeoefening 2011

De Algemene subsidieverordening Culemborg 2011, vastgesteld door de raad d.d.:

15 september 2011, is van toepassing, voor zover er in deze deelverordening

amateuristische kunstbeoefening 2011 niet wordt afgeweken.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Amateuristische kunstbeoefening: activiteiten die zich richten op kunstzinnige vorming in verenigingsverband;

  • b.

    raad: de raad van de gemeente Culemborg

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Culemborg;

Artikel 2 Bevoegdheid tot subsidieverstrekking

Het college kan subsidies verstrekken ten behoeve van activiteiten voor amateuristische kunstbeoefening, met inachtneming van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Culemborg 2011.

Artikel 3 Voorwaarden voor subsidieverstrekking

  • 1.

    Het college kan subsidie toekennen aan verenigingen die activiteiten ontplooien voor amateuristische kunstbeoefening.

  • 2.

    De activiteiten moeten plaatsvinden ten behoeve van de bevolking van Culemborg en openstaan voor inwoners die tot de activiteitendoelgroep behoren.

  • 3.

    Verenigingen met minder dan tien leden op de peildatum komen niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 4 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De subsidie dient te worden aangevraagd voor 1 april van het betreffende subsidiejaar.

  • 2.

    Het college stelt een aanvraagformulier vast voor het aanvragen van subsidie.

  • 3.

    Wanneer de aanvraag mede gericht is op subsidie voor een specifieke uitvoering of voorstelling dient een planbeschrijving en begroting van de activiteit te worden overlegd.

Artikel 5 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag tot subsidieverlening binnen twaalf (12) weken na ontvangst daarvan.

  • 2.

    Het college kan deze termijn met maximaal acht (8) weken verlengen. Zij doet hiervan vóór afloop van de in het eerste lid vermelde termijn mededeling aan de aanvrager.

  • 3.

    Indien het college een tijdstip heeft bepaald waarop aanvragen uiterlijk moeten zijn ingediend, gaat de in het eerste lid vermelde termijn in op de dag na die waarop dit tijdstip is verstreken.

Artikel 6 Subsidiebedragen

Voor de bepaling van het subsidiebedrag van de in de artikelen 2 en 3 genoemde activiteiten gelden de volgende grondslagen:

  • 1.

    Een basisbedrag per zelfstandige vereniging. Deze financi6le bijdrage dient voor de dekking van de vaste kosten van de vereniging. Voor muziekverenigingen is het bedrag vastgesteld op € 1.454,--. Voor zang- , dans- en toneelverenigingen wordt het basisbedrag aan de hand van het aantal leden op de peildatum bepaald:

    • -

      10-18 leden - €491,--

    • -

      18-35 leden - €640,--

    • -

      35 of meer leden - €788,--

  • 2.

    Een bedrag per bespeeld instrument ter dekking van de afschrijvingskosten. Dit bedrag is vastgesteld op € 23,-- per bespeeld instrument.

  • 3.

    Een bedrag als financiële bijdrage in het honorarium van de dirigent en/of instructeur. Dit is een procentuele bijdrage in de werkelijke kosten voor de inhuur van een dirigent en/of instructeur. Percentage is vastgesteld op 35.7%.

  • 4.

    Een bedrag als financiële bijdrage in de kosten van een uitvoering of voorstelling. Dit bedrag is vastgesteld op maximaal € 681,--.

  • 5.

    Gelet op artikel 8 van deze deelverordening worden de definitieve bedragen vastgesteld op basis van het beschikbare subsidiebedrag in overeenstemming met het vastgestelde subsidieplafond.

Artikel 7 Weigeringsgronden

De subsidietoekenning kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en de in artikel 9 van de Algemene Subsidieverordening Culemborg 2011 genoemde gevallen worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat meer dan de helft van de leden van een vereniging niet woonachtig zijn binnen de gemeente Culemborg.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1.

    De raad maakt jaarlijks het subsidieplafond voor de Amateuristische Kunstbeoefening bekend door middel van de vaststelling van de begroting.

  • 2.

    Indien de gevraagde subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgen wordt allereerst gekeken of alle gevraagde subsidiebedragen qua hoogte aansluiten bij toegekende subsidiebedragen in voorgaande jaren en daar waar afwijkingen naar boven worden geconstateerd worden deze gevraagde bedragen aangepast aan voorheen toegekende bedragen.

  • 3.

    Indien de handeling zoals beschreven in lid 2 niet leiden tot het voorkomen van overschrijding van het subsidieplafond, worden alle aangevraagde subsidiebedragen evenredig gekort met het percentage waarmee het subsidieplafond anders overschreden zou worden.

  • 4.

    Bij de verdeling van het beschikbare budget tot aan het subsidieplafond is ten minste 20% van het budget bestemd voor subsidiering van uitvoeringen en/of voorstellingen met betrekking tot amateuristische kunstbeoefening.

Artikel 9 Peildatum

Het aantal leden van de subsidieaanvrager in het kader van de beoordeling van de subsidieaanvraag wordt bepaald aan de hand van het aantal leden op 1 april van het betreffende subsidiejaar.

Artikel 10 Citeertitel

Deze deelverordening wordt aangehaald als: Deelverordening Amateuristische Kunstbeoefening 2011.

Artikel 11 Inwerkingtreding en overgangsregeling

Deze deelverordening treedt in werking een dag na bekendmaking en is vanaf dat tijdstip van toepassing op subsidieaanvragen, subsidieverlening en subsidievaststelling op het terrein van amateuristische kunstbeoefening.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de raad,
gehouden op 15 september 2011
De griffier De voorzitter
P. Peters R. van Schelven