Regeling vervallen per 01-10-2014

Marktverordening gemeente Deventer

Geldend van 01-01-2008 t/m 30-09-2014

Intitulé

Marktverordening gemeente Deventer

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop gebaseerde regelingen en voorschriften wordt verstaan onder:

a aantekening: een schriftelijke mededeling bij jaarmarkten aan de vergunninghouder

b anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

c arbeidsongeschiktheid: het als gevolg van een ziekte of gebrek volledig ongeschikt zijn om als ambulant handelaar naar behoren te kunnen functioneren;

d dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder;

e markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

f marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

h meeloperlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats uit de non-food branche;

i seizoenplaats: de op de markt gelegen standplaats die voor een bepaalde termijn gedurende het seizoen per jaar beschikbaar wordt gesteld;

j standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

k standwerker: een vergunninghouder die publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

l standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag aan een standwerker ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

m vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

n vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

o vervanger: een natuurlijk persoon die tijdelijk in de rechten van een vergunninghouder treedt;

p wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats uit de food branche.

Artikel 2 Inrichting van de markt en branche-indeling

  • 1.

    Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaatsen en als standwerkerplaats.

  • 2.

    Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximum aantal standplaatsen per branche.

Artikel 3 Marktcommissie

  • 1.

    Het college is bevoegd een commissie van advies in te stellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2.

    Bij het instellen van een commissie van advies is het college bevoegd nadere regels met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van de commissie te stellen.

Artikel 4 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te leven.

HOOFDSTUK 2 VERGUNNINGEN

Artikel 6 Standplaatsvergunning

Het is verboden op de markt een standplaats of op andere wijze ruimte in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 7 Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die zich heeft aangemeld voor een vergunning bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 8 Aanvraag om een vergunning

  • 1.

    Een aanvraag om een vergunning wordt alleen in behandeling genomen indien documenten, of kopieën daarvan, worden overlegd waaruit blijkt dat de aanvrager persoonlijk aan alle vereisten voldoet en tevens een goed gelijkende pasfoto van hem heeft bijgevoegd.

  • 2.

    Een natuurlijk persoon kan zich maar voor ten hoogste één standplaats op de markt inschrijven en aan hem kan ook maar één vergunning worden verleend om een standplaats op de markt in te nemen.

  • 3.

    Een vergunning wordt verleend:

    • a.

      voor één jaar indien een natuurlijk persoon voor de eerste maal een vaste standplaats krijgt toegewezen;

    • b.

      voor onbepaalde tijd indien er geen redenen aanwezig zijn om de vergunning voor een vaste standplaats, na de onder a genoemde periode, niet te verlengen.

  • 4.

    Wanneer de aanvrager meerdere malen de bepalingen van de verordening heeft overtreden, wordt geen vergunning voor onbepaalde tijd verleend.

  • 5.

    Wanneer de aanvrager in verband met ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden een ontheffing is verleend om niet tenminste éénmaal per twee weken en tenminste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt persoonlijk in te nemen, dient in ieder geval gedurende het jaar waarvoor hem vergunning is verleend zesentwintig maal persoonlijk zijn plaats op de markt te hebben ingenomen om in aanmerking te komen voor een vergunning voor onbepaalde tijd.

Artikel 9 Inhoud vaste standplaats vergunning

  • 1.

    Een vaste standplaats vergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats en de woonplaats van de vergunning-houder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van rij en rijnummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de stand-plaats mag gebruiken;

    • d.

      de branche en/of de artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volg-nummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      de verplichting dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

g welke kook- bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

2.Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 10 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 11 Inschrijving op de wachtlijst of meeloperlijst voor een weekmarkt

  • 1.

    Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst of de meeloperlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 7 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2.

    het college vermeldt bij inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag is ontvangen;

    • c.

      de branche en/of de artikelen die de aanvrager wil verhandelen;

    • d.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3.

    Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 4.

    De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari daartoe schriftelijk een verzoek doet.

