Notitie bedrijfswoningen

1. Inleiding

Op het bedrijventerrein in Mijdrecht en bedrijventerrein Voorbancken in Vinkeveen bestaat

de mogelijkheid tot het realiseren van een bedrijfswoning (dienstwoning), al dan niet in de

vorm van een binnenplanse vrijstelling (ex art. 15 WRO).

Gevestigde bedrijfswoningen kunnen een beperking betekenen voor te vestigen nieuwe bedrijven i de nabijheid. Verder kunnen reeds gevestigde bedrijven in hun bedrijfsvoering

worden beperkt doordat bedrijfswoningen binnen de hindercirkel van een bedrijf zijn gelegen

waardoor een uitbreiding van de milieuvergunning van deze bedrijven niet mogelijk is.

In alle bestemmingsplannen die van kracht zijn binnen de hiervoor genoemde bedrijventerreinen, is een begripsomschrijving van het woord “bedrijfswoning (of dienstwoning)” opgenomen. In alle omschrijvingen wordt aangegeven dat er een ‘noodzakelijk’ verband moet zijn

tussen bedrijf en woning. Voor het bepalen of een woning noodzakelijk is of niet, ontbreken

echter duidelijke en éénduidige toetsingscriteria. In het verleden is dan ook bijna altijd medewerking verleend aan aanvragen voor het realiseren van een bedrijfswoning.

Om verdere onnodige beperkingen op de bedrijventerreinen te voorkomen is in deze beleidsnotitie een éénduidige omschrijving van een bedrijfswoning vastgelegd en is een aantal

criteria gegeven voor het aantonen van de noodzaak van een bedrijfswoning op het bedrijventerrein.

2. Waar heeft deze notitie betrekking op?

Deze notitie heeft betrekking op alle aanvragen om een bedrijfswoning op het bedrijventerrein in Mijdrecht en bedrijventerrein Voorbancken in Vinkeveen. De notitie vervangt géén

voorschriften uit de bestemmingsplannen die ten tijde van vaststelling van deze notitie op de

gebieden betrekking hebben. Het geeft wel een éénduidige omschrijving van de term bedrijfswoning (of dienstwoning) en een interpretatie van de noodzakelijkheid van deze woningen. Zolang er géén nieuw bestemmingsplan voor het bedrijventerrein van kracht is, wordt

deze notitie bij de beoordeling van dergelijke aanvragen als toetsingskader gehanteerd.

Het gaat om bedrijfswoningen (of dienstwoningen) zoals genoemd in:

• ·

  Artikel 6 lid 8 van het uitbreidingsplan-in-onderdelen “Het Proostdijland C.A.”, vastgesteld 29-03-1960 en goedgekeurd 12-06-1960;

• ·

  artikel 3 lid 2 onder c van bestemmingsplan Industriegebied Zuid 1972, vastgesteld 24-10-1972 en goedgekeurd 04-09-1973;

• ·

  artikel 3 lid 2 onder c van bestemmingsplan Industriegebied Noord 1972, vastgesteld 24- 10-1972 en goedgekeurd 04-09-1973;

• ·

  artikel … van bestemmingsplan “Bedrijventerrein Noordoost”, vastgesteld 24-10-1989 en goedgekeurd 12-06-1990;

• ·

  artikel 4 lid 11 van bestemmingsplan “Werkeiland”, vastgesteld 11-07-2002 en goedgekeurd 28-01-2003;

• ·

  artikel 8 lid 1 van bestemmingsplan “Landelijk Gebied” (Vinkeveen), vastgesteld 29-01-1973 en goedgekeurd 31-04-1974

3. Wat is een bedrijfswoning?

Onder een bedrijfswoning wordt verstaan: “een woning in of bij een gebouw of op of bij een

terrein, slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is.” Er wordt dus vanuit gegaan dat het noodzakelijk is voor het bedrijf (de bedrijfsvoering) dat erbij gewoond wordt.

4. Wanneer is er sprake van een bedrijf?

Om te voorkomen dat wonen een belangrijker argument tot vestiging ter plaatse is dan het

realiseren van een bedrijf, is het nodig hier voorwaarden aan te verbinden. Immers het bedrijf

staat centraal en vanuit dit uitgangspunt moet het wonen bij het bedrijf noodzakelijk zijn.

Toetsing zal plaatsvinden aan de volgende criteria:

• ·

  Volwaardig bedrijf: Hieronder wordt verstaan dat de bedrijfsactiviteiten ter plaatse structureel gedurende het gehele jaar plaatsvinden. Tevens dient er bedrijfseconomisch sprake te zijn van een bestaande zelfstandig bedrijf, waarbij het hoofdinkomen van de bewoner van de bedrijfswoning afkomstig is van het bedrijf en van de bedrijfsactiviteiten ter plaatse. Dit dient aangetoond te worden middels een bedrijfsplan waarbij zowel inhoudelijk als financieel de volwaardigheid wordt aangetoond en als uitgangspunt wordt genomen dat het bedrijf minimaal één jaar als volwaardig bedrijf bestaat. Indien nog niet wordt aangetoond dat er sprake is van een volwaardig bedrijf moet eerst het bedrijfsgebouw gerealiseerd worden en op een later tijdstip, als wel aan dit criterium voldaan wordt, de bedrijfswoning.

