Reglement op de Milieuadviesraad 2003

Geldend van 01-12-2003 t/m heden

Intitulé

Reglement op de Milieuadviesraad 2003

Burgemeester en wethouders van Culemborg;

Overwegende dat het wenselijk is te beschikken over een adviesraad van deskundigen op het terrein van milieuvraagstukken en vraagstukken op het gebied van duurzame ontwikkeling in Culemborg;

dat ten aanzien van de wijze waarop de adviesraad wordt samengesteld of gewijzigd, de werkwijze, de bepaling van taken en bevoegdheden van de adviesraad e.d. een reglement noodzakelijk is;

dat dit reglement nauw aansluit op de eerder door de gemeenteraad van Culemborg vastgestelde verordening op de Milieuadviesraad 2001, welke verordening onder invloed van de nieuwe gemeentelijke dualistische verhoudingen door de gemeenteraad bij besluit van 28 oktober 2003 is ingetrokken;

gehoord de Milieuadviesraad;

BESLUIT :

vast te stellen het navolgende reglement

ARTIKEL 1: BENAMING EN TAAK

Er is een Milieuadviesraad die gevraagd en ongevraagd advies uitbrengt aan burgemeester en wethouders omtrent aangelegenheden betreffende het gemeentelijk beleid op het gebied van duurzame ontwikkeling.

ARTIKEL 2: SAMENSTELLING EN BENOEMING

  • 1.

    De Milieuadviesraad bestaat uit negen leden, die door burgemeester en wethouders worden benoemd.

  • 2.

    De benoeming van de negen leden vindt als volgt plaats:

    • a.

      Een lid op voordracht van de Natuur en Vogelwacht Culemborg.

    • b.

      Een lid op voordracht van de Stichting Werkgroep voor Natuurbehoud en Milieubeheer Noordwest Betuwe.

    • c.

      Een lid op voordracht van de GLTO afdeling West Betuwe.

    • d.

      Zes leden op grond wier persoonlijke kwaliteiten verwacht mag worden dat zij een goede bijdrage kunnen leveren aan het functioneren van de Milieuadviesraad.

  • 3.

    De Milieuadviesraad benoemt uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4.

    Er worden vier plaatsvervangende leden benoemd door burgemeester en wethouders, welke benoeming als volgt plaatsvindt:

    • a.

      Een plaatsvervangend lid op voordracht van de Natuur en Vogelwacht Culemborg.

    • b.

      Een plaatsvervangend lid op voordracht van de Stichting Werkgroep voor Natuurbehoud en Milieubeheer Noordwest Betuwe.

    • c.

      Twee plaatsvervangende leden op grond van diens persoonlijke kwaliteiten verwacht mag worden dat zij een goede bijdrage kunnen leveren aan het functioneren van de Milieuadviesraad.

  • 5.

    De Milieuadviesraad bepaalt welk plaatsvervangend lid een vast lid vervangt.

  • 6.

    De leden, de plaatsvervangende leden en de voorzitter van de commissie moeten in Culemborg woonachtig zijn.

  • 7.

    Indien er een vacature ontstaat wordt daarin binnen twee maanden voorzien.

ARTIKEL 3: WERKGROEPEN

  • 1.

    De Milieuadviesraad is bevoegd om werkgroepen in te stellen.

  • 2.

    Plaatsvervangende leden van de Milieuadviesraad mogen deel uitmaken van de werkgroepen.

ARTIKEL 4: SECRETARIAAT

Burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan als secretaris van de Milieuadviesraad.

ARTIKEL 5: ZITTINGSDUUR

  • 1.

    De leden, de plaatsvervangende leden en de voorzitter van de Milieuadviesraad worden benoemd voor de duur van vier jaar.

  • 2.

    De leden, de plaatsvervangende leden en de voorzitter kunnen voor maximaal een periode van vier jaar worden herbenoemd.

ARTIKEL 6: ONTSLAG

  • 1.

    De leden van de Milieuadviesraad kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij delen dit mede aan burgemeester en wethouders;

  • 2.

    Het lidmaatschap eindigt voorts door overlijden.

ARTIKEL 7: VERGADERINGEN

  • 1.

    De Milieuadviesraad vergadert tenminste vier keer per jaar en voorts zo dikwijls als drie leden of de voorzitter dit wenselijk achten. In het laatste geval vindt de vergadering zo mogelijk binnen twee weken na de datum waarop het verzoek gedaan, plaats.

  • 2.

    De vergaderingen van de Milieuadviesraad zijn openbaar, tenzij de meerderheid van de leden plus de voorzitter vindt dat een vergadering besloten zal zijn.

  • 3.

    De Milieuadviesraad kan omtrent de inhoud van stukken, welke aan de Milieuadviesraad worden overlegd, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt zowel door de leden inclusief de voorzitter die bij de behandeling aanwezig waren, als door de leden, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat de Milieuadviesraad haar opheft.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen omtrent stukken die zij aan de Milieuadviesraad om advies of ter informatie doet toekomen, geheimhouding opleggen. Deze verplichting tot geheimhouding blijft van kracht zolang burgemeester en wethouders deze niet opheffen.

