Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Deurne 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Deurne 2015

Nr ..a

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ;

gehoord de commissie Samenleving d.d. 26 november 2014;

gelet op het advies van de Cliëntenraad;

gelet op artikel 147, eerste lid, en artikel 108, tweede lid, Gemeentewet, en artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel d, van de Participatiewet

BESLUIT

Vast te stellen de navolgende:

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Deurne 2015

Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen

Artikel 1 – Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: Participatiewet;

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      Beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

    • d.

      Recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Participatiewet;

    • e.

      Verrekenen: verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, Participatiewet.

Hoofdstuk 2 – Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive

Artikel 2 – De uitoefening van de bevoegdheid tot verrekening

  • 1. Het college verrekent de recidiveboete gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.

  • 2. De verrekening als bedoeld in het eerste lid geschiedt gedurende de eerste maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet.

  • 3. Aansluitend op verrekening als bedoeld in het tweede lid, verrekent het college de recidiveboete in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 4. Tot het inkomen, bedoeld in het derde lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de Participatiewet.

Artikel 3 – Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet

In afwijking van artikel 2 kan het college de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien:

  • 1.

    aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in artikel 2, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of

  • 2.

    anderszins sprake is van dringende redenen.

Artikel 4 – Eerder opgelegde bestuurlijke boetes

De artikelen 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, Participatiewet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.

Hoofdstuk 3 – Slotbepalingen

Artikel 5 – Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    De verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Deurne 2013 (vastgesteld bij raadsbesluit van 9 april 2013 wordt ingetrokken op het moment dat deze verordening in werking treedt.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 december 2014.

    De griffier, R.J.C.M. Rutten

    De voorzitter, H.J. Mak

Toelichting verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015