Regeling vervallen per 01-01-2015

Overgangsregeling Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid DE RONDE VENEN 2014

Geldend van 06-05-2014 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Overgangsregeling Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid DE RONDE VENEN 2014

Burgemeester en Wethouders van gemeente De Ronde Venen;

Overwegende dat het gewenst is regels te stellen voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand en het gemeentelijk minimabeleid;

gelet op de bepalingen in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, en artikel 5 onder d, artikel 7 eerste lid onder b en artikel 35 van de WWB.

Mede gelet op het raadsbesluit van 31 januari 2013, betreffende de vaststelling van de uitgangspunten van het Minimabeleid.

Mede gelet op het collegebesluit tot vaststelling van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid DE RONDE VENEN 2014 en onder intrekking van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid DE RONDE VENEN 2012.

B E S L U I T :

Vast te stellen:

Overgangsregeling Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid DE RONDE VENEN 2014

Artikel 1 Bepaling aanspraak op basis van inkomen en vermogen

  • 1. Voor aanvragen categoriale bijzondere bijstand en de regelingen op grond van het minimabeleid geldt dat het inkomen niet hoger mag zijn dan een inkomen zoals genoemd in artikel 35 lid 9 WWB.

  • 2. Voor alle regelingen geldt dat het vermogen niet hoger mag zijn dan het maximaal vrij te laten vermogen, zoals omschreven in artikel 34, lid 3 WWB.

Artikel 2 Regeling voor chronisch zieken gehandicapten

  • 3. Aan chronisch zieken en gehandicapten en aan personen met een hen ten laste komend kind dat chronisch ziek of gehandicapt is, wordt een tegemoetkoming voor verborgen kosten die samenhangen met ziekte of gebrek verstrekt.

  • 4. Voorwaarde voor aanspraak op de regeling is dat de inwoner kan aantonen dat hij of zij, of het ten laste komend kind, chronisch ziek of gehandicapt is. Dit kan bijvoorbeeld doordat de inwoner:

    • a.

      Langer dan 6 maanden thuiszorg heeft, of

    • b.

      Een hulpmiddel heeft gekregen voor wonen, werken, of vervoer op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), of

    • c.

      Een WAO of WIA uitkering heeft en volledig is afgekeurd (arbeidsongeschiktheidspercentage van 80 tot 100%), of

    • d.

      Een besluit van het CAK inzake een tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) heeft, of

    • e.

      Een recente verklaring van een behandelend arts omtrent een chronische ziekte of handicap heeft, of

    • f.

      Een beschikking van de tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG) heeft.

  • 5. Personen die verblijven in een door de AWBZ gefinancierde inrichting komen niet voor een vergoeding in aanmerking.

  • 6. De hoogte van de tegemoetkoming is door het college vastgesteld op € 178,50,- per jaar.

  • 7. Een aanvraag kan worden ingediend tot en met 31 december 2014.

Artikel 3 Declaratiefonds Sport en Cultuur

  • 1. Aan inwoners kan een bijdrage in de kosten voor sport en cultuur worden verstrekt.

  • 2. Aanvullende voorwaarden zijn dat:

    • a.

      De kosten betreffende in beginsel kosten voor maatschappelijke participatie door sport en cultuur zoals vermeld in de toelichting van deze beleidsregels;

    • b.

      De kosten van eventuele benodigdheden voor een activiteit komen niet voor een bijdrage in aanmerking;

    • c.

      De kosten zijn aantoonbaar.

  • 3. De kosten van sport en cultuur kunnen worden gedeclareerd tot een maximum van de som waarop het gezin waar de aanvrager toe behoort recht heeft (gezinsrecht).

  • 4. De hoogt van de vergoeding per gezinslid is vastgesteld door het college op € 138,- per jaar.

  • 5. Een aanvraag kan worden ingediend tot en met 31 december 2014.

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking de dag na die van bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2014.

  • 2.

    Deze beleidsregels vervallen op 1 januari 2015, behoudens voor zover van toepassing op aanvragen ingediend voor of op 31 december 2014. Voor deze aanvragen blijft de overgangsregeling van kracht tot einde looptijd van de verleende beschikking.

  • 3.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Overgangsregeling Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid DE RONDE VENEN 2014”

Ondertekening

Mijdrecht, 15 april 2014
Burgemeester en wethouders van De Ronde Venen,

Toelichting

Met ingang van 1 januari 2014 is het gemeentelijke minimabeleid aangepast. Deze beleidsregels Minimabeleid 2014 formuleren uitgangspunten voor minimaverstrekkingen waarbij vraaggerichtheid centraal staat. Dit beleid bevatte geen overgangsregeling. Het ontbreken van deze overgangsregeling doorkruist de Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen. In deze verordening staat in artikel 5 dat uitwerking in beleidsregels nodig is. Deze uitwerking staat nu weer in artikel 3 van deze beleidsregels.

Artikel 2 Regeling voor chronisch zieken gehandicapten

Op grond van artikel 35 lid 3 van de WWB kan categoriale bijzondere bijstand worden verleend aan chronisch zieken en gehandicapten die door het college zijn aangewezen en waarvan aannemelijk is dat zij zich in bijzondere omstandigheden bevinden die leiden tot bepaalde noodzakelijke kosten van het bestaan waarin de algemene bijstand niet voorziet.

Als personen aan een van de genoemd criteria voldoen behoren zij tot de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten. In dat geval hoeft er geen (medische) keuring plaats te vinden om in aanmerking te komen voor categoriale bijzondere bijstand. Het is aan te nemen dat een groot deel van de genoemde doelgroep behoort tot de groep 65 jaar en ouder, derhalve is voor personen van 65 jaar en ouder geen afzonderlijke regeling bijzondere bijstand opgenomen.

De definitie van thuiszorg wordt volgens het woordenboek gehanteerd; behandeling en verzorging van zieken en gehandicapten in hun eigen woonomgeving.

Personen die verblijven in een door de AWBZ gefinancierde inrichting komen niet voor een vergoeding in aanmerking daar de kosten gedekt zijn.

Artikel 3 Declaratiefonds Sport en Cultuur

Ten aanzien van het beleid met betrekking tot de voorzieningen voor maatschappelijke participatie, geldt dat deze uitsluitend betrekking mogen hebben op sociaal-culturele en sportieve activiteiten. Het kan dus niet zo zijn dat onder de noemer “voorziening voor maatschappelijke participatie” andersoortige verstrekkingen worden gedaan die liggen op het vlak van de afgeschafte categoriale regelingen en waaraan de bezwaren kleven die voor het Rijk aanleiding waren om de categoriale regelingen af te schaffen. Om die reden wordt hier een opsomming opgenomen met kosten die in beginsel voor een bijdrage in aanmerking komen. De lijst is indicatief en limitatief:

SPORT: lidmaatschap sportvereniging, seizoenkaart entree sportwedstrijden evenementen op het gebied van sport en recreatie, kindervakantieweek, sportieve recreatie, lidmaatschap volkstuinvereniging.

CULTUUR: museumkaart, cultureel jongerenpas (CPJ), entreebewijzen en abonnementen voorstellingen, lidmaatschap bibliotheek, lidmaatschap amateuristisch kunst/cultuur vereniging, incl/ cursusprojecten, lidmaatschap milieuverenigingen, lidmaatschap ideële groeperingen zoals amnesty international, I.K.V., vrouwen voor vrede etc., krantenabonnenten, lidmaatschap jeugdverenigingen, incl. scouting, deelname club- en buurthuizen lidmaatschap voor ouderenbond en/of ouderenvereniging.