Artikel 12 Doorhalen van inschrijving op de wachtlijst of meeloperlijst voor een weekmarkt

De inschrijving op de wachtlijst of meeloperlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene niet tijdig om verlenging van zijn inschrijving op de wachtlijst heeft verzocht;

  • b.

    indien de ingeschrevene zich niet minimaal éénmaal per drie achtereenvolgende weken met zijn waren bij de marktmeester meldt en indien dagplaatsen beschikbaar zijn deze niet inneemt;

  • c.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • d.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • e.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend,

    tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • f.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 7 wordt voldaan.

Artikel 13 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste standplaats op aanvraag worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2.

    Indien de vergunning voor een vaste standplaats niet wordt overgeschreven op grond van het eerste lid of bij bedrijfsbeëindiging van de vergunninghouder, kan de vergunning voor de vaste standplaats op aanvraag worden overgeschreven op een kind van de vergunninghouder, indien hij ten minste drie jaar aaneengesloten in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar op de markt heeft gefunctioneerd.

  • 3.

    Indien de vergunning niet op basis van het eerste of tweede lid wordt overgeschreven kan de vergunning voor een vaste standplaats op aanvraag worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder, indien hij tenminste drie jaar aaneengesloten in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende

    eenzelfde periode als mede-eigenaar op de markt heeft gefunctioneerd.

  • 4.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend bij het college binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of de bedrijfsbeëindiging. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van deze termijn.

Artikel 14 Volgorde van toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • 1.

    a. de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

    • b.

      de vergunninghouder van een vaste standplaats die schriftelijk heeft aangegeven zijn standplaats te willen uitbreiden. Uitbreiding kan tot ten hoogste 16 meter frontlengte op de weekmarkten. Voorwaarde is dat de uitbreiding niet tot gevolg heeft dat een niet-uitgeefbare plaats ontstaat.

    • c.

      degene die op de wachtlijst of meeloperlijst staat ingeschreven, in volgorde van oudste datum van inschrijving op deze lijsten en rekening houdend met een eventueel vastgestelde branche-indeling.

  • 2.

    Van een niet-uitgeefbare plaats is sprake wanneer door uitbreiding een plaats ontstaat van 4 meter frontlengte en deze plaats niet kan worden ingevuld met een aspirant vergunninghouder van de wachtlijst of meeloperlijst.

Artikel 15 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden of bedrijfsbeëindiging van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 13 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste en volledige gegevens tot een andere beslissing op de aanvraag zou hebben geleid;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de voorwaarden in artikel 7.

  • 3.

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 13 is overgeschreven, reeds een vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

  • 4.

    Indien is gebleken dat de vergunninghouder of diens plaatsvervanger het algemeen belang en/of openbare orde en veiligheid schaadt

  • 5.

    bij volledige of blijvende arbeidsongeschiktheid, blijkend uit een verklaring van een daartoe bevoegde keuringsarts, van de vergunninghouder, die geen vervanging heeft geregeld, één jaar na de dag waarop de periode is begonnen die verband houdt met de arbeidsongeschiktheid.

Artikel 16 Toewijzing dagplaats op weekmarkt

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2.

    De dagplaats wordt toegewezen aan een meeloper, die zich op de meeloperlijst heeft laten registreren, en zich uiterlijk op de dag zelf voor aanvang van de markt bij de marktmeester heeft gemeld. Bij toewijzing wordt rekening gehouden met de volgorde op de meeloperlijst.

  • 3.

    Om op de meeloperlijst ingeschreven te blijven dient de ingeschrevene zich minimaal éénmaal per drie achtereenvolgende weken met zijn waren bij de marktmeester te melden en indien er dagplaatsen beschikbaar zijn deze ook in te nemen.

  • 4.

    Wanneer een dagplaats niet wordt toegewezen aan een meeloper dan kan de standplaats voor die dag worden toegewezen aan een vaste standplaatshouder, mits deze ook de toegewezen vaste standplaats blijft innemen.

Artikel 17 Toewijzing standwerkerplaats

  • 1.

    Het college wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting. De loting geschiedt een half uur na het aanvangstijdstip van de markt.

  • 2.

    Om te kunnen deelnemen aan de loting meldt de standwerker zich voor het aanvangstijdstip van de markt bij de marktmeester.

  • 3.

    De standwerker overlegt aan de marktmeester een geldige registratiekaart afgegeven door het Centraal Registratiekantoor (CRK) en meldt het te verkopen artikel.

