Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van leges 2010

Geldend van 09-07-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a

    dag: een tijdvak van 24 opeenvolgende uren, beginnend bij 0.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b

    week: een aaneengesloten tijdvak van zeven dagen;

  • c

    maand: een kalendermaand;

  • d

    jaar: het tijdvak dat loopt van de dag in een kalenderjaar tot en met de (nde-1) dag in het volgende kalenderjaar.

  • d

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam van "leges" worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a

    Stukken in het persoonlijk belang benodigd door personen, die door een verklaring, afgegeven door de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats, of op andere wijze van hun onvermogen doen blijken.

  • b

    Attestatiën de vita, strekkende tot de betaling van pensioen- en spaarfondsenwet of anderszins ten laste van de staat, of enig ander openbaar lichaam.

  • c

    De aan belanghebbende uit te reiken minuten, afschriften, uittreksels of duplicaten van besluiten, akten en beschikkingen, houdende benoeming, bevordering, ontslag en toekenning van bezoldiging van ambtenaren en leden van colleges of commissies.

  • d

    Bescheiden, benodigd door ambtenaren tot het bekomen van pensioenen en tot het bekomen van weduwen- en wezenpensioen uit de tot dat doel ingestelde fondsen.

  • e

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1 De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    a mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    b schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9

Vermindering van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 11

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van leges.

Artikel 12 Overgangsbepaling

De artikelen en tarieventabel van de "Verordening op de heffing en invordering van leges 2010”, vastgesteld bij Raadsbesluit van 3 november 2009, vervallen met ingang van de datum als bedoeld in artikel 13, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2010.

  • 3 In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en de invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

    (Kamerstukken 31953) in werking treden. De datum waarop dit tijdstip valt is tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening leges 2010 na inwerking treden Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO)."

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 7 juni 2010.
Koen Schuiling, voorzitter
mr. drs. M. Huisman, griffier

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Den Helder

Indeling Tarieventabel

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5 Kiezersregister

Hoofdstuk 6 Gemeentearchief

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Kansspelen

Hoofdstuk 11 Telecommunicatie

Hoofdstuk 12 Verkeer en Vervoer

Hoofdstuk 13 Lijkschouwing

Hoofdstuk 14 Diverse

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving

Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 3 Teruggaaf

Hoofdstuk 4 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 7 Sloopmelding

Titel 3 Dienstverlening vallende onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Evenementen

Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen en escortbedrijven

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

1.1 Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking

van een huwelijk op een andere tijd en wijze dan op grond van artikel 4 van de Wet van 23 april 1879, Stb. 72, voor kosteloze huwelijks-

voltrekking is bepaald:

1.1.1 gedurende de uren, waarop krachtens afzonderlijk raadsbesluit het bureau van de Burgerlijke stand voor het voltrekken van huwelijken voor het publiek is geopend: € 266,--;

1.1.2 buiten de uren als genoemd in 1.1.1 € 309,--;

1.1.3 in het geval dat bijzondere omstandigheden het noodzakelijk maken, dat een huwelijk moet worden voltrokken op een ander uur dan onder

1.1.1 bedoeld, kan het college van burgemeester en wethouders, in afwijking van het onder 1.1.2 vermelde, het tarief van € 266,--

van toepassing verklaren.

1.2.1 Het tarief bedraagt voor het verstrekken van huwelijks- of partnerschapsboekje met:

a. plastic kaft: € 15,65;

b. luxe lederen kaft: € 29,3

1.3 Het tarief bedraagt voor het op verzoek beschikbaar stellen van een gemeente-ambtenaar om als getuige op te treden bij het voltrekken

van een huwelijk: € 37,50.

1.4 Het tarief bedraagt voor een verzoek tot eenmalige benoeming

van een ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag: € 53,50.

1.5 De bepalingen en tarieven genoemd in Hoofdstuk 1.1 tot en

met 1.4 zijn van overeenkomstige toepassing voor het registreren van partnerschappen.

1.6 Voor het annuleren van een huwelijk of geregistreerd partnerschap

binnen een maand voordat het huwelijk of geregistreerd partnerschap plaats vindt is een tarief verschuldigd van € 53,50.

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten

2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag:

2.1.1 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: € 50,90.

2.1.2 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort bedoeld onder 2.1.1 (zakenpaspoort): € 56,90.

2.1.3 tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): € 50,90.

