Regeling vervallen per 17-01-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent mandaat, machtiging en volmacht MMV Delft

Geldend van 01-07-2017 t/m 16-01-2020

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent mandaat, machtiging en volmacht MMV Delft

Het college van burgemeester en wethouders van Delft en de burgemeester van Delft, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelet op: hoofdstuk 10 titel 10.1, afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

b e s l u i t e n:

het navolgende Mandaat-, machtiging- en volmachtbesluit en de bijbehorende artikelsgewijze toelichting en bijlagen vast te stellen;

Artikel 1 - Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

mandaat (md): de bevoegdheid om in naam van en onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan besluiten te nemen;

volmacht (vm): de bevoegdheid om in naam van en onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

machtiging (mg): de bevoegdheid om in naam en onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

het bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.

Artikel 2 - Ondermandaat

  • 1. In dit besluit wordt onder (onder)mandaat mede begrepen (onder)volmacht en (onder)machtiging.

  • 2. Het bestuursorgaan staat toe dat ondermandaat wordt verleend, tenzij dit in deze regeling of de instructies uitdrukkelijk is uitgesloten.

  • 3. Het ondermandaat geschiedt schriftelijk en wordt ter kennis van het bestuursorgaan gebracht.

.Artikel 3 - Procedure

  • 1.

    • a.

      Het bestuursorgaan verleent mandaat van de bevoegdheden genoemd in de bijlagen A en B aan de gemeentesecretaris.

    • b.

      De gemeentesecretaris verleent ondermandaat van de onder a genoemde bevoegdheden aan de (gemeente)directeuren, genoemd in kolom 4 en de functionarissen, genoemd in kolom 6 van bijlage A. (Algemeen, Personeelsaangelegenheden en Financi

    • c.

      De gemeentesecretaris verleent ondermandaat van de onder a genoemde bevoegdheden aan de (gemeente)directeuren, genoemd in kolom 4 van bijlage B. (bevoegdheden per organisatieonderdeel).

    • d.

      De (gemeente)directeuren verlenen ondermandaat, aan onder hen ressorterende functionarissen, die worden opgenomen in kolom 6 van bijlage B, die vervolgens ook weer ondermandaat, kunnen verlenen aan onder hen ressorterende functionarissen, die ook worden opgenomen in kolom 6.

  • 2. Het bestuursorgaan verleent mandaat van de bevoegdheden, genoemd in bijlage C aan de Griffier.

  • 3. Het bestuursorgaan verleent mandaat van de bevoegdheden genoemd in bijlage D aan de instanties genoemd in kolom 4 van die bijlage (externe mandaten).

Artikel 4 - Vermelding bestuursorgaan

  • 1. Bij de uitoefening van de bevoegdheid brengt de (onder)gemandateerde in alle gevallen tot uitdrukking dat besloten of gehandeld wordt namens het bestuursorgaan.

  • 2. Ingeval van uitoefening van (onder)mandaat worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    “Het college van burgemeester en wethouders van Delft, namens het college”, (onder brief in de wij-vorm)

    c.q.

    “Namens het college van burgemeester en wethouders van Delft” (onder brief in de ik-vorm),

    c.q.

    “De burgemeester van Delft, namens deze”,

    gevolgd door de handtekening, naam en functie-aanduiding van degene die als (onder)gemandateerde beslist of handelt.

Artikel 5 - Vervanging

In geval van afwezigheid van een functionaris, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de plaatsvervanger, waar een plaatsvervanger is aangewezen of de waarnemer, waar een waarnemer is aangewezen.

Artikel 6 Uitzonderingen

  • 1. Mandaat kan worden verleend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.

  • 2. In de volgende gevallen legt de (onder)gemandateerde de kwestie in ieder geval ter beoordeling aan het bestuursorgaan voor, onverminderd het bepaalde in artikel 10:3 tweede lid van de Awb:

    • a.

      indien het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid of tot vaststelling van nieuw beleid;

    • b.

      indien niet begrote financiële of andere belangrijke consequenties zijn te verwachten of anderszins een aanmerkelijk beslag op financiële middelen is te verwachten;

    • c.

      indien er rekening mee moet worden gehouden dat het bestuursorgaan op zijn of haar verantwoordelijkheid voor de uitgeoefende bevoegdheid zal worden aangesproken;

    • d.

      indien het een onderwerp betreft dat naar verwachting sterk in de publieke aandacht zal staan;

    • e.

      indien de ambtelijke adviezen die ten grondslag liggen aan het besluit niet eensluidend zijn;

    • f.

      indien er twijfel bestaat of de aard van de bevoegdheid zich in een bepaalde situatie tegen de mandaatuitoefening verzet.

  • 3. Stukken gericht aan de kroon, minister, staatssecretaris, commissaris van de koning en gedeputeerde staten, worden ondertekend door het bestuursorgaan, behoudens zaken met een routinematig karakter.

Artikel 7 - Wijzigingen

Wijzigingen in de verlening van (onder)mandaat van bevoegdheden die in de lijsten behorende bij dit besluit worden opgenomen zijn te herleiden tot een besluit voorzien van datum en ondertekening.