  • 4.

    Er wordt slechts één standwerker per artikel toegelaten.

  • 5.

    Indien een standwerker zich wil laten doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die bijstand verleent, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Artikel 18 Toewijzing van standplaatsen op jaarmarkten

  • 1.

    Op aanvraag kan een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die voldoet aan de vereisten van artikel 7, een standplaats toegewezen krijgen.

  • 2.

    Toewijzing van een standplaats op een jaarmarkt vindt plaats na aanmelding voor de sluitingsdatum, vermeldt in een advertentie, die ten behoeve van de werving van vergunninghouders voor een jaarmarkt door de gemeente wordt geplaatst.

  • 3.

    Aanvragers die in het voorafgaande jaar een standplaats op de jaarmarkt hebben ingenomen krijgen bij voorrang een standplaats toegewezen.

  • 4.

    Indien in het voorafgaande jaar een aantekening is gesteld door de marktmeester of een bij besluit van het college aangewezen persoon dan wordt geen vergunning verstrekt voor de jaarmarkt.

  • 5.

    Wanneer na toewijzing van standplaatsen nog plaatsen resteren wordt door het college een keus gemaakt welke aanvragers een standplaats krijgen toegewezen. Hierbij wordt rekening gehouden me de variatie en kwaliteit van het aanbod.

HOOFDSTUK 3 BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 19 Persoonlijk innemen van de standplaats en bijstand

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3.

    De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag en bedrog.

Artikel 20 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt tenminste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 21 en 22.

Artikel 21 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt. De maximale termijn van afwezigheid bij vakantie is gesteld op 6 weken.

  • 2.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling aan de marktmeester gemeld.

  • 3.

    In geval van ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de

    vergunninghouder van de vaste standplaats hem tijdelijk met een maximum van zes maanden ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.

  • 4.

    De periode genoemd in het derde lid kan op aanvraag van de vergunninghouder van de vaste standplaats voor onbepaalde tijd telkens worden verlengd met een periode van zes maanden tot ten hoogste twee jaar.

  • 5.

    Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem ontheffing verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemd persoon.

  • 6.

    Het college zendt op schriftelijke meldingen, mondelinge mededelingen en aanvragen een schriftelijke bevestiging.

Artikel 22 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, toont op eerste aanvraag van de marktmeester aan dat hij de vergunninghouder is.

  • 2.

    De vergunninghouder voert bij zijn standplaats voor het publiek duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam.

Artikel 23 Tijdstip van innemen standplaats en aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is de vergunninghouder verboden meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins op de markt ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk een half uur voor aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

HOODSTUK 4 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEALINGEN

Artikel 24 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met open-baarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 25 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet.

Artikel 26 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste zesentwintig marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet.

Artikel 27 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats.

Artikel 28 Toezichthouders

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2.

    De marktmeester en bij besluit door het college aangewezen personen hebben de bevoegdheid een aantekening te stellen wanneer vergunninghouders op een jaarmarkt het bij of krachtens deze verordening bepaalde niet naleven, aanwijzingen van hen niet opvolgen, waren onjuist etaleren of uitstallen of zich schuldig maken aan wangedrag en bedrog.

Artikel 29 Hardheidsclausule

Het college kan de artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan, gelet op een goed verloop van de markt of het belang van betrokkene, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 30 Inwerkingtreding

De verordening treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2008. Op deze datum vervalt de Markt-verordening Deventer 1993, vastgesteld op 20 september 1993.

Artikel 31 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening 1993 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening;

  • 2.

    De bestaande anciënniteit- en wachtlijsten worden geacht anciënniteit- en wachtlijsten in de zin van deze verordening te zijn;

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning is ingediend en voor dat tijdstip daarop niet is beslist, wordt op deze aanvraag beslist op grond van deze verordening..

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Deventer.

Toelichting op de wijzigingen Marktverordening gemeente Deventer.

Algemeen

De wijzigingen ten opzichte van de huidige marktverordening zijn vooral een gevolg van de professionalisering van de warenmarkt en gewijzigde wet- en regelgeving.