2.1.4 tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld

in 2.1.1, 2.1.2 en 2.1.3, direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument:

€ 8,95.

2.1.5 tot het bijschrijven van een kind door middel van een bijschrijvings-

sticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 2.1.1, 2.1.2

en 2.1.3: € 20,90.

2.1.6 tot het aanbrengen van een wijziging anders dan bedoeld

in 2.1.5 in een reisdocument als bedoeld in 2.1.1, 2.1.2 en 2.1.3: € 5,00.

2.1.7 tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK):

€ 42,85.

2.1.8 tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart voor jeugdigen tot en met 13 jaar: € 8,95.

2.2.1 De tarieven als genoemd in de onderdelen 2.1.1, 2.1.2 en 2.1.3,

alsmede in 2.1.7 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van € 41,00.

2.2.2 Het tarief als genoemd in 2.2.1 wordt bij een gecombineerde

spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 2.1.1,

2.1.2 en 2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen

als bedoeld in 2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend.

2.2.3 Het tarief als genoemd in onderdeel 2.1.5 wordt bij een spoed-

levering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van € 19,50

2.3.1 Indien aan de aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt, welk document bij de aanvraag van een nieuw reisdocument niet compleet kan worden overgelegd, worden de leges vermeld bij de onderdelen 2.1.1 tot en met 2.1.6 verhoogd met € 20,00, tenzij de identiteit van de aanvrager aan de hand van een geldig legitimatiebewijs kan worden vastgesteld.

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen en bromfietsrijbewijzen / certificaten

3.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs of bromfietscertificaat: € 42,00.

3.2 Indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs niet compleet kan worden overgelegd, worden de leges vermeld bij onderdeel 3.1 verhoogd met € 20,00, tenzij de identiteit van de aanvrager aan de hand van een

geldig legitimatiebewijs kan worden vastgesteld.

3.3 Het tarief als genoemd in onderdeel 3.1 en 3.2 wordt bij

spoedlevering vermeerderd met € 33,25.

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 4.3 en 4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

4.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

4.2.1 tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking € 7,80;

4.2.2 tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van

gegevens gedurende de periode van één jaar:

4.2.2.1 voor 100 verstrekkingen € 388,00;

4.3 Voor de toepassing van onderdeel 4.4. wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens:

4.4 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

4.4.1 tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 6, lid 7, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens: € 2,27;

4.4.2 tot het verstrekken van een uittreksel of inlichting uit de persoons-

kaarten of gezinskaartenarchief: € 7,80;

4.4.3 tot het verstrekken van een verklaring van erfrecht: € 7,80;

4.4.4 tot het verstrekken van een uittreksel of inlichting omtrent gezins-

samenstelling of bewoners adres: € 7,80;

4.4.5 vervalt

4.5 Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de

gemeentelijke basisadministratie of ter zake van het verstrekken van bijzondere inlichtingen, alsmede voor een afstammingsonderzoek, voor elk daaraan besteed kwartier € 18,00.

4.6 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van

een aanvraag tot het verstrekken van een persoonslijst: € 7,80.

4.7 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van

een aanvraag tot:

4.7.1 het legaliseren van een handtekening of het waarmerken van een foto: € 7,80;

4.7.2 het verstrekken van attestatie de vita: € 7,80;

4.7.3 het verstrekken van een verklaring van nationaliteit, van gegoedheid en elke andere, hiervoor niet genoemde verklaring, hieronder niet te rekenen een bij wijze van inlichting uit de gemeentelijke basisadministratie

verstrekt uittreksel uit dit register: € 7,80;

4.7.4 het aanvullen, wijzigen, enz. van officiële niet met name genoemde bescheiden: € 7,80.

4.8.1Het tarief voor maken van een selectie uit de GBA langs geautomatiseerde weg: € 109,00.

4.8.2Het tarief bedraagt voor maken van een a-selecte steekproef of selectie uit de GBA langs geautomatiseerde weg: € 109,00.

4.9 Indien een product digitaal kan worden aangevraagd wordt het desbetreffende tarief verlaagd met € 1,00.

Hoofdstuk 5

Kiezersregister

5.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D 4 van de Kieswet (Stb. 1989, 423): € 7,80.

Hoofdstuk 6

Gemeente-archief

6.1 Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder besteed kwartier of gedeelte daarvan: € 14,00.

6.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

6.2.1 een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina:

  • 1.

    tot en met 10 pagina’s, per pagina € 0,27;

  • 2.

    vanaf 11 pagina’s, per pagina, € 0,18;

6.2.2 een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: € 8,50.

