Integraal Waterplan Dalfsen 2007 – 2016

Geldend van 15-06-2007 t/m heden

Intitulé

Integraal Waterplan Dalfsen 2007 – 2016

De raad van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14-5-2007, nummer 10;

overwegende dat behoefte is aan een samenhangende visie voor het beleidsvelden Water en Riolering;

dat met deze visie de toekomstige ontwikkelingsrichting voor de genoemde beleidsvelden van de gemeente Dalfsen wordt aangegeven;

dat hiermee een richtinggevend kader wordt gegeven voor uitvoering en beleid;

b e s l u i t :

In te stemmen met en vast stellen van:

  • 1.

    visie, beleid en doelstelling als opgenomen in het Waterplan, GRP, rioolbeheerplan en bijbehorende bijlagen

  • 2.

    de maatregelen en prioritering

  • 3.

    formatieuitbreiding met 2 fte voor Water en Riolering

  • 4.

    bijgevoegd Communicatieplan

  • 5.

    afschrijvingstermijn vrijverval riolering te wijzigen van 25 naar 50 jaar

  • 6.

    voorstel tot jaarlijkse verhoging Verbreed rioolrecht met 1,48 %, excl. inflatiepercentage

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Waarom een waterplan

Water staat hoog op de politieke agenda. Van oorsprong had het waterbeheer een technische benadering en was gericht op beheersing van water. Tegenwoordig blijkt deze manier van werken steeds vaker te gaan haperen. Klimaatveranderingen en veranderingen in ruimte- en grondgebruik hebben ervoor gezorgd dat het besef is gegroeid dat het toekomstige waterbeheer een andere aanpak vereist. Met de ondertekening van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is gestart vorm te geven aan een andere aanpak. Eén van de belangrijke speerpunten in het NBW is het opstellen van een waterplan. In een waterplan wordt een kader geschapen voor het maken van beleidsmatige en procesmatige afspraken over de wijze waarop ruimtelijke ordening en water op elkaar afgestemd moeten worden.

Visie

Een belangrijk onderdeel van het waterplan is de visie. In deze visie hebben gemeente Dalfsen en waterschap Groot Salland de doelstellingen op het gebied van water aangegeven. De visie heeft vorm gekregen middels een analyse van de huidige situatie, knelpunten, kansen en ambitieniveau en vormt de basis van het waterplan. De visie is geconcretiseerd door het opstellen van uitvoeringsmaatregelen.

1.2 Positie van het waterplan

Het waterplan kent geen wettelijk kader, maar vormt een functioneel beleidsdocument. Het is een beleidsdocument dat door zijn integrale benadering van water een basis vormt voor het streven naar een duurzaam beheer van het gemeentelijk watersysteem binnen de kernen. Het biedt een (beleids)kader voor sectorale plannen (zoals het GRP en plannen met betrekking tot de ruimtelijke ordening).

1.3 Relatie met GRP

Een gemeentelijk rioleringsplan (GRP), dat op basis van de Wet milieubeheer verplicht is, beschrijft de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan haar wettelijke zorgplicht voor een doelmatige inzameling en een doelmatig transport van het op haar grondgebied aangeboden afvalwater. Met het opstellen van een GRP wordt het beleid voor de rioleringszorg geformuleerd en worden de effecten en de kosten hiervan expliciet en toetsbaar gemaakt. Het “waterplan Dalfsen” vormt het kader voor het opstellen van het GRP. Het GRP is uitgewerkt in de rapportage ‘GRP’ (ARCADIS, 2007).

1.4 Doel van het waterplan

Doelstelling waterplan

De doelstelling van het waterplan is als volgt:

  • -

    het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie van gemeente en waterschap op het integraal en duurzaam waterbeheer in de gemeente Dalfsen;

  • -

    het afstemmen van waterbeleid binnen de gemeente, tussen de gemeente en het waterschap en met andere partijen, zodat de stedelijke wateropgaven (inclusief de WB21- en KRW-beleidsuitgangspunten) gehaald worden tegen de laagst maatschappelijke kosten;

  • -

    het maken van concrete afspraken over ambities, maatregelen, de bekostiging daarvan en de doorwerking in de ruimtelijke ordening;

  • -

    het vastleggen en inzichtelijk maken van de verantwoordelijkheden van de gemeente Dalfsen en het waterschap Groot Salland.

1.5 Planproces

Gemeente Dalfsen is trekker en waterschap Groot Salland is nauw betrokken bij de totstandkoming van het waterplan. Het waterplan is gebaseerd op huidige inzichten en regelgeving (2007) en heeft een looptijd tot 2016. Een tussentijdse evaluatie is gepland in 2009. Dit is mede afhankelijk van de toekomstige ontwikkelingen op beleidsniveau. In 2009 wordt bijvoorbeeld het Stroomgebiedbeheersplan Kaderrichtlijnen Water (KRW) vastgesteld.

Voor de totstandkoming van dit plan heeft zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau discussie plaatsgevonden over de doelstellingen, de huidige situatie, knelpunten, kansen en ambitieniveau. Daarnaast is een klankbordgroep, bestaande uit belanghebbenden, samengesteld. Op het gemeentehuis in Dalfsen is een bijeenkomst georganiseerd op 4 juli 2006. Hierbij waren o.a. Plaatselijk Belang diverse kernen, visverenigingen, Landschap Overijssel en Vrienden van Dalfsen aanwezig. Dankzij de inbreng van de klankbordgroep is lokale kennis over het water benut en zijn de wensen van belanggroepen bekend geworden. Deze informatie is betrokken bij het opstellen van het waterplan.

Tenslotte vermelden we dat voor het schrijven van het waterplan de handreiking van VNG en UvW als basis is gebruikt [Handreiking Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Unie van Waterschappen (UvW) voor gemeente en waterschap om te komen tot een gezamenlijk stedelijk waterplan, 2004].

1.6 Leeswijzer

Dit document bestaat uit een beschrijving van de huidige situatie binnen de gemeente Dalfsen (hoofdstuk 2). Aansluitend is het beleidskader beschreven in hoofdstuk 3. Beide hoofdstukken vormen samen de basis voor de visie die in hoofdstuk 4 is beschreven. In hoofdstuk 5 is het maatregelenprogramma opgenomen. In bijlage 1 is een overzicht met de belangrijkste afkortingen en begrippen opgenomen en in bijlage 2 is een overzicht van de geraadpleegde literatuur opgenomen.

Hoofdstuk 2 Gemeente Dalfsen

2.1 Inleiding

De gemeente Dalfsen is een jonge gemeente. De voormalige gemeenten Dalfsen en Nieuwleusen zijn samengevoegd op 1 januari 2001. De huidige gemeente is een grote, groene plattelandsgemeente met ruim 26.000 inwoners. De gemeente bestaat uit de kernen Dalfsen, Hoonhorst, Lemelerveld, Nieuwleusen en Oudleusen.

Kenmerkend voor de gemeente is dat zij in het toeristisch aantrekkelijke Overijsselse Vechtdal ligt. De rivier de Vecht doorsnijdt een deel van de gemeente en heeft een positieve invloed op het landschap. Het gebied kent een rijke historie. Prachtige landgoederen, havezaten, buitenplaatsen en een monumentaal kasteel.

afbeelding binnen de regeling

Foto 1 De Vecht

Het waterplan heeft betrekking op het stedelijk gebied, bestaande uit de kernen Dalfsen, Hoonhorst, Lemelerveld, Nieuwleusen en Oudleusen. Rondom deze kernen is rekening gehouden met een overgangsgebied van stedelijk naar landelijk gebied. Enerzijds kunnen in dit gebied maatregelen worden toegepast. Hierbij kan gedacht worden aan het creëren van extra berging in de vorm van oppervlaktewater. Anderzijds is er gekozen voor het overgangsgebied in verband met mogelijke stedelijke uitbreidingen. Voor het buitengebied is het Waterbeheersplan 2006-2009 van waterschap Groot Salland richtinggevend en gemeente Dalfsen is betrokken bij de uitvoering. In de onderstaande figuur is het plangebied weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 Plangebied

2.2 Beschrijving verschillende kernen: thema water

2.2.1 Kern Dalfsen

Het dorp Dalfsen ligt prachtig aan de rivier de Vecht. Qua werkgelegenheid ligt de nadruk op wonen-gerelateerde arbeid (detailhandel, recreatie, toerisme en dienstverlening).

afbeelding binnen de regeling

Foto 2 Blauwe brug over de Vecht bij Dalfsen

De Vecht

De rivier de Vecht heeft een grote invloed op de uitstraling van de gemeente Dalfsen. In het project “Waterfront & Gemeentehuis” wordt gesproken over een nieuwe invulling van het gebied tussen de Vechtbrug en de passantenhaven. Het doel is om de aantrekkingskracht van het gebied te verbeteren en een inrichting te kiezen die meer aansluit bij de rivier. Het huidige gemeentehuis van Dalfsen ligt in het Waterfront. De feitelijke inrichting van het gebied zal in 2007 starten met in eerste instantie de bouw van het nieuwe gemeentehuis.

Bellingeweer

Naast de Vecht is het Bellingeweer kenmerkend voor de kern Dalfsen (gezien vanuit het thema water). Het Bellingeweer is een landschappelijk park met veel vijvers. Dit park ademt nog een natuurlijke sfeer, maar kent ook vele recreatieve functies. De gemeente Dalfsen is bezig met het vinden van de juiste combinatie natuur en recreatie. Hoe moet het Bellingeweer ingericht worden zodat natuur en vrij intensieve recreatie toch samen gaan? Dit heeft geresulteerd in een inrichtings- en beheersplan voor het Bellingeweer. De inrichting zal in 2007 plaatsvinden.

Foto 3 Bellingeweer

afbeelding binnen de regeling

2.2.2 Kern Hoonhorst

Hoonhorst is een kleine kern met een kerk, café en molen. Het dorp heeft vooral een woonfunctie. Het buitengebied wordt gekenmerkt door prachtig golvende landschappen, oude zandwegen en afwisselende bosgebieden. Er bevindt zich weinig oppervlaktewater in deze kern.

Foto 4 Centrum Hoonhorst

afbeelding binnen de regeling

2.2.3 Kern Lemelerveld

Lemelerveld heeft haar bijnaam “Sukerbietendorp” te danken aan de suikerfabriek die in 1865 werd gebouwd. Hierdoor kreeg Lemelerveld haar eerste inwoners. Ondertussen is de suikerfabriek verdwenen, de bedrijvigheid in Lemelerveld is echter gebleven.

Overijssels kanaal

Kenmerkend voor Lemelerveld is het Overijssels kanaal. Dit kanaal werd destijds gegraven voor transport van producten. Deze functie is verdwenen. Het kanaal is nog wel van belang voor de waterrecreatie en de afwatering.

De woonwijk De Nieuwe Landen maakt wonen in de nabijheid van water mogelijk. De Driepuntsbrug verbindt drie oevers zonder dat er één pijler ter ondersteuning in het water staat.

afbeelding binnen de regeling

Foto 5 Overijssels Kanaal

afbeelding binnen de regeling

Foto 6 Driepuntsbrug

2.2.4 Kern Nieuwleusen

Nieuwleusen is in het verleden gevormd door de dorpen Den Hulst en Nieuwleusen. In de loop der tijd zijn de kernen steeds verder naar elkaar toegegroeid. Door de goede infrastructuur is er veel bedrijvigheid in Nieuwleusen.

Dedemsvaart en Hulsterplas

In het begin van de 19e eeuw is het kanaal de Dedemsvaart gegraven. De Dedemsvaart ligt aan de noordkant van Nieuwleusen (zie ook figuur 2). Naast dit kanaal zijn de Hulsterplas en de vijvers in Westerbouwlanden kenmerkend voor Nieuwleusen.

afbeelding binnen de regeling

Foto 7 Hulsterplas

2.2.5 Kern Oudleusen

Oudleusen is een dorp dat rust, natuur en ruimte uitademt. De kern Oudleusen heeft naast wat lokale bedrijvigheid vooral een woonfunctie. In de kern is weinig oppervlaktewater terug te vinden.

afbeelding binnen de regeling

Foto 8 Kerk in centrum Oudleusen

2.3 Het watersysteem in gemeente Dalfsen

Als basis voor het opstellen van de visie is een analyse gemaakt van de huidige situatie van het watersysteem en de waterorganisatie.

Afwatering

Het afwateringspatroon binnen de gemeente Dalfsen is oost-west georiënteerd. De watergangen zijn in de onderstaande figuur weergegeven. De waterlichamen, zoals gedefinieerd in de Kaderrichtlijn Water (KRW), zijn in deze figuur geel gekleurd. In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op de KRW. In de figuur is onderscheid gemaakt tussen watergangen en hoofdwatergangen.

De watergangen zorgen voor de ontwatering en afwatering op perceelsniveau (kleinste eenheid) en de hoofdwatergangen verzorgen de afwatering (en eventueel ook wateraanvoer) van grotere aaneengesloten eenheden.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 Watergangen

Op basis van de huidige ervaring is geconstateerd dat er geen structurele knelpunten zijn ten aanzien van de afwatering van het stedelijk watersysteem. Momenteel wordt het stedelijke watersysteem getoetst aan de landelijke normen (zie hoofdstuk 3). De oplevering hiervan vindt medio 2007 plaats. Te zijner tijd wordt besloten op welke wijze de resultaten van de toetsing worden geïntegreerd met het voorliggende waterplan.

Grondwateroverlast

Er is geen structurele vorm van grondwateroverlast binnen het plangebied. In de bijeenkomst van de klankbordgroep is gesignaleerd dat er bij hoge waterstanden in de Vecht incidenteel sprake is van water in kruipruimten en dat er verdroging optreedt nabij de Leemculeweg te Dalfsen.

Waterkwaliteit en KRW

Gemeente Dalfsen zal naar verwachting 95% van de basisinspanning1* in het jaar 2006 hebben gerealiseerd. Resterende maatregelen worden in het GRP beoordeeld op noodzakelijkheid. Binnen gemeente Dalfsen en waterschap Groot Salland is speciale aandacht voor de overstortingsproblematiek, met name ter plaatse van de Ruitenborghweg en de Hulsterplas.

Invulling aan het waterkwaliteitsspoor vindt plaats op praktische wijze. Zo zijn er reeds een aantal data loggers geplaatst die de frequentie en duur van een overstort meten. Dit geeft een indicatie van de overstorthoeveelheid en hiermee kan het hydraulisch functioneren van het systeem (en de hiermee samenhangende aspecten op het gebied van waterkwaliteit) inzichtelijk worden gemaakt. Op basis hiervan worden probleemgerichte maatregelen uitgewerkt, geënt op het verbeteren van de waterkwaliteit en het behalen van de KRW-doelstellingen.

Er is binnen de stedelijke kernen weinig informatie beschikbaar over de ecologische en chemische kwaliteit. Er zijn voor de meeste wateren binnen de kernen geen functies, streefbeelden of beheersaccenten/doelstelling vastgelegd. In bijlage 5 is een kaart weergegeven met de resultaten van het door waterschap Groot Salland verrichte chemische onderzoek binnen de gemeente Dalfsen. Opgenomen zijn alle meetpunten die de afgelopen vijf jaar onderzocht zijn.

Als aandachtspunt kan de waterkwaliteit in de waterpartijen Westerbouwlanden genoemd worden. De Westerbouwlanden is een nieuwbouwwijk in het westen van Nieuwleusen. De vuillast uit de riooloverstort is middels een bergbezinkbassin zodanig gereduceerd dat aan de basisinspanning wordt voldaan. In de bijeenkomst klankbordgroep is echter opgemerkt dat er sprake is van een beperkte doorstroming in de waterpartijen, het peil te ver uitzakt en dat het niet duidelijk is wat de ’gebruiksfunctie’ is van deze waterpartijen.

Naast gegevens met betrekking tot de hiervoor besproken waterpartijen in de Westerbouwlanden zijn alleen recentere gegevens bekend van de watergang door Nieuwleusen. Deze bleek momenteel ecologisch weinig waardevol. Ook chemisch werd niet aan de landelijke normen voldaan, al is er mogelijk wat kwelinvloed. Een betere inrichting en betere waterkwaliteit zou de ecologische waarde kunnen vergroten.

Over de chemische en ecologische waterkwaliteit in het buitengebied zijn meer gegevens bekend. Er is zowel onderzoek gedaan naar planten (water- en oevervegetaties) als naar waterdieren. Oorzaak van de veelal matige beoordelingen is, naast een minder goede chemische waterkwaliteit, de voor de ecologie ongunstige inrichting van veel wateren.

Een belangrijke factor met betrekking tot de ecologie binnen de gemeente is natuurlijk de Overijsselse Vecht. Zowel de rivier zelf, als het rivierdal, zijn ecologisch waardevol. Gestreefd wordt naar een meer natuurlijke Vecht met het karakter van een halfnatuurlijke laaglandrivier.

Een ander aandachtspunt vormt de kwetsbaarheid van het Lutterbergerven. Behoud van de huidige natuurwaarden staat centraal. Mogelijke ontwikkelingen binnen Lemelerveld worden gevolgd omdat deze invloed kunnen hebben op de grondwaterstanden en daarmee de kwelstroom naar het Lutterbergerven.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Beleid algemeen

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van Europese, nationale en regionale beleidslijnen en notities die van invloed zijn op het waterbeheer in de gemeente Dalfsen. In de onderstaande tabel is een overzicht gemaakt voor het waterbeleid.

Overheid

Waterbeleid

EU

Europese Kaderrichtlijn Water (2000)

Rijk

Integrale Waterwet (in 2006 nog niet van kracht)

Wet Verbrede Watertaken (in 2006 nog niet van kracht)

4e Nota Waterhuishouding (2001)

Waterbeleid 21ste eeuw (2001)

Nationaal Bestuursakkoord Water (2003)

Provincie Overijssel

Regionaal Bestuursakkoord Water (2005)

Provinciaal Waterhuishoudingsplan (2000)

Stroomgebiedsvisie Vecht-Zwarte Water (2003)

Streekplan partiele herziening (2000)

Waterschap Groot Salland

Waterbeheersplan 2006-2009

Gemeente Dalfsen

GRP/BRP

Tabel 1 Waterbeleid

Kaderrichtlijn Water (KRW)

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) beoogt het beschermen en verbeteren van alle oppervlaktewateren en waterafhankelijke landnatuur. Volgens de richtlijn dienen oppervlaktewateren uiterlijk in 2015 een goede ecologische en chemische toestand te bereiken. De wateren worden ingedeeld in ‘type’ waterlichamen waaraan veelal op regionaal niveau doelstellingen worden vastgesteld

In Nederland is ervoor gekozen om vanaf 2005 jaarlijks een document op te stellen dat in 2009 tot een vastgesteld Stroomgebiedbeheersplan moet leiden. In Figuur 3 is de planning schematisch weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3 Planning KRW tot 2009

Voor de nota 2006 worden de ecologische en chemische doelstellingen voor sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen geconcretiseerd, en er wordt een eerste overzicht gemaakt van te nemen maatregelen. Deze maatregelen zijn erop gericht om de ecologische en chemische doelstellingen te halen. Van verschillende maatregelenpakketten worden de kosten vervolgens in beeld gebracht.