Professionalisering van zowel bedrijfsvoering door ‘de marktkoopman’ als van warenmarkt zelf. Hierbij kan gedacht worden aan strengere eisen van de Warenwet, aan ondernemerschap van de ambulante handelaar, productuitbreiding en het verhogen van de aantrekkelijkheid van de warenmarkt.

Veranderde wet- en regelgeving is met name terug te voeren tot dualisering van het gemeentebestuur. De huidige verordening dateert nog van voor de invoering daarvan.

De basis van de verordening is geënt op het meest recente VNG-model. Dit model heeft zijn waarde

in de praktijk inmiddels bewezen en is aangepast op de ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving. Het gevolg is wel dat een andere indeling – met onderscheid in een verordening en nadere regels – is ontstaan.

Naast de wekelijkse warenmarkten zijn in de nieuwe verordening een drietal jaar warenmarkten en de weekmarkt in Bathmen opgenomen. Regels voor de jaarmarkten zijn vergelijkbaar met die voor de weekmarkten.

Een verschil is met name het toewijzen van plaatsen voor de jaarmarkten en het niet bijhouden van een wachtlijst en meeloperlijst.

Een aantal onderdelen zijn uitgewerkt in nadere regels. De nadere regels kunnen door het college van B&W worden aangepast en vastgesteld. Op deze manier kan adequaat en efficiënt op ontwikkelingen worden gereageerd. Dualisering maakt dit mogelijk.

In de nadere regels zijn een aantal voorschriften van de brandweer opgenomen. In de huidige verordening zijn geen voorschriften opgenomen.

Tenslotte zijn marktverordeningen uit omliggende steden bezien om hierbij zo mogelijk aansluiting te zoeken.

Inhoudelijke wijzigingen

Verordening op de warenmarkten van de gemeente Deventer

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begripsbepalingen

Het VNG-model is de basis voor de verordening. Begripsbepalingen zijn aangepast aan de tijd. Nieuwe begripsbepalingen zijn toegevoegd. Dat zijn: aantekening, anciënniteitlijst, arbeidsongeschiktheid, meeloperlijst, seizoenplaats, standwerker, vervanger en wachtlijst.

Deze sluiten aan op doorgevoerde wijzigingen in de verordening.

Artikel 3 Marktcommissie

Officieel hebben de Deventer markten geen marktcommissie. Wel vindt overleg op informele basis plaats. Met dit artikel kan een dergelijk overlegorgaan worden opgericht.

Artikel 4 Nadere regels

Op basis van gewijzigde wetgeving is dit artikel ingevoegd. Nadere regels zijn uitgewerkt en bij de verordening gevoegd.

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

Dit artikel is ingevoegd om mede een goed verloop van de markt te kunnen waarborgen

Hoofdstuk 2

Artikel 8 Aanvraag om een vergunning

Een standplaats wordt voor onbepaalde tijd toegewezen. Om de kwaliteit van de markt beter te waarborgen wordt nu een ‘proefjaar’ ingebouwd voordat een vergunning voor onbepaalde tijd wordt afgegeven. Indien de vergunninghouder in het proefjaar meerdere malen de bepalingen van deze

verordening overtreedt, wordt geen vergunning voor onbepaalde tijd afgegeven. Tevens zijn voorwaarden gesteld aan het aantal keren innemen van de standplaats gedurende het ‘proefjaar’.

Artikel 9 Inhoud vaste standplaats vergunning

Hetgeen in de vergunning wordt opgenomen is uitgebreid. Hierdoor zijn enkele verplichtingen waaraan de vergunninghouder moet voldoen duidelijker.

Artikel 11 Inschrijving op de wachtlijst of meeloperlijst voor de weekmarkt

In de verordening is sprake van een wachtlijst voor de food-branche en van een meeloperlijst voor de non-food branche. Hiermee wordt aangesloten op de huidige praktijk van lijsten die worden bijgehouden.

Artikel 13 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

In de huidige verordening kan de vergunning voor de vaste standplaats worden overgeschreven op de echtgenoot, geregistreerd partner of een andere persoon met wie de vergunninghouder duurzaam samenwoonde. Wanneer hiervan geen gebruik wordt gemaakt, kan de vergunning voor een vaste

standplaats onder voorwaarden worden overgeschreven op een kind van de vergunninghouder.

