Regeling vervallen per 07-07-2017

Verordening Minima De Fryske Marren

Geldend van 09-07-2015 t/m 06-07-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2015

Intitulé

Verordening minima De Fryske Marren

De raad van de gemeente De Friese Meren;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van De Friese Meren nummer 2015/049

Dat de gemeente:

invulling wil geven aan een inclusieve samenleving;

in dat kader het belangrijk vindt om inwoners die als gevolg van het ontbreken van voldoende financiële middelen belemmeringen ondervinden in hun maatschappelijke participatie te ondersteunen en te stimuleren

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening minima De Fryske Marren

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze Verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

  • ·

    College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Fryske Marren

  • ·

    De aanvrager: De inwoner van de gemeente van 18 jaar en ouder die als gevolg van het ontbreken van voldoende financiële middelen belemmeringen ondervindt in de maatschappelijke participatie;

  • ·

    De belanghebbende: De aanvrager en diens inwonende kinderen in de leeftijd van 2 tot 18 jaar;

  • ·

    Maatschappelijke participatie: Deelname aan het maatschappelijke verkeer, door het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;

  • ·

    Tegemoetkoming: Een financiële bijdrage in de in verband met de maatschappelijke participatie gemaakte kosten;

  • ·

    Het “IK DOE MEE -plan”: Het “IK DOE MEE-plan” is het door belanghebbende opgesteld voorstel hoe deze gedurende de periode van augustus tot augustus invulling wil geven aan de maatschappelijke participatie. In het plan wordt in ieder geval aangegeven voor welke vorm(en) van maatschappelijke participatie een aanspraak om een tegemoetkoming wordt gedaan en of de belanghebbende van 16 jaar en ouder een bijdrage levert aan de maatschappelijke participatie van andere inwoners;

  • ·

    Participatiejaar: De periode van 1 augustus tot 1 augustus;

  • ·

    Aanvraag: Het verzoek van de belanghebbende om op basis van een “IK DOE MEE-plan” in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in het kader van deze Verordening;

  • ·

    Inkomen: Het inkomen als omschreven in de Participatiewet;

  • ·

    Belemmering: het ontvangen van langdurige zorg en ondersteuning en/of het hebben van een chronische aandoening waardoor de belanghebbende geen vrijwilligerswerk of mantelzorg kan verrichten.

HOOFDSTUK 2. De aanspraak op een tegemoetkoming

Artikel 2. De aanspraak

De aanvrager kan aanspraak maken op ondersteuning op het gebied van maatschappelijke participatie in de vorm van een tegemoetkoming voor zichzelf en zijn kind(eren) indien:

  • a.

    het inkomen van de aanvrager ten tijde van de aanvraag netto niet meer bedraagt dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm en deze geen studiefinanciering ontvangt op grond van de Wet op de studiefinanciering 2000;

  • b.

    het vermogen niet meer bedraagt dan het vermogen, zoals bedoeld in artikel 34 van de Wet werk en bijstand; en

  • c.

    bij het bepalen van het vermogen, als bedoeld onder b, wordt het vermogen uit de eigen woning buiten beschouwing gelaten.

Artikel 3. Het aanvraag

  • 1. De aanvraag wordt ingediend via het “IK DOE MEE-plan” voor het aankomende participatiejaar.

  • 2. In de aanvraag wordt in ieder geval gemeld:

    • a.

      voor welke vorm van maatschappelijke participatie een aanspraak om een tegemoetkoming wordt gedaan; en

    • b.

      of en op welke wijze de aanvrager en zijn kind(eren) van 16 en 17 jaar een bijdrage levert aan de maatschappelijke participatie van andere inwoners.

Artikel 4. Wijze van aanvraag

  • 1. De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk of elektronisch worden gedaan via het indienen middels het door het college ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

  • 2. Aanvragen ingediend voor 1 oktober geven recht op de maximale tegemoetkoming voor het aankomend participatiejaar.

  • 3. Aanvragen ingediend na 1 oktober geven recht op een tegemoetkoming naar rato van het aantal maanden, gerekend vanaf de eerste van de maand van aanvraag tot einde participatiejaar.

HOOFDSTUK 3. DE BEOORDELING

Artikel 5. Toekenningsgronden

Een tegemoetkoming kan worden toegekend voor zover deze:

  • a.

    niet op grond van een andere (wettelijke) voorliggende voorziening kan worden ontvangen; en

  • b.

    bedoeld is om de beperkingen op het gebied van maatschappelijke participatie op te heffen; en

  • c.

    op het individu is gericht.

