Afvalstoffenverordening Den Helder 2018

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Afvalstoffenverordening Den Helder 2018

De raad van de gemeente Den Helder;

gelezen het raadsvoorstel nummer RVO17.0068 van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 28 november 2017;

kennis genomen hebbende van de voorbereidende commissievergadering Stadsontwikkeling en -beheer op 9 januari 2018;

besluit:

I de Afvalstoffenverordening 2006 in te trekken.

II de Afvalstoffenverordening 2018 vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    alleenrecht: het op grond van deze verordening aan een daartoe aangewezen inzameldienst verleende exclusieve recht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen binnen de gemeente Den Helder;

  • b.

    andereinzamelaars: de krachtens artikel 7, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    gebruikerperceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • e.

    gezelschapsdieren: honden, katten, knaagdieren, kooi- en volièredieren, duiven en vissen. Konijnen, kippen, kalkoenen, kwartels, parelhoenders, eenden, ganzen en fazanten behoren eveneens tot deze categorie indien er geen commerciële opbrengst aan verbonden is, zoals de (commerciële) productie van vlees, wol, pels, eieren, pluimen of huiden;

  • f.

    inzameldienst: de krachtens artikel 7, eerste lid, aangewezen instantie, belast met deinzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • g.

    inzamelen: de activiteiten, gericht op het ophalen en innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente Den Helder ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • h.

    inzamelmiddel: een voor de verzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel,bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

  • i.

    inzamelvergunning: de vergunning, zoals bedoeld in artikel 11;

  • j.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of plaats, bijvoorbeeld een afvalcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • k.

    motorrijtuigen: alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te wordenvoortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of op het voertuig zelf aanwezig, dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders;

l.straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals

proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde kleine chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

m.terinzamelingaanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan de daartoe aangewezen

inzameldienst dan wel een inzamelend persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe of vanwege de inzameldienst dan wel de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

  • n.

    wegen: alle voor het verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;

  • o.

    wet: de Omgevingswet

  • p.

    afvalstoffenverordening2006: Afvalstoffenverordening 2006, laatstelijk gewijzigd op 1 december 2014

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2. Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 3 Indiening aanvraag

  • 1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 2. Voor bepaalde, door het college aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 2.

    De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften enbeperkingen na te komen.

Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens verordening anders is bepaald.

Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de bescherming van het milieu;

  • c.

    indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gesteldetermijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

e.indien de houder dit verzoekt.

Hoofdstuk 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1

    Aan HVC N.V. wordt een uitsluitend recht verleend voor de duur van 10 jaar voor de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente Den Helder.

  • 2

    Voor het afzonderlijk inzamelen en verwerken van categorieën afvalstoffen kan het college andere inzamelaars aanwijzen. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is op deze aanwijzing niet van toepassing.

  • 3

    Aan de inzameling en verwerking van de in het eerste en tweede lid genoemde afvalstoffen kan het college voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

Artikel 8 Afzonderlijke inzameling

  • 1 Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • b.

      klein chemisch afval;

    • c.

      glas;

    • d.

      oud papier en karton;

    • e.

      textiel;

    • f.

      elektrische en elektronische apparatuur

    • g.

      bouw- en sloopafval;

    • h.

      (verduurzaamd) hout;

    • i.

      grof tuinafval;

    • j.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • k.

      grof huishoudelijk afval;

    • l.

      huishoudelijk restafval;

    • m.

      plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drinkpakken (pmd); en

    • n.

      medicijnafval: restanten geneesmiddelen, inclusief gebruikte en ongebruikte injectienaalden en– spuiten.

  • 2 Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld toevoegen.

Artikel 9 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een afvalbrengstation op lokaal of regionaal niveau.

  • 2. Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 10 Frequentie van inzamelen bij of nabij elk perceel

  • 1 Het college stelt regels over de frequentie van de inzameling van elk van deze categorieën, en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.

  • 2 In ieder geval worden de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld in artikel 8 lid 1 afzonderlijk ingezameld.

