Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop De Ronde Venen 2016

Geldend van 14-12-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop De Ronde Venen 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen over het beleid ten aanzien van de compensatie van personen die vanaf 1 januari 2016 niet in aanmerking komen voor de alleenstaande ouderkop;

Gelet op de artikelen 22a en 35 van de Participatiewet;

BESLUIT:

Vast te stellen de Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop De Ronde Venen 2016

Artikel 1 Begripsbepaling

Artikel 2 Rechthebbende

Tot de doelgroep behoort de persoon van 18 jaar of ouder met een ten laste komend kind, die niet in aanmerking komt voor een alleenstaande ouderkop omdat hij een partner heeft als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de AWIR, die door omstandigheden in een verpleeginrichting woont, in detentie is of in het buitenland verblijft.

Artikel 3 Voorliggende voorziening

De alleenstaande ouderkop, als onderdeel van het kindgebonden budget van de Belastingdienst, wordt aangemerkt als voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 15 van de Participatiewet.

Artikel 4 Bijzondere bijstand

  • 1. Het college kan op aanvraag van een belanghebbende periodieke (belaste) individuele bijzondere bijstand verlenen, als bedoeld in artikel 2, indien en voor zover aan de voorwaarden is voldaan, die de Participatiewet en deze beleidsregels aan bijstandverlening stellen.

  • 2. De bijzondere bijstand wordt beëindigd zodra een beroep gedaan kan worden op de alleenstaande ouderkop of zodra het inkomen meer bedraagt dan de toepasselijke bijstandsnorm plus het maximale bedrag van de alleenstaande ouderkop.

Artikel 5 Hoogte bijzondere bijstand

Artikel 6 Draagkracht

  • 1. Voor het vaststellen van de hoogte van het inkomen en vermogen is paragraaf 3.4 van de Participatiewet van toepassing.

  • 2. Op deze beleidsregels is de kostendelersnorm van toepassing, zoals genoemd in de Participatiewet, IOAW en IOAZ.

  • 3. Het inkomen dat meer bedraagt dan de toepasselijke bijstandsnorm, wordt volledig tot de draagkracht gerekend.

  • 4. Het vermogen dat meer bedraagt dan de van toepassing zijnde vermogensgrens genoemd in artikel 34 lid 3 van de Participatiewet wordt volledig tot de draagkracht gerekend.

Artikel 7. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop De Ronde Venen 2016’.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die van vaststelling en werken terug tot en met 1 januari 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van

15 maart 2016,

Burgemeester en wethouders van De Ronde Venen
secretaris
Lilian Schreurs
burgemeester
Maarten Divendal

Toelichting op Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop gemeente De Ronde Venen

Algemeen

Met de vaststelling van de Wet hervorming kindregelingen is de hogere norm voor een alleenstaande ouder in de Participatiewet (en IOAW en IOAZ) verdwenen. De norm alleenstaande ouder is even hoog als de norm alleenstaande. Alleenstaande ouders ontvangen daarmee vanaf 1 januari 2015 net zoveel algemene bijstand als een alleenstaande. Voor uitkeringsgerechtigden die op 31 december 2014 een uitkering naar de norm voor een alleenstaande ouder ontvingen, was tot 1 januari 2016 overgangsrecht van toepassing. Deze beleidsregels voorzien in een compensatie.

Een alleenstaande ouder kan in aanmerking komen voor een hoger kindgebonden budget via de Belastingdienst; de zogenaamde alleenstaande ouderkop. De hoogte van de alleenstaande ouderkop is € 3.066 per jaar (2016).

Er is een groep alleenstaande ouders met een bijstandsuitkering die geen alleenstaande ouderkop van de Belastingdienst ontvangt. Het gaat om alleenstaande ouders die op basis van de begripsbeschrijving van de Belastingdienst een partner hebben, maar op basis van de Participatiewet niet. Het is daardoor mogelijk dat iemand voor de gemeente alleenstaande ouder is, maar voor de Belastingdienst niet en daardoor de alleenstaande ouderkop niet ontvangt. Voorbeelden zijn een partner in detentie, een verpleeghuis, of langdurig verblijf in het buitenland.