Regeling vervallen per 06-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsheffingen 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 05-01-2012

Intitulé

Verordening reinigingsheffingen Delft 2011

De raad van de gemeente Delft;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 september 2010; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

gezien het advies van de commissie Middelen en Economie;

besluit vast te stellen de volgende

Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsheffingen 2011

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepalingen

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 1990, 221);

  • b.

    Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);

  • c.

    Wet milieubeheer: de Wet milieubeheer ( Stb. 1994, 80);

  • d.

    éénpersoonshuishouden: een huishouden, gevoerd door een belastingplichtige die in de gemeentelijke basisadministratie staat geregistreerd als enige woonachtige persoon op dat adres;

  • e.

    meerpersoonshuishouden: alle andere gevallen waarin artikel 2 onderdeel d niet van toepassing is;

  • f.

    gewone ophaaldienst: het op de, krachtens artikel 21 en 24 van de Afvalstoffenverordening, door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde dagen en tijden inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en/of daarmee qua aard en samenstelling gelijk te stellen bedrijfsafvalstoffen;

  • g.

    bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, qua aard en samenstelling gelijk aan huishoudelijke afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, afvalwater, autowrakken of gevaarlijke stoffen;

  • h.

    “gebruik maken”: in hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de heffing en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene dien in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Grondslag en maatstaf van heffing

De afvalstoffenheffing wordt per jaar geheven naar de grondslag en maatstaven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Tarieven

De belasting wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. De afvalstoffenheffing wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. vervallen.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De afvalstoffenheffing is verschuldigd bij aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de afvalstoffenheffing verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met dien verstande, dat indien de belastingplicht aanvangt op de eerste dag van de maand deze maand als volle kalendermaand wordt aangemerkt.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt teruggaaf verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien blijkt dat belastingplichtige bij de aanvang van het belastingjaar of indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht een eenpersoonshuishouden voert, wordt op aanvraag van de belastingplichtige het tarief van een éénpersoonshuishouden gehanteerd en teruggave verleend van het te veel betaalde bedrag.

Artikel 10 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet de afvalstoffenheffing worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Hoofdstuk 3 Reinigingsrechten

Artikel 11 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 12 Belastingplicht

De reinigingsrechten worden geheven van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 13 Grondslag en maatstaf van heffing

De reinigingsrechten worden per jaar geheven naar de grondslag en maatstaven, opgenomen bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 14 Tarieven

  • 1. De reinigingsrechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de reinigingsrechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

  • 3. De tarieven worden verhoogd met omzetbelasting indien het gehanteerde tarief betrekking heeft op een activiteit die door het Ministerie van Financiën wordt aangemerkt als een belaste prestatie.

Artikel 15 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 16 Wijze van heffing

  • 1. De reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag, met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2. De reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 3 en 4 van de tarieventabel worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen, een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur.

Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De reinigingsrechten als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met dien verstande, dat indien de belastingplicht op de eerste dag van de maand aanvangt deze maand als volle kalendermaand wordt aangemerkt.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt teruggaaf verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 18 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de reinigingsrechten worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De reinigingsrechten moeten worden betaald, ingeval de schriftelijke kennisgeving in persoon wordt uitgereikt, op het moment van het uitreiken van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

  • 3. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Hoofdstuk 4 Aanvullende bepalingen

Artikel 19 Nadere regels door het college van B&W

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen Delft 2011".

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening reinigingsheffingen Delft 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum waarop deze verordening in werking treedt ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de reinigingsheffingen in die periode plaatsvindt.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 4 november 2010.

mr. drs. G.A.A. Verkerk, burgemeester.

R.H. van Luyk, griffier.

Bekendgemaakt 28 november 2010.

Gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2010. Bekendgemaakt 26 december 2010.

TARIEVENTABEL REINIGINGSHEFFINGEN DELFT 2011

AFVALSTOFFENHEFFING

Hoofdstuk 1

1.1

Het tarief bedraagt ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21. van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt,

1.1.1

door een éénpersoonshuishouden, ter zake van de inzameling van maximaal 1 hectoliter afval per week

206, 05

1.1.2

door een meerpersoonshuishouden, ter zake van de inzameling van maximaal 2 hectoliter afval per week

322,75

1.2.

