Regeling vervallen per 01-01-2014

Beleidsregels voor de toepassing van de wegingsfactoren in fiscale procedures 2012

Geldend van 27-07-2012 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente de Ronde Venen;

gelet op artikel 1:3, vierde lid, artikel 7:15, 7.28 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 2 eerste lid, aanhef en onderdeel a, Besluit proceskosten bestuursrecht ( Bpb) juncto onderdeel C.1. van de bij dat besluit behorende bijlage.

Besluit:

Vast te stellen de volgende:

"Beleidsregels voor de toepassing van de wegingsfactoren in fiscale procedures 2012"

Artikel 1

  • In deze beleidsregel wordt verstaan onder een belastingbedrag:

  • a. het bedrag van een belastingaanslag tezamen met de bij de belastingaanslag opgelegde bestuurlijke boete, of;

  • b. indien geen belastingaanslag is vastgesteld, maar wel een bestuurlijke boete is opgelegd: het bedrag van de boete, of;

  • c. het bedrag van de belasting die op aangifte is voldaan. Onder een belastingaanslag wordt mede verstaan een bedrag als bedoeld in art. 233a, tweede lid, aanhef en onderdeel a, Gemeentewet.

Artikel 2

  • Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt een zaak aangemerkt als

  • A. zeer licht (wegingsfactor 0,25)indien de inspanning van de beroepsmatige derde en bewerkelijkheid van de zaak van geringe omvang te achten is, zoals onder meer:

    • 1.

      de tenaamstelling van het aanslagbiljet;

    • 2.

      het al dan niet eigenaar of gebruiker zijn van een pand;

    • 3.

      het al dan niet hebben van een rioolaansluiting;

    • 4.

      de te hanteren grondslag voor toepassing van de rioolheffing of afvalstoffenheffing;

    • 5.

      het ter beschikking houden van een woning in het kader van de woonforensenbelasting;

    • 6.

      het al dan niet hebben van voorwerpen in, op, of boven gemeentegrond in het kader van de heffing van precariobelasting;

    • 7.

      het aantal belastbare overnachtingen in het kader van de toeristenbelasting;

    • 8.

      de hoogte van de bouwsom in het kader van de heffing van leges;

    • 9.

      een onjuiste grondslag voor heffing van de grafrechten, marktgelden, parkeergelden,hondenbelasting of leges, niet zijnde bouwleges;

    • 10.

      een administratief beroep inzake kwijtschelding, een bezwaar tegen de in rekening gebrachte invorderingskosten, of een bezwaar inzake invorderingsrente;

    • 11.

      indien het besluit wordt ingetrokken wegens tegemoetkoming.

  • B. In alle overige gevallen wordt voor de toepassing van de wegingsfactoren, genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het BPB, een zaak aangemerkt als:

  • I. zeer licht (wegingsfactor 0,25), als in geschil:

    • 1.

      een belastingbedrag van minder dan € 450,-, of;

    • 2.

      een waarde van minder dan € 45.000,- of;

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van minder dan € 450,- dan wel met een waarde van minder dan € 45.000,-;

    • 4.

      of de complexiteit als zeer laag is aan te merken;

    • 5.

      bij kennelijk gegronde bezwaren.

  • II. licht (wegingsfactor 0,5)indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van € 450,- of meer, maar minder dan € 900,- of;

    • 2.

      een waarde van € 45.000,- of meer, maar minder dan € 90.000,- of;

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 450,- of meer, maar minder dan € 900,-, dan wel met een waarde van € 45.000,- of meer, maar minder dan € 90.000,-;

    • 4.

      of de complexiteit als laag is aan te merken;

    • 5.

      indien het besluit wordt ingetrokken wegens tegemoetkoming;

    • 6.

      beroep tegen niet tijdig beslissen waarbij geen beoordeling van het materiële geschil;

    • 7.

      bij gegronde bezwaren waarbij weinig tot geen beleidsvrijheid bestaat voor het bestuursorgaan, zoals bij gebonden beschikkingen.

  • III. gemiddeld (wegingsfactor 1)indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van € 900,- of meer, maar minder dan € 6.750,- of;

    • 2.

      een waarde van € 90.000,- of meer, maar minder dan € 675.000,-, of;

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 900,- of meer, maar minder dan € 6.750,-, dan wel met een waarde van € 90.000,- of meer, maar minder dan € 675.000,-;

    • 4.

      of de complexiteit als gemiddeld is aan te merken.

  • IV. zwaar(wegingsfactor 1,5) indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van € 6.750,- of meer, maar minder dan € 22.500,-, of;

    • 2.

      een waarde van € 675.000,- of meer, maar minder dan € 2.250.000,-, of;

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 6.750,- of meer, maar minder dan € 22.500,-, dan wel met een waarde van € 675.000,- of meer, maar minder dan € 2.250.000,-;

    • 4.

      of de complexiteit als meer dan gemiddeld is aan te merken;

    • 5.

      bij zaken die juridisch of inhoudelijk als ingewikkeld of omvangrijk moeten worden aangemerkt, zoals bij onduidelijke of nieuwe wetgeving of een grote hoeveelheid stukken.

  • V. zeer zwaar(wegingsfactor 2) indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van € 22.500,- of meer, of;

    • 2.

      een waarde van € 2.250.000,- of meer, of;

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 22.500,- of meer, dan wel met een waarde van € 2.250.000,- of meer; of de complexiteit als hoog is aan te merken;

    • 4.

      zaken die juridisch of inhoudelijk als zeer ingewikkeld of zeer omvangrijk moeten worden aangemerkt, zoals bij controversiële (nieuwe) wetgeving met wisselende lagere rechtspraak of uitzonderlijke hoeveelheden stukken.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2012.

  • 2. De instructies voor “de toepassing van de wegingsfactoren in fiscale procedures 2005” van 29 november 2004, worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3. De beleidsregels voor de toepassing van wegingsfactoren in fiscale procedures 2005 van de voormalige gemeente De Ronde Venen en de Beleidsregels voor de toepassing van wegingsfactoren in fiscale procedures 2005 van de voormalige gemeente Abcoude worden ingetrokken met ingang van de in lid 1 genoemde datum.

  • 4. Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels voor de toepassing van de wegingsfactoren in fiscale procedures 2012".

    Het college van burgemeester en wethouders,

    De secretaris, De Burgemeester