Beleidsregels Individuele Inkomenstoeslag De Ronde Venen 2019

Geldend van 25-12-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Individuele Inkomenstoeslag De Ronde Venen 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;

Gelet op artikel 3 en 7 van de Verordening individuele Inkomenstoeslag De Ronde Venen 2019;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels Individuele Inkomenstoeslag De Ronde Venen 2019

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      De wet: de Participatiewet;

    • b.

      Wet WIA: de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

    • c.

      WSF: Wet Studiefinanciering 2000;

    • d.

      WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • e.

      WSNP: Wet Schuldsanering natuurlijke personen;

    • f.

      IIT: Individuele Inkomenstoeslag.

Artikel 2 Geen uitzicht op inkomensverbetering

  • 1. Geen uitzicht op inkomensverbetering heeft:

    • a.

      De belanghebbende die op de aanvraagdatum volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, als bedoeld in artikel 4 Wet WIA;

    • b.

      De belanghebbende waarbij voor minimaal zes maanden vanaf de aanvraagdatum is vastgesteld dat vrijwilligerswerk, dan wel daarmee gelijkgestelde onbetaalde, niet-reguliere arbeid het maximaal haalbare is;

    • c.

      De belanghebbende die niet valt onder één van de categorieën genoemd onder a en b, maar waarvan het college op grond van eigen bevindingen tot het oordeel komt dat belanghebbende gelet op de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.

  • 2. Indien belanghebbende een gezamenlijke huishouding vormt, wordt verondersteld geen uitzicht op inkomensverbetering aanwezig te zijn wanneer op beide echtgenoten één of meerdere van de in het eerste lid genoemde situaties van toepassing is.

Artikel 3 Uitzicht op inkomensverbetering

  • 1. Bij de beoordeling of er sprake is van uitzicht op inkomensverbetering wordt maatwerk geleverd op basis van de individuele situatie en de persoonlijke omstandigheden van belanghebbende.

  • 2. Bij het bepalen van het uitzicht op inkomensverbetering worden in ieder geval de volgende factoren in overweging genomen, of:

    • a.

      De belanghebbende op de aanvraagdatum uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs volgt en/of studiefinanciering op grond van de WSF ontvangt of een opleiding als bedoeld in de WTOS volgt;

    • b.

      De belanghebbende binnen een termijn van zes maanden na de aanvraagdatum een inkomen kan krijgen dat hoger is dan de inkomensgrens voor de IIT;

    • c.

      De belanghebbende, die op de aanvraagdatum een inkomen heeft dat hoger is dan de inkomensgrens voor de IIT, maar gedurende drie jaar op bijstandsniveau leeft wegens een minnelijke schuldregeling of WSNP-traject;

    • d.

      De belanghebbende die gedurende de referteperiode een maatregel opgelegd heeft gekregen wegens een schending van een re-integratie- of arbeidsverplichting, als bedoeld in de wet, de IOAW of IOAZ, dan wel een maatregel opgelegd heeft gekregen door het UWV of SVB. Een waarschuwing wordt hier niet als maatregel beschouwd;

    • e.

      De belanghebbende die gedurende de referteperiode verwijtbaar heeft nagelaten om overige factoren die het uitzicht op inkomensverbetering belemmeren, op te lossen, anders dan genoemd onder a t/m d.

Artikel 4 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking na de dag van bekendmaking en worden aangehaald als: Beleidsregels Individuele Inkomenstoeslag De Ronde Venen 2019.

Ondertekening

Mijdrecht, 23 oktober 2018

Burgemeester en wethouders van De Ronde Venen,

de secretaris,

Lilian Schreurs

de burgemeester,

Maarten Divendal

Toelichting beleidsregel IIT

Deze beleidsregel betreft de nadere invulling van de Verordening Individuele Inkomenstoeslag De Ronde Venen 2019 en artikel 36 van de Participatiewet (Pw).

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

Artikel 2 Geen uitzicht op inkomensverbetering

Lid 1, sub a en b

Er is geen uitzicht op inkomensverbetering wanneer op de aanvraagdatum belanghebbende volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, als bedoeld in artikel 4 Wet WIA. Ook wordt er geen uitzicht op inkomensverbetering verwacht wanneer belanghebbende voldoet aan de re-integratie- en arbeidsverplichtingen door het verrichten van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, mantelzorg of een vorm van dagbesteding. Hiervan is dan wel vastgesteld dat dit voor hen het maximaal haalbare is. Dit is voor een minimale duur van zes maanden vanaf de aanvraagdatum.