Hoofdstuk 7

Bestuursstukken

7.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

7.1.1 een afschrift van de concernbegroting of ontwerp-concernbegroting

€ 15,10;

7.1.2 een afschrift van het concernjaarverslag: € 15,10;

7.2 Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken bij abonnement van de agenda, bijlagen en notulen van de raadsvergaderingen, per jaar:

7.2.1 in het geval de betreffende stukken door de abonnee ter gemeentesecretarie worden afgehaald: € 44,20.

7.2.2 in het geval de betreffende stukken bij de abonnee worden

thuisbezorgd: € 87,50.

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

8.1 Het tarief bedraagt ter zake van het verlenen van inzage van de bij het gemeentebestuur berustende kadastrale stukken:

8.1.1 indien daarbij bijstand van een ambtenaar is verkregen, per kwartier of een gedeelte daarvan: € 14,00.

8.2a Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een digitale of analoge kaart van een gedeelte van de grootschalige basiskaart van de gemeente Den Helder bedraagt:

  • a.

    voor de gebiedsklasse 1 en 2 per ha: € 130,00;

  • b.

    voor de gebiedsklasse 3 en 4 per ha: € 70,00;

  • c.

    voor de gebiedsklasse 5 en 6 per ha: € 15,50.

Onder de gebiedsklassen 1 en 2 wordt verstaan de zeer dicht bebouwde stedelijke gebieden.

Onder de gebiedsklassen 3 en 4 wordt verstaan de bebouwde stedelijke gebieden en gebieden met lintbebouwing.

Onder de gebiedsklassen 5 en 6 wordt verstaan gebieden met niet of nauwelijks gebouwde objecten en landbouwgebieden.

8.2b Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het verkrijgen van een digitale of analoge kaart van de gemeente

met een beperktere inhoud dan de inhoud van de grootschalige basiskaart bedraagt per daaraan besteed uur € 59,50 met een minimum van € 59,50

en een maximum van € 250,00.

8.2c Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het uitvoeren van landmeetkundige werkzaamheden bedraagt:

per uur € 119,00 met een minimum van € 119,00 en een maximum van

€ 480,00.

8.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in artikel 56 f van de Pachtwet: € 3,20.

8.4 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag tot het raadplegen van een object uit de kadastrale informatie, inclusief een uitdraai op A4-formaat:

8.4.1 per kadastrale inzage: € 10,00;

8.4.2 per hypothecaire inzage: € 10,00;

8.4.3 per kadastrale kaart € 10,00.

8.5 het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen: € 28,00.

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

9.3 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

9.3.1 een exemplaar van de Algemene plaatselijke verordening 1996:

€ 9,10;

9.3.2 een exemplaar van de gebundelde belastingverordeningen: € 7,50;

9.3.3 een exemplaar van andere dan met name in deze verordening

genoemde gemeenteverordeningen per twee bladzijden: € 0,27;

9.3.4 andere dan hiervoor genoemde gedrukte stukken of fotokopieën van stukken, per bladzijde -ongeacht de grootte tot en met het formaat A3- of gedeelte daarvan:€ 0,27.

9.3.5 fotokopieën van stukken, per bladzijde, formaat A1 of Ao:€ 2,15.

9.3.6 rapporten, nota's of andere verzamelingen c.q. publicaties van stukken per rapport, nota of andere publicatie bevattende een aantal gedrukte bladzijden

  • 1.

    tot en met 10 bladzijden:€ 3,95;

  • 2.

    van 11 tot en met 50 bladzijden:€ 5,40;

  • 3.

    van 51 tot en met 100 bladzijden:€ 8,95;

te vermeerderen voor elke 100 bladzijden of een gedeelte daarvan met

€ 6,00 alsme in geval van bestemmingsplankaarten per kaart € 3,--

9.4 Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek vervaardigen van daarvoor in aanmerking komende stukken, op andere wijze dan in 9.3.5 genoemd, per bladzijde -ongeacht de grootte- of gedeelte daarvan:€ 2,20.

Hoofdstuk 10

Kansspelen

10.1 Het tarief bedraagt voor het afgeven van een aanwezigheidsvergunning

Ingevolge artikel 30 b van de Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483) voor een periode van 12 maanden voor:

10.1.1 een speelautomaat: € 56,50;

10.1.2 twee speelautomaten (€ 56,50 + € 34,--) € 90,50, vermeerderd voor elke volgende speelautomaat met € 34,00.