Integrale Waterwet

In de loop van 2006 zal de nieuwe Integrale Waterwet ingediend worden bij de Tweede Kamer. Deze wet heeft als doel bestaande wetgeving te integreren en te actualiseren. Deze Integrale Waterwet gaat onder meer de huidige Wet op de waterhuishouding, de Grondwaterwet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren omvatten. Het voorontwerp is eind juli 2005 gereed gekomen, en is in te zien via www.waterwet.nl.

Een belangrijk doel van de wet is het beperken van de hoeveelheid wet- en regelgeving, en het integreren van verschillende nieuwe ontwikkelingen (zoals het grondwaterbeheer) die nu nog niet helder wettelijk verankerd zijn. In september 2006 is het Wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend De parlementaire behandeling van het Wetsvoorstel wordt niet meer verwacht voor de verkiezingen van 22 november 2006.

Wet Verbrede Watertaken

In het advies van de Commissie Waterbeleid 21ste eeuw (zie hieronder) worden de nodige ambities voor het waterbeheer uitgesproken. Voor een gemeente is het echter in de huidige situatie niet mogelijk deze ambities te financieren via de gebruikelijke financieringsstructuur. Het huidige rioolrecht dient een strikt geformuleerd, beperkt doel. De gemeente mag met het rioolrecht de instandhouding en onderhoud van de bestaande riolering financieren. Zaken als monitoring van de grondwaterstand of de aanleg van infiltratievoorzieningen mogen niet uit het rioolrecht gefinancierd worden, hoewel dat taken zijn die uit het oogpunt van stedelijk waterbeheer zinvol zijn, tot het takenpakket van de gemeente behoren en bovendien een relatie hebben met de riolering. Met het oog op deze ontwikkelingen heeft het kabinet in oktober 2004 besloten om het rioolrecht te verbreden.

Bij een verbreed rioolrecht ontstaat de mogelijkheid om als gemeente regenwater- en grondwaterbeleid en -voorzieningen te financieren vanuit één heffing.

Dit wordt geregeld via de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken, ook wel de Wet ‘verbrede watertaken’ genoemd.

In 2005 heeft het kabinet echter gesteld dat invoering van het verbreed rioolrecht in 2006 niet haalbaar is. Het wetsvoorstel gemeentelijke watertaken is in juni 2006 aan de Tweede Kamer gestuurd.

4e Nota Waterhuishouding (NW4)

De hoofddoelstelling van de 4e Nota Waterhuishouding is het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het in stand houden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. Begrippen als integraal waterbeheer, gebiedsgericht beleid, duurzaamheid en vergroting van de veerkracht staan centraal. Het zo snel mogelijk afvoeren van water naar oppervlaktewater heeft daarmee plaats gemaakt voor een integrale gebiedsgerichte watersysteembenadering (vasthouden-bergen-afvoeren).

De NW4 is in de loop der jaren opgevolgd en verder uitgewerkt in onder andere het kabinetsstandpunt “Anders omgaan met Water”, het advies van de Commissie Waterbeleid 21ste eeuw (WB21) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW).

Waterbeleid 21ste eeuw (WB21)

De kern van het waterbeleid voor de 21ste eeuw is dat we ruimte moeten creëren voor water voordat het die ruimte zelf neemt. Hiermee wordt ingespeeld op de effecten van de klimatologische veranderingen die we op ons af zien komen. In zowel landelijk als stedelijk gebied moeten we ruimte maken om water op te slaan. Daarmee worden problemen in andere, lager gelegen gebieden voorkomen.

Niet alleen het teveel aan water krijgt aandacht. Ook wordt aandacht besteed aan het voorkomen van tekorten aan water; kunnen we water ook vasthouden en tijdens drogere periodes gebruiken? De landelijke droogtestudie is een voorbeeld van de aandacht die uit gaat naar het vóórkomen van droge periodes en welke prioriteiten we leggen bij het voorkómen van schade.

Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)

In de aard en omvang van de nationale waterproblematiek doen zich structurele veranderingen voor. Klimaatveranderingen, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking maken een nieuwe aanpak in het waterbeheer noodzakelijk. Er is een noodzaak tot een gemeenschappelijke aanpak.

Eén van de belangrijke speerpunten in het NBW is het opstellen van een waterplan. Het NBW bevat verder taakstellende afspraken ten aanzien van veiligheid en wateroverlast en procesafspraken ten aanzien van watertekorten, verdroging, verzilting, water(bodem)kwaliteit, sanering waterbodems (in lijn met het Tienjaren scenario) en ecologie. Het NBW is vertaald in een Regionaal Bestuursakkoord Water, gericht op het beheersgebied van waterschap Groot Salland.

Regionaal Bestuursakkoord Water (RBW)

In 2004 is een “Regionaal Bestuursakkoord” tussen provincie Overijssel, een achttal gemeenten en het waterschap afgesloten. Doel van dit akkoord is om het watersysteem in zowel het landelijke als stedelijke gebied op orde te brengen voor de verwachte klimaatveranderingen. Waterschap Groot Salland neemt hiervoor de coördinatie van de werkzaamheden voor zijn rekening.

Waterhuishoudingsplan Overijssel (WHP)

Het waterhuishoudingsplan Overijssel 2000+ wordt gedeeltelijk herzien. Doel van deze herziening is in de eerste plaats het vaststellen van een ruimtelijk kader voor het dagelijks beheer van grond- en oppervlaktewater. In de tweede plaats maakt de provincie voor natte gebieden nabij steden en andere stadskernen afwegingen voor ruimte die beschikbaar moet blijven. Het betreft gebieden die in extreme omstandigheden een natuurlijke functie hebben voor een tijdelijke berging van regenwater.

Stroomgebiedsvisie Vecht – Zwarte Water / Streekplan

Nederland is verdeeld in 17 stroomgebieden, waarvoor een stroomgebiedsvisie wordt opgesteld. Voor Overijssel en Zuid-Drenthe gaat het om het stroomgebied Vecht- Zwarte Water. Voor dit stroomgebied zijn drie opgaven gedefinieerd:

Welke ruimte is nodig voor het herstel en behoud van de veerkracht van het watersysteem?

Welk waterbeheer mag functies in dagelijkse omstandigheden verwachten?

Wat zijn de ontwikkelingsmogelijkheden van functies, gerelateerd aan het waterbeleid?

De uitkomsten zijn verwerkt in de partiële herziening Ruimte en Water van het streekplan en waterhuishoudingsplan 2000+ (provincie Overijssel).

3.2 Wat betekent het waterbeleid voor de gemeente Dalfsen?

Er zijn veel verschillende beleidsdocumenten, richtlijnen en afspraken gemaakt op het gebied van water. Veel documenten geven een richting aan waar we naar toe willen met het waterbeleid, in andere documenten zijn afspraken gemaakt. Hieronder hebben we de consequenties van het beleid voor de gemeente Dalfsen beschreven. We hebben ons beperkt tot de belangrijkste consequenties.

De hieronder uitgewerkte “Integrale Waterwet” en “Wet verbrede watertaken” zijn op het moment van schrijven van dit waterplan nog niet van kracht. Voor een aantal punten bestaat nog discussie tussen verschillende partijen. Aangezien beide wetten reeds in een vergevorderd stadium zijn ontwikkeld, zijn de consequenties van deze wetten voor de gemeente Dalfsen beschreven in paragraaf 3.2.3 en 3.2.3.

3.2.1 Andere manier van denken

De eerste consequentie van het beleid is een andere manier van denken, die de verschillende beleidsdocumenten vereisen. De kernwoorden van het huidige waterbeleid geven de richting van deze nieuwe manier van denken aan.

Kernwoorden van het huidige waterbeleid

  • -

    Bereiken van een goede toestand van al het water (KRW)

  • -

    Stroomgebiedsbenadering

  • -

    Voorkomen wateroverlastsituatie

  • -

    Vasthouden – bergen – afvoeren

  • -

    Schoon houden – scheiden – zuiveren

  • -

    Afkoppelen Ruimte voor water

  • -

    Meervoudig ruimtegebruik

  • -

    Groen-blauwe zones aanleggen en inrichten

  • -

    Toepassen van duurzame materialen

  • -

    Natuurlijk waterbeheer

  • -

    Gebruik maken van de kwaliteiten van water

  • -

    Water inzetten voor recreatie, natuur en cultuur

  • -

    Veiligheid rond het water

  • -

    Watertoets

3.2.2. Integrale Waterwet

In de Waterwet worden enkele duidelijke zaken genoemd die direct invloed hebben op de taken van een gemeente. De belangrijkste punten worden hieronder toegelicht.

Vergunningen

Op dit moment is het waterschap vergunningverlener voor lozingen op het watersysteem en lozingen van bepaalde typen bedrijven op de gemeentelijke riolering, via de Wet verontreiniging oppervlaktewater. Dit gaat veranderen.

In de voorontwerp-Waterwet worden indirecte lozingen op het watersysteem (dus lozingen op de riolering) vergunningplichtig onder de Wet milieubeheer (Wm) respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Deze vergunning wordt verleend en gehandhaafd door de gemeente via de omgevingsvergunning. Het waterschap blijft hierin een adviesfunctie vervullen. Directe lozingen op het watersysteem worden vergunningplichtig onder de waterwet. Het waterschap is en blijft hier bevoegd gezag.

Zorgplicht

De gemeente zal belast worden met de zorgplichten voor overtollig hemelwater en grondwater in het stedelijk gebied. De provincie blijft echter grondwaterbeheerder. De “Wet verbrede watertaken” (paragraaf 3.2.3) gaat hier nader op in.

Heffingen

Een mogelijkheid die de wet biedt, is een heffing op riooloverstorten die door de waterbeheerder (waterschap) kan worden opgelegd aan de rioolbeheerder (gemeente), vanuit het principe ‘de vervuiler betaalt’. Dit punt staat vanuit de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) ter discussie, omdat riooloverstorten niet alleen binnen het bereik van de gemeente liggen, maar dit een samenspel is tussen de riolering en de werking van de zuivering.

Ruimtelijke inpassing

Op het gebied van water en ruimte verandert ook het een en ander. Waterplannen op rijks- en provinciaal niveau worden ook beschouwd als structuurvisies binnen de Wet ruimtelijke ordening. Dit houdt in dat het bijbehorende juridisch instrumentarium van de Wet RO daarop van toepassing is. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat ‘ruimte voor water’ in de plannen wordt opgenomen en dat in het kader van de ruimtelijke ordening bestemming ervan plaatsvindt. Als er dan, bijvoorbeeld op gemeentelijk niveau, geen invulling wordt gegeven, dan kan zo nodig het aanwijzingsinstrument van de Wet ruimtelijke ordening worden gebruikt om bijvoorbeeld bergingsgebieden te realiseren. Dit alles op voorwaarde dat er sprake is van een bovenlokaal belang.

Grondwater

De gemeente moet zorg dragen voor de aanleg, het beheer en het onderhouden van de ontwateringsmiddelen in openbaar terrein. De ontwatering van het particulier terrein hoort niet bij de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar tot de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het terrein. De overheid is er wel verantwoordelijk voor dat de burger de eigen verantwoordelijkheid ook waar kan maken. Dit houdt in dat de gemeente de “zorgplicht” heeft voor inzameling en afvoer van overtollig grondwater (zie ook paragraaf 3.2.3). Naast deze “zorgplicht” heeft de gemeente een loketfunctie, waaraan een coördinerende rol verbonden is. Dit houdt in dat de gemeente zorgt voor een loket waar klachten en vragen van burgers kunnen worden afgehandeld. Achter dit loket organiseert de gemeente de betrokkenheid van andere partijen (waterschap, provincie, waterleidingbedrijf, etc.).

Wat houdt dit in voor de gemeente Dalfsen?

De Integrale Waterwet is momenteel (2006) nog niet van kracht. De ontwikkelingen op dit gebied worden gevolgd (onder meer via de VNG die hierover contact heeft met de rijksoverheid), zodat organisatorisch kan worden ingespeeld op wijzigingen in taken en bevoegdheden.

3.2.3 Wet Verbrede Watertaken

Het is de bedoeling dat per 1 januari 2007 de nieuwe wet “verbreding gemeentelijke watertaken” in werking treedt. Bovenop de huidige gemeentelijke taken met betrekking tot riolering, onderhoud stadswateren en baggerwerkzaamheden komt nu de zorgplicht voor hemelwater en grondwater.

Zorgplicht hemelwater

De gemeente zorgt voor een doelmatige inzameling van het afvloeiende hemelwater, voor zover van de burger redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat zelf te doen, waarbij de gemeente zorgt voor een doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater.

Zorgplicht grondwater

De gemeente neemt maatregelen in het openbaar gebied, teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken en voor zover dit doelmatig is.

Nieuwe taken en nieuwe financiering voor gemeente

Nu de gemeenten een breder takenpakket krijgen is niet langer sprake van een individueel belang van de bewoner die zijn afvalwater kwijt moet, maar van een algemeen belang waarbij de gemeente invulling geeft aan haar zorgplicht voor hemelwater, afvalwater en grondwater. Om dit brede pakket aan watertaken te kunnen bekostigen, zal de gemeente een rioolheffing innen bij de burgers. Uitgangspunt is dat de gemeente haar zorgtaken adequaat en doelmatig uitvoert waarbij de rioolheffing kostendekkend is.

De rioolheffing biedt dus de mogelijkheid om naast de riolering ook andere watertaken uit te voeren en te bekostigen. De nieuwe rioolheffing zorgt voor de bekostiging van:

  • -

    inzameling, berging en transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater;

  • -

    inzameling, berging en verwerking van afvloeiend hemelwater;

  • -

    maatregelen ter voorkoming of beperking van nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming.

Wat houdt dit in voor de gemeente Dalfsen?

Hierbij is het aan de gemeente om te bepalen hoe zij invulling geeft aan haar zorgtaken en welke kosten zij hiervoor bij de burger in rekening brengt. Ook met betrekking de heffingsgrondslag van de rioolheffing kan de gemeente kiezen. Dit kan worden gekoppeld aan het eigendom, waterverbruik of omvang van het huishouden.

3.2.4 Kaderrichtlijn Water

De Europese Kaderrichtlijn Water is sinds 2000 van kracht. Een eerste toetsjaar hiervoor is het jaar 2015. Waterbeheer op het niveau van stroomgebieden is daarbij het uitgangspunt. In 2009 moeten de lidstaten voor ieder stroomgebieddistrict een eerste stroomgebiedbeheersplan klaar hebben. Vervolgens worden deze plannen iedere zes jaar herzien. De lidstaten stemmen de stroomgebiedbeheersplannen binnen de internationale stroomgebieden af. Nederland maakt stroomgebiedbeheersplannen voor de stroomgebieddistricten Eems, Maas, Rijn en Schelde. De gemeente Dalfsen ligt in het stroomgebied Rijn (meer specifiek het deelstroomgebied Rijn-Oost).

In 2004 is voor het stroomgebiedbeheersplan de eerste stap gezet, met het beschrijven van de huidige toestand. Voor het deelstroomgebied Rijn-Oost is hiervoor het rapport “Karakterisering deelstroomgebied Rijn-Oost, december 2004” verschenen. Hierin is de huidige toestand geïnventariseerd en de voorlopige indeling en typering van waterlichamen opgenomen.

In de periode tussen nu en 2008 ligt de nadruk op het van grof naar fijn formuleren van doelen en maatregelen. Dit moet uiteindelijk leiden tot het stroomgebiedbeheersplan dat in 2009 wordt vastgesteld. Het stroomgebiedbeheersplan bevat een beschrijving van het watersysteem, een invulling van het begrip “goede toestand”, een vergelijking van de huidige toestand met de goede toestand en een beschrijving van maatregelen die nodig zijn om de goede toestand te bereiken. Parallel hieraan worden monitoringprogramma’s opgezet en ingericht. In 2007 moeten deze programma’s operationeel zijn. In landelijke nota’s, de zogenaamde decembernota’s, zal het landelijke beleid ten aanzien van de implementatie van de Kaderrichtlijn Water worden weergegeven. Deze zullen in december 2006 en 2007 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

In principe moet de goede ecologische en chemische toestand van de als waterlichaam aangeduide wateren (zowel grond- als oppervlaktewater) in 2015 gerealiseerd zijn. Als dit niet haalbaar is, moet Nederland dat vooraf aangeven. De Kaderrichtlijn Water biedt de mogelijkheid om de doelen gefaseerd tot stand te brengen, in periodes van zes jaar.

De KRW is erop gericht om in 2015 een goede ecologische en een goede chemische toestand in de oppervlaktewateren te bereiken. In het grondwater moet in dat jaar sprake zijn van een goede chemische en een goede kwalitatieve toestand. Onder voorwaarden mag het behalen van de doelen gefaseerd plaatsvinden tot 2021 of tot 2027. Ook is het onder voorwaarden mogelijk om lagere doelen vast te stellen. Een reden kan zijn dat het behalen van de doelen tot onevenredige kosten leidt. Als lidstaten de doelen niet halen, moeten zij dat vooraf in het stroomgebiedbeheersplan melden aan de Europese Commissie.

In Tabel 2 is een beeld gegeven van het tijdschema van de implementatie van de KRW.

Jaartal

2004

vaststelling huidige toestand

2005 t/m 2007

implementatieproces, landelijk aangestuurd door een Nota (combinatie van WB21 en KRW) – de ‘decembernota’. Uitwerking en aanlevering van gegevens vinden op stroomgebiedsniveau plaats.

2006

monitoringsprogramma volgens KRW-richtlijnen gereed, in 2007 operationeel

2008

concept stroomgebiedbeheersplan gereed – vervolgens inspraakprocedure

2009

vaststelling verschillende planvormen door overheden. Stroomgebiedbeheersplan wordt in december bij Europese Commissie ingediend

2015

doelen zijn gerealiseerd, voor zover geen uitstel is aangevraagd. Volgend stroomgebiedbeheersplan

2021

volgend stroomgebiedbeheersplan

Tabel 2 Tijdschema KRW

Het begrip “goede toestand” moeten de lidstaten nader invullen met concrete doelen voor verschillende aspecten. De chemische doelstellingen worden voor een deel door de EU ingevuld voor alle lidstaten, via een lijst met zogenaamde prioritaire stoffen. De ecologische doelen zijn in abstractie beschreven in de KRW. Binnen die omschrijving is er nog ruimte voor de lidstaten om de feitelijke doelen, met daaronder begrepen een groot aantal chemische stoffen, vast te stellen.

Wat houdt dit in voor de gemeente Dalfsen?

De Europese Kaderrichtlijn gaat uit van waterlichamen. Een waterlichaam is de kleinste eenheid die de Kaderrichtlijn onderscheidt. Op het niveau van waterlichamen worden doelen vastgesteld en vindt monitoring plaats.

De gemeente Dalfsen heeft te maken met een relatief groot aantal waterlichamen op haar grondgebied, namelijk Dedemsvaart, Buldersleiding, Steenwetering, Vecht, Emmertochtsloot, Marswetering, Dalmsholter Waterleiding en het Overijssels Kanaal. De KRW-doelen voor de ecologische kwaliteit worden momenteel bepaald (Rapport “opstellen MEP/GEP Rijn Oost, ARCADIS 2006”). Van deze waterlichamen loopt het Overijssels kanaal door het stedelijk gebied. Een aantal van de overige waterlichamen staan eveneens – in meer of mindere mate – onder invloed van een of meer van de bebouwingskernen in de gemeente Dalfsen. Doordat er chemische normen (met een resultaatverplichting) aan deze waterlichamen worden opgelegd, is het mogelijk dat er maatregelen moeten worden getroffen die de emissie van het stedelijk gebied naar het watersysteem sterk beperken.