Artikel 6. Inlichtingen, onderzoek, advies

  • 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een tegemoetkoming, degene door wie een aanvraag is ingediend:

    • a.

      op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te horen; en/of

    • b.

      zich te identificeren middels een (geldig) identiteitsbewijs.

  • 2. De aanvrager is verplicht aan het college die gegevens te verschaffen noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

HOOFDSTUK 4. De verstrekking

Artikel 7. De tegemoetkoming en kosten.

De belanghebbende kan voor de volgende kosten een tegemoetkoming ontvangen:

  • 1.

    Sportactiviteiten

  • a.

    De tegemoetkoming voor sportactiviteiten bedraagt 80% van de kosten van de sportactiviteit;

  • b.

    De jaarlijkse tegemoetkoming voor sportkleding, sportschoeisel en sportattributen bedraagt 50% van de kosten.

  • 2.

    Sociaal-culturele activiteiten

  • a.

    De tegemoetkoming voor sociaal-culturele activiteiten bedraagt 80% van de kosten van de activiteit;

  • b.

    De jaarlijkse tegemoetkoming voor lesgeld voor het volgen van muziekonderwijs bedraagt 80% van de kosten van de activiteit; en

  • c.

    Een tegemoetkoming van 50% voor de huur van het hiervoor benodigde muziekinstrument

  • 3.

    Schoolactiviteiten.

    De tegemoetkoming in de kosten van schoolactiviteiten bedraagt 80% van de kosten van de activiteit.

  • 4.

    Internet vergoeding

    De tegemoetkoming voor een internetaansluiting bedraagt 80% van de kosten met een maximum per maand van € 20,00 per huishouding.

Artikel 8 De hoogte van de tegemoetkoming

Het maximaal te verstrekken totaal aan tegemoetkomingen bedraagt per periode van augustus tot augustus:

  • 1.

    voor de belanghebbende van 2 tot 16 jaar: € 300,00;

  • 2.

    voor de belanghebbende van 16 en 17 jaar met aantoonbare belemmeringen en/of die een bijdrage levert in de maatschappelijke participatie van andere inwoners: € 300,00;

  • 3.

    voor de belanghebbende van 16 en 17 jaar die geen bijdrage levert in de maatschappelijke participatie van andere inwoners € 150,00;

  • 4.

    voor de belanghebbende van 18 jaar en ouder met aantoonbare belemmeringen en/of die een bijdrage levert in de maatschappelijke participatie van andere inwoners: € 200,00;

  • 5.

    voor de belanghebbende van 18 jaar en ouder die geen bijdrage levert in de maatschappelijke participatie van andere inwoners € 100,00;

Artikel 9 Ondervinden van belemmeringen

Van het ondervinden van aantoonbare belemmeringen is sprake indien de belanghebbende of het kind gemotiveerd geen vrijwilligerswerk of mantelzorg kan verrichten doordat deze

  • ·

    een voorziening ontvangt op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)of;

  • ·

    gebruik maakt van een voorziening op grond van de Wet Langdurige Zorg of;

  • ·

    een geselecteerde chronische ziekte heeft.

Artikel 10. Financiële tegemoetkoming

Bij verstrekking van de financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden in de beschikking opgenomen.

HOOFDSTUK 5. DE BESCHIKKING

Artikel 11. Motiveringsplicht

In de beschikking wordt vermeld op welke wijze wordt bijgedragen aan de maatschappelijke participatie van de belanghebbende.

Artikel 12. Wijzigingen in de situatie

Degene aan wie krachtens deze Verordening een tegemoetkoming is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op de tegemoetkoming .

Artikel 13. Intrekking van een beschikking

  • 1. Het college kan een beschikking, opgesteld op grond van deze Verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • a. niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze Verordening;

  • b. op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2. Een beschikking tot verlening van een financiële tegemoetkoming kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming niet is aangewend voor de bekostiging van de in het plan genoemde invulling van de maatschappelijke participatie.

Artikel 14. Terugvordering

Ingeval een tegemoetkoming is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming (geheel of gedeeltelijk) worden teruggevorderd.

HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN

Artikel 15.

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen bij of krachtens deze Verordening, indien toepassing van de Verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze aangepaste verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op de dag van publicatie en werkt terug tot 1 juli 2015, onder intrekking van de Verordening Minima 2013 die vastgesteld is op 25 juni 2014.

Artikel 17. Citeertitel

Deze Verordening wordt aangehaald als: Verordening Minima De Fryske Marren

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Friese Meren d.d. 24 juni 2015.
De griffier, De voorzitter,