  • 3 In het belang van een doelmatig afvalstoffenbeheer kan het college de aanwijzing van afzonderlijk in te zamelen categorieën van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in het tweede lid, of fracties daarvan, achterwege laten.

Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1. Het is verboden zonder inzamelvergunning van het college huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 4. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Hoofdstuk 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

  • 1 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars en aan de houders van een inzamelvergunning.

  • 2 Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van college een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

  • 1. Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of de andere inzamelaars.

  • 2. Het college kan besluiten dat het aan anderen dan gebruikers van percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de houder van een inzamelvergunning.

Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1. Het is verboden de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 8, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2. Het is verboden de aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens het in artikel 7, tweede lid aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 3. Het college kan aanwijzen voor welke (categorieën van) personen het in het eerste lid gestelde verbod niet geldt.

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel

  • 1 Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9 voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of van gemeentewege is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het afvalbrengstation.

  • 2 Het is voor de gebruiker van een perceel verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 9 is bestemd.

  • 3 Het college kan regels stellen omtrent de plaatsen en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4 Het college kan regels stellen met betrekking tot het maximale gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden.

  • 5 Indien van gemeentewege een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kan het college regels stellen omtrent de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 6 Indien het inzamelmiddel niet van gemeentewege is verstrekt, kan het college eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel.

  • 7 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 8 Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

  • 1. Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 9 mede ten behoeve vanzijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9 is bestemd.

  • 3. Het college kan regels stellen ten aanzien van de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moet worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan krachtens het derde lid is bepaald.

  • 5. Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 9 een inzamelvoorziening is aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

  • 1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 9 is bestemd.

  • 2. Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau.

  • 3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het tweede lid is bepaald.

  • 4. Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau overeenkomstig dit artikel.

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een afvalbrengstation op lokaal of regionaal niveau

  • 1.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een afvalbrengstation op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorieën waarvoor het afvalbrengstation krachtens artikel 9 is bestemd.

  • 2.

    Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzamelingkunnen worden aangeboden bij het afvalbrengstation op lokaal of regionaal niveau.

  • 3.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een afvalbrengstation op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het tweede lid is bepaald.

  • 4.

    Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een afvalbrengstation op lokaal of regionaal niveau overeenkomstig dit artikel.

Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • 1.

    Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het college kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen terinzameling moeten worden aangeboden.

  • 3.

    Het college kan regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Hoofdstuk 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 22 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen of voor basisscholen die in het kader van educatie actief aan afvalscheiding willen doen.

  • 3. Degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de vigerende verordening afvalstoffenheffingen.

  • 4. Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 5. Het is verboden de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2. het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Hoofdstuk 5 Zwerfafval

Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2. Het college kan op het verbod ontheffing verlenen.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • a. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of Bouwstoffenbesluit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

  • 4. Het verbod geldt niet als voor de opslag van afvalstoffen een omgevingsvergunning is afgegeven.

Artikel 26 Achterlaten van straatafval

  • 1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen of deze omver te werpen.

Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten.

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd.

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 29a Ongeadresseerd drukwerk (inwerkingtreding 1 juli 2024)

  • 1. In dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      huis-aan-huisblad: ongeadresseerd blad dat met een vaste frequentie gratis huis aan huis wordt verspreid in een geografisch beperkt gebied, waarvan tenminste aandeel 30% van de inhoud bestaat uit informatie over en nieuws uit het eigen verspreidingsgebied, niet zijnde reclame;

    • b.

      ongeadresseerd reclamedrukwerk: reclamedrukwerk of proefmonsters van producten die gratis huis aan huis worden verspreid zonder vermelding van naam, adres of postbus en woonplaats van de ontvanger, niet zijnde:

      • i.

        een huis-aan-huisblad of andere informatie over werkzaamheden of activiteiten in de buurt die voor de bewoners of gebruikers van een woning, bedrijf of woonschip in die buurt van belang zijn om te weten;

      • ii.

        ii. drukwerk van vrijwilligers of niet-commerciële organisaties.

  • 2. Een huis-aan-huisblad mag worden bezorgd bij een perceel, tenzij de bewoner of gebruiker expliciet kenbaar heeft gemaakt geen prijs te stellen op het ontvangen ervan.