Naast de chemische kwaliteit dienen de juiste randvoorwaarden voor een goede ecologische toestand gegenereerd te worden, wat zowel eisen stelt aan de waterkwaliteit als waterkwantiteit. De inrichting van een waterloop is een belangrijke randvoorwaarde voor het ecologische functioneren van het watersysteem. Aangezien het Overijssels Kanaal door het stedelijk gebied loopt, kunnen er in het kader van de KRW specifieke opgaven gesteld worden. Waterschap Groot Salland is als beheerder van het Overijssels Kanaal hiervoor verantwoordelijk.

Omdat de consequenties van de Kaderrichtlijn verregaande gevolgen voor gemeenten kunnen hebben, is oplettendheid bij deze ontwikkelingen geboden. De gemeente is betrokken bij het bepalen van ecologische doelstellingen en het ontwikkelen van maatregelen. Als belangrijkste speler in de ruimtelijke ordening en als beheerder van de riolering is deze betrokkenheid belangrijk. Op korte termijn lijkt en is de rol van gemeenten in het implementatieproces van de Kaderrichtlijn nog optioneel en vrijblijvend.

Op de langere termijn (2008 en verder) krijgt de gemeente echter te maken met concrete doelstellingen die concrete maatregelen tot gevolg kunnen hebben.

Concrete acties voor de gemeente

Op de hoogte zijn van de wijze van vertegenwoordiging in het deelstroomgebied Rijn-Oost en de mogelijkheden om hier zelf een actieve rol in de spelen.

Nagaan op welke wijze de gemeente Dalfsen inbreng kan geven in het vaststellen van de ecologische doelstellingen voor de waterlichamen die door de gemeente Dalfsen lopen.

In Tabel 3 zijn mogelijke door de gemeente te nemen maatregelen benoemd. Dit betreft vooral de emissiereducerende maatregelen.

Maatregelen uit te voeren door gemeenten KRW

Gifvrij onkruidbeheer

Duurzaam bouwen (bouwstoffenbesluit)

Saneren overstorten volgens de basisinspanning

Saneren overstorten volgens het waterkwaliteitspoor

Buitengebied aansluiten op riolering of IBA

Tabel 3 Mogelijke maatregelen uit te voeren door de gemeente

De bovengenoemde maatregelen worden al zoveel mogelijk toegepast binnen de gemeente Dalfsen.

3.2.5 Afspraken Nationaal Bestuursakkoord Water

Het Nationaal Bestuursakkoord Water kent vele afspraken tussen de desbetreffende partijen (het rijk, de provincies, het Samenwerkingsverband Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen). Veel afspraken gaan over de inzet van betreffende partijen om het watersysteem in 2015 op orde te hebben. Belangrijke afspraken voor de gemeente zijn:

  • -

    Tussen 2003 en eerste helft van 2006 maken de gemeenten stedelijke waterplannen, rekening houdend met de ruimteclaim van waterschap en de betreffende deelstroomgebiedsvisie.

  • -

    Provincies, gemeenten, waterschappen en het rijk spannen zich in de burgers en bedrijven duidelijk te informeren over de mogelijkheden van beperking van wateroverlast als gevolg van inundatie uit het oppervlaktewater, het hemelwater, de riolering en het grondwater, wat ter zake van hen wordt verwacht, welke schaderegelingen er bestaan en hoe de verantwoordelijkheden van burgers, bedrijven en overheden zijn verdeeld. Organisatorisch wordt gestreefd naar één loket per regio.

  • -

    Partijen stellen in 2006 vast wat voor de periode 2007-2015 met een doorkijk naar 2050 de omvang is van de nader uitgewerkte opgave, de financiële gevolgen en de dekking daarvan, als mede de eventuele consequenties voor de lastendruk.

3.2.6 Regionaal Bestuursakkoord Water

Het Regionaal Bestuursakkoord Water voor West Overijssel borduurt voort op het mede door de provincie ondertekende Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). De tekst van het Regionaal Bestuursakkoord vertaalt de afspraken uit het NBW voor de regio West Overijssel in een aantal concrete afspraken op het terrein van de aanpak van de wateroverlast vanuit het oppervlaktewater, de riolering en het grondwater en op het terrein van het verbeteren van het functioneren van het afvalwaterstelsel (de waterketen).

De afspraken leiden er toe dat inzicht ontstaat in de te treffen concrete maatregelen op de hiervoor genoemde terreinen. In 2007 wordt het akkoord geëvalueerd en is het de bedoeling om dan afspraken te maken met elkaar over de uitvoering van de concrete maatregelen. Belangrijke afspraken voor de gemeente zijn:

  • -

    Gemeenten brengen voor de eerste helft van 2006 de stedelijke wateropgaven op het terrein van de wateroverlast vanuit de riolering en het grondwater in beeld, met daarbij de maatregelen die nodig zijn om de negatieve gevolgen daarvan tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen.

  • -

    Gemeenten leggen vanaf 2007 de ruimtelijke maatregelen vast in hun bestemmingsplan. Zij nemen in deze procedure ook andere zaken mee die voortvloeien uit de verdere uitwerking van de stroomgebiedsvisie.

  • -

    Gemeenten passen (indien nodig) uiterlijk in 2007 hun rampen(bestrijdings)plannen aan ten aanzien van de wijze waarop zij de gevolgen van overstromingen en inundaties willen aanpakken.

  • -

    Gemeenten en waterschap werken aan het opstellen van een afvalwaterakkoord per gemeente. Gemeenten en waterschap streven ernaar uiterlijk eind 2006 een afvalwaterakkoord te hebben gesloten.

3.2.7 Stroomgebiedsvisie Vecht- Zwarte Water / streekplan

Wat is de betekenis voor de gemeente Dalfsen?

De uitkomsten van de stroomgebiedsvisie Vecht- Zwarte Water zijn verwerkt in de partiële herziening Ruimte en Water van het streekplan en waterhuishoudingsplan 2000+ (vastgesteld door Provinciale Staten op 15 maart 2006). Deze uitkomsten hebben geleid tot de aanwijzing van primaire watergebieden, aandachtsgebieden wateroverlast en essentiële waterlopen. Voor de gemeente Dalfsen worden de volgende gebieden genoemd:

  • -

    Het laaggelegen gebied ten zuiden van de Ankumer Es, ten westen van de kern Dalfsen is aangewezen als primair watergebied (circa 16 hectare).

  • -

    Diverse aandachtsgebieden liggen in/nabij de verschillende kernen (voor de exacte locatie van deze gebieden wordt verwezen naar de partiële herziening Ruimte en Water van het streekplan en waterhuishoudingsplan).

  • -

    Het Overijssels Kanaal (tussen Zwolle en Lemelerveld) en de Vecht zijn benoemd als primaire watergangen.

Primaire watergebieden

Primaire watergebieden zijn gebieden met een functie voor waterberging, waar op grond van een integrale afweging is geoordeeld dat de waterfunctie primair is en zwaarder weegt dan andere, daarmee strijdige belangen. In een primair watergebied worden nieuwe functies geweerd die strijdig zijn met het behoud van ruimte voor water.

Vanwege de schaal en het abstractieniveau van het streekplan is het detailniveau van de begrenzing beperkt. Gemeente en waterbeheerder bepalen in voorkomende gevallen in samenspraak de precieze begrenzing. Hierdoor is er sprake van een optimale inpassing van verschillende functies, zonder afbreuk te doen aan de waterbelangen.

Aandachtsgebieden wateroverlast

Dit zijn gebieden die evenals de primaire watergebieden, van nature fungeren als waterberging. Voor deze gebieden is, na integrale afweging, geconcludeerd dat het belang van stedelijke uitbreiding op die plaats meer gewicht heeft.

Een aandachtsgebied wateroverlast kan bij de locatiekeuze voor een stedelijke ontwikkeling meedoen als alternatief mits aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan en van tevoren vaststaat dat de wateropgave goed kan worden ingevuld volgens de watertoets. Het gaat dan om niet-afwentelen, compenseren van verlies aan berging, en schadevrij ontwikkelen.

Essentiële waterlopen

Dit zijn waterlopen die een vitale afvoerfunctie hebben. Het zijn waterlopen die een afwateringsfunctie hebben voor gebieden groter dan ongeveer 5000 ha. Langs deze waterlopen dient bij nieuwbouw of uitbreiding van bestaande bebouwing binnen een zone van 100 meter rekening gehouden te worden met de huidige en toekomstige functie van waterafvoer.

Hoofdstuk 4 Visie

In deze visie is aangegeven hoe de gemeente Dalfsen en waterschap Groot Salland om willen gaan met water. Deze visie geeft de gewenste situatie weer omstreeks 2016 en sluit aan op het bestaande en voorgenomen beleid zoals de landelijke, provinciale en regionale plannen. Algemeen kunnen we de visie als volgt samenvatten:

Visie algemeen

Het streven is om een veilig, veerkrachtig, flexibel, ecologisch gezond watersysteem te hebben, dat minimaal voldoet aan de randvoorwaarden gesteld in het Europees, nationaal en regionaal waterbeleid.

De gewenste situatie is bekeken vanuit vier verschillende invalshoeken. Per invalshoek is een visie beschreven:

  • -

    Thema 1: ruimte voor water

  • -

    Thema 2: schoon water

  • -

    Thema 3: genieten van water

  • -

    Thema 4: waterorganisatie en communicatie

De keuze voor deze thema’s is niet willekeurig. Er is gekozen voor een beperkt aantal thema’s die zoveel mogelijk overeenkomen met het waterbeheersplan dat door het waterschap Groot Salland is opgesteld voor de komende jaren (2006-2009). Hierdoor wijken de thema’s af van de handreiking van VNG en UvW. De thema’s beslaan echter dezelfde onderwerpen. De thema’s zijn verder geconcretiseerd in een ambtelijke werksessie, de resultaten hiervan zijn in bijlage weergegeven.

4.1 Thema 1 ‘ruimte voor water’

Ruimte voor water is een breed begrip, maar heeft met name betrekking op waterkwantiteit. Er zijn geen problemen in het watersysteem op basis van de huidige inzichten. Het waterplan gaat echter verder dan het aanpakken van knelpunten. Ook het benutten van ‘waterkansen’ behoort tot de ambitie van de gemeente Dalfsen.

Visie (gewenst beeld)

Regionaal watersysteem:

Het watersysteem binnen de gemeente Dalfsen is duurzaam en veilig ingericht en op orde. Er is rekening gehouden met de klimaatveranderingen en het watersysteem kan tegen een stootje. Er is voldoende berging in het systeem om het water vast te houden en tijdelijk te bergen. Hiermee is dus voldaan aan de gestelde wateropgave. Per locatie is onderzocht wat de beste aanpak is;

maatwerk is hierbij het kernwoord. De kansen worden vooral gezien in het in een vroeg stadium betrekken van water bij nieuwe ontwikkelingsprojocten.

Vecht:

Volgens de landelijke afvoernormering zal de kering langs de Vecht binnen de gemeente Dalfsen bescherming moeten bieden aan een afvoersituatie die eens in de 1250 jaar voor komt. Toetsing zal plaatsvinden waarover in 2010 wordt gerapporteerd. Op basis hiervan zullen eventuele maatregelen worden uitgevoerd. De kering zal uiterlijk in 2015 moeten voldoen aan de normen.

afbeelding binnen de regeling

4.2 Thema 2 ‘schoon water’

Bij dit thema gaat het met name om de chemische en ecologische waterkwaliteit. Als aandachtspunten zijn de kwetsbaarheid van het Lutterbergerven en de waterkwaliteit in de Westerbouwlanden te Nieuwleusen genoemd. Andere belangrijke aandachtspunten zijn de overstorten bij Bellingeweer, de Hulsterplas en Ruitenborghweg (buitengebied Dalfsen). De visie richt zich op twee kernpunten: verbeteren chemische en ecologische waterkwaliteit (riolering en oppervlaktewater) en de verbetering van de inrichting.

Visie (gewenst beeld)

Chemische en ecologische kwaliteit

Het watersysteem heeft een goede chemische en ecologische kwaliteit. Er wordt voldaan aan de doelstellingen en normen van de Kaderrichtlijn Water mede door het doorlopen van het waterkwaliteitsspoor. De inrichting en het beheer van het watersysteem zijn afgestemd op de gestelde ecologische doelstellingen. In het stedelijke gebied wordt rekening gehouden met het voorkomen van vervuiling van oppervlaktewater door diffuse bronnen zoals chemische onkruidbestrijding, bladinval, vis- en eendenvoer, hondenpoep en uitloogbare materialen. In het rioleringsstelsel zijn verschillende maatregelen genomen om overstorten naar het oppervlaktewater te voorkomen. Binnen het watersysteem zijn maatregelen genomen om het effect van overstorten te verminderen doordat zo min mogelijk schoon regenwater van daken en wegen in de riolering terechtkomt. Het verharde oppervlak is zoveel mogelijk van de riolering afgekoppeld. Door het afkoppelen wordt voorkomen dat relatief schoon water vermengd wordt met vuil water, zodat de waterzuivering efficiënter kan werken. In bijlage 3 zijn de mogelijkheden voor afkoppeling middels een quick scan geïnventariseerd. De waterbodemkwaliteit voldoet aan de normen.

Inrichting

Een inventarisatie van de watergangen heeft plaatsgevonden. Op basis hiervan zijn functies, streefbeelden en doelstellingen vastgesteld. Een mogelijke indeling zou zijn:

- Functioneel water: nadruk op aan- en afvoer van water

- Natuurlijk water: nadruk op het benutten van de natuurlijke potenties

- Belevingswater: nadruk op het "zichtbaar" maken van water en benutten van recreatiemogelijkheden.

Op deze wijze worden de ambities en de potenties ten aanzien van het watersysteem uitgesproken en is het mogelijk om de beheer- en onderhoudstrategie gericht toe te passen. Bij de inrichting is waar mogelijk aangesloten bij inrichtingswensen vanuit de ecologie en de Kaderrichtlijn Water.

afbeelding binnen de regeling

4.3 Thema 3 ‘genieten van water’

Water wordt niet alleen beleefd, maar ook actief gebruikt. Op de Vecht wordt gevaren en gevist, langs de Hulsterplassen wordt gewoond en recreatie en toerisme is een belangrijke sector in Dalfsen. Dat heeft te maken met de waardevolle natuur en het bijzondere landschap bij de Vecht. Om ook de beleving van water optimaal tot zijn recht te laten komen, is het streven om meer nadruk te leggen op het inbedden van water in het ontwerpproces en de planvorming.

Daarnaast is er bij gemeente en waterschap de ambitie om streefbeelden over water te maken. Dit houdt in dat de ideeën en wensen van de verschillende overheden én de burgers op een kaart weergegeven worden. Hierbij kan bijvoorbeeld aangegeven worden waar functioneel water ligt, of belevingswater. Ook locaties die men graag anders zou zien, kunnen aangegeven worden op deze kaart (zie ook thema 2 ‘schoon water’).

Gebruikswensen en diverse waarden kunnen elkaar versterken of juist tegenstrijdig zijn. Bij het inventariseren van de wensen van burgers zijn dan ook verschillende groepen gebruikers van belang: hengelsportverenigingen, kanoverenigingen, recreatieondernemers, wandelaars/fietsers, zwemmers, etc.

Visie (gewenst beeld)

Leefomgeving

In de woon- en werkomgeving is water niet alleen zichtbaar maar ook bereikbaar, bijvoorbeeld voor vissers, en veilig voor kinderen. Bij stedelijke ontwikkeling maakt water onderdeel uit van het totaalplan en wordt gezien als een belangrijke ruimtelijke kwaliteit. In de huidige bebouwing is – waar mogelijk – de aanwezigheid van water versterkt.

afbeelding binnen de regeling

Natuur, cultuurhistorie en recreatie

Kwetsbare natuur is beschermd door zonering en regulatie. Cultuurhistorische elementen, zoals de landgoederen zijn duidelijk herkenbaar in het landschap. De mogelijkheid voor recreatie is aanwezig, bijvoorbeeld in de vorm van wandel- en fietspaden langs de watergangen. Er zijn visplekken aangelegd. Informatieborden vertellen over de rol van water.

4.4 Thema 4 ‘waterorganisatie en communicatie’

De samenwerking tussen de gemeente en het waterschap wordt door beide partijen positief ervaren. De ambtelijke overleggen over rioleringszaken, ruimtelijke ordeningszaken en waterbeheersing verlopen naar tevredenheid. Verdere optimalisatie is wenselijk en mogelijk.

De burger speelt een steeds belangrijkere rol. Duidelijke communicatie is belangrijk. Degemeente Dalfsen is van mening dat er reeds veel op het gebied van communicatie gebeurt en dat dit ook naar tevredenheid verloopt. Het streven is om dit door te zetten.

Visie (gewenst beeld)

Bewustzijn blijvend versterken

De inwoners zijn zich bewust van het water in de omgeving, of het nu gaat om grondwater, oppervlaktewater, drinkwater of afvalwater. Van zichtbaar water kan men genieten, maar men is zich ook bewust van eventuele overlast dat water kan veroorzaken. Door goede communicatie weet men wat de functie van het water in de omgeving is. De inwoners die langs de rivier wonen weten welke overlast dit met zich mee kan brengen en accepteren dit ook.

Organisatie en verantwoordelijkheden

De verdeling van verantwoordelijkheden tussen provincie, waterschap, gemeente en de burgers is belangrijk. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt tussen onder andere het waterschap en de gemeente over de watertoetsprocedures en het beheer en onderhoud De ondertekening van het Regionaal Bestuursakkoord is hier een voorbeeld van. Het streven is dan ook om de verdeling van de verantwoordelijkheden duidelijk te maken en te houden.

Hoofdstuk 5 Maatregelen

5.1 Inleiding

Het gewenste toekomstbeeld is niet vanzelfsprekend. Om aan dit beeld te voldoen zijn een aantal acties ofwel “maatregelen” nodig.

5.1.1 Actiepunten overleg klankbordgroep

In Tabel 4 zijn de actiepunten uit het overleg Klankbordgroep weergegeven. Tevens is aangegeven in welke maatregelen deze actiepunten zijn verwerkt. Voor een uitgebreider verslag van de genoemde projecten wordt verwezen naar het verslag bijeenkomst klankbordgroep.

Actiepunt

Verwerkt in maatregel

1 “Meer open water in Dalfsen om watersysteem op orde te brengen ten behoeve van berging en kwalitatief aantrekkelijk stedelijk water.”

1.1, 1.4 en 1.5

2 “Stel afkoppel(kansen)plan op voor Dalfsen, Nieuwleusen, Lemelerveld en Hoonhorst en bepleit bij het waterschap subsidie voor afkoppelen.”

