Regeling vervallen per 01-01-2013

Gedragscode bestuurlijke integriteit Abcoude voor collegeleden

Geldend van 18-11-2005 t/m 31-12-2012

Intitulé

Gedragscode bestuurlijke integriteit Abcoude voor collegeleden

Inleiding

Collegeleden stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Wat we onder integer handelen verstaan is niet in detail vast te leggen. De gemeentewet geeft twee middelen die handvatten bieden. Ten eerste de eed (verklaring en belofte) en ten tweede de gedragscode.

De eed (verklaring en belofte) die collegeleden afleggen voordat ze hun functie gaan uitoefenen luidt:

Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot wethouder/burgemeester benoemd te worden, rechtstreeks noch midd e lijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets uit/in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middelijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als wethouder/burgemeester naar eer en geweten zal vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!

(Dat verklaar en beloof ik!)

Naast deze eed (verklaring en belofte) stelt de raad voor de wethouders en voor de burgemeester een gedragscode vast (art. 41 c lid 2 resp. art. 69 Gemeentewet).

Kernbegrippen bestuurlijke integriteit

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt

aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders, de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

  • -

    Dienstbaarheid: Het handelen van een bestuurder is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

  • -

    Functionaliteit: Het handelen van een bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

  • -

    Onafhankelijkheid: Bij het handelen van een bestuurder treedt geen vermenging op met oneigenlijke (private) belangen en ook de schijn van een dergelijke belangenverstrengeling wordt vermeden.

  • -

    Openheid: Het handelen van een bestuurder is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de bestuurder en de beweegredenen daarbij.

  • -

    Betrouwbaarheid: Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

  • -

    Zorgvuldigheid: Het handelen van een bestuurder is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. Een bestuurder laat zich niet beledigend uit over anderen.

  • -

    Professionaliteit: Het integer handelen van een bestuurder is onderdeel van het professioneel vervullen van de functie. De professionaliteit uit zich in de omgang en samenwerking met collega’s, medewerkers en andere personen en relaties binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. Professionaliteit betekent dat het handelen van de bestuurder voldoet aan de kenmerken: eerlijk en open, betrouwbaar, zorgvuldig en onberispelijk.

  • -

    Non-discriminatie: Het handelen van een bestuurder wordt gekenmerkt door non-discriminatie, dat wil zeggen dat een bestuurder allen in gelijke gevallen gelijk behandelt, zonder discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook.

  • -

    Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

    • 1

      Algemene bepalingen

      • 1.1

        Deze gedragscode is van toepassing op de burgemeester en wethouders van de gemeente Abcoude.

      • 1.2
        • -

          Onder het college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders;

        • -

          Onder bestuurder wordt verstaan: burgemeester, wethouders

      • 1.3

        In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindtbespreking plaats in het college of de raad(scommissie)

      • 1.4

        Deze gedragscode is openbaar en door derden te raadplegen.

      • 1.5

        De leden van het college ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de gedragscode.

    • 1.a

      Eed, verklaring en belofte Bestuurders laten zich in hun handelen leiden door de eed of de verklaring en belofte die zij hebben afgelegd.

    • 2

      Belangenverstrengeling en aanbesteding

      • 2.1

        Een bestuurder doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisatieswaarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

      • 2.2

        Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

      • 2.3

        Een oud-bestuurder wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

      • 2.4

        Een bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

      • 2.5

        Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten ofdiensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

      • 2.6

        Artikel 2.5 is van overeenkomstige toepassing op organisaties die een subsidierelatie hebben met de gemeente.

    • 3

      Nevenfuncties

      • 3.1

        Een bestuurder vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

      • 3.2

        Een bestuurder maakt melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

      • 3.3

        De kosten die een bestuurder maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

      • 3.4

        Een bestuurder die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, bespreekt dit voornemen in het college. Daarbij komt tevens aan de orde hoe wordt gehandeld met betrekking tot eventuele vergoedingen en de te maken kosten.

    • 4

      Informatie

      • 4.1

        Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

      • 4.2

        Een bestuurder houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

      • 4.3

        Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie, zolang deze informatie niet openbaar is.

    • 5

      Aannemen van geschenken

      • 5.1

        Geschenken en giften die een bestuurder uit hoofde van zijn functie ontvangt, die een waarde van € 50,- of meer vertegenwoordigen, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

      • 5.2

        Indien een bestuurder geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, kunnen deze worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd.

      • 5.3

        Geschenken en giften zoals genoemd in 5.1 worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in het college waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

    • 6

      Bestuurlijke uitgaven

      • 6.1

        Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

      • 6.2

        Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteriagehanteerd.

        • 6.a

          Met de uitgave is het belang van de gemeente gediend, en;

        • 6.b

          De uitgave vloeit voort uit de functie.

    • 7

      Declaraties

      • 7.1

        De bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

      • 7.2

        Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij hetformulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

      • 7.3

        Gemaakte kosten worden binnen drie maanden gedeclareerd.

      • 7.4

        De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling van declaraties. Declaraties van bestuurders worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar.

      • 7.5

        In geval van twijfel omtrent een declaratie van een wethouder of de burgemeester, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester respectievelijk het college. Zonodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het college voorgelegd.

    • 8

      Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

      • 8.1

        Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niettoegestaan. In afwijking hiervan is het incidenteel voor persoonlijk gebruik van kantoorartikelen in beperkte mate toegestaan voorzover dit gebruik plaatsvindt in kantoorgebouwen van de gemeente.

      • 8.2

        Bestuurders kunnen op basis van een overeenkomst ter zake voor zakelijk gebruik een fax,mobiele telefoon en computer in bruikleen ter beschikking krijgen

    • 9

      Reizen buitenlandEen bestuurder die het voornemen heeft op kosten van de gemeente een buitenlandse bestemming te bezoeken, anders dan in het kader van een jumelage tussen Abcoude en de buitenlandse gemeente, heeft vooraf toestemming nodig van het college.De gemeenteraad wordt van het besluit op de hoogte gesteld.

    • 10

      SanctiesHet niet naleven van de voorschriften van deze gedragscode kan rechtspositionele c.q. bestuurlijke / politieke consequenties hebben, zoals bedoeld in de desbetreffende rechtspositieregelingen of andere wettelijke bepalingen

    • 11

      InwerkingtredingDeze regeling treedt in werking 8 dagen na bekendmaking in het gemeenteblad.