• ·

  Zelfstandige eenheid: De bedrijfsactiviteiten ter plaatse dienen de woning te rechtvaardigen. Hierbij worden geen activiteiten elders betrokken.

• ·

  Blijvende relatie tussen bedrijf en bedrijfswoning: De noodzaak van een bedrijfswoning mag niet van tijdelijke aard zijn. Indien voorzienbaar is dat deze relatie slechts tijdelijk is, is er geen sprake van een noodzaak dat wonen rechtvaardigt. Immers bedrijf en bedrijfswoning zijn onlosmakelijk gekoppeld. Dit houdt ook in dat als een bedrijf om wat voor reden verplaatst ook de woning ontruimt dient te worden en er slechts een bedrijf terug mag komen dat een bedrijfswoning rechtvaardigt. Wel kan de (voormalige) bedrijfswoning in gebruik worden genomen als bedrijfsruimte.

• ·

  Verhouding bedrijf/bedrijfswoningVanwege duurzaam ruimtegebruik moet voorkomen worden dat het bedrijf een ondergeschikt gebruik van het perceel uitmaakt. Immers het is en blijft een bedrijfsperceel. Wonen is ondergeschikt aan het bedrijf. Uitgegaan wordt van een verhouding tussen bedrijf en bedrijfswoning. Als uitgangspunt wordt gehanteerd ¾ bedrijf ¼ bedrijfswoning, zowel in m2 als m3 (tot een maximum van 600 m3) In verband met het gewenste kleinschalige karakter wordt voor Voorbancken een verhouding 2/3 bedrijf en 1/3 bedrijfswoning gehanteerd.

5. Wanneer is het noodzakelijk?

Voor het beoordelen of een bedrijfswoning bij een bedrijf als noodzakelijk moet worden beschouwd, wordt uitgegaan van twee criteria.

• ·

  De bedrijfswoning is noodzakelijk voor het houden van toezicht.

• ·

  De bedrijfswoning is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering.

Noodzaak in verband met toezicht

De bedrijfswoning is noodzakelijk voor het houden van toezicht op het bedrijf, waartoe de

woning behoort, gezien de aard van de activiteiten van dit bedrijf. Het houden van toezicht

moet nodig zijn gedurende reguliere openingstijden, maar ook daarbuiten.

De volgende toetsingsvragen worden hierbij gesteld:

• 1.

  Is direct toezicht noodzakelijk vanwege een verhoogde kans op calamiteiten? Normale voorzieningen gericht op beveiliging ter voorkoming van een calamiteit worden geacht aanwezig te zijn. Er zal derhalve sprake moeten zijn van een bijzondere bedrijfssituatie, waarbij slechts door onmiddellijk ingrijpen een calamiteit kan worden voorkomen.

• 2.

  Is direct toezicht noodzakelijk vanwege bijzondere bedrijfsprocessen? Continue aanwezigheid is erg noodzakelijk om het bedrijfsresultaat te bereiken. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij levend materiaal waarbij continue aanwezigheid noodzakelijk is.

• 3.

  Is direcht toezicht noodzakelijk vanwege het product dat het bedrijf aanbiedt? De aan- en/of afvoer van producten zijn zodanig en zo frequent, dat dit plaats moet vinden op ongeregelde tijden en niet op een andere wijze georganiseerd kan worden binnen datgene dat binnen het maatschappelijk en zakelijk verkeer als redelijk wordt geacht.

Noodzaak in verband met doelmatige bedrijfsvoering

Ook hier geldt dat de aard van de activiteiten bepaalt in hoeverre deze reden van toepassing

is. In ieder geval moet aangetoond worden dat de persoon, die de bedrijfswoning wil gaan

betrekken, daadwerkelijk en duurzaam bij de dagelijkse bedrijfsvoering is betrokken. Daarnaast is het van belang dat aannemelijk gemaakt wordt dat met de bedrijfswoning een aanzienlijk bedrijfseconomisch belang gediend is. De volgende toetsingsvragen worden hierbij

gesteld:

• ·

  Is directe aanwezigheid noodzakelijk vanwege het product dat het bedrijf aanbiedt? Is het product van het bedrijf en de klant van het bedrijf, afzonderlijk en gezamenlijk, afwijkend van het gangbare, waarbij een ontkoppeling van wonen en werken een onevenredige belasting van de bewoner met zich meebrengt dat een doelmatige bedrijfsvoering onmogelijk is.

• ·

  Is directe aanwezigheid noodzakelijk vanwege het bijzondere verloop van het productieproces? Het productieproces ter plaatse vergt zoveel tijd en aandacht van de bewoner van de bedrijfswoning dat op grond daarvan een redelijk belang om op het bedrijfsperceel te wonen aanwezig geacht mag worden.

Indien na beantwoording van bovenstaande vragen de bedrijfsvoering toch continue aanwezigheid vereist, moet bekeken worden of dit ingevuld kan worden door volcontinue (24-uurs)

dienst door werknemers.

Mijdrecht, 9 juli 2007

College van burgemeester en wethouders van de Ronde Venen,

de secretaris, de burgemeester,