Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van rechten onder de naam van haven- en kadegeld 2010

Geldend van 02-07-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van rechten onder de naam van haven- en kadegeld 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

schip: elk voorwerp gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als middel van verplaatsing te water, met inbegrip van een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvaartuig, een drijvende boorinstallatie, een baggermolen, een drijvende kraan, een elevator, een ponton en elk ander drijvend werktuig, drijvend voorwerp of drijvende inrichting van soortgelijke aard;

zeeschip: een schip dat gebruikt wordt voor de vaart ter zee of blijkens zijn constructie voor de vaart ter zee is bestemd of een schip dat voorzien is van een document - afgegeven door het bevoegd gezag van het land waar het schip is ingeschreven - waaruit blijkt dat het geschikt is voor de vaart ter zee;

binnenschip: een schip, niet zijnde een zeeschip;

zeevissersschip: een zeeschip dat gebruikt wordt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de zee, doch niet voor de walvisvaart;

binnenvaartvrachtschip: een schip dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het vervoer van goederen;

bedrijfsvaartuig: een vaartuig, dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen (passagiers);

pleziervaartuig: een vaartuig dat hoofdzakelijk of overwegend voor de recreatie gebruikt wordt, niet zijnde een bedrijfsvaartuig;

meetbrieven:

a. bij zeeschepen: de meetbrief als bedoeld in artikel 24 van de Wet van 12 september 1981, Stb 122, houdende bepalingen betreffende de meting van schepen (meetbrievenwet 1981), zoals deze nadien is gewijzigd;

b. bij binnenschepen: het document als bedoeld in artikel 782, derde lid, van het Wetboek van Koophandel, juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb 548 (Besluit binnenschependocumenten);

ISPS gecertificeerd schip: een schip dat in het kader van de Havenbeveiligingswet valt onder de ISPS-code (International Ship and Port facility Security-code).

zeilend bedrijfsvaartuig: een vaartuig dat met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen.

haven: het in beheer en onderhoud van de gemeente Den Helder zijnde water van Het Nieuwe Diep, de haven Westoever, de Koopvaardersbinnenhaven;

kade: de in beheer en onderhoud van de gemeente Den Helder zijnde kaden of steigers aan het Nieuwe Diep (Paleiskade, Nieuwediepkade, kaden voor de visafslag, inclusief de daaraan gelegen vislossteigers, de kaden aan Het Nieuwe Diep en Het Nieuwe Werk) de loskade aan het Noord-Hollands kanaal ter hoogte van industrieterrein Oostoever, de haven westoever, de kaden en/of steigers aan de Koopvaardersbinnenhaven.

ton: de gewichtseenheid van 1.000 kg;

ton GT: bruto inhoud van een zeeschip, als vermeld op de meetbrief;

laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het vaartuig bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

ingenomen wateroppervlakte: de oppervlakte verkregen door vermenigvuldiging van de grootste lengte met de grootste breedte van een schip;

dag: een tijdvak van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur;

maand: een kalendermaand;

etmaal: een tijdvak van 24 uur;

kwartaal: een kalenderkwartaal.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam van haven- en kadegeld wordt een recht geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente Den Helder en ter zake van door de gemeente verstrekte diensten in verband met dat gebruik.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van de gezagvoerder, de schipper, de reder, de eigenaar of de gebruiker van het vaartuig of van degene, die van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van de kaden gebruik maakt, ofwel van hem, die als hier te lande gevestigde vaste vertegenwoordiger voor een van dezen optreedt, met dien verstande, dat betaling door één der belastingplichtigen de anderen daarvan bevrijdt.

Artikel 4 Heffingsgrondslag

1 Als grondslag voor de berekening van het recht geldt:

I voor Havengeld:

a voor zeeschepen: de bruto-inhoud van het zeeschip in GT zoals deze blijkt uit de meetbrief;

b voor binnenvaartvrachtschepen: het aantal tonnen laadvermogen, zoals dit blijkt uit de meetbrief;

c voor bedrijfsvaartuigen en binnenschepen: de ingenomen wateroppervlakte zoals deze blijkt uit de bij het schip behorende meetbrief;

d voor pleziervaartuigen: het aantal strekkende meters over de grootste lengte gemeten.

