Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent een tijdelijke tegemoetkoming in huisvestingslasten voor detailhandel en horeca (Verordening tijdelijke tegemoetkoming huisvestingslasten voor detailhandel en horeca gemeente Den Helder 2020)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• - algemene de-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);

• - Algemene Groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

• - burgemeester en wethouders: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

• - gedupeerde onderneming: in de gemeente Den Helder gevestigde onderneming als bedoeld in artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007, niet zijnde een overheidsbedrijf:

• a. die op 15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven onder een hoofdactiviteit die in bijlage 1 is opgenomen, met de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling en

• b. waar ten hoogste 250 personen werkzaam zijn, blijkend uit de inschrijving in het handelsregister op 15 maart 2020;

• - handelsregister: handelsregister als bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007;

• - huisvestingslasten: directe vastgoedverplichtingen van de gedupeerde onderneming in de vorm van huur, pacht of hypotheek voor het bedrijfspand waar de gedupeerde onderneming in gevestigd is;

• - overheidsbedrijf: overheidsbedrijf als bedoeld in artikel 25g, eerste lid, van de Mededingingswet;

• - verklaring de-minimissteun: verklaring van de gedupeerde onderneming waarin deze bevestigt dat de tegemoetkoming niet zal leiden tot een overschrijding van het de-minimisplafond, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de algemene de-minimisverordening;

• - steunfonds: het op 11 mei 2020 door de raad van de gemeente Den Helder ingestelde Helders steunfonds;

• - vestiging: vestiging als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de Handelsregisterwet 2007.

Artikel 2 Verstrekking, hoogte tegemoetkoming en subsidieplafond

• 1. Burgemeester en wethouders verstrekken op aanvraag een tegemoetkoming in de huisvestingslasten aan de gedupeerde onderneming die verwacht in de periode van 15 maart 2020 tot 1 juni 2020:

• a. ten minste € 4.000,- aan omzetverlies te lijden als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19;

• b. ten minste € 4.000,- aan vaste lasten te hebben, ook na gebruik van andere door de overheid beschikbaar gestelde steunmaatregelen in het kader van de bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19.

• 2. De tegemoetkoming bedraagt € 2.000,- per gedupeerde onderneming en is bedoeld als eenmalige tegemoetkoming in de huisvestingslasten van de gedupeerde onderneming van 15 maart 2020 tot 1 juni 2020.

• 3. Het subsidieplafond bedraagt € 500.000,-. Burgemeester en wethouders kunnen dit subsidieplafond verhogen.

Artikel 3 Afwijzingsgronden

Burgemeester en wethouders beslissen afwijzend op de aanvraag indien:

• a. de aanvraag niet voldoet aan de bij deze verordening gestelde eisen;

• b. de gedupeerde onderneming in staat van faillissement verkeert dan wel bij de rechtbank een verzoek tot verlening van surseance van betaling aan de gedupeerde onderneming is ingediend;

• c. de tegemoetkoming niet verstrekt kan worden op grond van de algemene de-minimisverordening;

• d. het subsidieplafond, als bedoeld in artikel 2, derde lid, is bereikt;

• e. de vestiging van de gedupeerde onderneming niet fysiek is afgescheiden van de privéwoning van de eigenaar van de gedupeerde onderneming (geen eigen opgang dan wel toegang tot de privéwoning), met uitzondering van horecaondernemingen met SBI-codes 56.10.1 en 56.10.2 als vermeld in bijlage 1 van deze verordening.

Artikel 4 Informatieverplichtingen bij aanvraag en aanvraagperiode

• 1. Een aanvraag wordt ingediend door een door de gedupeerde onderneming bevoegd persoon en met gebruikmaking van een door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier.

• 2. Een aanvraag omvat in ieder geval:

• a. een uittreksel uit het handelsregister waarin in ieder geval de volgende gegevens van de gedupeerde onderneming zijn opgenomen:

• 1. handelsnaam;

• 2. KvK-nummer en vestigingsnummer;

• 3. startdatum (daterend van voor 15 maart 2020);

• 4. geregistreerde activiteiten met de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI-code);

• 5. post-/bezoekadres alsmede e-mailadres;

• 6. gegevens over de eigenaar, waaronder de naam en het woonadres;

• b. contactgegevens van de persoon die de aanvraag indient, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;

• c. indien de persoon die de aanvraag indient niet de eigenaar van de gedupeerde onderneming is: een document waaruit blijkt dat deze persoon bevoegd is om namens de gedupeerde onderneming de aanvraag in te dienen;

• d. een bankrekeningnummer dat op naam van de gedupeerde onderneming staat en waar de tegemoetkoming, bij een positieve beschikking op de aanvraag, op kan worden gestort;

• e. een verklaring dat de gedupeerde onderneming geen overheidsbedrijf is;

• f. een verklaring de-minimissteun alsmede een verklaring dat de gedupeerde onderneming voor de huisvestingslasten reeds geen andere steun op grond van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening dan wel andere vrijstellingsverordening omtrent staatssteun verleend heeft gekregen;

• g. een verklaring dat de gedupeerde onderneming op het moment van aanvraag voldoet aan het bij deze verordening gestelde, waaronder de in artikel 2, eerste lid, genoemde eisen;

• 3. Een aanvraag kan worden ingediend tot 31 juli 2020.

Artikel 5 Wijze van behandeling en beslistermijn

• 1. Op volgorde van ontvangst worden aanvragen behandeld totdat het subsidieplafond, als bedoeld in artikel 2, derde lid, is bereikt. Als datum van ontvangst wordt aangemerkt de dag waarop de aanvraag volledig is ingediend.

• 2. Burgemeester en wethouders beslissen binnen 4 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

• 3. De in het tweede lid genoemde termijn kan met 4 weken worden verdaagd.

Artikel 8 Nadere regels en hardheidsclausule

• 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

• 2. Burgemeester en wethouders kunnen van deze verordening afwijken voor zover toepassing hiervan leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 9 Slotbepaling

• 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

• 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tijdelijke tegemoetkoming huisvestingslasten voor detailhandel en horeca gemeente Den Helder 2020.

• 3. Deze verordening vervalt met ingang van 1 januari 2021, met dien verstande dat de verordening van toepassing blijft op aanvragen om tegemoetkoming die uiterlijk 31 juli 2020 zijn ingediend, dan wel op tegemoetkomingen die voor 1 januari 2021 zijn verstrekt.