  • 5.

    Het bepaalde in de leden 1 tot en met 4 geldt tevens voor de plaatsvervangende leden van de raad.

  • 6.

    De secretaris maakt van de vergaderingen een besluitenlijst alsmede een afsprakenlijst. Deze worden ter kennis gebracht van burgemeester en wethouders en van de raadscommissie belast met milieuaangelegenheden.

ARTIKEL 8: BESLUITVORMING

  • 1.

    De vergaderingen worden niet gehouden als niet tenminste de helft van het aantal leden inclusief de voorzitter aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen wordt zonodig, zulks met een tussentijd van tenminste 24 uur, een nieuwe vergadering belegd, waarin ongeacht het aantal aanwezige leden beraadslaagd en besloten over onderwerpen die op de agenda van beide vergaderingen staan vermeld.

  • 3.

    De besluiten en adviezen worden bij meerderheid van stemmen genomen, respectievelijk vastgesteld. De voorzitter heeft stemrecht. Indien er sprake is van minderheidsstandpunten wordt daarvan melding gemaakt.

ARTIKEL 9: FINANCIËN

De leden en de voorzitter van de Milieuadviesraad ontvangen een vergoeding ingevolge de daarvoor vastgestelde regeling.

ARTIKEL 10: ADVISERING DOOR DE MILIEUADVIESRAAD

  • 1.

    Over de volgende onderwerpen wordt de Milieuadviesraad in ieder geval om advies gevraagd:

    • a.

      plannen en nota’s met natuur- en milieu-aspecten (w.o. groenbeleidsplan, milieubeleids- en uitvoeringsplan, integraal waterplan enz.).

    • b.

      plannen en nota’s die de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente betreffen (w.o. structuur- en bestemmingsplannen).

    • c.

      plannen en nota’s waarin duurzaamheidsaspecten zijn verweven (w.o. verkeersbeleidsplan, rioleringsplan en energiebeleidsplan).

    • d.

      plannen en nota’s ter bevordering van het milieubewustzijn van de Culemborgse bevolking.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de Milieuadviesraad over andere onderwerpen dan die onder 1 zijn vermeld om advies vragen.

  • 3.

    De Milieuadviesraad kan ook ongevraagd advies uitbrengen over de onder 1 genoemde plannen.

  • 4.

    De adviezen worden schriftelijk aan burgemeester en wethouders uitgebracht.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders zorgen ervoor dat de Milieuadviesraad over de benodigde informatie beschikt om een advies uit te kunnen brengen.

ARTIKEL 11: BESLISSING OP ADVIES

  • 1.

    Burgemeester en wethouders delen de Milieuadviesraad mede wat er met het advies is gebeurd en wanneer er sprake van een afwijkende beslissing, wordt daarvan de reden aangegeven.

  • 2.

    Indien het onderwerp waarover het advies wordt uitgebracht op de agenda van een raadscommissie of van de gemeenteraad wordt geplaatst wordt de Milieuadviesraad daarvan op de hoogte gebracht.

ARTIKEL 12: DESKUNDIGEN

  • 1.

    De Milieuadviesraad is bevoegd, indien zij dit noodzakelijk acht, ad hoc tijdelijk een of meer deskundigen toe te voegen en te raadplegen.

  • 2.

    Voor zover hier kosten aan zijn verbonden boven het jaarlijkse budget in de begroting is vooraf machtiging nodig van burgemeester en wethouders.

ARTIKEL 13 SPREEKRECHT

  • 1.

    De Milieuadviesraad kan als dat voor de behandeling van een agendapunt nodig wordt geoordeeld, belanghebbenden uitnodigen om de vergadering bij te wonen en zonodig toelichting te geven.

  • 2.

    Bij openbare vergaderingen van de Milieuadviesraad kan de voorzitter ook aan andere aanwezigen op hun verzoek het woord verlenen.

ARTIKEL 14: SLOTBEPALINGEN

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op de eerste van de maand volgende op de dag volgende op de datum van vaststelling.

  • 2.

    Leden – inclusief de voorzitter - die al lid zijn van de Milieuadviesraad en korter dan vier jaar lid zijn, worden beschouwd als leden die na een periode van vier jaar nog een keer kunnen worden herbenoemd voor een periode van vier jaar.

  • 3.

    Leden – inclusief de voorzitter - die al lid zijn van de Milieuadviesraad en langer dan vier jaar lid zijn worden beschouwd als leden die nog voor één periode van vier jaar kunnen worden herbenoemd.

  • 4.

    Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement op de Milieuadviesraad 2003.

  • 5.

    De Verordening op de Milieuadviesraad 2001 is bij besluit van de gemeenteraad van 28 oktober 2003 vervallen.

  • 6.

    Elk lid van de adviesraad onder werking van de vervallen verordening wordt aangemerkt als lid onder werking van dit reglement.