Regeling vervallen per 01-06-2021

Mandaatstatuut gemeente Dalfsen

Geldend van 02-04-2016 t/m 31-05-2021

Intitulé

Mandaatstatuut gemeente Dalfsen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen en

de burgemeester van de gemeente Dalfsen;

overwegende dat het uit een oogpunt van efficiency wenselijk is de in dit statuut genoemde zaken te mandateren;

gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t (e n):

Onder de voorwaarden opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit:

A.de volgende bevoegdheden tot het afhandelen van zaken te mandateren aan:

V Raad

Omschrijving

Bevoegdheid/Wettelijke vindplaats

Naar

Bij afwezigheid

Voorwaarden

doorzenden van geschriften tot behandeling waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan dan de raad bevoegd is, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de afzender.

raad

artikel 2:3 Awb

raadsgriffier

indienen van zienswijzen, zoals bedoeld in artikel 35, derde en vijfde lid en artikel 59, derde en vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, omtrent de ontwerpbegroting en omtrent wijzigingen van de begroting van gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt

gemeenteraad

artikel 35, lid 3 en 5 en

artikel 59, lid 3 en 5 Wet gemeenschappelijke regelingen

college van b&w

nvt

ondermandatering niet mogelijk

Artikel 2

Dit besluit kan worden aangehaald als mandaatstatuut gemeente Dalfsen.

Artikel 3

Na inwerkingtreding van dit mandaatstatuut, het mandaatstatuut van 26 mei 2008 in te trekken.

Artikel 4

Dit besluit treedt per 1 mei 2009 in werking.

Ondertekening

Aldus besloten te Dalfsen, 14 april 2009.
Raad van de gemeente Dalfsen,
de voorzitter, de plaatsvervangend griffier,
L.V. Elfers H.J. van der Woude
Burgemeester en wethouders van Dalfsen,
de burgemeester, de secretaris-directeur,
L.V. Elfers drs. H. Zwart
Burgemeester van Dalfsen,
L.V. Elfers

Bijlage 1 algemene voorwaarden voor het uitoefenen van mandaat

Artikel 1

  • 1.

    Bij de uitoefening van de in dit besluit opgenomen bevoegdheden, dienen de eventueel gestelde voorwaarden in acht te worden genomen.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt bij de uitoefening van bedoelde bevoegdheden het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, circulaires, regelingen, aanwijzingen en richtlijnen van rijks- en provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen in acht genomen. Ten aanzien van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt bovendien dat hierin in de begroting moet zijn voorzien.

  • 3.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in dit besluit overlegt de gemandateerde vooraf met eventueel betrokken andere afdelingen.

  • 4.

    Voor de in dit besluit opgenomen bevoegdheden geldt de volledige afhandeling van zaken, dus zowel het positief als het negatief beslissen op een aanvraag.

Artikel 2

  • 1.

    Besluiten die worden voorbereid door de medewerker die bij afwezigheid van de directeuren R&S en O&M bevoegd is het besluit te ondertekenen, worden bij afwezigheid van de directeuren ondertekend door burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Besluiten die worden voorbereid door de medewerker die bij afwezigheid van het afdelingshoofd bevoegd is het besluit te ondertekenen, worden bij afwezigheid van het afdelingshoofd ondertekend door de directeur van de betreffende afdeling.

Artikel 3

De bevoegdheden, bedoeld in dit besluit, worden door de functionarissen, verder te noemen gemandateerden, uitgeoefend namens het ter zake bevoegde bestuursorgaan.

Artikel 4

  • 1.

    Indien bij een namens burgemeester en wethouders te nemen besluit het beleid van het college in het geding zou kunnen komen, legt de gemandateerde de zaak vooraf aan de betrokken portefeuillehouder voor. Indien deze dat nodig acht, wordt de zaak ter verdere besluitvorming aan het college van burgemeester en wethouders voorgelegd.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt in elk geval geacht het beleid van burgemeester en wethouders bij een te nemen besluit in het geding te zijn en wordt het te nemen besluit aan het college voorgelegd:

    • a.

      indien het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid;

    • b.

      indien er op voorhand rekening mee gehouden moet worden dat de betrokken portefeuillehouder en/of het college op zijn of haar verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken;

    • c.

      voor wat betreft personele aangelegenheden, indien er rekening mee gehouden moet worden dat de ambtenaar die het betreft, van zijn of haar bevoegdheden op grond van het bepaalde in het CAR/UWO om zijn of haar belangen rechtstreeks bij het tot aanstelling bevoegde gezag te bepleiten gebruik zal maken;

    • d.

      indien uit het te nemen besluit niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste en tweede lid – met uitzondering van de slotzin van het eerste lid – is van overeenkomstige toepassing op namens burgemeester en wethouders te nemen besluiten.

Artikel 5

  • 1.

    In geval van uitoefening van bevoegdheden, namens burgemeester en wethouders als bedoeld in het mandaatstatuut, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    • a.

      Namens burgemeester en wethouders van Dalfsen,

    • b.

      <handtekening gemandateerde>

    • c.

      <naam gemandateerde>

    • d.

      <functieaanduiding gemandateerde>

  • 2.

    In geval van uitoefening van bevoegdheden, namens de burgemeester als bedoeld in het mandaatstatuut, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    • a.

      Namens de burgemeester van Dalfsen,

    • b.

      <handtekening gemandateerde>

    • c.

      <naam gemandateerde>

    • d.

      <functieaanduiding gemandateerde>

  • 3.

    In geval van uitoefening van bevoegdheden, namens de heffingsambtenaar als bedoeld in het mandaatstatuut, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    • a.

      Namens de heffingsambtenaar van de gemeente Dalfsen,

    • b.

      <handtekening gemandateerde>

    • c.

      <naam gemandateerde>

    • d.

      <functieaanduiding gemandateerde>

Artikel 6

Behoudens in zaken met een routinematig karakter geldt ondertekeningsmandaat niet ten aanzien van stukken gericht aan de Kroon, Minister, Staatssecretaris, Commissaris van de Koningin en Gedeputeerde Staten.

Artikel 7

Mandaat is niet van toepassing op de beslissingen op een bezwaar- of beroepschrift.

Artikel 8

  • 1.

    Indien en voor zover in deze voorwaarden niet anders is aangegeven, zijn de gemandateerden onder goedkeuring van de directeur van de betreffende afdeling, bevoegd functionarissen binnen hun (hoofd)afdeling te machtigen tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van de hen bij dit besluit gegeven bevoegdheden (submandaat). De gemandateerden plegen daarbij vooraf overleg met de directeur van de betreffende afdeling.

  • 2.

    Ingeval de uitoefening van (sub)mandaat als bedoeld in het eerste lid, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    • a.

      Namens burgemeester en wethouders van Dalfsen,

    • b.

      c.q.

    • c.

      Namens de burgemeester van Dalfsen,

    • d.

      <handtekening sub-gemandateerde >

    • e.

      <naam sub-gemandateerde >

    • f.

      <functieaanduiding sub-gemandateerde >

Artikel 9

Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten over welke gemandateerde zaken verslag moet worden gedaan en de frequentie hiervan.

Inhoudsopgave

V Raad

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4