Regeling vervallen per 30-06-2011

Verordening naamgeving en nummering 2008

Geldend van 06-11-2008 t/m 29-06-2011

Intitulé

Verordening naamgeving en nummering 2008

De raad van de gemeente De Bilt;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 april 2008, met het onderwerp Verordening naamgeving en nummering 2008;

overwegende dat

-de naamgeving en nummering een wettelijk kader vereist;

-het wenselijk is om - conform de praktijk - het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van gebouwen te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders;

gelet op

het bepaalde in de artikelen 108 eerste en tweede lid, 147 eerste en tweede lid en 149 Gemeentewet en 156 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

VERORDENING OP DE NAAMGEVING VAN DELEN VAN DE OPENBARE RUIMTE EN DE NUMMERING VAN GEBOUWEN, COMPLEXEN, AFGEBAKENDE TERREINEN, LIG- EN STANDPLAATSEN (ADRESSEN)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.College: het college van burgemeester en wethouders.

b.Openbare ruimte: alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouwwerken die daar deel van uitmaken.

c.Woonplaats: een door het college aangewezen gebied waaraan een woonplaatsnaam is toegekend.

d.Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

e.Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

f.Afgebakend terrein: een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden.

g.Standplaats: een kavel, die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop (nuts)voorzieningen aanwezig zijn.

h.Nummer: een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of cijfer, of combinatie van letters en cijfers.

i.Object: een gebouw, complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats.

j.Rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder.

k.Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte

1.Het college stelt voor het totale grondgebied van de gemeente ten minste een woonplaats vast en kan een woonplaats in wijken of buurten verdelen, zonodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

2.Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouwwerken.

3.Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

4.Alvorens het college een besluit op grond van lid 1, 2 en 3 neemt, wordt het hierover geadviseerd door de commissie straatnaamgeving. Deze commissie wordt ingesteld door het college op grond van artikel 84 Gemeentewet. Deze regeling bevat tevens regels voor het functioneren en de samenstelling van de Commissie.

Artikel 3 Nummering van objecten

1.Het college kan aan een object of een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

2.Aan een object dat een nummer heeft gekregen, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

3.Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

4.Het college kan op schriftelijk verzoek van een rechthebbende aan zijn object of aan een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen, een nummer intrekken dan wel dat object hernummeren. Een verzoek wordt vergezeld van een overzichtstekening op maximaal A3-formaat.

Artikel 4 Namen en nummers aanbrengen

1.De door het college aan delen van de openbare ruimte, aan bouwwerken en objecten toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

2.Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, met straatnamen, met (verzamel)nummers en verwijsaanduidingen aan een bouwwerk, een gebouw, een muur, paal, schutting of andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende daarvan verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

3.Het college stelt de rechthebbende tijdig op de hoogte van hun voornemen om een bord aan te brengen en de rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat naamborden vanaf de openbare weg duidelijk zicht- en leesbaar blijven.

4.Het is verboden aan delen van de openbare ruimte namen aan te brengen dan wel te verwijderen en aan een object nummers aan te brengen dan wel te verwijderen anders dan bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

5.Tenzij door het college anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het nummer binnen zes weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen, zoals is bepaald in de technische uitvoeringsvoorschriften. Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer in ieder geval aangebracht voorafgaand aan de melding ’einde werkzaamheden’ zoals bedoeld in artikel 4.12, lid 4 van de Bouwverordening. Het college kan een andere termijn bepalen.

6.Bij het ambtshalve toekennen, intrekken of wijzigen van een nummer van een object dan wel het ambtshalve wijzigen van de naam van een openbare ruimte kan het college beslissen dat aan de rechthebbende van een object die door dat besluit wordt geraakt een tegemoetkoming in de kosten wordt gegeven indien de oorzaak daarvan niet valt te verwijten aan de rechthebbende van dat object en die gemaakte kosten aantoonbaar zijn.

Artikel 5 Uitvoeringsvoorschriften

1.Het college stelt technische uitvoeringsvoorschriften vast voor de wijze van nummeren en voor het aanbrengen van nummer(verzamel)borden.

2.Het college stelt, met het oog op het interbestuurlijk en maatschappelijk belang van een systematische registratie van door hen uitgegeven namen en nummers, nadere registratieve voorschriften vast.

Artikel 6 Strafbepaling

1.Overtreding van artikel 4, tweede, derde, vierde en vijfde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

2.De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 7 Overgangsbepalingen

1.Namen en nummers die eerder door de gemeenteraad en het college zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening ongewijzigd bestaan.

2.Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

3.Bij het wijzigen van een nummer zoals bedoeld in het tweede lid, zullen het oude en het nieuwe nummer gedurende zes weken gebruikt kunnen worden op de wijze bepaald in de uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening naamgeving en nummering (adressen)'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 mei 2008,
de raad voornoemd,
de griffier,
mr drs J.L. van Berkel
de voorzitter,
A.J. Gerritsen