Regeling vervallen per 22-06-2010

Verordening Straatnaamgeving en Huisnummering

Geldend van 22-12-1995 t/m 21-06-2010

Intitulé

Verordening Straatnaamgeving en Huisnummering.(art. 149 Gemeentewet)

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    openbare ruimte: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daarvan deel uitmaken;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond is ver-bonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren;

  • c.

    gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • d.

    complex: een afgebakend samengesteld geheel van onroerende zaken (industriecomplex, ziekenhuiscomplex, complex van vakantiehuisjes, enzovoorts);

  • e.

    afgebakend terrein: een terrein, waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt;

  • f.

    ligplaats: een gedeelte van het openbare water dat door burgemeester en wethouders is aangewezen voor het permanent afmeren van een woonschip of woonark;

  • g.

    standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere in-stellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

  • h.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders;

  • i.

    nummer: een nummer bestaande uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoe-ging van een letter of een cijfercombinatie;

  • j.

    object: een bouwwerk, gebouw, complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats;

  • k.

    rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht zodanige beschikking heeft over een onroerende zaak, dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is met betrekking tot die zaak te handelen zoals in deze verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder;

  • l.

    uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

HOOFDSTUK 2 HET BENOEMEN VAN OPENBARE RUIMTE EN HET NUMMEREN VAN BOUWWERKEN, GEBOUWEN, COMPLEXEN, AFGEBAKENDE TERREINEN, LIG- EN STANDPLAATSEN

Artikel 2

  • 1. Burgemeester en wethouders delen de gemeente, al dan niet op basis van bouwblokken, in wijken en buurten in en duiden deze aan met nummers, zonodig aangevuld met letters of namen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de openbare ruimte en gemeentelijke bouwwerken benoemen.

Artikel 3

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan een object of aan een te onderscheiden gedeelte daarvan een nummer toekennen.

  • 2. Aan een object, waaraan een nummer is toegekend, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

Artikel 4

  • 1. De door burgemeester en wethouders aan gedeelten van de openbare ruimte en aan ge-meentelijke bouwwerken toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2. Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan gedeelten van de openbare ruimte, aan de daaraan gelegen gemeentelijke bouwwerken en aan lig- of standplaatsen namen of nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

  • 3. Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan zijn onroerende zaak nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

HOOFDSTUK 3 PLAATSEN VAN NAAM- EN NUMMERBORDEN

Artikel 5

  • 1. Indien burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat borden met een wijk-of buurt-aanduiding, borden met straatnamen, huisnummerverzamelborden en verwijsaanduidingen aan een bouwwerk, een gebouw, een muur, paal, schutting of andere soort van terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier be-doelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. De rechthebbende dient ervoor zorg te dragen dat naamborden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6

  • 1. Tenzij door burgemeester en wethouders anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het in artikel 3, eerste lid, bedoelde nummer, dat van gemeentewege en tegen betaling van de daaraan verbonden kosten wordt verstrekt, aan te brengen op een wijze, zoals in artikel 7, eerste lid, is bepaald.

  • 2. De rechthebbende is verplicht het in het eerste lid vermelde nummer binnen vier weken na bekendmaking van het besluit van burgemeester en wethouders aan te brengen.

  • 3. Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na de voltooiing aangebracht.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijn ver-lengen.

HOOFDSTUK 4 UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN

Artikel 7

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen nadere technische uitvoeringsvoorschriften vast be-treffende de wijze van nummeren en het aanbrengen van nummerborden.

  • 2. Vanwege het interbestuurlijk en maatschappelijk belang van een systematische registratie

    van door hen uitgegeven namen en nummers stellen burgemeester en wethouders nadere registratieve voorschriften vast.

HOOFDSTUK 5 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in de artikelen 5 en 6, eerste en tweede lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste ca-tegorie.

  • 2. De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze veror-dening zijn belast, ieder voorzover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen datum.

Artikel 10 Vervallen bestaande regels en voorschriften

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle bestaande regels en voorschriften betreffende het benoemen van gedeelten van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan gelegen objecten.

Artikel 11 Overgangsbepaling

  • 1. Namen en nummers, die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na de inwerkingtreding van deze verordening bestaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten, dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

  • 3. Bij het wijzigen van een naam of nummer, bedoeld in het eerste en tweede lid, zullen

    zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebruikt op de wijze, zoals bepaald in de in artikel 7, eerste lid, bedoel-de uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening

straatnaamgeving en huisnummering".