II voor Kadegeld: het aantal door de voorwerpen op de kaden in beslag genomen m2.

2 Bij gebreke van de meetbrief of het document, bij weigering om zulk een stuk te tonen of ingeval het stuk de inhoud, het laadvermogen of de ingenomen wateroppervlakte niet vermeldt, wordt de inhoud, het laadvermogen of de ingenomen wateroppervlakte door daartoe door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar of degene die hem vervangt vastgesteld en worden de rechten naar de uitkomst daarvan geheven.

Artikel 5 Tarieven

1 Het haven- en kadegeld wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van de in de tarieventabel genoemde eenheden als volle eenheden aangemerkt.

Artikel 6 Vrijstellingen

Het recht wordt niet geheven van:

1 Oorlogsschepen.

2 Roeiboten, behorende bij schepen, waarvoor havengeld verschuldigd is;

3 Op schutting in de Koopvaardersschutsluis en Zeedoksluis (periode 1 april tot 1 oktober) wachtende schepen, die daartoe moeten afmeren aan de kaden aan Het Nieuwe Diep.

4 Zeeschepen, welke de gemeente aandoen uitsluitend om zieken of doden aan land te zetten.

5 Schepen, die invaren uitsluitend ten behoeve van onderhoud bij een scheepswerf.

6 Schepen, die invaren met als bestemming een kade die door de gemeente Den Helder is verhuurd, dan wel in erfpacht is uitgegeven.

7 Schepen, waarvan de eigenaar zich heeft aangesloten bij de Stichting Nautische Monumenten te Den Helder, welke inschrijving blijkt uit de te overleggen aansluitovereenkomst en afmeren in de als monumentenhaven aangewezen gedeelte van de Koopvaardersbinnenhaven, gelegen tussen de brug “Weststraat” en de pontonbrug ter hoogte van gebouw 73 op de Oude

Rijkswerf Willemsoord, met uitzondering van afmering aan de Flaneerkade.

8 Bedrijfsvaartuigen, behorende bij de zeilende bedrijfsvaartuigen (de zgn. Bruine Vloot), gedurende de periode van 1 oktober tot 1 april, afgemeerd aan de Flaneerkade in de Koopvaardersbinnenhaven.

In de periode van 1 april tot 1 oktober wordt havengeld geheven aan de hand van de Tarieventabel, onderdeel 1 lid II, onderdeel d.

Artikel 7 Meldingsplicht

De belastingplichtigen zijn verplicht, terstond nadat het gebruik van de haven en/of kaden een aanvang heeft genomen, daarvan melding te doen aan de daartoe door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar of degene die hem vervangt.

Artikel 8 Wijze van heffing

1 De rechten worden geheven bij wege van aanslag, met dien verstande dat de heffing van het recht per verblijf mogelijk is.

2 In afwijking van het vorenstaande worden de rechten voor pleziervaartuigen geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 9 Heffingsjaar

Het heffingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar, met dien verstande dat de heffing van het recht per verblijf mogelijk is.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1 De rechten die worden geheven bij wege van aanslag zijn invorderbaar in een termijn, vervallende een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2 De overige rechten moeten worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving.

Artikel 11

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de haven- en kadegelden.

Artikel 12 Overgangsbepaling

De Verordening haven- en kadegeld 2010, vastgesteld bij Raadsbesluit van 11 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van 1 juli 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

2 De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2010.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening haven- en kadegeld 2010".