  • 3. Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen bij een perceel, tenzij de bewoner kenbaar heeft gemaakt prijs te stellen op het ontvangen ervan.

Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen de weg wordtverontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht de weg te reinigen of te laten reinigen:

  • a.

    direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

  • b.

    direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

  • c.

    indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

Hoofdstuk 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 31 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of aan houders van een inzamelvergunning.

Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan de houder van een omgevingsvergunning voor het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen.

Artikel 32a Kadavers van gezelschapsdieren

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder gezelschapsdier verstaan: een dier dat de mens in of rond het huis houdt en verzorgt, niet zijnde een hobby- of landbouwhuisdier.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen een organisatie aan die [tevens] belast is met de inzameling van kadavers van gezelschapsdieren.

  • 3. Van ingezamelde kadavers wordt aangifte gedaan bij Rendac Son B.V. De kadavers worden bewaard en overgedragen aan Rendac Son B.V. in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens artikel 3.1 van de Wet dieren.

  • 4. Uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de dag waarop het gezelschapsdier dood is aangetroffen, geeft de houder van het kadaver dit af [aan een organisatie , bedoeld in het tweede lid].

  • 5. Tot het tijdstip van afgifte bewaart de houder het kadaver zodanig dat er geen vermenging is met ander materiaal.

  • 6. Het vierde lid is niet van toepassing op het kadaver dat wordt begraven op een terrein dat ter beschikking staat van de houder van het kadaver of dat uiterlijk de eerste werkdag na overlijden wordt afgegeven aan een ondernemer die is erkend op grond van artikel 24, eerste lid, onder b, c of d, van de Verordening 1069/2009/EG.]

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

Artikel 11: inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning.

Artikel 12: verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen.

Artikel 13: verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen.

Artikel 14: afzonderlijk ter inzamelen aanbieden.

Artikel 15: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel.

Artikel 16: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen.

Artikel 17: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau.

Artikel 18: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

Artikel 19: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel. Artikel 20: dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden.

Artikel 23: ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst.

Artikel 24: het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

Artikel 25: voorkomen van diffuse verontreiniging.

Artikel 26: achterlaten van straatafval.

Artikel 27: voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen. Artikel 28: afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren. Artikel 29: wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal.

Artikel 30: zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden. Artikel 31: verbod opslag van afvalstoffen.

Artikel 32: afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden.

Artikel 34 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, eerste lid, van de wet milieubeheer, of krachtens artikel 18.6 van de Omgevingswet aangewezen ambtenaren.

Artikel 35 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2. De Afvalstoffenverordening 2006 wordt ingetrokken met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 36 Overgangsbepalingen

  • 1. Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de Afvalstoffenverordening 2006, zoals deze voor het inwerking treden van deze verordening van toepassing was, blijven - indien en voor zover het gebod of het verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 2. Voorschriften en beperkingen opgelegd op grond van de Afvalstoffenverordening 2006, zoals deze voor het inwerking treden van deze verordening van toepassing was, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de Afvalstoffenverordening 2006, zoals deze voor het inwerking treden van deze verordening van toepassing was, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 4. Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip van het in werking treden van deze verordening is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de Afvalstoffenverordening 2006, zoals deze voor het inwerking treden van deze verordening van toepassing was.

  • 5. In afwijking van het eerste lid, blijft een vergunning of ontheffing van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.

  • 6. Gebod- of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is krachtens deze verordening en niet voorkomend in de Afvalstoffenverordening 2006, zoals deze voor het inwerking treden van deze verordening van toepassing was, zijn niet van toepassing:

    • a.

      gedurende 26 weken na het in werking treden van deze verordening;

    • b.

      ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

  • 7. De intrekking van de Afvalstoffenverordening 2006, zoals deze voor het inwerking treden van deze verordening van toepassing was heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 37 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: “Afvalstoffenverordening Den Helder 2018“.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 22 januari 2018
voorzitter
Koen Schuiling
griffier
mr. drs. m. Huisman