Regeling vervallen per 01-12-2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente De Wolden 2011

Geldend van 01-01-2012 t/m 30-11-2015

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente De Wolden 2011

Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Artikel 1 Regels rond verstrekking en verantwoording.

1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.

2. Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

3. Woonvoorzieningen die uitsluitend in natura kunnen worden verstrekt zijn: mobiele tilliften, losse douchestoelen, douchebrancards, toiletstoelen, trapliften en de herplaatsbare losse woonunit zoals genoemd in artikel 13 van de “Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente De Wolden 2011”.

4. Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als persoonsgebonden budget. Het bedrag van dit persoonsgebonden budget bedraagt € 3.213,-- welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf, reparatie en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

5. De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt plaats na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van elk kalenderjaar.

Hoofdstuk 2 Eigen bijdragen

Artikel 2 Omvang van eigen bijdragen.

1. Voor de ongehuwde persoon jonger dan 65 jaar € 17,80 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn verzamelinkomen meer bedraagt dan € 22.636,-- het bedrag van € 17,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen en € 22.636,--.

2. Voor de ongehuwde persoon van 65 jaar of ouder € 17,80 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn verzamelinkomen meer bedraagt dan € 15.838,-- het bedrag van € 17,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen en € 15.838,--.

3. Voor de gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar € 25,40 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke verzamelinkomen meer bedraagt dan € 27.902,-- het bedrag van € 25,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke verzamelinkomen en € 27.902,-

4. Voor de gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn € 25,40 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijk verzamelinkomen meer bedraagt dan € 22.100,-- het bedrag van € 25,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijk verzamelinkomen en € 22.100,--.

Artikel 3 39 perioden van vier weken.

Indien een voorziening bestaat uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die eigendom is van de aanvrager of gehuurd wordt door de aanvrager, wordt gedurende een periode van 39 maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van een financiële tegemoetkoming gedurende die periode een met toepassing van het in artikel 2 vastgesteld bedrag in mindering gebracht.

Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden

Artikel 4 Hoogte bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden.

1. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen hulp bij het huishouden niveau 1 (HH-1) en niveau 2 (HH-2).

2. Het persoonsgeboden budget bedraagt per uur voor:

a. HH-1: € 12,90;

b. HH-2: € 18,40.

Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen

Artikel 5

1. De financiële tegemoetkoming minus het eigen aandeel of het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.

2. De in artikel 21 van de van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning genoemde terugbetaling bij verkoop is alleen van toepassing voor woningaanpassingen die hoger zijn dan € 20.000,--. De basis voor de terugbetaling is de meerwaarde van de woning die is ontstaan door de woningaanpassing, die door de gemeente is gefinancierd. Hiervoor wordt de WOZ-waarde van de woning als basis genomen. Als de woning binnen 10 jaar na het realiseren van de woningaanpassing wordt verkocht, dan dient het volgende schema te worden gehanteerd voor de terugbetaling:

- in het eerste jaar 100% van de meerwaarde;

- in het tweede jaar 90%;

- in het derde jaar 80%;

- in het vierde jaar 70%

- in het vijfde jaar 60%;

- in het zesde jaar 50%;

- in het zevende jaar 40%;

- in het achtste jaar 30%;

- in het negende jaar 20%;

- in het tiende jaar 10%;

- na het tiende jaar wordt de woningaanpassing als afgeschreven beschouwd, en kan er niets meer worden teruggevorderd.

3. Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 15 onder a van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning bedraagt € 2.696,--.

4. Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 19 lid 2 tot en met 5 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning bedraagt € 5.000,--.

Artikel 6 Onderhoud, keuring en reparatie

Kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie van een woonvoorziening zoals bedoeld in artikel 15 onder d en artikel 19 onder 2 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, wordt door het college in natura verstrekt, tenzij deze kosten deel uitmaken van de verstrekking van een woonvoorziening als persoonsgebonden budget.

Artikel 7 Tijdelijke huisvesting

1. De kosten van tijdelijke huisvesting zoals bedoeld in artikel 15 onder e worden voor maximaal zes maanden verstrekt en indien deze kosten verband houden met:

a. het tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte;

b. het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte;

c. het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte.

2. De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor tijdelijke huisvesting bedraagt:

a. De werkelijke kosten met een maximum van € 615,01 per maand als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte;

b. De werkelijke kosten met een maximum van € 300,-- per maand als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte.

Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 8

Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening.

Artikel 9

1. De grens waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 25 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, bedraagt 1,5 x de van toepassing zijnde normen, welke worden gehanteerd in de Wet Werk en Bijstand.

2. De inkomensgrenzen als bedoeld in lid 1 zijn ook van toepassing op het collectief vervoer, zoals vermeld in artikel 22 onder a van de verordening.

3. Bij het vaststellen van deze norminkomens wordt uitgegaan van het inkomen op de datum dat de voorziening wordt aangevraagd.

Artikel 10

- Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen) auto bedraagt € 1.079,--

- Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een taxi bedraagt € 3.131,--

- Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt € 3.838,--.

Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en rond de woning

1. Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, verhoogd met het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare rolstoelen in het een na vorige volledige kalenderjaar.

2. Voor rolstoelen en scootermobielen zoals vermeld in de tabel hieronder, gelden de in de tabel vermelde bedragen.

Handbewogen rolstoel incidenteel

€ 508,05

€ 54,78

Handbewogen rolstoel semi-permanent

€ 989,39

€ 98,97

Scootmobiel beperkt (8 km)

€ 2.012,30

€ 267,43

Scootmobiel (12 km)

€ 2.346,17

€ 311,23

Het bedrag voor jaarlijks onderhoud is inclusief verzekering, reparatie & onderhoud. De bedragen zijn gebaseerd op de aanschafbedragen van de meest verstrekte type hulpmiddelen (per categorie) uit het kernassortiment zoals deze is vastgesteld door de gemeente i.s.m. met Meyra.

Hoofdstuk 7 Samenhangende afstemming

Artikel 12

Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 32 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning indien van toepassing aandacht besteed aan:

a. de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager;

b. de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek;

c. de woning en de woonomgeving van de aanvrager;

d. de psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager;

e. de sociale omstandigheden van de aanvrager.

Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.

Hoofdstuk 8 Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 13 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van …. onder gelijktijdige intrekking van het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten gemeente De Wolden.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als:

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente De Wolden 2011.

Ondertekening

Zuidwolde, 7 december 2011
Burgemeester en wethouders van De Wolden,
secretaris,                           burgemeester,
Nanne Kramer                     Peter Snijders