Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende algemene regels over het aanwijzen van alleenrechten voor wildopvang [Verordening alleenrecht wildopvang Den Helder 2020]

Geldend van 02-10-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende algemene regels over het aanwijzen van alleenrechten voor wildopvang [Verordening alleenrecht wildopvang Den Helder 2020]

De raad van de gemeente Den Helder;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 augustus 2020 inzake de verordening alleenrecht wildopvang Den Helder 2020;

kennis genomen hebbende van de voorbereidende commissievergadering Maatschappelijke Ontwikkeling op 14 september 2020;

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 1.1. in samenhang met artikel 2.24 sub a Aanbestedingswet 2012;

BESLUIT:

de navolgende Verordening alleenrecht wildopvang Den Helder 2020 vast te stellen.

Verordening alleenrecht wildopvang Den Helder 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

  • b. Raad: de gemeenteraad van de gemeente Den Helder;

  • c. Gemeente: de gemeente Den Helder;

  • d. Aanwijzingsbevoegdheid: de bevoegdheid tot aanwijzing van instellingen die belast worden met de uitvoering van een of meer specifieke publiekrechtelijke taken [consolidatie is juist verwerkt];

  • e. Alleenrecht: de bij publiekrechtelijk besluit aan instellingen verleende bevoegdheid een of meer specifieke publiekrechtelijke taken uit te voeren [consolidatie is juist verwerkt];

  • f. Aanbestedingswet 2012: Wet van 1 juli 2016; houdende nieuwe regels omtrent aanbestedingen, Stb 2016, 241 [consolidatie is juist verwerkt];

  • g. Algemene zorgplicht in het wild levende dieren: de algemene zorgplicht van inheemse wilde dieren waarvan de opvang een onderdeel is zoals neergelegd in de Wet natuurbescherming en de Wet dieren (toekomstig artikel 1.4)[consolidatie is juist verwerkt];

  • h. Wildopvang: de tijdelijke opvang, verzorging en revalidatie van zieke, gewonde en verweesde inheemse dieren met als doel deze weer terug te plaatsen in de vrije natuur [consolidatie is juist verwerkt].

Artikel 2 Aanwijzingsbevoegdheid

  • 1. Het college kan een partij aanwijzen die belast is met de taak van wildopvang zoals omschreven in artikel 1 onderdeel h.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde partij dient een instelling te zijn die kwalificeert als een aanbestedende dienst in de zin van artikel 1.1. van de Aanbestedingswet 2012.

Artikel 3 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan de krachtens deze verordening verleende aanwijzing wordt een geldigheidsduur van maximaal tien jaar verbonden.

  • 2. Aan een krachtens deze verordening verleende aanwijzing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de wildopvang.

  • 3. De houder van een verleende aanwijzing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

  • 4. Het college kan bij de aanwijzing op grond van artikel 2 onder wildopvang vallende werkzaamheden vaststellen.

Artikel 4 Karakter van de aanwijzing

De verleende aanwijzing is niet overdraagbaar, tenzij bij of krachtens die aanwijzing anders is bepaald.

Artikel 5 Intrekken of wijziging van de aanwijzing

1. De verleende aanwijzing kan worden ingetrokken of gewijzigd indien:

  • a. de houder niet meer voldoet aan de eis ingevolge artikel 2 lid 2;

  • b. op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de aanwijzing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet plaatsvinden in het belang van de uit te voeren diensten in het kader van de wildopvang;

  • c. aan de aanwijzing verbonden voorschriften en/of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d. van de aanwijzing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel bij het ontbreken van een dergelijke termijn binnen een redelijke termijn;

  • e. de houder dit verzoekt;

  • f. als er door een wetswijziging geen uitsluitend recht meer gevestigd kan worden;

  • g. als een overeenkomst tussen de gemeente en de houder van de verleende aanwijzing voor het uitvoeren van diensten in het kader van wildopvang is beëindigd.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzonder gevallen ten gunste van een partij en in het belang van de in het wild levende dieren en de wildopvang afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien de toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening alleenrecht wildopvang Den Helder 2020’.

Aldus besloten in de raadsvergadering van 28 september 2020,

Jeroen Nobel,

Voorzitter

mr. drs. M. Huisman

Griffier

Ondertekening