beleidsregels heffing afvalstoffenheffing van wooneenheden en niet zelfstandige gedeelten

Geldend van 24-02-2005 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

beleidsregels heffing afvalstoffenheffing van wooneenheden en niet zelfstandige gedeelten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden,

gelet op de artikelen 10.21, 10.22 en 15.33 van de Wet milieubeheer en de artikelen 1 en 2  van de Verordening afvalstoffenheffing;

Besluit:

vast te stellen:

Beleidsregels voor het heffen van afvalstoffenheffing van wooneenheden en niet zelfstandige gedeelten van panden

Artikel 1 Wettelijke grondslagen belastingheffing

Artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (de wet) geeft aan wat het voorwerp van belastingheffing is:

''Elke gemeente kan ter bestrijding van de kosten die voor haar verbonden zijn aan het beheer van huishoudelijke afvalstoffen een heffing instellen, waaraan kunnen worden onderworpen degenen die, al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht, feitelijk gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.''

Een begripsomschrijving ten aanzien van het begrip “perceel” is niet in de wet opgenomen. Jurisprudentie is daardoor richtinggevend.

Afvalstoffenheffing wordt op grond van de verordening afvalstoffenheffing geheven van:

1. degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

b. degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan, ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan

Artikel 2 Perceel

Er is sprake van een perceel wanneer een gedeelte van een onroerende zaak blijkens indeling en inrichting bestemd is voor het voeren van een particuliere huishouding waarin geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan(Hoge  Raad 18-9-1991, nr.27597).

Artikel 3 Afzonderlijke wooneenheid

Gelet op de verbinding welke in de wet is gelegd tussen het begrip perceel en waar zodanige stoffen geregeld in een particuliere huishouding kunnen ontstaan, wordt iedere afzonderlijke wooneenheid aangemerkt als perceel als bedoeld in de wet/verordening.

Artikel 4 Niet-zelfstandig deel

Een niet zelfstandig deel is een de gebruiker ter beschikking staand deel van een pand dat zodanig is ingericht dat deze meer dan bijkomstig afhankelijk is van voorzieningen die niet gelegen zijn in het gedeelte van het pand waarover hij exclusief kan beschikken.

Een niet zelfstandig deel wordt wel aangemerkt als perceel (Hof Arnhem, 17-4-2004, nr 98/153)  wanneer:

- Douche en toilet gemeenschappelijk worden gebruikt, of

- Er maar één huisnummer is toegekend, of

- Er één set containers aanwezig is, of

- Een ouder verzorging behoeft, of

- Er sprake is van gezamenlijk gebruik wasmachine

Artikel 5 Slotbepaling

1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2005.

2. Deze beleidsregels worden aangehaald als “beleidsregels heffing afvalstoffenheffing van wooneenheden en niet zelfstandige gedeelten”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de  vergadering van burgemeester en wethouders van 15 februari  2005.
De voorzitter, De secretaris,