Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Delfzijl 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Delfzijl 2008

De raad van de gemeente Delfzijl;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 april 2007; gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

 

Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Delfzijl 2008

PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel.

  • f.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • j.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkerplaats.

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

PARAGRAAF 2 VERGUNNINGEN

Artikel 5 Standplaatsvergunning/Vergunning voor het plaatsen van verkoopmateriaal

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 6 Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 7 Inhoud vaste standplaatsvergunning

Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

  • a.

    de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van de afmetingen daarvan;

  • c.

    de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

  • d.

    het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

  • e.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend.

Artikel 8 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een lijst met vermelding van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 9 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

Indien voor de markt een indeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden.

Artikel 10 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregi-streerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst en voldoet aan de in artikel 6 gestelde eisen.

  • 3. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan het recht op een vaste plaats worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder, indien hij:

    • a.

      ten minste drie jaar onafgebroken van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd;

    • b.

      bij notariële akte aantoont, dat de onderneming in zijn eigendom is overgegaan, waarbij de marktplaats geen economische factor in de overname is geweest;

    • c.

      zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst;

    • d.

      voldoet aan de in artikel 6 gestelde eisen.

  • 4. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 5. Bij overlijden van een op de wachtlijst ingeschreven persoon, wordt de inschrijving op deze lijst overgeschreven op de overblijvende echtgenoot/echtgenote of de partner met wie de ingeschrevene duurzaam samenwoonde zonder gehuwd te zijn, indien een daartoe strekkend verzoek binnen één maand na het overlijden wordt ingediend.

  • 6. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 11 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 10 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

  • 3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 10 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 12 Toewijzing dagplaats

  • 1. Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang deze niet als vaste standplaats is toegewezen.

  • 2. Voor een dagplaats komen in aanmerking degenen die zich daarvoor op de dag zelf vóór 10.00 uur aanmelden bij de marktmeester en die voldoen aan de in artikel 6 vermelde eisen.

  • 3. Als voor de markt een branche-indeling is vastgesteld, wordt daarmee bij het toewijzen van dagplaatsen rekening gehouden.

Artikel 13 Toewijzing standwerkerplaats

  • 1. Het college wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting.

  • 2. Tot de loting voor een standwerkerplaats kunnen slechts worden toegelaten degenen, die voldoen aan de in artikel 6 vermelde eisen, met dien verstande, dat allereerst tot de loting worden toegelaten:

    • a.

      degenen, van wie is gebleken, dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden;

    • b.

      andere marktkooplieden, van wie niet is gebleken, dat zij op een standwerkerplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker.

  • 3. Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een stand-werkerplaats loten en gezamenlijk een artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden.

    De betrokkenen dienen dat voor de loting aan de marktmeester kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.

  • 4. Als voor de markt een branche-indeling is vastgesteld, kan het college beperkingen stellen aan het aantal standwerkerplaatsen per branche.

  • 5. Een standwerker mag de aan hem toegewezen standplaats niet samen met een ander benutten, waaronder mede wordt verstaan dat hij zich niet door een ander mag doen aflossen. Het vorenstaande geldt niet door degenen bedoeld in het derde lid van dit artikel.

  • 6. Een standwerker die heeft deelgenomen aan de loting als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kan op de dag dat hij aan de loting heeft deelgenomen, niet in aanmerking komen voor een dagplaats.

PARAGRAAF 3 BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 14 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3. De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

Artikel 15 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 16 en 17.

Artikel 16 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 17 Ontheffing en vervanging

  • 1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.

  • 2. De in artikel 15 vervatte regeling over de verplichting tot een regelmatige bezetting van een vaste standplaats, blijft per kalenderjaar ten hoogste zes marktdagen buiten werking, als de vergunninghouder, na te hebben voldaan aan het in lid 1 genoemd voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

  • 3. De vergunninghouder als hierboven bedoeld kan op buitenwerkingstelling van de in lid 2 aange-duide regeling alleen aanspraak maken, indien hij/zij op de marktdag, voorafgaand aan zijn/haar afwezigheid wegens vakantie, de vaste standplaats heeft bezet.

  • 4. De vergunninghouder als bedoeld in lid 2 heeft verder, om het recht op de vaste standplaats te behouden, de verplichting om op de eerste marktdag, volgend op die, waarop hij/zij – binnen het in lid 2 gestelde maximaal aantal marktdagen – wegens vakantie afwezig was, zijn/haar vaste standplaats weer in te nemen.

  • 5. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 18 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 19 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan één uur voor aanvang en meer dan één uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen.

  • 3. Het college kan in bijzondere omstandigheden van het gestelde in de voorgaande leden ontheffing verlenen.

  • 4. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 11.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

PARAGRAAF 4 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 20 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 21 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd artikel 11 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    de marktmeester en/of ander marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 22 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    de marktmeester en/of ander marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt;

  • d.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats;

  • e.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 23 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunning-houder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    de marktmeester en/of ander marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt;

  • d.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats.

Artikel 24 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 25 Intrekking oude regeling

De Verordening voor de warenmarkt(en) voor de gemeente Delfzijl 2005, vastgesteld op 24 februari 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 26 Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de in artikel 25 bedoelde Verordening gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. De bestaande anciënniteitlijsten worden geacht anciënniteitlijsten in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de in artikel 25 bedoelde Verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 29 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 30 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Delfzijl 2008.

Ondertekening

Delfzijl, 26 april 2007.
 
voorzitter.
(mr. C.J.D. Waal)
 
griffier.
(O. Rijkens)