2.3

3 “Waterberging: de Marsjes en de Langsloot”

3.4

4 “Meer doen met water in Lemelerveld”

3.2, 3.5 en 4.2

5 “Aanpak overstortproblematiek”

2.2 en 2.5

6 “Mogelijke projecten/ maatregelen in Nieuwleusen (Westerbouwlanden)”

3.2, 3.6 en 4.2

7 “Inventarisatie laagste punt woongebieden”

1.1 en 2.3

8 “Water oude gedeelte dorp Nieuwleusen”

3.1, 3.2 en 3.4

9 “Oppervlaktewater met elkaar verbinden”

1.4 en 4.2

10 “Recreatie open water (Overijssels Kanaal – traject Lemelerveld tot Zwolle)”

3.2 en 3.5

Tabel 4 Actiepunten uit overleg klankbordgroep

5.2 Middelen

De financiering van de maatregelen zal plaatsvinden via de meerjarenbeleidsprogramma’s c.q. begrotingen van het waterschap en de gemeente. Voor een deel betreft het min of meer lopende maatregelen, waardoor financiering kan plaatsvinden vanuit vigerende meerjarenbeleidsprogramma’s en/of begrotingen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de GRP-maatregelen. Voor nieuwe maatregelen zal nieuw budget gevonden moeten worden. Additioneel kunnen bijdragen van toepassing zijn vanuit provincie, rijk of Europa. Het is zaak om per project de mogelijkheden hiervan te verkennen.

Het bovenstaande betekent ook dat de hierna opgenomen planningen indicatief zijn, omdat ze afhankelijk zijn van (democratisch vast te stellen) kredieten en budgetten.

Vooruitlopend op dit Integraal Waterplan en het GRP is vanaf 2007 een bedrag gereserveerd op de begroting van gemeente Dalfsen. Dit bedrag is bedoeld voor onderzoeken en voor de uitvoering van ‘fysieke’ maatregelen. Het is aan te bevelen om de begroting elk jaar te actualiseren.

5.3 Uitvoering integraal waterplan Dalfsen

Per thema zijn de wettelijke verplichtingen voor de gemeente Dalfsen beschreven. Deze verplichtingen zijn bindend. Aansluitend zijn maatregelen beschreven die geen wettelijke verplichting hebben. Deze maatregelen zijn kansen om het watersysteem of de organisatie hiervan te verbeteren.

Onderscheid is gemaakt in maatregelen waaraan ambtelijk een hoge prioriteit is gegeven (noodzakelijke maatregelen) en waaraan ambtelijk een lagere prioriteit aan is geven (wenselijke maatregelen). Het ambitieniveau kan afhankelijk van bestuurlijke keuzen en de resultaten uit de ter inzage legging bevolking nog worden aangepast.

In onderstaande tabel zijn de maatregelen beknopt beschreven. Per maatregel treft u een factsheet aan met een opsomming van:

  • -

    beschrijving van de opdracht en maatregel;

  • -

    doel;

  • -

    draagt bij aan realisatie van de visie;

  • -

    rol van de gemeente en het waterschap;

  • -

    planning/verwachte looptijd/startmoment per maatregel;

  • -

    organisatie en globale inschatting van de aanvullend benodigde capaciteit in fte;

  • -

    indicatie benodigde financiële middelen (exclusief personeelskosten);

  • -

    juridische consequenties.

Thema

Mogelijke maatregelen

Middelen (€)

Capaciteit (fte)

Initiatiefnemer

Planning

nr

Ambitie *

Omschrijving

Gemeente

Waterschap

Gemeente

Waterschap

1 Ruimte voor water

1.1

V

Voldoen aan stedelijke wateropgave, bepalen kwantitatieve wateropgave

-

Uitvoering PM

Onderzoek

€ 15.000 - € 50.000

Uitvoering PM

-

3 maanden 0,2 fte

Waterschap

2007

1.2

V

Voldoen aan de zorgplicht voor grondwater (Integrale Waterwet)

-

-

Structureel 1 fte

-

Gemeente

2007

1.3

N

Inventarisatie veiligheid in relatie tot de Overijsselse Vecht

Uitvoering PM

Uitvoering PM

-

-

Waterschap

Toetsing 2010

1.4

G

Onderzoek creëren van meer retentie binnen gemeente Dalfsen

Onderzoek

€ 5.000

Uitvoering PM

-

Uitvoering PM

Structureel

0,02 fte

-

Gemeente

2007

1.5

G

Onderzoek retentie westzijde Dalfsen

Uitvoering PM

Uitvoering PM

3 maanden 0,1 fte

3 maanden 0,2 fte

Waterschap en gemeente

2007-2008

1.6

G

Onderzoek naar maatregelen tegen verdroging nabij de Leemculeweg Dalfsen

Onderzoek

€ 5.000

Uitvoering PM

Onderzoek

€ 5.000

Uitvoering PM

3 maanden 0,1 fte

3 maanden 0,1 fte

Waterschap en gemeente

2007-2008

2 Schoon water

2.1

V

Voldoen aan de KRW, uitwerken betekenis KRW voor gemeente

Onderzoek

€ 25.000 - € 35.000

-

6 maanden 0,1 fte

-

Gemeente

2008

2.2

V

Maatregelen verbeteren waterkwaliteit en verminderen overstort (GRP)

Uitgewerkt in GRP

Uitgewerkt in GRP

Uitgewerkt in GRP

Uitgewerkt in GRP

Gemeente

2007-2011

2.3

N

Opstellen afkoppelkansenplan

Onderzoek

€ 15.000 - € 20.000

Uitvoering

€ 25.000 op jaarbasis

-

3 maanden 0,1 fte

-

Gemeente

2007

2.4

N

Uitvoeren (onderhouds)baggerplan waterschap en gemeente

Uitvoering PM

Uitvoering PM

-

-

Waterschap

2007-2016

2.5

N

Optimalisatie afvalwatersysteem

Onderzoek

€ 12.500 - € 20.000

Uitvoering PM

Onderzoek

€ 12.500 - € 20.000

Uitvoering PM

6 maanden 0,1 fte

6 maanden 0,1 fte

Waterschap en gemeente

2008

2.6

N

Onderzoek overlast overstort Ruitenborghweg

Uitvoering PM

Uitvoering PM

3 maanden 0,2 fte

3 maanden 0,2 fte

Waterschap en gemeente

2007

2.7

G

Opstellen brochure ‘bouwen en beheren versus milieu’

Uitvoering

€ 15.000

-

3 maanden 0,2 fte

-

Gemeente

2008

3 Genieten van water

3.1

N

Interactieve planvorming m.b.t. vergroten beleving / verbetering oevers en woonomgeving

Uitvoering

€ 10.000 op jaarbasis

-

Structureel 0,05 fte

-

Gemeente

Vanaf 2007

3.2

N

Voorlichting over water en verantwoordelijkheden

Uitvoering

€ 10.000

Uitvoering

€ 10.000

3 maanden 0,1 fte

-

Gemeente

2007

3.3

G

Oeveraanpassingen ter verbetering hengelsport- en kanomogelijkheden

Uitvoering € 20.000 op jaarbasis (3 jaar)

-

6 maanden 0,2 fte

-

gemeente

2007-2009

3.4

G

Behoud van watererfgoederen en benutten ten behoeve van recreatie

Onderzoek € 15.000 -€ 25.000

Uitvoering PM

-

6 maanden 0,1 fte

-

Gemeente

2008

3.5

G

Opstellen beheer- en onderhoudsplan Overijssels kanaal

Uitvoering PM

Uitvoering PM

3 maanden 0,2 fte

3 maanden 0,2 fte

Gemeente en waterschap

2008

3.6

G

Aanpassen beheer- en onderhoudsplan plassen Westerbouwlanden te Nieuwleusen

Uitvoering PM

Uitvoering PM

3 maanden 0,1 fte

3 maanden 0,1 fte

Gemeente en waterschap

2007

3.7

G

Waterland Dalfsen waterspeeltuin/park met water als interactief thema

Onderzoek € 10.000

Uitvoering PM

-

3 maanden 0,1 fte

-

Gemeente

2008

4 Waterorganisatie en communicatie

4.1

V

Opzetten van een waterloket (Integrale waterwet)

-

Uitvoering PM

-

3 maanden 0,1 fte

Gemeente

2007

4.2

G

Opstellen streefbeelden watergangen als basis voor communicatie, beheer en onderhoud

Onderzoek

€ 20.000

Onderzoek

€ 20.000

6 maanden 0,2 fte

6 maanden 0,1 fte

Waterschap en gemeente

2008

4.3

G

Overname stedelijk water

Uitvoering € 50.000

Uitvoering € 50.000

-

-

Waterschap

2007-2011

4.4

G

Toepassen watertoets en stroomlijnen communicatie tussen gemeente en waterschap

-

-

-

-

Gemeente

Door

lopend

4.5

G

Opstellen standaardtekst waterparagraaf RO-procedures.

Onderzoek

€ 7.500

-

2 maanden 0,1 fte

-

Gemeente

2007

4.6

G

Online neerslag en (grond)water op de website gemeente Dalfsen

Uitvoering

€ 10.000

-

6 maanden 0,1 fte

-

Gemeente

2008

Ambitie: V = Verplicht wettelijk N = Noodzakelijk G = Gewenst

Maatregelen thema's 1-4

5.3.1 Maatregelen thema 1 - ruimte voor water

Waterplan Dalfsen

Maatregel 1.1:

Voldoen aan stedelijke wateropgave, bepalen kwantitatieve wateropgave

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Om conform WB21 het watersysteem in 2015 op orde te hebben dient de stedelijke wateropgave te worden bepaald. Een belangrijk onderdeel van de stedelijke wateropgave is de kwantitatieve wateropgave: (vereenvoudigd gesteld) de hoeveelheid berging die per kern benodigd is bij een extreme neerslagsituatie.

Doel:

Het doel van dit onderzoek is om knelpunten in het stedelijk gebied met betrekking tot wateroverlast vanuit riolering en oppervlaktewater te signaleren en hiervoor oplossingen aan te dragen. Op basis hiervan kunnen (indien noodzakelijk) daadwerkelijk fysieke maatregelen genomen worden om het watersysteem te verbeteren.

Draagt bij aan de visie:

Conform het Nationaal Bestuursakkoord Water is het gehele watersysteem in de gemeente Dalfsen in 2015 op orde (“veerkrachtig watersysteem”).

Rol van de gemeente en het waterschap:

Conform het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is het de taak van gemeente en het waterschap om de kwantitatieve wateropgave te bepalen.

Planning / Verwachte looptijd/startmoment:

In het NBW is afgesproken dat de gemeenten tussen 2003 en de eerste helft van 2006 de stedelijke wateropgave bepalen, met als onderdeel de kwantitatieve wateropgave. Het watersysteem moet voor 2015 op orde zijn, dus maatregelen moeten tussen 2006 en 2015 worden genomen. Na verwachting wordt de stedelijke wateropgave in 2007 opgeleverd. Waterschap Groot Salland zal vanuit haar kennis van het huidige stedelijke watersysteem/ riolering trekker moeten zijn voor de vaststelling van de kwantitatieve wateropgave.

Organisatie en capaciteit

De benodigde capaciteit voor uitvoering en/of begeleiding van een extern bureau zijn afhankelijk van de te kiezen berekeningsmethodiek.

Capaciteit waterschap circa 0,2 fte gedurende drie maanden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Kosten voor het onderzoek waterschap, circa € 15.000 - € 50.000, afhankelijk van de te kiezen berekeningsmethodiek en de beschikbaarheid van gegevens.

Op basis van de resultaten van dit onderzoek is het mogelijk noodzakelijk om fysieke uitvoeringsmaatregelen te treffen (bijvoorbeeld vergroten berging open water of het aanpak van hydraulische knelpunten in het watersysteem).

Kosten voor de uitvoering, waterschap en gemeente PM.

Juridische consequenties:

Het vaststellen van de kwantitatieve wateropgave is onderdeel van het Nationaal Bestuursakkoord Water.

Mogelijk moeten voor de implementatie van de ruimteclaim bestemmingsplannen worden gewijzigd.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 1.2:

Voldoen aan de zorgplicht voor grondwater

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

In Integrale Waterwet (die momenteel nog niet van kracht) geeft aan dat de gemeente de “zorgplicht” heeft voor inzameling en afvoer van overtollig grondwater. Naast deze ‘zorgplicht’ zal de gemeente een loketfunctie moeten vervullen, waaraan een coördinerende rol verbonden is. Dit houdt in dat de gemeente zorgt voor een loket waar klachten en vragen van burgers kunnen worden afgehandeld. Achter dit loket organiseert de gemeente de betrokkenheid van andere partijen (waterschap, provincie, waterleidingbedrijf etc).

Doel:

Doel van de wet is het beperken van de hoeveelheid wet- en regelgeving, en het integreren van verschillende nieuwe ontwikkelingen (zoals het grondwaterbeheer) die nu nog niet helder wettelijk verankerd zijn.

De gemeente zal verantwoordelijkheid dragen voor het beperken/voorkomen/ beheersen van grondwateroverlast in het stedelijke gebied.

Draagt bij aan de visie:

-Helderheid aan burgers verschaffen waar men terecht kan met klachten over water.

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente en het waterschap hebben hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Gemeente is trekker en het waterschap kan een adviserende/ondersteunde rol vervullen.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

In september 2006 is het Wetsvoorstel Integrale Waterwet bij de Tweede Kamer ingediend De parlementaire behandeling van het Wetsvoorstel wordt niet meer verwacht voor de verkiezingen van 22 november 2006.

Organisatie en capaciteit

Capaciteit gemeente, mocht de zorgplicht grondwater overgaan naar één organisatie is daar structureel 1 fte per jaar voor nodig.

Het is verstandig om samen met de waterbeheerders en omringende gemeenten te kijken naar de meest efficiënte organisatievorm.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Geen (vooralsnog).

Juridische consequenties:

Alle juridische rechten en plichten zullen bij een eventuele overdracht mee overgaan naar de betreffende organisatie. Dit betekend dat de vergunningverlening en de handhaving in handen ligt bij die organisatie.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 1.3:

Inventarisatie veiligheid in relatie tot de Overijsselse Vecht

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Volgens de landelijke afvoernormering zal de kering langs de Vecht binnen gemeente Dalfsen bescherming moeten bieden aan een afvoersituatie die eens per 1250 jaar voor komt. Toetsing zal plaatsvinden waarover in 2010 wordt gerapporteerd. Op basis hiervan zullen eventuele maatregelen worden uitgevoerd. De kering zal uiterlijk in 2015 moeten voldoen aan de normen.

Doel:

Toetsing kering langs de Vecht.

Draagt bij aan realisatie van de volgende Streefbeelden:

-Conform het Nationaal Bestuursakkoord Water is het gehele watersysteem in gemeente Dalfsen in 2015 op orde “veerkrachtig watersysteem”).

Rol van de gemeente en het waterschap:

Het waterschap is initiatiefnemer en trekker van deze maatregelen. De gemeente heeft daar een rol waar de eventueel te nemen maatregelen betrekking hebben op gemeentelijke eigendommen en/of RO-procedures.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

-Toetsing kering voor 2010.

-Uitvoeren eventuele maatregelen voor 2015.

Organisatie en capaciteit

Vanuit de gemeentelijke organisatie en het waterschap is vooralsnog geen organisatie en capaciteit benodigd (onderdeel bestaand beleid).

Indicatie benodigde financiële middelen:

Uitvoering, kosten waterschap en gemeente PM.

Juridische consequenties:

Geen (vooralsnog).

Waterplan Dalfsen

Maatregel 1.4:

Onderzoek creëren van meer retentie binnen gemeente Dalfsen

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Daar waar ingrepen in het stedelijk gebied zodanig van omvang zijn dat er open water, wadi’s, greppels en lokale verlagingen in het groen voor berging van water aangelegd kan worden, moet dit ook zoveel mogelijk worden nagestreefd, vanzelfsprekend in combinatie met afkoppeling van verharde oppervlakken. De op handen zijnde herstructureringen / grotere ingrepen in de stedelijke gebieden van de gemeente Dalfsen kunnen op haar mogelijkheden worden onderzocht. Retentie is vanuit het perspectief van het waterplan primair bedoeld voor berging van hemelwater, maar kan nadrukkelijk ook een functie vervullen voor de beleving van de woonomgeving, ecologie et cetera. Natuurlijk wordt in het kader van de hiervoor benodigde watertoetsen aandacht gevraagd voor berging, maar door uitvoering van de maatregel kan pro-actief invulling worden gegeven aan waterberging in stedelijk gebied. In maatregel 1.5 en 1.6 zijn al concrete maatregelen weergegeven.

Doel:

Het zo decentraal mogelijk vasthouden van water en daarmee het gemengde rioolstelsel ontlasten en tegelijkertijd piekafvoeren voorkomen.

Draagt bij aan de visie:

-Conform het Nationaal Bestuursakkoord Water is het gehele watersysteem in gemeente Dalfsen in 2015 op orde (“veerkrachtig watersysteem”).

-Vanaf 2005 is water een belangrijk medeordenend principe bij locatiekeuze en inrichting van uitbreidingsgebieden (en grotere ingrepen in bestaand stedelijk gebied).

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente is trekker van de maatregel. Ze kent haar geschikte projecten. Het waterschap heeft hierin een adviserende en toetsende rol.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Het project is eenvoudig uit te voeren. In een kort tijdsbestek kunnen de grotere op handen zijnde ingrepen worden onderzocht. Uitvoering in 2007 is haalbaar. Daarnaast moet er bij nieuwe ontwikkelingen natuurlijk blijvend aandacht zijn voor de kansen voor waterberging.

Organisatie en capaciteit

Capaciteit gemeente, de benodigde omvang van organisatie en capaciteit zal naar verwachting klein zijn, denk aan circa 4 persoonsdagen op jaarbasis (0,02 fte op jaarbasis).

Indicatie benodigde financiële middelen:

Onderzoek, kosten gemeente circa € 5.000 voor een quick scan naar de mogelijkheden en kostendekking. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zullen de kosten van retentie gedekt moeten worden door de grondexploitatie en bij bestaand stedelijk gebied zal op een andere wijze gezocht moeten worden naar financiering. Binnen het onderzoek zal hiervoor een voorstel geformuleerd moeten worden.

Uitvoering aanleg retentie, kosten waterschap en gemeente PM.

Juridische consequenties:

Geen.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 1.5:

Onderzoek retentie westzijde Dalfsen

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Het laaggelegen gebied ten zuiden van de Ankumer Es, ten westen van de kern Dalfsen is aangewezen als primair watergebied (circa 16 hectare). Deze aanduiding vloeit voort uit het provinciale beleid. Op 15 maart 2006 hebben Provinciale Staten van Overijssel een Partiële herziening Ruimte & Water van het Streekplan vastgesteld. De provincie heeft deze Partiële herziening opgesteld naar aanleiding van de Stroomgebiedsvisie. In de Partiële herziening van het streekplan zijn onder andere primaire watergebieden aangegeven Primaire watergebieden zijn gebieden met een functie voor waterberging, waar op grond van een integrale afweging is geoordeeld dat de waterfunctie Primair is en zwaarder weegt dan andere, daarmee strijdige belangen. In een primair watergebied worden nieuwe functies geweerd die strijdig zijn met het behoud van ruimte voor water en worden watergebonden functies gestimuleerd. Dit gebied kan indien noodzakelijk benut worden voor het oplossen van een eventueel bergingstekort in de stedelijke kern (maatregel 1.1) en/of het ontlasten van het landelijke watersysteem (Streukelerzijl).