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 7 juni 2010.
Koen Schuiling , voorzitter
mr. drs. M. Huisman , griffier

Tarieventabel 2010

Tarieventabel als bedoeld in artikel 5 van de Haven- en kadegeldverordening

1. Het tarief voor havengeld bedraagt in euro-centen:

I. Voor het invaren/afmeren van schepen in de havens en kaden aan Het Nieuwe Diep:

Categorie

Grondslag

Tarief

a. zeeschepen

ton GT

63,4

b. zeevissersschepen

ton GT

42,0

c. binnenvaartvracht schepen

ton

laadvermogen

14,3

d. bedrijfsvaartuigen n binnenschepen

m2 ingenomen wateroppervlakte

15,1

e. pleziervaartuigen

strekkende meter

105

(€ 1,05)

per etmaal

incl. btw

II. Voor het invaren/afmeren in alle overige gemeentelijke havens:

Categorie

grondslag

Tarief

a. zeeschepen

ton GT

42,0

b. zeevissersschepen

ton GT

42,0

c. binnenvaartvracht schepen

ton

laadvermogen

14,3

d. bedrijfsvaartuigen en

binnenschepen

m2 ingenomen

wateroppervlakte

15,1

e. pleziervaartuigen

strekkende meter

105 (€ 1,05) per etmaal incl. btw

III. Voor het doorvaren in alle gemeentelijke havens:

Categorie

grondslag

doorvaren

a. zeeschepen

ton GT

13,9

b. zeevissersschepen

ton GT

13,9

c. binnenvaartvracht schepen

ton

laadvermogen

5,0

d. bedrijfsvaartuigen en

binnenschepen

m2 ingenomen

wateroppervlakte

5,0

e. pleziervaartuigen

strekkende meter

n.v.t.

IV. Het tarief voor het doorvaren bedraagt per kalenderkwartaal (abonnement):

Categorie

Grondslag

uitsluitend doorvaart

abonnement per kalenderkwartaal

a. zeeschepen

ton GT

232,3

b. zeevissersschepen

ton GT

158,7

c. binnenvaartvrachtschepen

ton laadvermogen

54,3

d. bedrijfsvaartuigen en binnenschepen

n.v.t.

n.v.t.

e. pleziervaartuigen

n.v.t.

n.v.t.

  • V.

    Het tarief voor ISPS-gecertificeerde schepen wordt voor het invaren en afmeren per ton GT verhoogd met 21,7 eurocent.

    Dit tarief betreft de vergoeding voor het gebruik van de voorzieningen welke door de havenbeheerder zijn getroffen in het kader van de Havenbeveiligingswet (Wet van 6 juli 2004) tot uitvoering van de Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PbEU L 129), of zoals deze nadien zijn/of worden gewijzigd,alsook van andere besluiten van volkenrechtelijke organisatie met betrekking tot de beveiliging van havens. De kosten van deze voorzieningen worden uitsluitend geheven van ISPS-gecertificeerde schepen, omdat deze schepen geacht worden uitsluitend aan te meren aan kades waar deze voorzieningen worden getroffen.

  • VI.

    Voor zeeschepen met een bestemming elders en die door deze andere bestemming door de douane verplicht worden om zich langs de daartoe aangewezen vaarwaters te begeven naar het eerste douanekantoor en die daarom uitsluitend gebruik maken van de havenfaciliteiten ter vervulling van de vereiste douaneformaliteiten, of voor het wisselen van de bemanning, bunkeren, en/of provianderen, mits daarvan onmiddellijk bij aankomst aan Burgemeester en Wethouders kennis wordt gegeven en welke niet langer in de gemeente blijven dan 6 uren 14,0 eurocenten per ton GT.

  • VII.

    Voor zeeschepen genoemd onder categorie a. en b. van de tarieventabel, die gedurende een aaneengesloten periode van drie maanden gemiddeld tenminste een keer per week van de haven gebruik maken, wordt het berekende havengeld na een schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige en na afloop van de genoemde periode van drie maanden met 20% verminderd; deze vermindering bedraagt 40% indien het gebruik als hierboven bedoeld gemiddeld tenminste twee keer per week plaatsvindt. De aanvraag voor toepassing van de korting dient binnen 12 maanden na afloop van de periode waarover de korting wordt aangevraagd te geschieden.