Lid 1, sub c

Dit artikel bevat een niet-limitatieve opsomming. Het is niet mogelijk om alle doelgroepen te benoemen die geen uitzicht op inkomensverbetering hebben. De beoordeling of een belanghebbende uitzicht op inkomensverbetering heeft vindt plaats op basis van de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van belanghebbende.

Lid 2

Indien er sprake is van een gezamenlijke huishouding moet er voor beide echtgenoten geen uitzicht zijn op een inkomensverbetering.

Artikel 3 Uitzicht op inkomensverbetering

Lid 1

Zoals aangegeven dient er bij de beoordeling van de IIT een individuele toets plaats te vinden. Dit lid benadrukt de urgentie van maatwerk bij de beoordeling.

Lid 2

In dit lid worden factoren benoemd die bij de beoordeling van het uitzicht op inkomensverbetering worden meegewogen. De hierna genoemde factoren kunnen wijzen op een uitzicht op inkomensverbetering, maar dat hoeft zeker niet altijd het geval te zijn. Er is altijd sprake van maatwerk waarbij de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden doorslaggevend zijn.

Sub a

Bij de groep studenten kan er vanuit worden gegaan dat zij een goed arbeidsmarkt perspectief hebben. Enkel de belanghebbende die tijdens de referteperiode door ziekte de studie/opleiding moest staken en daardoor geen uitzicht meer heeft op inkomensverbetering, kan wel in aanmerking komen voor de IIT.

Sub b

Als redelijkerwijs aannemelijk is dat belanghebbende binnen zes maanden na de aanvraagdatum een inkomen kan krijgen dat hoger is dan de geldende inkomensgrens voor de IIT, bestaat er uitzicht op inkomensverbetering. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als op het moment van de aanvraag al vaststaat dat belanghebbende een baan heeft waarvan de ingangsdatum binnen een termijn van zes maanden ligt of als belanghebbende op de aanvraagdatum inkomsten uit arbeid ontvangt onder de inkomensgrens voor IIT en bewust kiest voor een deeltijdbaan, maar wel potentieel heeft om zijn inkomen te verbeteren. Wanneer iemand een deeltijdbaan heeft en er geen mogelijkheid is om zijn uren (op korte termijn, zijnde zes maanden) uit te breiden, kan worden geconcludeerd dat er geen uitzicht is op inkomensverbetering.

Sub c

Belanghebbende die in een minnelijke schuldregeling (Msnp) of Wsnp zitten, leven gedurende dit traject van een inkomen op of beneden bijstandsniveau (wekelijks leefgeld). Het feitelijk inkomen ligt vaak hoger en het meerdere van het (gezamenlijk) inkomen wordt aangewend voor de aflossing van schulden. Voorwaarden verbonden aan een schuldregeling houdt onder meer in dat personen alles in het werk moeten stellen om een inkomen te verwerven. Het feit dat op deze personen een schuldregeling van toepassing is, maakt niet dat zij geen uitzicht op inkomensverbetering hebben.

Sub d

De IIT is niet bedoeld om de verlaging van de uitkering, die aan een belanghebbende is opgelegd in de vorm van een maatregel, te compenseren. Deze maatregel is immers opgelegd omdat de gemeente, het UWV of de SVB een dergelijke gedraging niet accepteert en het gedrag tevens in de weg staat tot inkomensverbetering.

Het college zal in het individuele geval moeten beoordelen of belanghebbende inspanningen heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen, dit is in beginsel niet het geval als belanghebbende in de referteperiode één van de re-integratie- of arbeidsverplichtingen heeft geschonden. In het bijzonder geldt dit voor de zwaardere overtredingen waarbij verondersteld kan worden dat door het verzuim het uitzicht op inkomensverbetering aanzienlijk is verminderd. Dit is het geval als een persoon niet of onvoldoende naar vermogen heeft getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen, te behouden of te aanvaarden zonder dat er sprake is van een bijzondere omstandigheid, die aanleiding heeft gegeven om af te zien van een verlaging van de uitkering.

Sub e

Het college is bevoegd ook in andere situaties de IIT niet toe te kennen. Het gaat hierbij om situaties waarbij mensen in onvoldoende mate getracht hebben om tot inkomensverbetering te komen, dan wel verwijtbaar hebben nagelaten om belemmeringen die in de weg staan tot inkomensverbetering weg te nemen of aan te pakken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het door eigen toedoen vroegtijdig beëindigen van een schuldhulpverleningstraject, maar ook andere situaties zijn denkbaar.