Doel:

Nadere detaillering mogelijkheden van het primaire watergebied en aangeven verantwoordelijkheden. Vanwege de schaal en het abstractieniveau van het streekplan is het huidige detailniveau van de begrenzing beperkt. De gemeente en de waterbeheerder bepalen in voorkomende gevallen in samenspraak de precieze begrenzing, binnen het traject van de Watertoets van een bestemmingsplan. Dat biedt ook gelegenheid om te komen tot een optimale inpassing van functies, zonder afbreuk te doen aan de waterbelangen.

Draagt bij aan de visie:

-Conform het Nationaal Bestuursakkoord Water is het gehele watersysteem in de gemeente Dalfsen in 2015 op orde (“veerkrachtig watersysteem”).

-Burgers meer bewust maken van water, uitleggen waarom er maatregelen nodig zijn om water vast te houden en te bergen, terwijl men zich ook realiseert dat “absolute veiligheid” niet bestaat.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Gemeente en waterschap zullen deze maatregel gezamenlijk oppakken.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Dit onderzoek kan worden uitgevoerd na afronding stedelijke wateropgave, 2007-2008.

Organisatie en capaciteit

Waterschap circa 0,2 fte en gemeente circa 0,1 fte gedurende drie maanden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Onderzoek wordt intern opgepakt en uitvoering waterschap en gemeente PM.

Juridische consequenties:

Mogelijk moeten voor de implementatie van de ruimteclaim bestemmingsplannen worden gewijzigd.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 1.6:

Onderzoek naar maatregelen tegen verdroging nabij de Leemculeweg Dalfsen

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Op de locatie de Leemculeweg in Dalfsen treedt verdroging op. De gracht De Leemcule is nauwelijks watervoerend. Qua beeld/beleving is het wenselijk dat deze gracht in oude glorie wordt hersteld. De gracht kan tevens functioneren als bergingsvijver gedurende extreme neerslagsituaties. Hierdoor ontstaat een win-win situatie.

Waterberging kan eventueel plaatsvinden door afkoppeling in de directe omgeving. Een andere mogelijkheid is om water te bergen door het ontlasten van het landelijke watersysteem (Streukelerzijl).

Doel:

Het herstellen van het traditionele beeld van de gracht De Leemcule in combinatie met waterberging. Hierdoor wordt de verdroging nabij de Leemculeweg beperkt.

Draagt bij aan de visie:

-Conform het Nationaal Bestuursakkoord Water is het gehele watersysteem in gemeente Dalfsen in 2015 op orde (“veerkrachtig watersysteem”).

-Burgers meer bewust maken van water, uitleggen waarom er maatregelen nodig zijn om water vast te houden en te bergen.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Gemeente en waterschap zullen deze maatregel gezamenlijk oppakken.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Dit onderzoek kan worden uitgevoerd na afronding stedelijke wateropgave, 2007-2008.

Organisatie en capaciteit

Waterschap circa 0,1 fte en gemeente circa 0,1 fte gedurende drie maanden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Kosten voor het onderzoek voor waterschap en gemeente circa € 10.000.

Uitvoering waterschap en gemeente PM.

Juridische consequenties:

Geen (vooralsnog)

5.3.2 Maatregelen thema 2 - schoon water

Waterplan Dalfsen

Maatregel 2.1:

Voldoen aan de KRW, uitwerken betekenis KRW voor gemeente

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Sinds enkele jaren bestaat de Europese Kaderrichtlijn Water. Voor gemeenten heeft de richtlijn vooral gevolgen voor bijvoorbeeld riooloverstorten, aanpak van diffuse verontreinigingen, herinrichten stedelijke watergangen en baggeren.

Om de betekenis voor de gemeente Dalfsen goed te kunnen onderbouwen is het nodig een aantal stappen te doorlopen. Grofweg gaat het om de volgende stappen:

-het stellen van de doelen;

-het bepalen van de benodigde maatregelen;

-het uitvoeren van een maatschappelijke kosten-batenanalyse;

-het uitrekenen van de lastenverzwaring voor de inwoners.

Deze stappen zijn reeds op hoofdlijnen doorlopen voor het gebied Rijn Oost. Een verfijningslag, om de gevolgen voor gemeente Dalfsen exact in beeld te brengen, is wenselijk. Hierdoor wordt duidelijk op welke wijze gemeente Dalfsen kan bijdragen om aan de KRW te voldoen.

Doel:

Het inzichtelijk krijgen van de gevolgen van de Europese kaderrichtlijn Water voor de gemeente Dalfsen.

Draagt bij aan realisatie van de visie:

-Minimaliseren van milieubelastende stoffen, zoals riooloverstorten, bestrijdingsmiddelen en bepaalde bouwmaterialen.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Het gaat erom dat de gevolgen voor de gemeente duidelijk worden. De gemeente is dan ook de trekker voor deze maatregel. Het waterschap heeft vanwege haar waterkennis een adviserende rol in de projectgroep.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Na afronding van het waterplan dient dit traject direct te worden opgepakt. Als dit direct wordt opgepakt kan tijdsdruk tijdens latere fasen worden voorkomen. De gemeente participeert al in het proces rondom de KRW

Organisatie en capaciteit

Capaciteit gemeente, begeleiding van extern adviesbureau: 0,1 fte gedurende een half jaar

Indicatie benodigde financiële middelen:

Kosten gemeente, inhuur extern adviesbureau: € 25.000 - € 35.000

Juridische consequenties:

Geen.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 2.2:

Maatregelen verbeteren waterkwaliteit en verminderen overstort (GRP)

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Eens in de vier jaar wordt door de gemeente een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) opgesteld. Hierin wordt kort aangegeven wat de doelen zijn ten aanzien van de riolering voor de komende vier jaar, hoe de beschreven doelen bereikt worden en welke kosten daarmee gemoeid zijn. Het voorliggende Integraal Waterplan is kaderstellend voor het opgestelde GRP 2007-2011. in het GRP worden de volgende doelen nagestreefd:

-Inzamelen van afvalwater

-Streven naar minimale wateroverlast bij hevige regenval

-Streven naar minimale overlast voor de gemeenschap

-Minimaliseren van de kans op calamiteiten

-Bevorderen van de kwaliteit van het oppervlaktewater

-Beheersen van de kosten van de rioleringszorg

-Volledige aansluiting op riolering of IBA

Om deze doelen te bereiken wordt een groot aantal maatregelen voorgesteld (zie verder GRP). Speciale aandacht wordt besteed aan de overstortingsproblematiek ter plaatse van de Ruitenborghweg en Hulsterplas.

Doel:

Het optimaliseren van de rioleringszorg met de nadruk op bovenstaande doelen.

Draagt bij aan realisatie van de volgende Streefbeelden:

-De rioolstelsels voldoen blijvend aan de normen voor vuiluitworp.

-In het kielzog van de KRW is per uiterlijk 2015 voldaan aan de resultaatsverplichting ten aanzien van de waterkwaliteit.

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente is als rioolbeheerder trekker voor de maatregelen uit het GRP. Op onderdelen kan het waterschap betrokken worden bij de uitwerking (bijv. afkoppelen)

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

2007 - 2011

Organisatie en capaciteit

Binnen de ambtelijke organisatie zijn over verschillende kernfuncties fte’s benodigd. Dit wordt geregeld in het GRP

Indicatie benodigde financiële middelen:

In het kostendekkingsplan van het GRP staat de financiële achtergrond van het GRP aangegeven. Binnen het waterplan hoeft hiervoor geen extra geld gereserveerd te worden.

Juridische consequenties:

De gemeente is wettelijk verplicht om elke vier jaar het GRP te actualiseren. Aan deze plicht is voldaan. Voor de uitvoering van de maatregelen zijn eventueel vergunningen benodigd.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 2.3:

Opstellen afkoppelkansenplan

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Een afkoppelkansenplan begint met een kaart waarop voor het stedelijk gebied in de gemeente Dalfsen staat aangegeven of er kansen zijn voor afkoppeling van hemelwater van het riool, waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar afkoppeling naar bestaand oppervlaktewater en afkoppeling naar infiltratievoorzieningen. Hiertoe wordt (met behulp van GIS) een analyse gemaakt van bodemopbouw, bodemkwaliteit, grondwaterhuishouding, nabijheid van geschikt oppervlaktewater en stelseltypen. De kaart kan eenvoudig worden aangevuld met grondwateroverlastgebieden (geen afkoppeling door middel van infiltratie) en eventuele andere kenmerken. De kaart is zo nauwkeurig als haar bronnen en is daarom vooral een richtinggevend instrument. Dit betekent dat (met name voor infiltratievoorzieningen) de geschiktheid in detail getoetst zal moeten worden. Hierbij dient ook gekeken te worden naar de waterkwaliteit van het hemelwater. Belangrijk is om naast deze kaart duidelijke richtlijnen op te stellen voor het afkoppelbeleid in bestaande kernen en nieuwbouwwijken.

Doel:

Het doel van een deze maatregel / een dergelijke kaart is om voor de eigen organisatie als ook voor particuliere initiatieven te kunnen aangeven of afkoppelen haalbaar lijkt en zo ja in welke vorm dit zou kunnen. Hierbij kan gedacht worden aan integratie met de bouwverordening of en exploitatieovereenkomst. Subsidiemogelijkheden worden tevens onderzocht, hierbij kan gedacht worden aan het opzette van een stimuleringsfonds voor kleinschalige afkoppelprojecten.

Draagt bij aan de visie:

-Conform het Nationaal Bestuursakkoord Water is het gehele watersysteem in gemeente Dalfsen in 2015 op orde (“veerkrachtig watersysteem”).

-De rioolstelsels voldoen blijvend aan de normen voor vuiluitworp.

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente Dalfsen is trekker en initiatiefnemer. De gemeente beschikt wellicht niet over alle voor het bouwen van de kaart benodigde gegevens. Het waterschap Groot Salland heeft daardoor een rol als leverancier van informatie en data.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

In het kader van dit waterplan is een quick scan afkoppelkansenkaart opgesteld. Deze kaart kan als basis dienen voor de definitieve afkoppelkansenplan. De doorlooptijd kan relatief kort zijn, waardoor een dergelijk instrument in 2007 gereed kan zijn.

Organisatie en capaciteit

Capaciteit gemeente, het ligt voor de hand om een extern bureau in te schakelen. Hierdoor wordt een capaciteit bij de gemeente beperkt tot 0,1 fte voorzien voor de periode van 2 á 3 maanden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Onderzoek, kosten gemeente, € 15.000 tot € 20.000 voor het opstellen van een afkoppelkansenkaart, afhankelijk van de kwaliteit van de aan te leveren gegevens/data.

Uitvoering, kosten gemeente, € 25.000 op jaarbasis voor het stimuleringsfonds. Op basis van de opgestelde afkoppelkansenkaart kan worden besloten om dit bedrag al dan niet te actualiseren.

Juridische consequenties:

Geen

Waterplan Dalfsen

Maatregel 2.4:

Uitvoeren (onderhouds)baggerplan waterschap en gemeente

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Een van de taken van gemeente en waterschap is om de watergangen in haar eigendom dan wel beheer te onderhouden. Momenteel wordt het Regionaal Bestuursakkoord Waterbodem opgesteld. De intentieverklaring wordt waarschijnlijk begin 2007 door gemeenten, provincie en waterschap ondertekend. Na de ondertekening zal er een probleeminventarisatie plaats vinden (2007) op basis waarvan desgewenst samenwerkingsovereenkomsten getekend zullen gaan worden.

Doel:

Het op leggerafmetingen brengen/houden van de verschillende waterlopen en het verbeteren van de waterbodemkwaliteit.

Draagt bij aan realisatie van de visie:

-In 2015 zijn de waterbodems niet tot weinig verontreinigd en wordt vrijkomend baggerslib hergebruikt.

-In het kielzog van de KRW is per uiterlijk 2015 voldaan aan de resultaatsverplichting ten aanzien van de waterkwaliteit.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Om de werkzaamheden te structureren is een (onderhouds)baggerplan opgesteld. Onderdeel hiervan is een planning van uit te voeren werken. Deze werken dienen binnen de planperiode van het baggerplan te worden uitgevoerd. Het is voor zowel gemeente als waterschap van belang om hierin samen te werken (efficiency).

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Voor het baggeren van de watergangen in het beheer bij waterschap Groot Salland wordt een tienjaarlijkse cyclus aangehouden. De gemeente zou hierbij kunnen aansluiten (gemeenschappelijk onderhoud).

Organisatie en capaciteit

Valt onder bestaande werkzaamheden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Uitvoering waterschap en gemeente PM

Juridische consequenties:

De waterbeheerders zijn juridisch verplicht watergangen op leggerafmetingen te houden. Dit om de aanvoer en afvoer van water niet te belemmeren.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 2.5:

Optimalisatie afvalwatersysteem

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Een van de doelstellingen uit het GRP behelst het verminderen van de vuiluitworp. Daarnaast is het goed om in combinatie met de RWZI een optimalisatiestudie uit te voeren. In een dergelijke studie wordt de combinatie riolering met de RWZI onderzocht. Uit een dergelijke studie blijkt waar de meest efficiënte maatregelen kunnen worden genomen om ondermeer de vuiluitworp te verkleinen.

Doel:

Het verminderen van de vuiluitworp vanuit de riolering

Draagt bij aan realisatie van de volgende Streefbeelden:

-De rioolstelsels voldoen blijvend aan de normen voor vuiluitworp.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Als rioolbeheerder is de gemeente verantwoordelijk voor deze maatregel. Bij het uitvoeren van een optimalisatiestudie is het waterschap een belangrijke partij omdat zij het beheer voeren over de RWZI. Besluitvorming over de maatregelen uit de optimalisatiestudie zal ook door het waterschap geschieden.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Het uitvoeren van een optimalisatiestudie kost ca. 6 maanden. Mogelijke start medio 2008.

Organisatie en capaciteit

De optimalisatiestudie zal door een extern adviesbureau plaats vinden. Begeleiding van dit bureau vergt gedurende een half jaar 0,1 fte voor zowel gemeente als waterschap.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Onderzoek, totale kosten zijn circa € 25.000 tot € 40.000 te verdelen door gemeente en waterschap.

Uitvoering waterschap en gemeente PM.

Juridische consequenties:

Om tot uitvoering van te komen van de maatregelen uit de optimalisatiestudie is het raadzaam een convenant te ondertekenen tussen gemeente en waterschap. Dit kan leiden tot bindende afspraken.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 2.6:

Onderzoek overlast overstort Ruitenborghweg.

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

De overstort Ruitenborghweg voldoet theoretisch aan de wettelijke eisen (basisinspanning). In de praktijk veroorzaakt deze overstort overlast in de vorm van bijvoorbeeld vissterfte, ‘zicht’ en geuroverlast (dit is onder andere in de bijeenkomst klankbordgroep aangegeven). Door gerichte maatregelen in het rioolstelsel dan wel in het ontvangende oppervlaktewater te nemen is het mogelijk om de negatieve effecten te verminderen. Onderzoek zal moeten uitwijzen wat de meest efficiënte maatregel is. In eerste instantie wordt gedacht aan de aanleg van een retentievijver.

Doel:

Oplossen knelpunt overstort Ruitenborghweg.

Draagt bij aan visie:

-In het kielzog van de KRW is per uiterlijk 2015 voldaan aan de resultaatsverplichting ten aanzien van de waterkwaliteit.

-Minimaliseren van milieubelastende stoffen, zoals riooloverstorten, bestrijdingsmiddelen en bepaalde bouwmaterialen.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Gemeente en waterschap zullen deze maatregel gezamenlijk oppakken.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Gezien de ernst van de situatie zal deze maatregel op korte termijn worden uitgevoerd (2007).

Organisatie en capaciteit

Onderzoek, capaciteit waterschap en gemeente, 0,2 fte nodig gedurende 3 maanden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Uitvoering waterschap en gemeente PM.

Juridische consequenties:

Mogelijk moeten voor de implementatie van de ruimteclaim bestemmingsplannen worden gewijzigd.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 2.7:

Opstellen brochure ‘bouwen en beheren versus milieu’

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Door de gemeente is het Convenant Duurzaam Bouwen ondertekend. Het blijkt echter juridisch niet afdwingbaar om bouwers volgens dit convenant te laten bouwen. Door een heldere brochure op te stellen waarin de voordelen en mogelijkheden van duurzaam bouwen aan de orde komen is het mogelijk duurzaam bouwen tussen de oren te krijgen. In deze brochure kunnen tegelijkertijd de beheeraspecten worden meegenomen. Vragen als: hoe ga ik om met bestrijdingsmiddelen, welke verf kan ik het best gebruiken komen daarin aan de orde.

Doel:

Het stimuleren van duurzaam bouwen. Dit is een voorbeeldfunctie van bronbestrijding.

Draagt bij aan visie:

-Minimaliseren van milieubelastende stoffen, zoals riooloverstorten, bestrijdingsmiddelen en bepaalde bouwmaterialen.

-In het kielzog van de KRW is per uiterlijk 2015 voldaan aan de resultaatsverplichting ten aanzien van de waterkwaliteit.

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente heeft een trekkersrol binnen dit project. Uiteraard moeten de overheidspartijen het goede voorbeeld geven. Wanneer de gemeente of het waterschap als opdrachtgever fungeert voor bouwwerkzaamheden dan dient zij dit onder de noemer duurzaam bouwen te doen.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Eventueel combineren met waterloket.

Organisatie en capaciteit

Capaciteit gemeente, voor het opzetten en uitvoeren van deze campagne is 0,2 fte nodig gedurende 3 maanden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Kosten gemeente, de brochure wordt intern vormgegeven. Voor het drukken van promotiemateriaal is ca. € 15.000 benodigd.

Juridische consequenties:

Geen

5.3.3 Maatregelen thema 3 - genieten van water

Waterplan Dalfsen

Maatregel 3.1:

Interactieve planvorming m.b.t. vergroten beleving / verbetering oevers en woonomgeving

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Bij planvorming is het veelal zo dat een plan wordt gemaakt wat gepresenteerd wordt op een voorlichtingsavond. Vaak levert dit bij bewoners een gevoel op van overrompeling, aanval en verdediging. Deze reacties zijn veelal moeilijk verwerkbaar en werken door in de verdere planvorming. Door te werken met interactieve planvorming kunnen de meeste reacties voorkomen worden. Bij dergelijke planvorming is een belangrijke rol weggelegd voor communicatie. In diverse stadia in het project is communicatie met bewoners noodzakelijk. Werksessies met de burgers zijn ook een belangrijk onderdeel in de planvorming. Door burgers inspraak te geven in het proces en als men het gevoel heeft dat men serieus genomen wordt is men eerder geneigd mee te denken met het project. Als een dergelijk traject goed wordt ingezet zullen aan het eind van de ontwerpfase weinig bezwaren zijn voor een dergelijk plan.

Gemeente Dalfsen heeft positieve ervaringen opgedaan met dit soort processen. Een voorbeeld hiervan was het betrekken van de burgers bij het opstellen van het inrichting- en beheersplan voor het Bellingeweer.

Doel:

Verhogen van het draagvlak bij de burgers voor plannen in hun woonomgeving. Het is van belang dat de beleving die burgers bij water hebben correspondeert met de daadwerkelijke functie van het water.