Hoofdstuk 11

Telecommunicatie

11.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

melding tot het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid van de Telecommunicatie wet € 193,00.

11.2.1 Het in 11.1 genoemde bedrag wordt per strekkende meter sleuf

verhoogd met € 1,90 indien het werkzaamheden betreft in tegel-, klinker-, en sierbestratingen alsmede gesloten verhardingen, voor zo ver de werkzaamheden plaats vinden in of op de openbare gemeentegrond;

11.2.2 Het in 11.1 genoemde tarief wordt per strekkende meter sleuf verhoogd met € 0,75, indien het werkzaamheden betreft in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zo ver de werkzaamheden plaats vinden in of op de openbare gemeentegrond;

11.3 Het in 11.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met € 130,00, indien met betrekking tot een melding overleg moet plaats vinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk;

11.4 Het tarief als bedoeld in onderdeel 11.1 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor

beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.

11.5 Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaats vindt, wordt het in 11.1 genoemde bedrag verhoogd met de aan dat onderzoek verbonden door het college van burgemeester en wethouders geraamde kosten. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder medegedeeld.

11.6 Indien een begroting als bedoeld in 11.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 12

Verkeer en vervoer

12.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van het verbod aangeduid met bord model C 1 van Bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, per jaar: € 10,00.

12.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen in het bijzonder in het belang van de aanvrager omtrent aanrijdingen en andere ongevallen, vermiste motorrijtuigen en rijwielen, alsmede ten aanzien van gepleegde vernielingen

van ruiten en dergelijke: € 7,00.

12.3 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor begeleiding van een transport door de politie, zowel ter beveiliging van waardevolle zendingen als voor de veiligheid van het verkeer, per manuur of gedeelte daarvan: € 32,00.

12.4 Het tarief bedraagt ter zake van het na aanzegging niet afhalen van een door de politie in bewaring genomen voertuig aan staangeld per half etmaal of gedeelte daarvan: € 7,00.

12.5 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van

een aanvraag:

12.5.1 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten: € 39,50;

12.5.2 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb.459) anders dan bedoeld in onderdeel 12.5.1: € 21,50;

12.5.3 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement (Stb. 1994, 450): € 39,50;

12.5.4 tot het verkrijgen van een invalidenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (Stb. 1990, 460): € 25,50.

Hoofdstuk 13

Lijkschouwing

13.1 Het tarief bedraagt voor de lijkschouwing of verzegeling van een lijkkist overeenkomstig artikel 2 van het Crematiebesluit buiten de gevallen van overlijden wegens ongeval of misdrijf door een door de gemeente aangewezen lijkschouwer: € 32,00.

Het onder 13.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met 100% wanneer de werkzaamheden ingevolge het daartoe strekkende verzoek moeten worden verricht op:

  • a.

    zaterdag tussen 00.00 en 08.00 uur of tussen 13.00 en

    • 24.

      00 uur;

  • b.

    zondag;

  • c.

    de nieuwjaarsdag, de christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, Goede Vrijdag en Koninginnedag;

  • d.

    een andere dag dan onder a en c omschreven, tussen

    00.00 en 08.00 uur of tussen 20.00 en 24.00 uur.

Hoofdstuk 14

Diversen

14.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van elke andere, in deze verordening niet genoemde beschikking, houdende vergunning, ontheffing of toestemming, vereist ingevolge enig wettelijk voorschrift of enige verordening, voor zover niet uitdrukkelijk de heffing van leges is verboden, indien de vergunning,

ontheffing of toestemming geldig is:

  • a.

    een maand of korter: € 32,50;

  • b.

    langer dan een maand, doch niet langer dan een jaar: € 41,50;

  • c.

    langer dan een jaar, doch niet langer dan twee jaar: € 48,50;

  • d.

    langer dan twee jaar, of voor onbepaalde tijd: € 64,00.

14.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ventvergunning

met een geldigheidsduur van:

  • a.

    een dag: € 22,00;

  • b.

    een maand: € 35,00.

  • c.

    een jaar: € 54,00.

14.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het houden van een veiling, voor een dag: € 19,50.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

1.1.1 bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

1.1.2 sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

1.1.3aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

1.1.4 realisatiekosten:

De som van de bouw-, sloop- en aanlegkosten zoals genoemd onder 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3.