In de nieuwe verordening is de overschrijving, onder voorwaarden, uitgebreid:

  • -

    de vergunning voor de vaste standplaats kan worden overgeschreven op naam van een kind of

  • -

    de vergunning voor een vaste standplaats kan worden overgeschreven op naam van een medewerker.

De CVAH, belangenvereniging voor de ambulante handel, onderschrijft deze wijzigingen. De VNG gaat hier in zoverre in mee dat zij vinden dat de overschrijving van een vergunning inderdaad moet worden uitgebreid naar een kind en medewerker. Waar de VNG niet achterstaat is dat de vergunning voor de standplaats bij een kind wordt overgeschreven. Met het toewijzen van nieuwe plaatsen wil men de anciënniteitlijst blijven hanteren. Een duidelijk beleid met rechtszekerheid voor een ieder.

Thans is bij toewijzing van een vrijgekomen vaste standplaats de anciënniteitlijst doorslaggevend. Degene die het hoogste staat heeft de meeste rechten. Dit beginsel wordt teniet gedaan wanneer een kind de vergunning voor de vaste standplaats kan overnemen. Hierdoor kunnen anderen in hun belangen worden geschaad. Tevens geeft de VNG aan dat de variëteit van de markt op den duur in gevaar komt.

De CVAH geeft aan dat een marktkoopman steeds meer moet gaan investeren. Dit als gevolg van de aanschaf van eigen materiaal en strengere wet- en regelgeving. Hierdoor is het van belang dat zoveel mogelijk de omzet wordt gewaarborgd om de onderneming op een goede manier voort te kunnen zetten. Hierbij komt dat steeds minder jongeren bereid zijn in de ambulante handel te gaan werken. Hiermee komt de continuïteit van de markt in het algemeen in gevaar. In Deventer vertaalt zich dat in het afnemen van het aantal meelopers op de centrum weekmarkten.

In omliggende plaatsen, Zutphen, Apeldoorn en Enschede is inmiddels het standpunt van de CVAH in de marktverordening overgenomen. In Zwolle en Almelo is dat nog niet het geval. Waarbij kan worden opgemerkt dat de marktverordening in Almelo is vastgesteld in 2000.

Voor de weekmarkten worden branche-indelingen vastgesteld. Hierdoor blijft de variëteit op de markt gewaarborgd. Echter, het argument van de VNG dat mogelijk mensen in hun belangen worden geschaad valt niet te ontkennen. Een overgangsregeling is niet denkbaar om dat te ondervangen.

Gelet op de argumenten van de CVAH, die een groot deel van de vergunninghouders vertegenwoordigt en met name de continuïteit is gekozen om een kind de vergunning voor de vaste standplaats over te kunnen laten nemen.

Artikel 14 Volgorde toewijzen vaste standplaatsen

In de afgelopen jaren is het assortiment van de ambulante handel toegenomen. Dat vraagt meer ruimte om de waren aantrekkelijk uit te kunnen stallen. De maximale frontlengte van een standplaats op de weekmarkten is verruimd naar 16 meter

Het niet verschijnen van een vergunninghouder op de markt kan op zich een probleem zijn voor de markt. Hierdoor is de kans reëel dat leegstand ontstaat op de markt. Dit komt de markt en de sfeer niet ten goede.

Over het algemeen hebben grote kramen een zodanige personele bezetting dat bij uitval van de vergunninghouder de plaats wel wordt ingenomen door het personeel van de vergunninghouder. Hiermee is het risico op leegstand bij grote kramen gering.

De lokale CVAH wenst een uitbreiding van de kraamlengte. Met een grotere kraamlengte kan in een aantal gevallen het assortiment worden uitgebreid. Hiermee wordt het assortiment gevarieerder voor de consument. Zeker zo belangrijk is dat het assortiment beter en aantrekkelijker voor de consument kan worden uitgestald. Hiermee wordt de aantrekkingskracht van de markt vergroot

Hierbij komt een grotere kraamlengte tegemoet aan de ontwikkelingen binnen de markt. Strengere wet- en regelgeving dwingen vergunninghouders er toe om investeringen te doen in veelal eigen materiaal (zie ook artikel 15 van de nadere regels). Het eigen materiaal heeft in veel gevallen een grotere lengte dan de kraam die men exploiteerde. Om de onderneming winstgevend te houden zullen grotere omzetten moeten worden gerealiseerd. Dat kan veelal alleen met een grotere, betere en meer gevarieerde sortering.