Artikel 8 - Slotbepalingen

  • 1. Onder de bevoegde functionarissen worden in dit verband tevens verstaan de daarmee overeenkomende functionarissen binnen Werkse!!

  • 2. Dit besluit kan worden aangehaald als: MMV Delft;

  • 3. Het MMV-besluit van 1 oktober 2011 is hierbij ingetrokken.

  • 4. Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2016.

  • 5. Alle op grond van het MMV-besluit van 1 oktober 2011 vóór bekendmaking van dit besluit genomen besluiten blijven van kracht.

Ondertekening

Delft,
Het college van burgemeester en wethouders van Delft,
, burgemeester
, secretaris
De burgemeester van Delft,
Besluit van burgemeester en wethouders van 17 mei 2016, inwerkingtreding 1 januari 2016………. Bekendgemaakt ……………

Bijlage A. Bevoegdheidsverdeling geldend voor alle organisatieonderdelen:

algemeen, personeelsaangelegenheden en financiën

i293549.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage B. Bevoegdheidsverdeling per organisatieonderdeel

(in samenhang met de door het organisatieonderdeel uit te voeren taken)

i293551.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage C. Bevoegdheidsuitoefening Griffier

i293552.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Bijlage D. Externe mandaten / machtigingen / volmachten

behorend bij het Mandaat-, machtigings- en volmachtbesluit (MMV-besluit)

i293553.pdf [Klik hier om het document te downloaden]

Artikelsgewijze toelichting op het MMV-besluit

Artikel 2 - Ondermandaat

Degene aan wie een bevoegdheid is gemandateerd mag die bevoegdheid doormandateren aan hiërarchisch aan hem ondergeschikten, tenzij dit in wet, regeling of instructies is uitgesloten. Uitgesloten zijn onder meer de bevoegdheden, zoals opgenomen in de bijlagen: Algemeen, Personeelsaangelegenheden en Financiën. Hiervan bepaalt de gemeentesecretaris door welke functionaris die bevoegdheden in ondermandaat kunnen worden uitgeoefend, zodat deze bijlagen voor alle organisatieonderdelen gelijk zijn.

Doormandateren moet altijd schriftelijk gebeuren aan een functie, niet aan een met naam genoemd persoon. Het ondermandaat wordt ter kennis van het bestuursorgaan (college of burgemeester) gebracht.

Artikel 3 - Procedure

Hier is de procedure van mandateren en ondermandateren opgenomen. Het bestuursorgaan verleent mandaat aan de gemeentesecretaris en die kan ondermandaat verlenen aan de (gemeente) directeuren.

Degenen, die ondermandaat hebben verkregen kunnen ondermandaat verlenen aan direct onder hen ressorterende functionarissen.

Het gaat dus om getrapte mandatering, zodat iedere functionaris in de hiërarchie het ondermandaat heeft.

De ondermandaten worden opgenomen in de bij het MMV- besluit behorende bijlagen. Er is onder meer een bijlage met externe mandaten (mandaten aan functionarissen, die niet bij de gemeente werkzaam zijn;deze moeten altijd door het college worden verleend).

Artikel 4 - Vermelding bestuursorgaan

Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid dient vermeld te worden, dat wordt besloten of gehandeld namens het bestuursorgaan. In het tweede lid wordt aangegeven hoe uitgaande stukken moeten worden ondertekend, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een brief in de “wij-vorm” en een brief in de “ik-vorm”.

Artikel 5 - Vervanging

Dit artikel regelt de uitoefening van bevoegdheden in mandaat bij afwezigheid van functionarissen bij voorbeeld tijdens de vakantie. De aangewezen plaatsvervangers of waarnemers zijn dan bevoegd.

Artikel 6 - Uitzonderingen

In artikel 6 , tweede lid, worden de gevallen genoemd die in ieder geval aan het bestuursorgaan ter beoordeling moeten worden voorgelegd. Het bestuursorgaan kan dan beslissen dat de gemandateerde de zaak zelf mag afdoen of kan zelf een besluit nemen. Het hier bepaalde doet niets af aan de werking van het mandaat. Het mandaat blijft ook bij politiek gevoelige zaken van kracht. De mandaatverlener, die altijd zelf bevoegd blijft, kan echter in bepaalde situaties zelf een besluit willen nemen. De wet vermeldt ook nog uitzonderingen. Zo mag degene, die een besluit in mandaat heeft genomen niet krachtens mandaat besluiten op het bezwaarschrift, dat tegen dat besluit gericht is. Mandaat tot het beslissen op bezwaar dient dus aan een ander te worden verleend dan aan degene, die krachtens mandaat in eerste instantie heeft besloten.

Artikel 7 - Wijzigingen

De bij het MMV behorende bijlagen bevatten een verzameling van alle genomen ondermandaatbesluiten. Die tabellen kunnen niet zomaar aangevuld worden met nieuwe (onder)mandaten. Er moet altijd een besluit aan ten grondslag liggen.