Regeling vervallen per 15-06-2015

Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ

Geldend van 01-01-2015 t/m 14-06-2015

Intitulé

Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ

Algemeen

Het Besluit aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving is op 13 oktober 2012 (Stb 484) vastgesteld.

In dit besluit is geregeld dat per 1 januari 2013 bij schending van de inlichtingenplicht bestuurlijke boeten worden opgelegd, waar voorheen de uitkering werd afgestemd door middel van een verlaging.

De inlichtingenplicht houdt in dat de belanghebbende op grond van artikel 17 van de Participatiewet of artikel 13 van de IOAW/IOAZ verplicht is aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededelingen te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dan zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand/uitkering.

Binnen het Besluit aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving heeft het college de bevoegdheid om nadere regels te stellen met betrekking tot het begrip onverwijld, het afzien van een bestuurlijke boete, het afgeven van een waarschuwing, de hoogte van een boete bij nul-fraude en verminderde verwijtbaarheid.

Vorenstaande wordt in navolgende beleidsregel ingevuld.

Gemeentelijk beleid

Artikel 1 Termijn verstrekken inlichtingen

  • 1. De belanghebbende dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 7 kalenderdagen na het zich voordoen van een wijziging in zijn persoonlijke of financiële situatie het college hiervan op de hoogte te stellen.

  • 2. Er is sprake van niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht wanneer de informatie op kalenderdag 7 of later van belanghebbende wordt ontvangen.

Artikel 2 Afzien van boete

  • 1. Het college ziet af van het opleggen van een boete wanneer iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 2. Het college ziet eveneens af van het opleggen van een boete indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Om af te zien van de boete bij dringende redenen moet onomstotelijk vaststaan dat er sprake is van een dermate acute noodsituatie dat het opleggen van een bestuurlijke boete tot onevenredige omstandigheden leidt.

Artikel 3 Waarschuwing in plaats van bestuurlijke boete

Op grond van artikel 18a van de Participatiewet of 20a van de IOAW/IOAZ maakt het college gebruik van de mogelijkheid om af te zien van het opleggen van een bestuurlijke boete en te volstaan met een het geven van een schriftelijke waarschuwing indien

  • a)

    het schenden van de inlichtingenplicht niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag én;

  • b)

    in de voorafgaande twee jaar niet eerder een zodanige waarschuwing is afgegeven.

Artikel 4 Hoogte boete bij nul-fraude

Indien de inlichtingenplicht wordt geschonden zonder dat er sprake is van een benadelingsbedrag en er eerder een schriftelijke waarschuwing is afgegeven of een boete is opgelegd bedraagt de boete € 150,00.

Artikel 5 Verminderde verwijtbaarheid

  • 1.

    Conform de bepalingen van artikel 2 van het Boetebesluit socialezekerheidswetten wordt, indien de schending inlichtingenplicht niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag en er sprake is van verminderde verwijtbaarheid, de bestuurlijke boete verlaagd naar de helft,te weten € 75,00.

  • 2.

    Er is sprake van verminderde verwijtbaarheid wanneer is voldaan aan de criteria van artikel 2a van het Boetebesluit socialezekerheidswetten.

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Boete Participatiewet, IOAW en IOAZ.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Na bekendmaking treedt dit besluit in werking op 1 januari 2015.

Den Helder, 25 november 2014

Burgemeester en Wethouders van Den Helder

Koen Schuiling, burgemeester

dr. Joost C.M. Cox, secretaris