Categoraal aanwijzingsbesluit toezichthouders DCMR Milieudienst Rijnmond januari

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Categoraal aanwijzingsbesluit toezichthouders DCMR Milieudienst Rijnmond januari

De directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond,

Gelet op de mandaatbesluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeen-ten Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den Ussel, Goeree-Overflakkee, Hellevoet-sluis, Krimpen aan den Ussel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Westvoorne, de burgemeester van de gemeente Rotterdam en de colleges van gedeputeerde staten van Zuid-Holland en Zeeland

BESLUIT

1. De (onbezoldigd) ambtenaren die in dienst zijn of treden, geplaatst of gedetacheerd bij de afdeling Inspectie en Handhaving van de DCMR Milieudienst Rijnmond aan te wijzen als toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens:

a. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten, het Bouwbesluit 2012 en het BRZO 2015 (voor zover het inrichtingen zijn waarop het Besluit Risico's Zware Ongevallen 2015 van toepassing is of die behoren tot categorie 4 van Bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies geldt de aanwijzing voor het gehele grondgebied van de provincies Zuid-Holland en Zeeland).

b. De Wet luchtvaart, artikelen 8.1 .a eerste lid, juncto Ba.51, 8.44 en 8.64 (geldt voor het gehele grondgebied van de provincie Zuid-Holland);

b. Het Vuurwerkbesluit;

c. De Provinciale milieuverordening Zuid-Holland,

d. Besluit geluidproductie sportmotoren;

e. APV Rotterdam 2012, artikel 2:25, eerste en vijfde lid; artikel 2:72, hoofdstuk 4 afdeling 1 met uitzondering van artikel 4.6;

f. Havenbeheersverordening Rotterdam, artikel 14, derde lid;

g. APV Albrandswaard, artikelen 4:3a, 4:3b en 4:5;

voor zover de in de aanhef genoemde bestuursorganen genoemde regelgeving hebben opgenomen in hun mandaatbesluit. 2. Te bepalen dat de aanwijzing tot toezichthouder vervalt met ingang van de dag, waarop het dienst-verband met of de detachering van de ambtenaar is beëindigd dan wel dat deze niet meer werkzaam is als (onbezoldigd) ambtenaar van de afdeling Inspectie en Handhaving van de DCMR Milieudienst Rijnmond.

2. Te bepalen dat de aanwijzing tot toezichthouder vervalt met ingang van de dag, waarop het dienst-verband met of de detachering van de ambtenaar is beëindigd dan wel dat deze niet meer werkzaam is als (onbezoldigd) ambtenaar van de afdeling Inspectie en Handhaving van de DCMR Milieudienst Rijnmond.

3. Aan de toezichthouder wordt ten behoeve van het uitoefenen van toezicht op de naleving van de genoemde wetten en regelingen, tezamen met een afschrift van dit besluit, een legitimatiebe-wijs als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht verstrekt.

4. Het Categoraal aanwijzingsbesluit toezichthouders DCMR Milieudienst Rijnmond 2017 (Blad Gemeenschappelijke regelingen 6 juli 2017, nr. 63) wordt ingetrokken.

5. Deze aanwijzing treedt in werking 1 januari 2020. Schiedam, 30 oktober 2019.

Schiedam, 30 oktober 2019

Namens de in de aanhef genoemde bestuursorganen,

Drs. M.M. de Hoog

wnd. Directeur DCMR Milieudienst Rijnmond

Ondertekening