Draagt bij aan realisatie van de visie:

-De gemeente weet wat er onder de burgers leeft over water en het waterbewustzijn bij de burger is verbeterd.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Deze maatregel staat niet op zichzelf. Het is meer een werkwijze om projecten vorm te geven. In principe is gemeente trekker van deze maatregel.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Dit is een doorlopende maatregel vanaf 2007. Bij ieder project in de woonomgeving kan deze werkwijze gevolgd worden. Concrete voorbeelden zijn het vergroten van de waterbeleving d.m.v. de aanleg van fonteinen in open water.

Organisatie en capaciteit

Capaciteit gemeente, om deze maatregel te laten slagen is extra inzet nodig in de projectorganisatie. Om het interactieve werken goed vorm te geven moet naast inhoudelijke deskundigen iemand van communicatie in het projectteam zitten. Hiervoor is circa 0,05 fte op jaarbasis benodigd.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Kosten gemeente, voor de aanleg van voorzieningen is een budget per jaar wenselijk. Per jaar zal naar schatting ca. € 10.000 nodig zijn.

Juridische consequenties:

Verwacht wordt dat door deze werkwijze het aantal bezwaar- en beroep procedures zal verminderen.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 3.2

Voorlichting over water en verantwoordelijkheden

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Genieten van water brengt ook plichten met zich mee. Voor de eigen gemeentelijke organisatie en haar burgers zou het goed zijn om de actuele stand van zaken + doorkijk naar de toekomst over wet- en regelgeving rondom water gecommuniceerd te krijgen. Om vooral voor iedereen duidelijk te hebben hoe nu e.e.a. is geregeld t.a.v. verantwoordelijkheden en wat daarin lijkt te gaan veranderen. De informatie is eenvoudig beschikbaar, die middels een huis aan huis folder verspreid kan worden.

Doel:

Het op een creatieve wijze onder de aandacht brengen van het Integraal Waterplan en het bevorderen van het bewustzijn bij de burgers over de taken en verantwoordelijkheden over water.

Draagt bij aan realisatie van de volgende Streefbeelden:

-De gemeente weet wat er onder de burgers leeft over water en het waterbewustzijn bij de burger is verbeterd.

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente is trekker van de maatregel. Uiteraard is het waterschap vertegenwoordigd als partij die een deel van het grondwaterbeheer voert.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Met het opstarten van een waterloket kunnen deze voorlichtingsactiviteiten worden opgepakt.

Organisatie en capaciteit

Capaciteit gemeente, voor deze maatregel is gedurende twee tot drie maanden 0,1 fte nodig.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Kosten gemeente en waterschap is in totaal circa € 20.000. Gedacht kan worden aan het uitschrijven van een prijsvraag duurzaam water, het uitgeven van een folder of het opstellen van een fotoboek ‘waterbeleving Dalfsen’ in samenwerking met de burger.

Juridische consequenties:

Geen

Waterplan Dalfsen

Maatregel 3.3:

Oeveraanpassingen ter verbetering hengelsport- en kanomogelijkheden

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Vele vijvers en kanalen en de Overijsselse Vecht zijn geschikt voor bijvoorbeeld de hengelsport, om te kanoën of voor andere vormen van recreatief medegebruik. De oeverinrichting is niet altijd geschikt voor deze activiteiten. Voordat begonnen wordt met daadwerkelijke oeveraanpassingen zullen eerst de mogelijkheden moeten worden onderzocht. Dit heeft vooral te maken met de beschikbare ruimte, eigendomssituatie, bereikbaarheid en overige functies van een dergelijk water. Waar zich de mogelijkheden voordoen kunnen oeveraanpassingen gerealiseerd worden. Denk hierbij in eerste instantie aan de aanleg van vissteigers, aanleg van kano-opstapplaatsen e.d.

Doel:

Verbeteren van de hengelsport, kanomogelijkheden en andere vormen van recreatief medegebruik binnen de gemeente Dalfsen.

Draagt bij aan de visie:

-Combineren water en recreatie.

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente is in principe de trekker. Uiteraard heeft het waterschap een grote rol in dit project door haar eigendom van wateren. Ook bij de inrichting van de maatregelen heeft het waterschap een rol als vergunningverlener of initiatiefnemer van maatregelen. Waterschap Groot Salland is momenteel bezig met het opstellen van een nota Recreatief Medegebruik. Afhankelijk van de resultaten kunnen er in de rolverdeling aanpassingen worden gedaan.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Vanaf 2007.

Organisatie en capaciteit

Capaciteit gemeente, dit onderzoek kan intern worden opgepakt. Hiervoor is 0,2 fte nodig gedurende de periode van een half jaar.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Kosten gemeente, voor het onderzoek zijn geen extra middelen nodig. Voor de aanleg van voorzieningen is een budget per jaar wenselijk (voor een periode van drie jaar). Per jaar zal naar schatting ca. € 20.000 nodig zijn.

Juridische consequenties:

Aanlegvergunning en Keurontheffing van het waterschap

Waterplan Dalfsen

Maatregel 3.4:

Behoud van watererfgoederen en benutten ten behoeve van recreatie

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Mooie watererfgoederen geven sfeer. Als plek om te bezichtigen kunnen watererfgoederen een meerwaarde hebben voor de recreatie. Om als recreatie meerwaarde te krijgen van de watererfgoederen kunnen recreatievoorzieningen gecombineerd worden met de watererfgoederen. In dit plan zal per waardevol watererfgoed worden aangegeven wat moet worden gedaan om de recreatie te versterken. Dit kan variëren van het plaatsen van de bankje, plaatsen van een voorlichtingsbord tot de aanleg van een fietsroute langs verschillende erfgoederen. Op basis van dit “recreatieplan” kunnen uitvoeringstrajecten worden opgestart.

Doel:

Het creëren van meerwaarde voor de recreatie door watererfgoederen in te zetten. Voorbeelden zijn de Vecht, Bellingeweer en de cultuurhistorische landgoederen waar water een onderdeel van uit maakt.

Draagt bij aan de visie:

-De natuurlijke en/of cultuurhistorische aanwezigheid van water is gerespecteerd en waar mogelijk benadrukt.

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente, waaronder recreatie en toerisme valt, zal optreden als trekker voor dit project. Waar het watererfgoederen van het waterschap betreft blijft de trekkersrol bij de gemeente maar heeft het waterschap een belangrijke rol. Het waterschap participeert dan in de projectgroep

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

2007-2008

Organisatie en capaciteit

Capaciteit gemeente, het is van belang om aan te sluiten bij de plattelandsvisie en het beleidsplan Recreatie en Toerisme. Voor het opstellen van het “recreatieplan” is gedurende een half jaar 0,1 fte benodigd. Afhankelijk van de uitkomsten van dit plan is voor het vervolg (uitvoering) meer nodig.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Kosten gemeente, opstellen “recreatieplan”: ca. € 15.000 - € 25.000

Uitvoering gemeente PM.

Juridische consequenties:

Voor werkzaamheden zijn eventueel aanlegvergunningen nodig.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 3.5:

Opstellen beheer- en onderhoudsplan Overijssels kanaal.

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

In de bijeenkomst klankbordgroep is aangegeven dat er onduidelijkheid bestaat bij de burger over enerzijds de functie van het Overijssels kanaal en anderzijds over wie er verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud. Door het opstellen van een beheer- en onderhoudsplan en over te gaan tot uitvoering hiervan bestaat de mogelijkheid om de functie van het kanaal en de beleving vanuit de burger beter op elkaar af te stemmen.

Doel:

Opstellen beheer- en onderhoudsplan Overijssels kanaal o.a. Lemelerveld in samenspraak met belanghebbenden.

Draagt bij aan visie:

-In het kielzog van de KRW is per uiterlijk 2015 voldaan aan de resultaatsverplichting ten aanzien van de waterkwaliteit.

-De gemeente weet wat er onder de burgers leeft over water en het waterbewustzijn bij de burger is verbeterd.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Gemeente en waterschap zullen deze maatregel gezamenlijk oppakken.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Start 2008

Organisatie en capaciteit

Waterschap circa 0,2 fte en gemeente circa 0,2 fte gedurende drie maanden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Uitvoering waterschap en gemeente PM.

Juridische consequenties:

Geen vooralsnog.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 3.6:

Aanpassen beheer- en onderhoudsplan plassen Westerbouwlanden te Nieuwleusen.

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Voor de waterpartijen Westerbouwlanden is in 2005 een onderhoudsplan opgesteld. Toen is ook de chemische waterkwaliteit gemeten. Dit was in het eerste jaar na aanleg. Op dat moment was de aanwezige overstort met bergbezinkbassin nog niet volledig in werking. De waterkwaliteit was goed, fosfaat en stikstofgehaltes en de gemeten zware metalen-gehaltes voldeden aan de landelijke normering (4e nota waterhuishouding, MTR), de zuurstofhuishouding was goed.

In de bijeenkomst klankbordgroep is aangegeven dat er nog steeds problemen zijn ten aanzien van de waterkwaliteit. Actualisatie van het Aanpassing van het onderhoudsplan en nader onderzoek naar de klachten en mogelijke oplossingen zijn noodzakelijk. Inlaat van water vanuit de Buldersleiding om het waterpeil in de vijvers te handhaven is naar alle waarschijnlijkheid geen geschikte optie vanwege de grote voedselrijkdom van deze watergang.

Doel:

Aanpassen beheer- en onderhoudsplan plassen Westerbouwlanden in samenspraak met belanghebbenden, hierdoor kunnen eventuele knelpunten met betrekking tot de waterkwaliteit gesignaleerd en opgelost worden.

Draagt bij aan visie:

-In het kielzog van de KRW is per uiterlijk 2015 voldaan aan de resultaatsverplichting ten aanzien van de waterkwaliteit.

-De gemeente weet wat er onder de burgers leeft over water en het waterbewustzijn bij de burger is verbeterd.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Gemeente en waterschap zullen deze maatregel gezamenlijk oppakken.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

2007.

Organisatie en capaciteit

Waterschap circa 0,1 fte en gemeente circa 0,1 fte gedurende drie maanden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Uitvoering waterschap en gemeente PM.

Juridische consequenties:

Geen vooralsnog.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 3.7:

Waterland Dalfsen waterspeeltuin/park met water als interactief thema

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Voor het ‘verbinden’ van de burger met water kan gedacht worden aan de aanleg van een ‘waterspeeltuin’ met kleinschalige aan water gerelateerde speeltoestellen, greppels, sloten en een kikkerpoel. Bij een neerslagsituatie treedt er een metamorfose op van de speeltuin, er ontstaan plassen en overstromingen. Hierdoor wordt op een speelse en educatieve wijze de cyclus van water in beeld gebracht.

Doel:

Kinderen op speelse en educatieve wijze in aanraking laten komen met water, flora en fauna.

Draagt bij aan visie:

-De gemeente weet wat er onder de burgers leeft over water en het waterbewustzijn bij de burger is verbeterd.

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente, waaronder recreatie en toerisme valt, zal optreden als trekker voor dit project.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

2008.

Organisatie en capaciteit

Gemeente circa 0,1 fte gedurende drie maanden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Kosten gemeente, opstellen programma van eisen waterspeeltuin € 10.000.

Uitvoering gemeente PM.

Juridische consequenties:

Geen vooralsnog.

5.3.4 Maatregelen thema 4 - waterorganisatie en communicatie

Waterplan Dalfsen

Maatregel 4.1:

Opzetten van een waterloket (Integrale Waterwet)

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

De Integrale Waterwet (die momenteel nog niet van kracht) geeft aan dat de gemeente zorgt voor een loket waar klachten en vragen van burgers kunnen worden afgehandeld. Achter dit loket organiseert de gemeente de betrokkenheid van andere partijen (waterschap, provincie, Vitens, etc.).

Doel:

Het verbeteren van de communicatie over water naar de burgers en het versterken van de communicatie tussen verschillende instanties. Een voorbeeld hiervan is het intensiveren van de samenwerking met Vitens over o.a. het thema drinkwater in relatie tot de Overijssels Vecht.

Draagt bij aan realisatie van de volgende Streefbeelden:

-De gemeente weet wat er onder de burgers leeft over water en het waterbewustzijn bij de burger is verbeterd.

-Bij gemeente, waterschap en/of provincie bekent waar burgers terechtkunnen met klachten over water.

-Versterken van de communicatie tussen verschillende instanties(waterschap, provincie, Vitens, etc.).

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente is trekker van deze maatregel. Ook het waterschap heeft belang bij een goede communicatie over water. Veel onderwerpen hebben ook betrekking op het takenpakket van het waterschap. Het waterschap zal actief participeren in dit onderzoek.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

De exacte organisatie rondom het waterloket is afhankelijk van de definitieve uitwerking van de Integrale Waterwet

In september 2006 is het Wetsvoorstel Integrale Waterwet bij de Tweede Kamer ingediend De parlementaire behandeling van het Wetsvoorstel wordt niet meer verwacht voor de verkiezingen van 22 november 2006.

Er kan al wel een begin worden gemaakt van de organisatie rondom dit waterloket.

Organisatie en capaciteit

Capaciteit gemeente, gedurende een half jaar is circa 0,1 fte benodigd voor de organisatie.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Uitvoering PM

Juridische consequenties:

Geen

Waterplan Dalfsen

Maatregel 4.2:

Opstellen streefbeelden watergangen als basis voor communicatie, beheer en onderhoud

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Bij inrichting van nieuwe wateren en beheer en onderhoud van bestaande wateren wordt niet altijd optimaal rekening gehouden met waterkwaliteit en ecologie. Door eenvoudige technische randvoorwaarden en uitgangspunten te hanteren, kan een groot verschil worden gemaakt. De kennis is vooral aanwezig bij medewerkers van het Waterschap, terwijl de gemeentelijke ambtenaren meestal betrokken zijn bij de ontwerpen.

Bij deze maatregel worden streefbeelden geformuleerd (waternatuur, cultuurhistorie, woonwater, sierwater en functioneel water) op basis daarvan wordt een technisch handboek voor inrichting en onderhoud van watergangen opgesteld. Eenvoudig, maar bruikbaar. Toegespitst op de specifieke situatie in gemeente Dalfsen. Tenminste de volgende aspecten worden belicht in het handboek:

-Beleving / beeld inrichting / gebruik

-minimale waterdiepte en diepere plekken

-taluds en banketten

-doorstroming

-doorspoelmogelijkheden i.v.m. algen en botulisme, inclusief criteria voor verversingstijden.

-optimale inrichting van wateren en oevers nabij overstorten en regenwateruitlaten

-onderhoudstrategie en cyclus

Doel:

Het vastleggen van gebruiksfuncties van water in verschillende categorieën en het optimaliseren van ontwerp, beheer en onderhoud.

Voor een aantal steden, (Zwolle, Deventer en Kampen), is dit proces door het waterschap al doorlopen. Voorgesteld wordt hierbij aan te sluiten en gebruik te maken van de methodiek die hiervoor ontwikkeld is.

Draagt bij aan de visie:

-Als parallel met het nationaal bestuursakkoord water is ook het instrumentarium van handhaving (beheer en onderhoud) anno 2015 “op orde”,

-De gemeente weet wat er onder de burgers leeft over water en het waterbewustzijn bij de burger is verbeterd.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Waterschap is trekker en gemeente is leverancier wensen en kennis

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

2007-2008

Organisatie en capaciteit

Waterschap 0,2 fte gedurende 6 maanden

Gemeente 0,1 fte gedurende 6 maanden

Indicatie benodigde financiële middelen:

Kosten voor gemeente en waterschap, opstellen streefbeelden in totaal circa € 40.000.

Juridische consequenties:

Geen

Waterplan Dalfsen

Maatregel 4.3:

Overname stedelijk water

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Door overdracht van de verantwoordelijkheden van water van gemeente naar waterschap ontstaat er meer transparantie in het beheer en in het onderhoud. Niet twee partijen die ogenschijnlijk dezelfde waterloop op twee verschillende momenten beheren en/of baggeren.

Bij de overdracht behoren maatregelen zoals baggeren, maar ook de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het realiseren van een hogere belevingswaarde. Voorbeelden van wateren die in aanmerking kunnen komen voor overdracht zijn Bellingeweer en Hulsterplas.

Doel:

Doel van deze maatregel is om het beheer van alle hoofdwateren eenduidig te regelen. Dit wordt ook vastgelegd in de Integrale Waterwet. Het is voor de gemeente van belang dat bepaalde bestaande functies en inrichting behouden blijven. Indien wordt overgegaan tot overdracht zal dit worden vastgelegd in een overeenkomst.

Draagt bij aan visie:

-Als parallel met het nationaal bestuursakkoord water is ook het instrumentarium van handhaving anno 2015 ‘op orde’.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Dit betekent dat er tussen gemeente Dalfsen en waterschap Groot Salland goede afspraken gemaakt moeten worden over de huidige staat van onderhoud en de voorwaarden rondom de overdracht. Het Waterschap is trekker van de maatregel.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Er hebben reeds gesprekken plaatsgevonden tussen het waterschap en de gemeente. Uitvoering van werken en daadwerkelijke gefaseerde overdracht zal na verwachting een looptijd van 5 jaar hebben.

Organisatie en capaciteit

Bestaand beleid

Indicatie benodigde financiële middelen:

In eerste instantie, € 50.000 voor de gemeente en daarnaast € 50.000 voor het waterschap voor baggerwerkzaamheden en onderhoud watergangen behorende bij het overnametraject. Op basis van de vorderingen op dit gebied kan worden besloten om dit bedrag al dan niet te actualiseren

Juridische consequenties:

Er wordt een zakelijk contract afgesloten, waaruit juridische consequenties ontstaan.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 4.4:

Toepassen watertoets en stroomlijnen communicatie tussen gemeente en waterschap

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

De watertoets is hét instrument om te garanderen dat “water” voldoende aandacht krijgt in ruimtelijke ordenings-procedures. De gemeente Dalfsen betrekt momenteel waterschap Groot Salland bij dergelijke procedures. De maatregel is hierop gericht, dat de huidige praktijk waarin gemeente en waterschap onderling de zaken goed afstemmen wordt voortgezet, waarbij (tot het moment van overdracht) ook de provincie wordt betrokken als beheerder van de grondwatervoorraad. Het benoemen van de maatregel is er tevens op gericht dat ook de plannen van de waterschappen tijdig worden voorgelegd aan gemeente Dalfsen.

Doel:

Doel van de maatregel is om onverminderd aandacht te hebben voor water (grond- en oppervlaktewaterhuishouding) binnen ruimtelijke ordenings-procedures én om in een vroeg stadium kennis te hebben van elkaars projecten.

Draagt bij aan visie:

-Sinds 2005 is water een belangrijk medeordenend principe bij locatiekeuze en inrichting van uitbreidingsgebieden en bij de herinrichting/herbestemming van bestaand stedelijk gebied.

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente Dalfsen is als uitvoerder van de RO-procedures trekker van deze maatregel. Vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water is ze verplicht tot uitvoering van de watertoets. Het waterschap Groot Salland levert kennis en informatie, beoordeelt en adviseert over conceptplannen en heeft daarmee een belangrijke rol. Daarnaast kan het waterschap tijdens de watertoets-overlegmomenten ook haar ruimtelijke plannen voorleggen aan de gemeente.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

De watertoets wordt ook door de gemeente Dalfsen momenteel volop uitgevoerd, wat niet zal veranderen. Gelijktijdig met de watertoets-overlegmomenten kan het waterschap ook de projecten vanuit haar organisatie bekendmaken aan de gemeente.

