Beleidslijn rook- en stankoverlast van houtkachels en open haarden

Geldend van 11-01-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidslijn rook- en stankoverlast van houtkachels/open haarden

Inleiding

Steeds vaker (met name in de herfst- en winterperiode van oktober t/m maart) krijgt de gemeente Deurne te maken met meldingen van burgers die een klacht willen indienen over rook- en stankoverlast afkomstig van houtkachels/open haarden van buren of andere omwonenden. Het in behandeling hebben van dergelijke zaken is een tijdrovende en tevens een kostbare aangelegenheid, aangezien juristen de zaak inhoudelijk dienen te beoordelen en toezichthouders regelmatig controles ter plaatse dienen uit te voeren om te achterhalen of er sprake is van hinder/overlast en wat deze overlast inhoudt. Daarnaast is de bewijsvoering een belangrijk element wat niet altijd even gemakkelijk boven tafel te krijgen is. In de regel dient handhavend opgetreden te worden bij constatering van overtreding van wet- en regelgeving, zeker indien een derde-belanghebbende verzoekt om handhavend optreden, tenzij er sprake is van een bijzondere omstandigheid. De beginselplicht tot handhaving kan worden begrensd door redelijk te achten handhavingsbeleid. In deze beleidsregel wordt aangegeven in welke gevallen er handhavend opgetreden wordt en op welke wijze.

Er wordt handhavend opgetreden tegen rook- en/of stankoverlast van houtkachels/open haarden in geval van een schriftelijk verzoek tot handhaving dat gericht is op het herstellen van een overtreding in de zin van artikel 7.22 van het Bouwbesluit 2012 (hinderbepaling dat men geen hinder c.q. overlast mag veroorzaken voor de omgeving). Wanneer er een conflict is, kan tevens Buurtbemiddeling ingeschakeld worden (wanneer het conflict zich ervoor leent en partijen geïnteresseerd zijn). Buurtbemiddeling heeft personeel in dienst die ervoor opgeleid is om als onafhankelijke partij te bemiddelen tussen personen in een conflictsituatie. Er wordt niet opgetreden in geval van overlast van vuurkorven en buiten openhaarden of barbecues in de zomerperiode.

Doel van beleidsregel

Met deze beleidsregel bestaat een handvat om te bepalen of en zo ja, hoe we omgaan met klachten over rook- en stankoverlast. Met deze beleidsregel wordt een eenduidig beleid gevoerd.

Toetsing aan regelgeving

Er bestaan 2 grondslagen op basis waarvan kan worden opgetreden:

  • -

    Artikel 7.22 van het Bouwbesluit 2012 (in geval van particulieren);

  • -

    Artikel 1.1a, van de Wet milieubeheer (in geval van inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer).

Artikel 7.22 Bouwbesluit 2012:

Artikel 7.22 van het Bouwbesluit bepaalt dat het verboden is in, op of aan een bouwwerk of op een open erf of terrein voorwerpen of stoffen te plaatsen, te werpen of te hebben, handelingen te verrichten of na te laten of werktuigen te gebruiken, waardoor:

  • a.

    op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze rook, roet, walm of stof wordt verspreid;

  • b.

    overlast wordt of kan worden veroorzaakt voor de gebruikers van het bouwwerk, het open erf of terrein;

  • c.

    op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze stank, stof of vocht of irriterend materiaal wordt verspreid of overlast wordt veroorzaakt door geluid en trilling, elektrische trilling daaronder begrepen, of door schadelijk of hinderlijk gedierte, dan wel door verontreiniging van het bouwwerk, open erf of terrein, of

  • d.

    instortings-, omval- of ander gevaar wordt veroorzaakt.

Artikel 1.1a, lid 1 en 2, van de Wet milieubeheer:

Artikel 1.1a, lid 1 en 2, van de Wet milieubeheer bepaalt dat eenieder voldoende zorg voor het milieu in acht neemt. De zorg houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor het milieu kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Deze bepaling is ook van toepassing op rechtspersonen.

Werkwijze inzake toezicht en handhaving bij rook- en stankoverlast van houtkachels/open haarden

De volgende werkwijze wordt gevolgd in geval van een verzoek tot handhaving met betrekking tot rook- en stankoverlast van houtkachels/open haarden. Deze werkwijze is gebaseerd op een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ABRS) van woensdag 17 januari 2007 (uitspraak 200602174/1). In lijn met deze uitspraak wordt de werkwijze als volgt in Deurne. Wanneer een verzoek tot handhaving wordt ingediend met betrekking tot rook en/of stankoverlast van houtkachels/open haarden worden er minimaal 5 controles verricht, waarbij beoordeeld wordt of de kachel aan wet- en regelgeving voldoet en of er al dan niet naar objectieve maatstaven kan worden bepaald over er sprake is van hinder c.q. overlast. Ook dienen omwonenden gehoord te worden. Tevens dient rekening gehouden te worden met de ligging van de woningen ten opzichte van elkaar en met de weersomstandigheden, als ook met de intensiteit en de duur van het vermeende hinderlijke gedrag, eventuele deskundige rapporten en de bereidwilligheid c.q. mogelijkheid om aanpassingen te doen teneinde hinder c.q. overlast zoveel mogelijk te beperken.

Toetsing aan jurisprudentie

  • -

    Uitspraak ABRS van 17 januari 2007 (200602174/1)

  • -

    Uitspraak van ABRS van 5 oktober 2011 (LJN: BT6683, Raad van State , 201010199/1/M2)

Uitvoering beleidsregel

Verzoeken tot handhaving met betrekking tot rook- en stankoverlast van houtkachels/open haarden worden overeenkomstig dit beleid behandeld. Wanneer er sprake is van een conflict kan Buurtbemiddeling worden ingeschakeld. Er dient onderzocht te worden of er objectief kan worden waargenomen dat er sprake is van hinder/overlastaan de hand van de voorliggende documenten en bewijsvoeringen, eigen constateringen en overige omstandigheden van het geval.Er wordt in geval van overtreding handhavend opgetreden. Wanneer dit niet aangetoond kan worden, dan dient het verzoek tot handhaving afgewezen te worden. Tegen dit besluit staan rechtsmiddelen open. Wanneer dit niet tot het gewenste resultaat leidt, dan staat de weg naar de Burgerlijke rechter nog open. De gemeente Deurne kan hierin een informerende rol spelen.

Vastgesteld op 21 december 2012 door Burgemeester en wethouders van Deurne.

De secretaris, mr. G.J.C. Kusters

De burgemeester, H.J. Mak