Een verzoek tot uitbreiding van de standplaats komt steeds meer voor. Hierom is in de volgorde van toewijzen van standplaatsen specifiek opgenomen de uitbreiding van een standplaats.

De ontwikkeling naar grotere standplaatsen komt de consument en de kwaliteit van de markt ten goede.

Artikel 15 Intrekking vaste standplaatsvergunning

De intrekkingsgronden zijn uitgebreid met een tweetal omstandigheden:

  • -

    indien de vergunninghouder of diens plaatsvervanger het algemeen belang en/of openbare orde en veiligheid schaadt en

  • -

    wanneer de vergunninghouder volledig en blijvend arbeidsongeschikt is.

Hiermee ontstaat de mogelijkheid om in het belang van de markt bij ongewenste situaties maatregelen te treffen.

Artikel 18 Toewijzing van standplaatsen op jaarmarkten

De jaarmarkten zijn nieuw in de verordening. Hierom is dit artikel opgenomen. Het toewijzen van standplaatsen sluit aan op de huidige praktijk van de betreffende jaar warenmarkten.

Hoofdstuk 3

Artikel 20 Aantal keren innemen vaste standplaats

Het aantal keren dat een standplaats persoonlijk moet worden ingenomen is een fractie uitgebreid. Hiermee is aansluiting verkregen bij het standpunt van de VNG en omliggende steden.

Artikel 21 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

Toegevoegd is dat op aanvraag van de vergunninghouder op grond van ziekte het college kan besluiten voor een maximum van zes maanden ontheffing te verlenen van de voorwaarden voor het persoonlijk innemen van de standplaats.

Voor een vaste vergunninghouder met een vergunning voor onbepaalde tijd kan deze periode telkens worden verlengd met een periode tot ten hoogste twee jaar.

Het toevoegen van deze onderdelen schept duidelijkheid rondom ontheffing van afwezigheid in verband met ziekte.

Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 28 Toezichthouders

In dit artikel is een tweede lid toegevoegd. Hierin wordt geregeld dat marktmeesters of andere personen die bij besluit van het college zijn aangewezen bij jaarmarkten de bevoegdheid hebben een aantekening te stellen. Hiermee wordt een goed verloop en kwaliteit van jaarmarkten gewaarborgd.

Artikel 29 Hardheidsclausule

Dit artikel is ingevoegd om in niet te voorziene omstandigheden het college af te kunnen laten wijken van de verordening wanneer de regels leiden tot onbillijkheid.

Nadere regels ‘Marktverordening gemeente Deventer’

Artikel 1 Algemene bepalingen

Een drietal jaarmarkten en de zaterdagmarkt van Bathmen zijn toegevoegd.

Artikel 3 Toewijzing van standplaatsen

Vrijgekomen standplaatsen worden minimaal 4 maal per jaar uitgegeven. In de oude verordening is dat 1 maal per jaar. Hierdoor wordt mogelijke onnodige leegstand voorkomen.

Artikel 5 Het gebruik van de standplaats

In dit artikel zijn enkel aanvullende voorwaarden opgenomen om een goed verloop en de veiligheid van de markt te waarborgen. De bereikbaarheid voor hulpverleners wordt vergroot.

Artikel 7 tot en met 10

Deze artikelen zijn nieuw. Het betreft voorschriften van de brandweer om de veiligheid op de markten te waarborgen. Aan de hand van deze voorschriften kan de brandweer controles uitvoeren bij vergunninghouders.

Artikel 15 Gebruik eigen materiaal

In artikel 14 van de verordening is aangegeven waarom het gebruik van eigen materiaal toeneemt.

In dit artikel is opgenomen tot welk percentage eigen materiaal maximaal op de markt wordt toegelaten. In de huidige verordening is hierover niets geregeld. Inmiddels is de praktijk dat eigen materiaal wordt toegelaten. Sommige branches is het verboden door wet- en regelgeving vanuit een marktkraam te werken. Hiermee wordt aangesloten op de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering van de vergunninghouders.