Organisatie en capaciteit

Bestaand beleid

Indicatie benodigde financiële middelen:

geen (voor de watertoets als te volgen procedure worden geen externe partijen ingeschakeld)

Juridische consequenties:

De “paragraaf waterhuishouding” (ook wel “natte paragraaf” genoemd) is een onmisbaar en verplicht deel van de RO-procedures bij bestemmingsplannen en structuurplannen.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 4.5:

Opstellen standaardtekst waterparagraaf RO-procedures

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Het doorlopen van de watertoets en het opstellen van de daaraan verbonden paragraaf waterhuishouding voor bijvoorbeeld de actualisatieslag van de bestemmingsplannen kan worden vereenvoudigd door meer gebruik te maken van standaardteksten. Het wiel hoeft niet iedere keer opnieuw te worden uitgevonden. Door terug te vallen op zorgvuldig samengestelde tekstfragmenten kan het bestemmingsplanproces efficiënter worden doorlopen.

Deze maatregel pleit uitdrukkelijk niet voor het volledig standaardiseren van de betreffende teksten: er zijn veel verschillende soorten wielen!

Doel:

Doel van de maatregel is het formuleren en actueel houden van die delen van de paragrafen waterhuishouding, die gestandaardiseerd kunnen worden. Van hieruit kan bijvoorbeeld ook een basis voor een eventuele structuurvisie worden opgesteld. Waterschap Groot Salland heeft hiervoor al een start gemaakt.

Draagt bij aan de visie:

-Sinds 2005 is water een belangrijk medeordenend principe bij locatiekeuze en inrichting van uitbreidingsgebieden en bij de herinrichting/herbestemming van bestaand stedelijk gebied.

Rol van de gemeente en het waterschap:

De gemeente Dalfsen is initiatiefnemer en trekker van deze maatregel. Immers: zij is verantwoordelijk voor de inhoud van bestemmingsplannen en een eventuele structuurvisie. Het waterschap Groot Salland heeft een rol in het toetsen van de teksten (naast natuurlijk het aandragen van de inhoudelijke kennis).

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

Hoe eerder, hoe groter naar verwachting het rendement. De doorlooptijd is beperkt tot hooguit enkele maanden.

Organisatie en capaciteit

Capaciteit gemeente, het ligt voor de hand om een externe partij te vragen het project te ondersteunen / de teksten te laten schrijven. Qua capaciteit valt te denken aan 0,1 fte gedurende 2 maanden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Kosten gemeente, circa € 7.500

Juridische consequenties:

Het betreft (ook) bestemmingsplanteksten. Daarmee heeft de maatregel juridische consequenties.

Waterplan Dalfsen

Maatregel 4.6:

Online neerslag en (grond)water op de website gemeente Dalfsen

Beschrijving van de opdracht en maatregel:

Het is belangrijk om gegevensinwinning met betrekking tot water verder te automatiseren. Hierdoor kunnen in de toekomst calamiteiten mogelijk in een vroeger stadium worden onderkend en bestaat de mogelijkheid om op basis van real time control te anticiperen op extreme neerslagsituaties. Tevens kan hierdoor informatie op een relatief eenvoudige wijze worden ontsloten naar de burger.

Doel:

Het automatiseren van en beschikbaar stellen van neerslagmetingen en grond- en oppervlaktewatermetingen.

Draagt bij aan de visie:

-Conform het Nationaal Bestuursakkoord Water is het gehele watersysteem in gemeente Dalfsen in 2015 op orde (“veerkrachtig watersysteem”).

-De gemeente weet wat er onder de burgers leeft over water en het waterbewustzijn bij de burger is verbeterd.

Rol van de gemeente en het waterschap:

Gemeente is trekker van deze maatregel, het waterschap kan worden betrokken voor het beschikbaar stellen van meetgegevens.

Planning/Verwachte looptijd/startmoment:

2008.

Organisatie en capaciteit

Gemeente 0,1 fte gedurende 6 maanden.

Indicatie benodigde financiële middelen:

Uitvoering gemeente, in eerste instantie wordt gedacht aan:

De bouw van een website en de installatie van 5 neerslagstations in de kernen van gemeente Dalfsen (circa € 10.000).

Juridische consequenties:

Geen

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 21 mei 2007.
De raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,
L.V. Elfers, H.J. van der Woude

Bijlage 1 Afkortingen en begrippen

AB

Algemeen Bestuur.

Afkoppelen

Het voorkomen dat (schoon) regenwater via het vuilwaterriool wordt afgevoerd naar de zuivering.

Afvalwaterakkoord

Afspraak tussen gemeente en waterschap over het transport en de verwerking van rioolwater.

Afvoer

Hoeveelheid stromend water per tijdseenheid.

Afvoercapaciteit

Maximale hoeveelheid doorlaatbare afvoer.

Afwatering

De afvoer van water via een stelsel van watergangen.

Afwenteling

Het doorschuiven van problemen.

AMvB

Algemene Maatregel van Bestuur.

Baggerspecie

Het materiaal waaruit de waterbodem bestaat (zand, slib e.d.) en dat vrijkomt bij onderhoud van de watergang of sanering van verontreinigingen.

Basisinspanning

Afspraak tussen waterschappen en gemeenten om de vuiluitworp uit het rioolstelsel met de helft te verminderen.

Berging

(= Waterberging) Tijdelijke opslag van een overmaat aan water in het (oppervlakte)watersysteem.

BGO

Bestuurlijk Gebied Overleg.

Blauwe knooppunten

Meetpunten in het watersysteem, waar aanvullende eisen gelden met betrekking tot waterkwaliteit en -kwantiteit, die doorwerken naar bovenstrooms gelegen wateren teneinde afwenteling van problemen met water tegen te gaan.

DB

Dagelijks Bestuur.

Diffuse bron

Verspreide verontreinigingen, vaak zonder expliciet aanwijsbare bronlocaties of veroorzaker(s). Voorbeeld: zure regen, zink afkomstig uit dakgoten, uitspoeling van meststoffen e.d.

Dijkringgebied

Gebied omsloten door een stelsel van waterkeringen met een gelijke overschrijdingskans.

Drainage

Ontwatering van de bodem tot het gewenste grondwaterpeil door middel van buizen of greppels.

Drooglegging

Hoogteverschil tussen het peil van het oppervlaktewater en het maaiveld.

Duurzaam

Beste wijze van handelen (ook op de langere termijn) voor activiteiten en ontwikkelingen, zodanig dat gevolgen niet beperkend zijn voor andere gebieden of toekomstige generaties (m.a.w. geen afwenteling van problemen).

Ecologische hoofdstructuur

Samenhangend netwerk van belangrijke, grote natuurgebieden die onderling met elkaar zijn verbonden.

Effluent

Grotendeels gezuiverd rioolwater dat vanuit de RWZI wordt geloosd op het oppervlaktewater.

EKW of KRW

Europese Kaderrichtlijn Water.

Emissie

De uitstoot van (verontreinigende) stoffen naar het milieu (lucht, water, bodem).

Eutrofiëring

(Versterkte) Aanvoer van voedingsstoffen naar het watermilieu, waardoor voedselrijkdom wordt vergroot.

Functie

De opgelegde bestemming van water en/of land voor een bepaalde vorm van (grond)gebruik. De belangrijkste (land)functies zijn landbouw, natuur en (stedelijke) bebouwing.

Gebiedseigen water

Water dat van nature voorkomt in een bepaald gebied.

GGOR

Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (gewenst in de betekenis van maatschappelijk gewenst, acceptabel of haalbaar).

GRP

Gemeentelijk RioleringsPlan.

IBA

Individuele Behandeling Afvalwater.

ILG

Investeringsbudget Landelijk Gebied.

Immissie

Het in het milieu (water, bodem, lucht) brengen van verontreinigende stoffen.

Infiltratie

Het (laten) wegzakken van regenwater in de bodem.

Integraal waterbeheer/ waterbeleid

Samenhangend beheer en beleid voor de omgang met water,

waarbij ook rekening wordt gehouden met andere zaken, die raakvlakken hebben op het gebied van water (natuur, landbouw, milieu, recreatie, ruimtelijke ordening e.d.).

Inundatie

Onder water lopen van land, overstroming.

Inzijgingsgebied

(= Intrekgebied) Gebieden waar het overgrote deel van het regenwater in de grond zakt.

Keur

Verordening van het waterschap, waarin geboden en verboden zijn opgenomen voor de wateren en waterkeringen.

Kwel

Grondwater dat in de grond omhoog stijgt en aan het maaiveld of in de watergangen tevoorschijn komt. Afkomstig van dichtbij (ondiepe of lokale kwel) of ver weg (diepe of regionale kwel) gelegen inzijgingsgebieden .

Legger

Vastgestelde kaarten en bijbehorende beschrijvingen van de formele toestand en verplichtingen die horen bij de wateren (of waterkeringen) in beheer bij het waterschap.

Monitoring

Planmatig en regelmatig uitgevoerd (meet)onderzoek om een goed beeld van toestand en ontwikkelingen van het milieu te hebben.

MTR

Maximaal Toelaatbaar Risico (norm uit de NW4)

NW4

Vierde Nota Waterhuishouding.

NBW

Nationaal Bestuursakkoord Water.

NBW-werknormen

Voorlopige landelijke normen waarop het regionaal watersysteem wordt getoetst in situaties met wateroverlast.

Neerslagoverschot

Verschil tussen neerslag en verdamping. Treedt voornamelijk in winterhalfjaar op.

No-regret maatregelen

Maatregelen waar het waterschap en de gemeente geen spijt van krijgen.

OAS

Optimalisatiestudie van het Afvalwater Systeem.

Ontwateringsdiepte

De (gewenste) diepte van het grondwater tot het maaiveld.

Oppervlaktewater

De open wateren die liggen aan het aardoppervlak (sloten, vennen, plassen en meren, beken en rivieren etc.).

Ontstenen

Het verwijderen van stenen (puin) in oevers van watergangen.

Ontwatering

De afvoer van water uit of op de bodem naar een stelsel van grotere watergangen door de grond, via drainage of via greppels.

Onverdachte locaties

Locaties waar geen (water)bodemverontreinigingen worden verwacht.

OSPAR

Verdrag van Oslo en Parijs ter bescherming noordoostelijke deel Atlantische Oceaan, inclusief Noordzee. In de zgn. Esjbergverklaring is opgenomen om de lozingen van gevaarlijke stoffen naar het maritieme milieu te beëindigen.

Overstort

(= Riooloverstort) Constructie in een rioolstelsel, waar bij overbelasting door grote hoeveelheden neerslag het ongezuiverde rioolwater, verdund met regenwater, direct kan worden geloosd op het oppervlaktewater.

PAK

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen.

Peilbesluit

Het vastleggen van de oppervlaktewaterpeilen voor een bepaald gebied door het waterschap in een juridisch document.

Planperiode

Periode 2006 t/m 2009.

Primaire waterkeringen

Waterkeringen met een primaire functie.

PWHP

Provinciaal Waterhuishoudingsplan.

Puntbron

Een bron van emissies die vanuit één (nauwkeurig te bepalen) locatie afkomstig is.

Regionale waterkeringen

Waterkeringen met een regionale functie, aangewezen door de Provinciale Staten.

Retentie

Vasthouden en bergen van water bij hoge neerslag en afvoeren.

Riooloverstort

Zie Overstort.

RO

Ruimtelijke Ordening.

RWZI

RioolWaterZuiveringsInstallatie.

Schouw

Periodieke (min 1x/jaar) controle op het nakomen van de onderhoudsverplichting van watergangen.

Systeemvreemd water

Van buitenaf aangevoerd water, dat afkomstig is uit andere stroomgebieden en vaak een andere samenstelling heeft dan het gebiedseigen water.

TJSW

Tien Jaren Scenario Waterbodems.

Stroomgebied

Het grondgebied dat bijdraagt aan de afvoer van een bepaald oppervlaktewater. Hierbij kunnen verschillende schaalniveaus onderscheiden worden. De stroomgebieden van het oppervlaktewater zijn door hoger gelegen delen van het land (waterscheidingen) van elkaar gescheiden.

V.e.

Vervuilingseenheden.

Veenweidegebied

Open landschap met veel organisch materiaal (veen) in de bodem en gewoonlijk hoge grondwaterstanden.

Veerkracht

Het vermogen van watersystemen om zodanig te reageren op verstoringen, dat de essentiële kenmerken worden hersteld.

Verdachte locaties

Locaties waar verontreinigde (water)bodems zijn aangetroffen of waar, gezien de aanwezigheid van potentiële vervuilingsbronnen, mogelijk verontreinigde (water)bodems kunnen liggen.

Verdringingsreeks

Prioritering van functies die van in te laten water worden voorzien bij langdurige droogte.

Verdroging

Het vochttekort dat direct of indirect schade oplevert voor landbouwgewassen en grondwaterafhankelijke natuur en dat versterkt wordt door te lage grondwaterstanden en verminderde kwel.

VR

Verwaarloosbaar Risico.

Waterbeheer

Het (be)sturen van en toezicht houden op het water door middel van onderzoeken, uitwerken van beleid en planvorming, regeling met behulp van zowel technische werken als vergunningen, en de uitvoering van maatregelen.

Waterbeheersing

Het regelen van peilen, hoeveelheden en stroomsnelheden van water in een gebied ten behoeve van het waterbeheer.

Waterberging

Zie Berging

Waterconservering

Het (langer) vasthouden van gebiedseigen water, met name in normale of droge omstandigheden.

Wateren

Algemene benaming voor oppervlaktewater. In de Keur heeft dit een specifieke betekenis: (oppervlakte)wateren, die op de Legger zijn opgenomen, zijn in het (waterkwantiteits-) beheer van Waterschap Groot Salland.

Watergang

(= Waterloop) Benaming voor rechtlijnige, vaak gegraven (vergraven) oppervlaktewateren.

Waterhuishouding

De wijze van en mate waarin het water dat in een gebied terecht komt wordt opgenomen, wegzakt in de grond, wordt vastgehouden of afgevoerd wordt.

Waterkansenkaart

Kaart die aangeeft waar de verschillende landfuncties op basis van het watersysteem het beste kunnen worden gesitueerd.

Waterketen

Het gesloten stelsel van waterwinning, inzameling en transport van afvalwater via de riolering naar de zuiveringswerken en tenslotte lozing op het oppervlaktewater.

Waterkeringen

Dijken, kaden, sluizen en andere kunstwerken die dienen om hoge waterstanden vanuit zee of rivieren te wennen.

Waternood

Watersysteem gericht normeren, ontwerpen en dimensioneren.

Waternood (+)

Combinatie van de inrichting van het watersysteem volgens Waternood en de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water.

Watertoets

Advies van het waterschap hoe Ruimtelijke Ordenings-plannen het beste kunnen worden ingepast in het watersysteem (wettelijk verplicht).

Wateroverlast

Niet levensbedreigende inundatie en hoge oppervlaktewaterpeilen ten gevolge van grote hoeveelheden water, hoofdzakelijk afkomstig vanuit het eigen beheersgebied.

Waterplan

Lange termijn visie (gemeente, waterschap) voor duurzaam waterbeheer.

Waterretentie

Zie retentie.

Watersysteem

Samenhangend en elkaar wederzijds beïnvloedend geheel van oppervlaktewater en grondwater.

WB21

Waterbeleid voor de 21e eeuw.

WBP

Waterbeheersplan.

WGS

Waterschap Groot Salland.

Wvo

Wet verontreiniging oppervlaktewateren.

Bijlage 2 Geraadpleegde literatuur

ARCADIS, Eerste aanzet tot voorlopige ecologische doelstellingen Kaderrichtlijn Water, Deelstroomgebied Rijn-Oost, kenmerk 110305/OF6/0N1/000147/Alo, 25 april 2006

ARCADIS, Karakterisering deelstroomgebied Rijn-Oost, Eindrapport, december 2004

ARCADIS, Provincie Noord-Brabant, Waterschap Brabantse Delta, Gemeente Roosendaal, Gevolgen van de KRW voor het stedelijk gebied van Roosendaal. Pilot Europese Kaderrichtlijn Water Stedelijk gebied, kenmerk 110502/ZF5/4J9/201169, 17 november 2005

Bestuurlijk Gebiedsoverleg Noordoost-Overijssel, “Kwaliteiten Verbinden”. Een integrale kijk op de toekomst van Noordoost-Overijssel, december 2005

Directoraat-Generaal Milieu, Beleidsbrief regenwater en riolering, kenmerk BWL/2004052003

Ecoplan- Natuurontwikkeling, Bellingeweer, Multifunctioneel en Natuurlijk, Inrichtings- en beheerplan, april 2006

Handreiking stedelijk waterplan VNG en UvW, Handreiking Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Unie van Waterschappen (UvW) voor gemeente en waterschap om te komen tot een gezamenlijk stedelijk waterplan, 2004

Vitens, beleidsnotitie “Participatie in gemeentelijke Waterplannen”, 31 mei 2005

Waterschap Groot Salland, Notitie stedelijk water, oktober 2005

Waterschap Groot Salland, Waterbeheersplan 2006-2009

Bijlage 3 Quick scan afkoppelkansenkaart

Aanleiding

In het hedendaagse waterbeheer staat een andere omgang met afstromend hemelwater van daken en wegen volop in de belangstelling. Een andere omgang met afstromend hemelwater (alternatieve hemelwaterverwerking) betekent vooral het water vasthouden in de bodem of bergen alvorens het af te voeren naar het oppervlaktewater. Ook gemeente Dalfsen wenst inzicht te verkrijgen in de mogelijkheden en kansen voor alternatieve vormen van hemelwaterverwerking. In het kader van het waterplan Dalfsen is door ARCADIS een afkoppelkansenstudie uitgevoerd waarin de mogelijkheden (kansen) van een alternatieve hemelwaterverwerking zijn bestudeerd. De studie is uitgevoerd voor de woonkernen Dalfsen, Hoonhorst, Lemelerveld, Nieuwleusen en Oudleusen.

Achtergronden

Nederland “versteent” in toenemende mate. Nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen zorgen voor een forse toename in het verhard oppervlak. Regenwater dat valt op het verharde oppervlak komt in het algemeen niet meer ten goede aan het grondwater, maar wordt via de riolering afgevoerd. Deze afvoer vindt of plaats naar het oppervlaktewater of vooral via de gemengde riolering naar de rioolwaterzuivering.

Het huidige stedelijke waterbeheer kent een aantal niet-duurzame aspecten. Ten eerste het wegvallen van infiltratie. Hierdoor vindt grondwateraanvulling niet meer plaats, waardoor verdroging in de hand wordt gewerkt. Ten tweede wordt het regenwater in hoog tempo afgevoerd, dit leidt tot piekbelastingen van oppervlaktewateren en mogelijk wateroverlast. Het laatste niet-duurzame aspect is het meest schrijnende. Schoon hemelwater wordt gemengd met vuil huishoudelijk water en afgevoerd naar de zuivering. Hier wordt tegen zeer hoge kosten deze grote hoeveelheid relatief licht vervuild water gezuiverd. In principe wordt dus schoon hemelwater, vervuild en weer schoon gemaakt.