1.1.5 Wabo:

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.2 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

1.3 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2

Omgevingsvergunning

2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 3 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.2 Bouwactiviteiten

2.2.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief 1,5% van de bouwkosten met een maximum van € 91,00.

Achteraf ingediende aanvraag

2.2.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 150% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

2.3 Aanlegactiviteiten

2.3.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief € 72,00 van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

2.4 Planologisch strijdig gebruik

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.2 en 2.3:

2.4.1 indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken: 1% van de realisatiekosten met een minimum van € 220,00 en een maximum van € 2.000,00.

2.4.2 indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken: 1% van de realisatiekosten met een minimum van € 220,00 en een maximum van € 2.000,00.

2.4.3 indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken: 1,75% van de realisatiekosten met een minimum van

€ 7.575,00 en een maximum van € 25.000,00.

2.4.4 indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van het exploitatieplan is afgeweken: 1% van de realisatiekosten met een minimum van € 220,00 en een maximum van € 2.000,00.

2.4.5 indien met toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo voor een bepaalde termijn van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken: 1% van de realisatiekosten met een minimum van € 220,00 en een maximum van € 2.000,00.

2.4.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening gegeven regels is afgeweken: 1% van de realisatiekosten met een minimum van € 220,00 en een maximum van

€ 2.000,00.

2.4.7 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening gegeven regels is afgeweken: 1% van de realisatiekosten met een minimum van € 220,00 en een maximum van

€ 2.000,00.

2.4.8 indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo van een voorbereidingsbesluit is afgeweken: 1% van de realisatiekosten met een minimum van € 220,00 en een maximum van

€ 2.000,00.

2.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.5.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte tot 1.000m2: € 600 en van 1.000m2 en meer € 600,00 verhoogd met € 0,08 per m2 met een maximum van € 1.800,00.

2.5.2 Indien een aanvraag om vergunning als bedoeld in onderdeel 2.5.1 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een bouwwerk (gebruiksduur maximaal 6 weken), bedraagt het tarief voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte tot 1.000m2: € 300 en van 1.000m2 en meer: € 300,00 verhoogd met € 0,08 per m2 met een maximum van € 900,00.

2.6 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.6.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.6.1.1 voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument: € 250,00.

2.6.1.2 voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: € 250,00.

2.6.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 250,00.

2.6.3 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de erfgoed verordening van de gemeente Den Helder aangewezen monument, waarvoor op grond van die verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.6.3.1 voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een provinciaal of gemeentelijk monument: € 125,00.

2.6.3.2 voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een provinciaal of gemeentelijk monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: € 125,00.

2.6.4 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een krachtens verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: € 125,00.

2.7 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.7.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 180,00.

2.7.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk waarvoor ingevolge een provinciale verordening of artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 180,00.

2.8 Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening 1996 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 64,00.

2.9 Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.3 van de Algemene plaatselijke verordening 1996 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 64,00.

2.10 Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 34,50.

2.11 Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.1 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.11.1 indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: € 64,00.

2.11.2 indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: € 64,00.

2.12 Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.12.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 64,00.

2.12.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.12.2.1 als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;

2.12.2.2 als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken;

2.12.2.3 Indien de aanvrager de aanvraag binnen vijf werkdagen nadat de in onderdeel 2.12.2.2 bedoelde begroting is bekendgemaakt, ten aanzien van die activiteit schriftelijk intrekt, is ten aanzien van die activiteit geen leges verschuldigd.

2.13 Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.13.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.13.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.14 Advies

2.14.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.14.2 Indien de aanvrager de aanvraag binnen vijf werkdagen nadat de in onderdeel 2.14.1 bedoelde begroting is bekendgemaakt, ten aanzien van die activiteit schriftelijk intrekt, is ten aanzien van die activiteit geen leges verschuldigd.

2.15 Verklaring van geen bedenkingen

2.15.1Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.15.1.1 indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: € 250,00.

2.15.1.2 indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: € 250,00.

Hoofdstuk 3

Teruggaaf

3.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.2, 2.3, 2.6 en 2.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

3.1.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan 75% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

3.1.2 indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan, maar voor het verlenen van de vergunning 60% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

3.2 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2, 2.3, 2.6 en 2.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

3.3 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2, 2.3, 2.6 en 2.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

3.4 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag van minder dan € 91,00 wordt niet teruggegeven.

