Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent de Subsidieregeling Fonds (de Subsidieregeling Fonds Delft 2040 gemeente Delft 2019)

Geldend van 11-10-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent de Subsidieregeling Fonds (de Subsidieregeling Fonds Delft 2040 gemeente Delft 2019)

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Delft;

Gelet op artikel 3, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening gemeente Delft 2018;

Besluit vast te stellen de volgende Subsidieregeling Subsidieregeling Fonds Delft 2040 gemeente Delft

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Agenda Delft 2040: De Agenda Delft 2040 betreft de ambities van de gemeente Delft. Om van Delft een toonaangevende technologische kennisstad te maken, waar het goed wonen, werken en verblijven is. Een stad die gebruik maakt van duurzame energie, die staat voor het merk ‘Delft’, én optimaal bereikbaar is. Waar bezoekers genieten van de rijke historie en cultuur. Een stad die ‘bouwt’ aan een evenwichtig woningaanbod en passende voorzieningen.

  • College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;

  • Fonds Delft 2040: Delft investeert de komende jaren in de stad, en de gemeente Delft reserveert hiervoor de komende jaren middelen in het Fonds Delft 2040. Initiatieven die passen binnen de opgaven, kunnen een beroep doen op dit fonds.

  • Subsidie: subsidie in principe eenmalig voor het verrichten van activiteiten die bijdragen aan de opgaven van Agenda Delft 2040.

Hoofdstuk 2 Subsidie Fonds Delft 2040

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college verleent uitsluitend een subsidie voor activiteiten opgenomen in de businesscase, die aan de door de raad vastgestelde opgaven van de Agenda Delft 2040 bijdragen:

    • 1.1

      Delft als hoofdstad van innovatie en technologie;

    • 1.2

      Delft als toeristische topbestemming;

    • 1.3

      Delft met voorzieningen voor iedereen;

    • 1.4

      Delft waar het goed wonen is;

    • 1.5

      Delft bereikbaar

    • 1.6

      Delft energie en klimaatneutraal

Artikel 3 Subsidieontvanger

  • 1. Subsidies kunnen worden verleend aan activiteiten uitgevoerd door rechtspersonen B.V’s, Cv’s, Stichtingen en (coöperatieve) Verenigingen al dan niet in samenwerking met de gemeente Delft.

  • 2. Het college kan afwijken van het eerste lid.

Artikel 4 Criteria subsidie

  • 1. Businesscases met een (concept) aanvraag voor een subsidie uit het fonds worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • 1.1

      De mate waarin het project bijdraagt aan de opgaven van de Agenda Delft 2040;

    • 1.2

      De mate waarin er momentum is voor het project en het project meerdere opgaven versnelt (korte ‘time to market’);

    • 1.3

      De mate waarin de bijdrage van het fonds maatschappelijk en financieel rendement oplevert;

    • 1.4

      De mate waarin andere partijen bijdragen aan de realisatie van de activiteiten (cofinanciering)

  • 2. Wanneer de aanvraag naar het oordeel van het college of de raad onvoldoende voldoet aan een of meer criteria, wordt een subsidie voor de subsidiabele activiteiten geweigerd.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. Een subsidie kan worden verleend tot ten hoogste het bedrag dat op de datum van de subsidieverlening in het Fonds Delft 2040 beschikbaar is, rekening houdend met toekomstige risico’s.

  • 2. Bij de beleidscyclusproducten wordt de actuele stand van Fonds Delft 2040 en de Reserve Stad opgenomen en gecommuniceerd

Artikel 6 Verdeelregels subsidies

  • 1. In het geval een subsidie niet volledig verleend kan worden, als gevolg van het bereiken van het subsidieplafond (is het op moment van subsidieverlening beschikbare bedrag in het Fonds 2040) vindt verlening plaats ter hoogte van het nog beschikbare bedrag.

  • 2. Indien naar het oordeel van het college niet aannemelijk is dat de subsidieaanvrager de activiteiten uit zal voeren, is het college bevoegd de subsidie te weigeren.

Artikel 7 Indiening aanvraag en beslistermijn

  • 1. Een subsidieaanvraag kan het gehele jaar worden ingediend, na een door de gemeenteraad genomen positief besluit op de ingediende businesscase. In deze businesscase is het realiseren (van een deel) van de activiteiten door middel van subsidie opgenomen. In de businesscase die de besluitvormingsroute ingaat, is daarom al een concept subsidieaanvraag bijgevoegd.

  • 2. De subsidieaanvraag wordt ingediend bij het college via daarvoor beschikbare format. Zie bijlage

  • 3. Bij de aanvraag overlegt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een business case waarin een sluitende begroting en een realistisch dekkingsplan voor de kosten en opbrengsten van deze activiteiten is opgenomen. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      indien beschikbaar het jaarverslag en de jaarrekening van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag is gedaan;

  • 4. De beslissing op de aanvraag wordt uiterlijk in de derde week na aanvraag bekend gemaakt aan de aanvrager.

Artikel 8 Social Return

  • 1. Als gemeente Delft (een gedeelte van) de businesscase in uitvoering heeft is de bestaande regelgeving van de gemeente Delft en daarmee de afspraken m.b.t. Social Return hier van toepassing.

  • 2. Als de subsidieaanvrager de businesscase in uitvoering heeft, zal de wens tot Social return worden meegegeven, maar niet als verplichting worden opgelegd.

Artikel 9 Vaststelling en verantwoording

  • 1. In de subsidiebeschikking worden de verplichtingen van de subsidieontvanger, waaronder de verantwoording van de subsidiabele activiteiten en het verzoek om vaststelling van de subsidie, opgenomen.

Hoofstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: de Subsidieregeling Fonds Delft 2040 gemeente Delft 2019

.

Ondertekening

Algemene toelichting

Het subsidiebeleid van de gemeente Delft is vastgelegd in de Algemene subsidieverordening gemeente Delft 2018 (ASV 2018). Gebruikmakend van artikel 3 van de ASV 2018, is de subsidieregeling Fonds Delft 2040 opgesteld. Artikel 3 geeft het college van burgemeester en wethouders (college) de bevoegdheid nadere regels vast te stellen waarin wordt geregeld welke activiteiten subsidiabel zijn, wie subsidie kunnen krijgen, welke verplichtingen gelden voor de subsidieontvanger, hoe de hoogte van de subsidiebedragen wordt berekend en hoe de subsidie wordt betaald.

De Subsidieregeling Fonds Delft 2040 is opgesteld om aan Initiatieven die passen binnen de opgaven van Agenda Delft 2040 een subsidie te kunnen verstrekken.

Algemene wet bestuursrecht eist dat in een wettelijk voorschrift zoals een bepaling in een verordening of subsidieregeling, wordt omschreven voor welke activiteiten subsidie kan worden verleend (artikel 4:23, eerste lid). Daar is in de Subsidieregeling aandacht aan besteed. Ook is omschreven welke procedure wordt gevolgd bij het behandelen van subsidieaanvragen. Een subsidieregeling bevat algemeen verbindende voorschriften en heeft als voordeel ten opzichte van beleidsregels dat er verplichtingen voor de aanvragers en ontvangers in kunnen worden opgenomen. Daarnaast kunnen ze zo nodig snel worden gewijzigd, omdat het college het bevoegde bestuursorgaan is

Verhouding tot ASV

De Subsidieregeling is gebaseerd op artikel 3, tweede lid, van de ASV 2018. De ASV 2018 is van toepassing op de subsidies die op grond van de Subsidieregeling worden verleend. De ASV 2018 stelt bijvoorbeeld eisen aan de indiening van aanvragen en beslistermijnen. Die eisen zijn dus niet opgenomen in de Subsidieregeling, tenzij er in de regeling vanaf wordt geweken. Dat mag alleen wanneer de ASV 2018 die mogelijkheid biedt.

Artikelsgewijze toelichting

Voor zover nodig lichten we hieronder per artikel toe op welke manier we de regels uitleggen.

Hoofdstuk 2 Subsidie Fonds Delft 2040

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Subsidies vanuit Fonds Delft 2040 worden verleend aan acitiviteiten in businesscases die een bijdrage leveren aan de opgaven van de Agenda Delft 2040.

Artikel 3 Subsidieontvanger

Alleen rechtspersonen kunnen een subsidie krijgen. Bij uitzondering kan het college hiervan afwijken.

Artikel 4 Voorwaarden subsidies

Wanneer een businesscase is ingediend, wordt beoordeeld of aan de voorwaarden wordt voldaan voor een bijdrage vanuit het fonds aan de hand van de volgende criteria:

  • 1.1

    de mate waarin het project bijdraagt aan de opgaven van de Agenda Delft 2040;

  • 1.2

    de mate waarin er momentum is voor het project en het project meerdere opgaven versnelt (korte ‘time to market’);

  • 1.3

    de mate waarin de bijdrage van het fonds maatschappelijk en financieel rendement oplevert;

  • 1.4

    de mate waarin andere partijen bijdragen aan de realisatie van het project (cofinanciering)

Het college en de raad beoordelen of een businesscase in voldoende mate voldoet aan de criteria. Bij de businesscase zit ook de concept subsidieaanvraag. Na een positief raadsbesluit op de businesscase zal het college de subsidieaanvraag conform besluiten.

Artikel 6 Verdeelregels

Als een subsidieplafond is vastgesteld, dan moet een subsidie worden geweigerd wanneer verstrekking zou leiden tot overschrijding van het plafond. Het subsidieplafond is het bedrag dat in een bepaald subsidietijdvak maximaal beschikbaar is voor het verstrekken van subsidies op grond van een wettelijk voorschrift (zoals de Subsidieregeling) voor een bepaalde activiteit.

Het kan voorkomen dat het laatste geld dat beschikbaar is, niet voldoende is om een subsidieaanvraag volledig toe te kennen. Als het college vindt dat het bedrag te laag is om de activiteiten uit te voeren, dan wordt de subsidie geweigerd. Alleen wanneer het college het aannemelijk vindt dat de activiteit met het beschikbare restbedrag zal worden uitgevoerd, verleent het de subsidie.

Artikel 8 Social return

De ontvangers van een subsidie zullen de wensen m.b.t. social return meekrijgen. Het wordt niet verplicht gesteld.

De wensen met betrekking tot social return zijn richting de aanvrager:

Voor bedragen meer dan € 100.000,- wordt gevraagd 5% van het subsidiebedrag te besteden aan social return: het inzetten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij het uitvoeren van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt ontvangen. Doel van de verplichting is deze mensen meer kansen op (vast) werk te bieden. Doelgroepen zijn bijvoorbeeld jongeren met een beperking, langdurig werklozen, maar ook leerlingen van een beroepsopleiding. Het kan zijn dat een subsidieontvanger meer of betere mogelijkheden ziet om dit doel langs andere weg te bereiken, bijvoorbeeld door af te spreken dat hij leveranciers zal betrekken die met de doelgroep werken