Een alternatieve verwerking van hemelwater kan het aspect duurzaamheid terugbrengen in de praktijk van het stedelijke waterbeheer. Door het afkoppelen van verhard oppervlak komt schoon hemelwater niet meer in de riolering en raakt dus niet vervuild. Indien het hemelwater vervolgens wordt geïnfiltreerd, komt dit ten goede aan het grondwater en wordt het water vastgehouden. Indien afgekoppeld wordt naar oppervlaktewater dient te worden voorkomen dat hierdoor piekafvoeren ontstaan. Retentie in of buiten het stedelijk gebied in het oppervlaktewater is dan noodzakelijk.

Wat is een afkoppelkansenkaart

Een afkoppelkansenkaart geeft door het beschouwen van verschillende parameters de kansen voor het afkoppelen van regenwater van de riolering weer. Het gaat hierbij om het afkoppelen van regenwater naar de bodem (infiltratie) of om het afkoppelen van regenwater naar oppervlaktewater.

Doel

Het doel van deze afkoppelkansenkaart is het ruimtelijk inzicht bieden waar kansen liggen binnen de bebouwde omgeving van de hierboven genoemde kernen voor het afkoppelen van hemelwater (lees verhard oppervlak) van de riolering.

Methodiek opstellen afkoppelkansenkaart

De kansbepaling geschiedt door middel van een beslisboom, waarin een aantal parameters is opgenomen, die het stedelijk gebied en haar directe landelijke omgeving classificeren. De parameters zijn:

  • -

    de bodemopbouw en -gesteldheid. Het gaat hierbij voornamelijk om de aanwezigheid van eventueel slecht doorlatende lagen en de verwachte doorlatendheid (classificatie zand, dan doorlatendheid voldoende, classificatie klei, dan doorlatendheid onvoldoende);

  • -

    de afstand tot oppervlaktewater. Hierbij is een maximale transportafstand van 100 m gekozen. Er wordt van uitgegaan dat bij bovengrondse transportafstanden (molgoten) van meer de 100 m de investering van maatschappelijk gelden te groot is;

  • -

    de huidige grondwaterstand. Het gaat hierbij om de geldende grondwatertrappen zoals aangegeven op de bodemkaart van Nederland. De beoordeling: infiltratie mogelijk bij grondwatertrap IV, VI en VII; geen infiltratie mogelijk bij grondwatertrap I, II, III en V (deze keuze is arbitrair).

Grondwatertrap

III

IV

V

VI

VII

gemiddeld hoogste grondwaterstand [cm-mv]

<40

>40

<40

40-80

>80

gemiddeld laagste grondwaterstand [cm-mv]

50-80

80-120

>120

>120

>120

Tabel B.5 Verklaring grondwatertrappen

Bij het opstellen van een beslisboom is uitgegaan van de voorkeursvolgorde volgens de “ladder van Lansink” (zie tekstkader).

Omgaan met hemelwater

Een belangrijk aspect bij de uitwerking is de omgang met hemelwater. Hierbij richten wij ons in de uitwerking op de voorkeursvolgorde met vermindering van de milieubelasting, zoals is weergegeven in de “ladder van Lansink”:

  • 1.

    (her)gebruik;

  • 2.

    infiltratie;

  • 3.

    berging;

  • 4.

    directe lozing op oppervlaktewater;

  • 5.

    afvoer naar de AWZI;

De huidige knelpunten/ kansen binnen de gemeente Dalfsen worden in dit kader nader in beschouwing genomen.

De beslisboom is weergegeven in onderstaand figuur.

afbeelding binnen de regeling

Figuur B.4 Beslisboom voor de afkoppelkansenkaart gemeente Dalfsen

Uit de beslisboom komen de volgende mogelijkheden tevoorschijn (naar analogie van de “ladder van Lansink”):

  • 1.

    Bovengronds infiltreren van hemelwater in de bodem (bijvoorbeeld door middel van goten of wadi’s).

  • 2.

    Ondergronds infiltreren van hemelwater in de bodem (bijvoorbeeld door middel van infiltratiekratten of IT-riool). Bij het infiltreren van hemelwater in de bodem ligt de voorkeur bij bovengronds infiltreren, omdat dit financieel voordeliger is.

  • 3.

    Afkoppelen van hemelwater naar oppervlaktewater.

  • 4.

    Geen afkoppelen mogelijk.

Bovenstaande is geen weg van “meden en perzen”. De beslisboom is met name bedoeld om het inzicht in de (on)mogelijkheden over afkoppelen te vergroten. Aan de hand hiervan kan nader beleid worden geformuleerd, waarna één en ander nader kan worden uitgewerkt.

Beperkingen afkoppelkansenkaart

Gezien het indicatieve karakter van de afkoppelkansenkaart is een aantal parameters niet in beeld gebracht. Het gaat hierbij om:

  • I.

    Locaties met (potentiële) verontreinigingen. Verontreinigingen spelen een rol bij het wel of niet infiltreren van hemelwater in de bodem. In het geval dat er bijvoorbeeld verontreinigingen in de bodem zijn aangetroffen kan het gewenst zijn om hemelwater niet te infiltreren in de bodem.

  • II.

    Reconstructie- of nieuwbouwprojecten. Er is niet in beeld gebracht wat de mogelijkheden zijn om aan te sluiten bij lopende of toekomstige reconstructie- of nieuwbouwprojecten.

  • III.

    Indien het mogelijk is om hemelwater in de bodem te infiltreren, speelt onder andere het aspect ‘openbare ruimte’ een rol. In het geval dat er geen openbare ruimte in de buurt is, zal het hemelwater ondergronds geïnfiltreerd moeten worden. Deze optie is duurder. Er is in dit stadium geen onderscheid gemaakt tussen bovengronds of ondergronds infiltreren.

Aanpak gebiedskenmerken & afkoppelkansenkaart

Om een advies uit te kunnen brengen ten aanzien van afkoppelen van verhard oppervlak zijn zowel de bodemeigenschappen als de hydrologische kenmerken van het gebied globaal onderzocht. Tevens is de aanwezigheid van oppervlaktewater geïnventariseerd. Er is gebruik gemaakt van de GBKN van de gemeente Dalfsen, de bodemkaart van Nederland, TNO grondwaterkaart (21 oost) en ervaring uit gebied met betrekking tot grondwateroverlast.

Per kern wordt hieronder ingegaan op de gebiedskenmerken en de afkoppelkansenkaart.

Bodemopbouw gemeente Dalfsen

De bodem in de gemeente Dalfsen wordt gekenmerkt door zandgronden afkomstig van de formaties van Twente en Kreftenheye. Dit watervoerende pakket heeft een dikte van ca. 30 tot 80 meter. Op verschillende locaties binnen de gemeente zijn in dit pakket kleilagen (Eemformatie) aanwezig.

Er wordt aangenomen dat de doorlatendheid van het zandpakket voldoende hoog ligt om te kunnen infiltreren. Wij adviseren om dit in een later stadium te verifiëren door middel van veldwerk.

Grondwaterstanden gemeente Dalfsen

In de gemeente Dalfsen zijn geen noemenswaardige problemen over grondwateroverlast bekend. Wel is sprake van grondwateroverlast in de stedelijke kern Dalfsen als de Vecht buiten zijn oevers treedt. Er is dan sprake van water in kruipruimten.

Dalfsen

Bodem

Uit lokale TNO boringen in Dalfsen (B21H0015, B21H0024, B21H0025, B21H0030, B21H0043, B21H0070) blijkt dat de bodem uit zandgronden bestaat met lokaal kleilaagjes. Er is in deze boringen tot een diepte van 13 m-mv geen klei aangetroffen.

Grondwatertrappen

Voor een groot gedeelte van de kern Dalfsen zijn geen grondwatertrappen uit de Bodemkaart van Nederland af te leiden. Aan de randen zijn van de kern Dalfsen zijn afwisselend grondwatertrappen III, V, VI en VII aangetroffen.

Afkoppelkansenkaart

Op basis van bovenstaande informatie kan in de kern Dalfsen geïnfiltreerd worden in de bodem, met uitzondering van het gebied waar grondwatertrap III is aangetroffen. Het betreft een klein gebied in het westen van de kern Dalfsen.

Als de Vecht buiten zijn oevers treedt, is sprake van wateroverlast in kruipruimten in de kern Dalfsen. Daarom hebben we gekozen voor een strook van 200 meter van de Vecht, waar infiltratie niet altijd mogelijk is. We beschouwen dit gebied als minder kansrijk.

In onderstaande figuur zijn de verschillende mogelijkheden tot afkoppelen weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Figuur B.5 Afkoppelkansenkaart Dalfsen

Hoonhorst

Bodem

De bodem ter plaatse van Hoonhorst bestaat uit zandgronden tot een diepte van ongeveer 50 m-mv. Volgens de lokale TNO boring B21H0085 wordt op een diepte van 14 tot 15 m-mv een kleilaagje aangetroffen.

Grondwatertrappen

Op basis van de Bodemkaart van Nederland is een inschatting gemaakt voor de grondwatertrappen in Hoonhorst:

  • -

    in het grootste deel van Hoonhorst komt grondwatertrap VII* voor;

  • -

    in het noorden en zuidoosten komt een kleine strook met grondwatertrap III* voor;

  • -

    tenslotte wordt in het oosten nog lokaal grondwatertrap VI aangetroffen.

Afkoppelkansenkaart

Op basis van bovenstaande informatie kan in het grootste deel van Hoonhorst zonder problemen geïnfiltreerd worden. Daarnaast kan ook deels afgekoppeld worden naar oppervlaktewater. Infiltreren in de bodem heeft echter de voorkeur boven afkoppelen naar oppervlaktewater. Beide opties zijn in de onderstaande figuur weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Figuur B.6 Afkoppelkansenkaart Hoonhorst

Lemelerveld

Bodem

Uit lokale TNO boringen (B27F0037 en B27F0069) in Lemelerveld blijkt dat de bodem tot de maximale boordiepte van respectievelijk 12,5 en 21,5 m-mv uit zand bestaat. De bovengrond is fijnzandig, het diepere pakket is grover.

Grondwatertrappen

In het westen van Lemelerveld worden lagere grondwatertrappen aangetroffen (III en V). In het overige deel van Lemelerveld ligt de grondwatertrap op VI of zijn geen gegevens bekend.

Afkoppelkansenkaart

In onderstaande figuur zijn de verschillende mogelijkheden tot afkoppelen weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Figuur B.7 Afkoppelkansenkaart Lemelerveld

Nieuwleusen

Lokale bodemopbouw

Op basis van lokale TNO boringen (B21H0027, B21H0023) is bepaald dat de bodem ter plaatse van de kern Nieuwleusen uit zandgronden bestaat. Op een diepte van ongeveer 17 m-mv wordt een kleilaag van enkele meters dik aangetroffen.

Grondwatertrappen

Op basis van de Bodemkaart van Nederland is een inschatting gemaakt voor de grondwaterstanden in Nieuwleusen:

  • -

    in het midden van de kern Nieuwleusen komt grondwatertrap VI voor;

  • -

    in het noordwesten en het zuiden komt grondwatertrap IV voor;

  • -

    voor het overige (grote) deel van Nieuwleusen zijn geen gegevens af te leiden uit de Bodemkaart van Nederland. Dit heeft te maken met het feit dat dit gebied ontwikkeld is, waardoor de bovengrond niet intact is gebleven en er in de Bodemkaart van Nederland geen gegevens zijn opgenomen. Over het algemeen kan gesteld worden dat de grondwaterstanden in stedelijk gebied voldoen aan de hier geldende ontwateringseisen. Wij gaan hierbij uit van een ontwatering van 0,7 m-mv.

Afkoppelkansenkaart

Op basis van bovenstaande informatie kan in het gehele gebied geïnfiltreerd worden in de bodem. Daarnaast kan ook deels afgekoppeld worden naar oppervlaktewater. Infiltreren in de bodem heeft echter de voorkeur boven afkoppelen naar oppervlaktewater. Beide opties zijn in de onderstaande figuur weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Figuur B.8 Afkoppelkansenkaart Nieuwleusen

Oudleusen

Bodem

Uit twee lokale TNO boringen op ca. 500 meter afstand van Oudleusen (B21H0068 en B21H0120) blijkt dat de bodem voornamelijk uit zandgronden bestaat, afgewisseld met kleilaagjes. Tot een diepte van 9 m-mv is geen klei aangetroffen.

Grondwatertrappen

Op basis van de Bodemkaart van Nederland is een inschatting gemaakt voor de grondwaterstanden in Oudleusen:

  • -

    In het zuidelijk deel van Oudleusen zijn grondwatertrappen VI en VII aangetroffen.

  • -

    Voor het noordelijk deel van Oudleusen zijn geen gegevens af te leiden uit de Bodemkaart van Nederland. Dit heeft te maken met het feit dat dit gebied ontwikkeld is, waardoor de bovengrond niet intact is gebleven en er in de Bodemkaart van Nederland geen gegevens zijn opgenomen. Over het algemeen kan gesteld worden dat de grondwaterstanden in stedelijk gebied voldoen aan de hier geldende ontwateringseisen. Wij gaan hierbij uit van een ontwatering van 0,7 m-mv.

Afkoppelkansenkaart

Op basis van bovenstaande informatie kan in het gehele gebied geïnfiltreerd worden in de bodem. Daarnaast kan ook deels afgekoppeld worden naar oppervlaktewater. Infiltreren in de bodem heeft echter de voorkeur boven afkoppelen naar oppervlaktewater. Beide opties zijn in de onderstaande figuur weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 5.9 Afkoppelkansenkaart Oudleusen

Aanbevelingen

  • -

    Check met verontreinigingen.

  • -

    Check met reconstructieprojecten en nieuwbouwprojecten.

  • -

    Check openbare ruimte (aanwezigheid openbaar groen), waar we bovengronds kunnen infiltreren.

  • -

    Kostenplaatje.

Bijlage 4 Ambtelijke werksessie

In de ambtelijke werksessie van 19 juni 2006 zijn de belangrijkste wateraspecten voor de gemeente Dalfsen genoemd. Deze verschillende aspecten zijn opgedeeld per thema.

Thema 1: ruimte voor water

  • 1.

    Natuurlijk geregeld water

  • 2.

    Vasthouden water

  • 3.

    Veiligheid

  • 4.

    Inventarisatie wateroverlast

  • 5.

    WB21/stedelijke wateropgave (wat is de status?)

  • 6.

    Beheer en onderhoud toekomst

  • 7.

    Water nieuw stedelijk gebied

  • 8.

    Beschikbaarheid oppervlaktewater in Nieuwleusen

  • 9.

    Ontwikkeling landelijk gebied stedelijk gebied (‘waternood”)

Thema 2: schoon water

  • 1.

    Gezondheid is belangrijk

  • 2.

    Wat is de invloed van de Kaderrichtlijn Water op het stedelijk gebied?

  • 3.

    Riooloverstorten: kan het niet slimmer?

  • 4.

    Wat zijn de consequenties van het infiltreren in de toekomst?

  • 5.

    Onkruidbestrijding

  • 6.

    Verantwoord materiaal gebruiken (bij onder andere de oeverinrichting)

  • 7.

    Opstellen gemeentelijke beslisboom afkoppelen en infiltreren

  • 8.

    Streefbeelden kwaliteit opstellen

  • 9.

    Afvalwaterketen vol

  • 10.

    Rekening houden met Ecologische Hoofdstructuur, grondwaterwingebieden, natura2000, etc.)

  • 11.

    Toename verhard oppervlak en watergebruik?

  • 12.

    Grond- en grondwaterverontreinigingen

Thema 3: genieten van water

  • 1.

    Waterdiversiteit

  • 2.

    Waterparels

Thema 4: genieten van water

  • 1.

    Afstemming en verantwoordelijkheid watergerelateerde onderwerpen

  • 2.

    waterbesparing bedrijven (hoger abstractieniveau – relatie Vitens)

  • 3.

    Watertoets

  • 4.

    Financieel en organisatorisch beleid

  • 5.

    Communicatie (“what you want is what you get”) duidelijke structuur

Bijlage 5 Kaart chemische beoordelingen gemeente Dalfsen

afbeelding binnen de regeling

Figuur B.10

Toelichting

De kaart laat de resultaten zien van het door waterschap Groot Salland verrichte chemische onderzoek binnen de gemeente Dalfsen. Opgenomen zijn alle meetpunten die de afgelopen vijf jaar onderzocht zijn. De gemeten gehaltes aan zuurstof (O2), stikstof (N-t= totaal stikstof), fosfaat (P= totaal-fosfaat), koper (Cu) en zink (Zn) zijn getoetst aan de landelijke norm (4e nota waterhuishouding, MTR). Weergegeven is of de gemeten gehaltes al dan niet aan deze norm voldeden.

Uit de kaart valt op te maken dat de meetpunten met de slechtste waterkwaliteit liggen in en bij Dalfsen zelf, Broekhuizen en ten zuiden van Nieuwleusen. Verspreid binnen de gemeente ligt een flink aantal meetpunten met een goede waterkwaliteit. Te noemen is de Marswetering en een aantal watergangen in en bij Vechterweerd. Ook de nieuwe wijk Westerbouwlanden komt als "goed" naar voren. Het onderzoek daar is verricht in het eerste jaar na aanleg van de waterpartijen, vóórdat de overstort (met een bergbezinkbassin om de vuillast te beperken) in bedrijf kwam. Voor de waterkwaliteit van de Overijsselse Vecht wordt ook verwezen naar de verschillende rapporten en beleidsstukken die over deze rivier geschreven zijn. De rivier is voedselrijk en bevat verschillende verontreinigende stoffen, waaronder zware metalen. Een deel van de verontreiniging bereikt de Vecht via de Regge. De waterkwaliteit wordt de laatste jaren beter, onder meer door de verbetering van verschillende Rioolwaterzuiveringsinstallaties die er op lozen.

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Waarom een waterplan

1.2 Positie van het waterplan

1.3 Relatie met GRP

1.4 Doel van het waterplan

1.5 Planproces

1.6 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 Gemeente Dalfsen

2.1 Inleiding

2.2 Beschrijving verschillende kernen: thema water

2.2.1 Kern Dalfsen

2.2.2 Kern Hoonhorst

2.2.3 Kern Lemelerveld

2.2.4 Kern Nieuwleusen

2.2.5 Kern Oudleusen

2.3 Het watersysteem in gemeente Dalfsen

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Beleid algemeen

3.2 Wat betekent het waterbeleid voor de gemeente Dalfsen?

3.2.1 Andere manier van denken

3.2.2. Integrale Waterwet

3.2.3 Wet Verbrede Watertaken

3.2.4 Kaderrichtlijn Water

3.2.5 Afspraken Nationaal Bestuursakkoord Water

3.2.6 Regionaal Bestuursakkoord Water

3.2.7 Stroomgebiedsvisie Vecht- Zwarte Water / streekplan

Hoofdstuk 4 Visie

4.1 Thema 1 ‘ruimte voor water’

4.2 Thema 2 ‘schoon water’

4.3 Thema 3 ‘genieten van water’

4.4 Thema 4 ‘waterorganisatie en communicatie’

Hoofdstuk 5 Maatregelen

5.1 Inleiding

5.1.1 Actiepunten overleg klankbordgroep

5.2 Middelen

5.3 Uitvoering integraal waterplan Dalfsen

Maatregelen thema's 1-4


Noot
*

1 De basisinspanning is een afspraak om rioolsystemen zodanig aan te passen dat de vuilemissie via riooloverstorten beperkt wordt.