Richtlijnen voor braderieen

Geldend van 01-08-1983 t/m heden

Intitulé

Richtlijnen voor braderieen

    • 1.

      Een braderie dient voor iedere afzonderlijke winkeliersvereniging beperkt te blijven tot één of meer dagen in dezelfde kalenderweek en tot twee keer per jaar.

    • 2.

      Een deelnemende winkelier kan met niet meer dan één marktkraam of andere uitstallingseenheid van maximaal 4 meter front per winkel aan de straatverkoop deelnemen.

    • 3.

      Andere deelneming dan door ter plaatse gevestigde winkeliers is niet toegestaan met uitzondering van kunst- en ambachtelijke aktiviteiten en organisaties met een ideëel karakter.

      Voor een standwerkersconcours dient apart een vergunning te worden aangevraagd.

    • 4.

      De in de straatverkoop aangeboden artikelen moeten behoren tot het assortiment dat in de desbetreffende winkel wordt verkocht.

    • 5.

      Geen braderie-vergunning kan worden verleend op

      plaatsen die naar de mening van de politie op onoverkomelijke verkeersbezwaren stuiten.

    • 6.

      De te plaatsen objekten dienen in een deugdelijke staat te verkeren. Ten behoeve van brandweer-, ambulance en politievoertuigen dient te allen tijde een vrije doorgangsbreedte van tenminste 5 meter verzekerd te zijn.

      Eventuele aanwezige brandkranen dienen obstruktievrij en gemakkelijk bereikbaar te blijven.

      De te plaatsen kramen e.d. dienen gemakkelijk verplaatsbaar te zijn.

    • 7.

      Voor het betalen van de verschuldigde precariorechten dient men zich te wenden tot de dienst Financiën (thans Bestuursdienst, sector BV), alhier.

    • 8.

      Alle aanwijzingen en bevelen, gegeven door ambtenaren van politie en brandweer, in het belang van de openbare orde of veiligheid dienen stipt te worden opgevolgd.

    • 9.

      Geen braderie-vergunning kan worden verleend voor een plaats binnen 100 meter van een gelijktijdig te houden warenmarkt.

    • 10.

      Eventuele kosten voor het verwijderen van achtergebleven vuil en reparatie van gemeente-eigendommen, zoals bestrating e.d., zullen op de vergunninghouder worden verhaald.

    • 11.

      Indien burgemeester en wethouders dit wenselijk achten, kunnen zij nadere voorwaarden stellen.

    • 12.

      Vergunning-aanvragen moeten minimaal drie weken van tevoren worden ingediend bij het college van B&W.

    • 13.

      De richtlijnen treden met ingang van 1 augustus 1983 in werking.