Regeling vervallen per 21-12-2021

Verordening voor de onderzoekscommissie

Geldend van 20-02-2004 t/m 20-12-2021

Intitulé

Verordening voor de onderzoekscommissie

De raad van de gemeente Culemborg;

Gelezen het voorstel van de werkgroep bestuurlijke vernieuwing van 2 december 2003;

Overwegende dat het gewenst is om ingevolge artikel 155a van de Gemeentewet regels te stellen met betrekking tot de instelling van een onderzoek en tot instelling van een onderzoekscommissie

Gelet op de artikelen 149 en 155a van de Gemeentewet en op de Algemene wet bestuursrecht

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING VOOR DE ONDERZOEKSCOMMISSIE

Hoofdstuk 1 Taak en ondersteuning van de onderzoekscommissie

Artikel 1 Taak van de commissie

  • 1.

    De taak kan een onderzoek instellen naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur. De raad stelt daartoe een onderzoekscommissie in. De raad benoemt de voorzitter en de overige leden uit zijn midden

  • 2.

    In het instellingsbesluit van de commissie kan de raad bepalen binnen welke termijn de onderzoekscommissie haar bevindingen en conclusies aan de raad rapporteert. De onderzoekscommissie kan, alvorens haar eindrapport te presenteren, ook tussentijds aan de raad rapporteren.

Artikel 2 Opheffing van de commissie

De raad ontslaat de leden van de onderzoekscommissie na bespreking van haar eindrapport en heft de commissie op

Artikel 3 Secretariaat

De griffier of de plaatsvervangend griffier is secretaris van de onderzoekscommissie. Wanneer beiden verhinderd zijn wijst de voorzitter door tussenkomst van de gemeentesecretaris een vervanger aan.

Artikel 4 Verdere ondersteuning onderzoekscommissie

  • 1.

    Op verzoek van de onderzoekscommissie kan de gemeentesecretaris in overleg met de griffier voor de duur van het onderzoek medewerkers uit de werkorganisatie aanwijzen om te ondersteunen bij het onderzoek.

  • 2.

    Deze medewerkers worden in voldoende mate voor de invulling van hun taak vrijgesteld.

  • 3.

    De onderzoekscommissie kan ook deskundigen inschakelen die niet bij de gemeente in dienst zijn.

Hoofdstuk 2 Werkwijze van de commissie

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1.

    De onderzoekscommissie vergadert op de door haar te bepalen dagen en uren

  • 2.

    In bijzondere gevallen belegt de voorzitter in afwijking van het eerste lid een vergadering. Hij gaat daartoe in elk geval over wanneer tenminste twee leden hem dat onder opgaaf van de redenen hebben gevraagd.

Artikel 6 Agenda

  • 1.

    De voorzitter roept de leden schriftelijk in vergadering bijeen, onder opgaaf van de punten die behandeld worden.

  • 2.

    Hij zorgt dat de stukken die op de vergadering betrekking hebben, tijdig aan de leden worden toegezonden of tijdig voor de leden ter inzage worden gelegd.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het bepaalde in de vorige leden afwijken

Artikel 7 Vergaderquorum, stemmingsquorum

  • 1.

    De onderzoekscommissie vergadert niet als minder dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    De onderzoekscommissie beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter

Artikel 8 Verslaglegging

  • 1.

    De secretaris van de onderzoekscommissie draagt zorg voor het maken van een beknopt verslag van een commissievergadering van intern beraad, dat de commissie in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling wordt aangeboden.

  • 2.

    De onderzoekscommissie kan bepalen dat uit een vergadering van intern beraad van de onderzoekscommissie geen mededelingen mogen worden gedaan en dat de verslagen van de commissie als geheim worden aangemerkt, totdat de onderzoekscommissie een rapport aan de raad presenteert.

Artikel 9 Uitwerking en machtiging

  • 1.

    De onderzoekscommissie werkt de onderzoeksopdracht van de raad nader uit.

  • 2.

    De onderzoekscommissie kan haar leden machtigen om, tezamen met de secretaris van de onderzoekscommissie, zelfstandig gedeelten van het onderzoek uit te voeren met inachtneming van artikel 155a, vijfde lid, van de Gemeentewet

Artikel 10 Beslotenheid en openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de onderzoekscommissie zijn openbaar

  • 2.

    De onderzoekscommissie kan besluiten dat in beslotenheid wordt vergaderd voor zover het vergaderingen van intern beraad betreft

  • 3.

    Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de onderzoekscommissie tussen- en eindrapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. In die gevallen kan de commissie de leden en degenen die bij het onderzoek betrokken zijn geweest, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat de raad haar opheft.

Artikel 11 Rapportage door de commissie

  • 1.

    De onderzoekscommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept onderzoeksrapport aan de onderzoekscommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De onderzoekscommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt

  • 2.

    Na vaststelling door de onderzoekscommissie worden het onderzoeksrapport, de conclusies en aanbevelingen, de verslagen van de hoorzittingen als bedoeld in artikel 155c van de Gemeentewet onderzoekscommissie en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 12 Budget van de commissie

  • 1.

    In het instellingsbesluit geeft de raad de omvang van het budget aan, dat de onderzoekscommissie bij de uitvoering van haar onderzoek kan besteden;

  • 2.

    Ten laste van het in het voorafgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      De kosten van externe deskundigen die eventueel door de onderzoekscommissie worden ingeschakeld;

    • b.

      De kosten van vervanging van de medewerkers, genoemd in artikel 4, eerste lid;

    • c.

      Overige uitgaven die de onderzoekscommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3.

    De onderzoekscommissie is voor de besteding van het budget verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad

    onderzoekscommissie

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 13 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voor de onderzoekscommissie

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 29 januari 2004
De griffier, De voorzitter
A.Boer A. van Vugt-Toonen