Beleidsregels voor het verlenen van ontheffing van het verplichte gebruik van een parkeerschijf in de parkeerschijfzone in Mijdrecht

a. Parkeerschijfzone: dat gedeelte van Mijdrecht dat als zodanig door de gemeenteraad is aangewezen. Binnen de parkeerschijfzone geldt op maandag tot en met zaterdag van 8:00 tot 18:00 uur, op vrijdagavond van 18:00 tot 21:00 uur en op overige koopavonden een maximum parkeerduur van 2 uren;

b. Parkeerontheffing: ontheffing van het verplichte gebruik van een parkeerschijf, zodat de maximum geldende parkeerduur in de parkeerschijfzone, voor het voertuig ten behoeve waarvan ontheffing is verleend, niet van kracht is;

c. Bewoners: personen die woonachtig zijn binnen de parkeerschijfzone, staan ingeschreven op een adres gelegen binnen de parkeerschijfzone en als zodanig zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente De Ronde Venen;

d. Bedrijven: alle instellingen waar bedrijfs- of beroepsmatig werkzaamheden worden verricht;

e. Parkeergelegenheid op eigen terrein: dat gedeelte van het eigen terrein dat kan worden aangewend voor het plaatsen van een motorvoertuig, waarbij in ieder geval wordt uitgesloten dat gedeelte van het eigen terrein waarop een recht van overpad berust en waar, door de plaatsing van een motorvoertuig de doorgang ernstig wordt belemmerd. Tevens wordt hieronder verstaan parkeerruimte in de directe nabijheid van de woning(en) die exclusief bedoeld is voor het plaatsen van het motorvoertuig van de bewoner(s) van de betreffende woning(en) (bijvoorbeeld een parkeergarage onder een appartementencomplex);

f. Openbare particuliere parkeerterreinen: parkeerterreinen die eigendom zijn van particulieren, maar die op basis van overeenkomsten tussen gemeente en eigenaar gebruikt worden als openbare parkeerterreinen en die niet als particulier terrein herkenbaar zijn;

g. Eigen motorvoertuig: onder het eigen motorvoertuig wordt begrepen een personenauto die eigendom is van de bewoner of die aantoonbaar aan hem voor permanent gebruik ter beschikking is gesteld.

a. Parkeerontheffingen zijn kentekengebonden;

b. De parkeerontheffingen worden per kalenderjaar uitgegeven en zijn maximaal vijf jaar geldig. De einddatum wordt door de gemeente op de parkeerontheffing aangebracht;

c. Het maximum aantal parkeerontheffingen bedraagt twee per adres;

a. Bewoners, als bepaald in artikel I van deze beleidsregels, die bij de woning geen of onvoldoende parkeergelegenheid op eigen terrein hebben, komen in aanmerking voor een parkeerontheffing voor het eigen motorvoertuig;

b. Voor andere dan eigen motorvoertuigen, als bepaald in artikel I van deze beleidsregels, wordt geen parkeerontheffing verleend;

a. Bedrijven die tijdelijk gedurende een langere tijd dan de maximum geldende parkeerduur ingevolge de parkeerschijfzone, hun werkzaamheden moeten uitoefenen op 1 of meer locaties binnen de parkeerschijfzone, komen afhankelijk van de aard en de duur van de te verrichten werkzaamheden, in aanmerking voor een tijdelijke ontheffing die uitsluitend gebruikt mag worden tijdens en ten behoeve van de werkzaamheden;

b. In geval van een tijdelijke parkeerontheffing brengt de gemeente op de ontheffing een “T” aan, evenals de vervaldatum van de betreffende ontheffing en de dagen waarop de ontheffing geldig is;

a. Naast parkeerontheffingen die worden verstrekt op de wijze als in deze beleidsregels beschreven, worden ook (jaarlijks) parkeerontheffingen op grond van overeenkomsten met eigenaren van particuliere parkeerterreinen verstrekt, zulks echter uitsluitend op voordracht en op naam van de eigenaar van het parkeerterrein en uitsluitend voor het parkeerterrein waarop de overeenkomst betrekking heeft. Voor deze parkeerontheffingen zijn de bepalingen onder II, III, IV, VI en VII niet van toepassing;

b. Op parkeerontheffingen verstrekt op basis van overeenkomsten zoals beschreven in III.9 wordt door de gemeente een “P” aangebracht, de vervaldatum en het parkeerterrein waarvoor de betreffende parkeerontheffing geldig is;

a. Bij de aanvraag van een parkeerontheffing dient een kopie van het kentekenbewijs te worden overlegd;

b. Bij het afhalen van de toegekende parkeerontheffing dient het kentekenbewijs te worden getoond;

a. Op deze beleidsregels is geen overgangsrecht van toepassing.