3.5 Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.14 en 2.15 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 4

Intrekking omgevingsvergunning

4.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 3.2 van toepassing is: € 250,00.

Hoofdstuk 5

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, het bedrag overeenkomstig het in hoofdstuk 2 berekende bedrag voor de desbetreffende activiteit.

5.2 Voor de bepaling van de bouwkosten als bedoeld in onderdeel 2.2, wordt in gevallen als bedoeld in onderdeel 5.1 het verschil tussen de oorspronkelijke bouwkosten en de nieuwe bouwkosten gehanteerd.

Hoofdstuk 6

Bestemmingswijzingen zonder activiteiten

6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening: € 5.050,00.

Hoofdstuk 7

Sloopmelding

7.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.1.2 van de Bouwverordening: € 40,00.

Titel 3 Dienstverlening vallende onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1

Drank en horeca

1.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet: € 465,00;

1.2 ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet voor het verstrekken van zwak-alcoholische drank bij een gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf (12) dagen: € 26,00;

1.3.1 ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor sociaal-culturele instellingen als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Drank- en Horecawet: € 120,00;

1.3.2 ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Drank- en horecaverordening Den Helder: € 262,00;

1.4.1 ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet:

€ 40,00;

1.4.2 ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot een wijziging, doorhaling of bijschrijving van een leidinggevende en/of vennoot:

€ 153,00;

1.5 ter zake van het afgeven van elk afschrift van een in het Algemeen uitvoeringsbesluit drank- en horecawet of in deze paragraaf genoemde beschikking de helft van het voor de oorspronkelijke beschikking verschuldigde bedrag met een maximum van € 10,50;

1.6 voor het verlenen van een ontheffing van het verbod, bedoeld in artikel 2.3.1.5 van de Algemene Plaatselijke Verordening, voor elke dag, waarvoor de ontheffing geldt:

voor een uur: € 24,00;

voor twee uur: € 35,50;

voor drie uur: € 48,00;

voor vier uur: € 59,50;

voor vijf uur: € 70,50;

voor zes uur: € 82,00;

gedeelten van een uur of uren voor een vol uur gerekend, indien de ontheffing wordt verleend voor de tijd van maximaal vijf jaar of gedeelten van de jaren, voor de volgende dagen in de week, waarvoor de ontheffing geldt:

  • -

    tot 01.00 uur voor elke dag van de week: € 210,00;

  • -

    tot 02.00 uur voor elke dag van de week € 389,00;

  • -

    van zondag tot en met woensdag tussen 0.00 uur en 02.00 uur en

van donderdag tot en met zaterdag tussen 0.00 uur en 06.00 uur: € 641,00.

1.7 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning ingevolge artikel 2.3.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening 1996: € 294,00.

Hoofdstuk 2

Evenementen

2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2 van de Algemene Plaatselijke verordening 1996: € 242,00.

2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1, tweede lid van de Algemene Plaatselijke verordening 1996: € 66,50.

2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het houden van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5.2.4 van de Algemene Plaatselijke verordening 1996: € 66,50.

Hoofdstuk 3

Seksinrichtingen en escortbedrijven

3.1 Het tarief bedraagt ter zake voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening 1996: € 515,00.

2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het ingevolge artikel 3.2.3 lid 2 van de Algemene Plaatselijke

Verordening 1996 verkrijgen van een ontheffing sluitingstijden voor de periode van een jaar:

van zondag tot en met woensdag van 14.00 uur tot 02.00 uur

en van donderdag tot en met zaterdag van 14.00 uur tot 02.00 uur

waarbij op elke dag de bedrijfsvoering om 04.00 uur moet zijn

beëindigd: € 515,00.

Hoofdstuk 4

Brandbeveiligingsverordening

4.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig

gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de

Brandbeveiligingsverordening met een gebruiksoppervlakte

tot 1000m2: € 600,00;

tot 1000m2 en meer: € 600,00, verhoogd met € 0,08 per m2 met een maximum van € 1.800,00.

4.2 Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 4.1

betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een inrichting (gebruiksduur

maximaal 6 weken) bedraagt het tarief voor een inrichting met een gebruiksoppervlakte

tot 1.000 m2: € 300,00;

van 1.000 m2 en meer: € 300,00, verhoogd met € 0,08 per m2 met een maximum van € 900,00.

Behoort bij het raadsbesluit RB10.0037 van 7 juni 2010.

De griffier van de gemeente Den Helder,

Mr. drs. M. Huisman