Het tarief als bedoeld in 1.1.1 wordt, indien meer dan 1 hectoliter afval per week wordt ingezameld, vermeerderd met

118,75

REINIGINGSRECHTEN

Hoofdstuk 2

Inzamelen per gewone ophaaldienst

2.1

Het tarief bedraagt ter zake van het inzamelen door de gewone ophaaldienst van bedrijfsafvalstoffen tot maximaal 2 hectoliter per week, per bedrijf / niet-woning

351,20

2.2

Het tarief als bedoeld in 2.1 wordt, indien meer dan 2 hectoliter afval per week wordt ingezameld, per hectoliter vermeerderd met

175,60

Hoofdstuk 3

Incidentele inzameling buiten gewone route

3.1

Het tarief bedraagt ter zake van de incidentele inzameling van afvalstoffen, per inzameling

17,60

3.1.1

Het tarief van 3.1 wordt, indien het afval betreft dat per hectoliter minder weegt dan 25 kilogram, voor elke hectoliter ingezameld afval verhoogd met

11,90

3.1.2

Het tarief van 3.1 wordt, indien het afval betreft dat per hectoliter meer weegt dan 25 kilogram, voor elke 25 kilogram ingezameld afval verhoogd met

11,90

Hoofdstuk 4

Verhoging van het tarief

4.1

Het tarief van hoofdstuk 3 wordt vermeerderd met 50%, indien de diensten buiten kantooruren (maandag tot en met vrijdag tussen 7.30 uur en 16.00 uur) worden bewezen met dien verstande, dat indien de diensten worden bewezen

4.1.1

op zaterdag de verhoging 75% bedraagt;

4.1.2

op zondag of een algemeen erkende feest- of gedenkdag de verhoging 100% bedraagt.

Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 4 november 2010 tot vaststelling van de Verordening reinigingsheffingen Delft 2011.

Toelichting

-op de Verordening reinigingsheffingenDelft 2011

Tarieventabel

De tarieven zijn verhoogd met het gemeentelijk prijsstijgingspercentage van 1,5%.

De tarieven zijn rekenkundig afgerond.

-op de eerste wijziging van de Verordening reinigingsheffingen Delft 2011-01-03

Wijziging artikel 15.33 Wet Milieubeheer

Het opleggen van de afvalstoffenheffing kan bij kamerbewoning doelmatiger: namelijk door die bij de verhuurder neer te leggen.

Een wetsvoorstel maakt dat straks mogelijk. In artikel 15.33 Wet milieubeheer verdwijnt het begrip “feitelijk”, waardoor het mogelijk wordt om degene in de heffing te betrekken die geen gebruik maakt van het perceel, maar delen van het perceel in gebruik geeft aan anderen. Dat is op grond van de huidige wetgeving niet mogelijk, omdat de Hoge Raad in het Regelen-arrest (Hoge Raad 23 mei 1990, nr. 26 328, BNB 1990/239) heeft gesteld dat degene die een deel van een perceel in gebruik heeft gegeven, alleen in de heffing kan worden betrokken indien hij zelf ook een deel van het perceel gebruikt. In lid 2 van het voorgestelde artikel 15.33 Wet milieubeheer wordt een aantal situaties beschreven waarin een gebruiker als zodanig wordt aangewezen. Door in de verordening het begrip “gebruik maken” te omschrijven als gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer is de belastingplicht in de verordening altijd in overeenstemming met de wet.

De datum inwerkingtreding van het wetsvoorstel met kamernummer 32479 is afhankelijk van de plaatsing in het Staatsblad. De wet treeft op 1 januari 2011 in werking als de parlementaire behandeling is afgerond en het wetsvoorstel vóór 1 januari 2011 in het Staatsblad is gepubliceerd. Wordt de wet echter na 31 december 2010 in het Staatsblad gepubliceerd, dan treedt de wet pas op 1 januari 2012 in werking. Artikel 15.33 Wet milieubeheer wijzigt met inwerkingtreding van het wetsvoorstel.