    In het geval kan worden aangetoond dat in de komende periode frequent gebruik wordt gemaakt van de havenfaciliteiten kan dit verzoek ook schriftelijk vooraf worden ingediend.

  • VIII.

    Met uitzondering van het tarief voor pleziervaartuigen, geeft betaling van het havengeld recht op het daartoe bepaalde gebruik gedurende een ononderbroken verblijf van zeven dagen; bij overschrijding van dit tijdvak worden voor elke periode van zeven dagen of gedeelten daarvan alle berekende havengeldtarieven opnieuw toegepast, tenzij deze overschrijding een gevolg is van stremming van het scheepvaartverkeer door ijszetting.

  • IX.

    Het tarief voor service-verlenende schepen, die uitsluitend in de haven rondvaren en diensten leveren aan andere schepen, bedraagt per kwartaal: 14,0 eurocenten per ton laadvermogen of per m2 ingenomen wateroppervlakte x 13 x 2 x 60 %

  • X.

    Met betrekking tot schepen welker afmering aan een der kaden havengelden zijn verschuldigd, wordt, indien met deze schepen binnen de hierboven genoemde periode van zeven dagen nog aansluitend wordt afgemeerd aan een der andere kaden, in totaal slechts eenmaal wegens afmeren verschuldigde havengeld in rekening gebracht en wel tot het hoogste daarvoor verschuldigde tarief.

2. Het tarief voor het kadegeld bedraagt:

voor het hebben van voorwerpen op de gemeentelijke kaderuimten: 22,5 (euro-centen) per m2 door die voorwerpen in beslag genomen oppervlakte voor iedere dag, of gedeelte van een dag dat het gebruik ten behoeve van aan stank of bederf onderhevige goederen langer duurt dan 24 uren en voor iedere dag of gedeelte van een dag dat het gebruik ten behoeve van andere voorwerpen langer duurt dan drie maal 24 uren, een en ander met een maximum van: € 2,90 per m2 per maand of gedeelte van een maand.

Gedeelten van een m2 worden voor een hele gerekend.

3.1 Het tarief voor het verlenen van diensten in het kader van vletterservice voor het meren en ontmeren van schepen bedraagt, afhankelijk van het tijdstip, per oproep:

Periode

tarief per oproep (in euro's)

Dag (07.00 - 19.00 uur)

€ 93,20

avond (19.00 - 23.00 uur)

€ 140,--

nacht (23.00 - 07.00 uur)

€ 140,--

Weekend en feestdagen

€ 141,40

Kosten ingevolge no-show

(bij afbestellen binnen 3 uur van de opgeven aankomst of vertragingen van meer dan 30 minuten. Deze kosten zullen niet verschuldigd zijn ingevolge sperring van de haven in verband met defensie-activiteiten)

50% van het tarief

3.2 Voor het verhalen van een schip binnen een tijdsperiode van 1 uur:

Periode

verhaaltarief (in euro's)

Dag (07.00 - 19.00 uur)

€ 109,45

avond (19.00 - 23.00 uur)

€ 164,40

nacht (23.00 - 07.00 uur)

€ 164,40

Weekend en feestdagen

€ 166,05

Het aan haven- en kadegeld te betalen bedrag wordt naar boven afgerond op hele centen.

3.3 Voor het verhalen van een schip binnen een tijdsperiode tussen 1 en 2 uur: een toeslag van 50% op het verhaaltarief dat van toepassing is.

3.4 Voor het verhalen van een schip binnen een tijdsperiode langer dan 2 uur: de tarieven zoals vermeld onder 3.1.

Behoort bij raadsbesluit van 7 juni 2010 no. RB10.0088.

de griffier, mr. drs. M. Huisman