Regeling vervallen per 25-02-2016

Voorschriften gebruik parkeervergunningen 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 24-02-2016

Intitulé

Voorschriften gebruik parkeervergunningen 2014

Voorschriften gebruik parkeervergunningen 2014

Uitwerking artikel 11 vigerende uitgifteregels parkeervergunningen 2014

Vastgesteld bij B&W besluit (865357) d.d. 26 november 2013

Bekendmaking 12 December 2013

Inwerkingtreding: 1 januari 2014

  • 1.

    De parkeervergunning mag maximaal drie weken per jaar worden gebruikt ten behoeve van een ander voertuig dan waar de vergunning betrekking op heeft. Het kenteken moet hiervoor worden gewijzigd bij de (daarvoor aangewezen afdeling) van de gemeente Deventer.

  • 2.

    De houder van de parkeervergunning dient alle, door een door de gemeente Deventer aangewezen persoon, gegeven aanwijzingen stipt en onmiddellijk op te volgen.

  • 3.

    De parkeervergunninghouder kan aan de hem verleende parkeervergunning geen recht op een parkeerplaats ontlenen.

  • 4.

    Alle parkeervergunningen, met uitzondering van de (beperkte) dagvergunning, worden verleend voor onbepaalde tijd.

  • 5.

    De parkeerpas dient aan de linkerbinnenzijde van het motorvoertuig tegen de voorruit geplaatst te worden, zodanig dat het nummer van deze parkeerpas leesbaar en zichtbaar is voor een ieder.

  • 6.

    De parkeerpas blijft ten allen tijde eigendom van de gemeente Deventer en dient indien daarom verzocht wordt direct te worden ingeleverd.

  • 7.

    In geval van diefstal van een parkeervergunning wordt slechts een vervangende parkeervergunning verstrekt indien van de diefstal aangifte is gedaan en tegen overlegging van het proces-verbaal.

  • 8.

    De kosten, verbonden aan de uitgifte van vervangende parkeervergunning(en) zijn voor rekening van de vergunninghouder.

  • 9.

    Een (beperkte) dagvergunning dient zichtbaar en duidelijk leesbaar met daarop de geldigheidsduur geplaatst te worden aan de linkerzijde achter de voorruit.

  • 10.

    Een parkeervergunninghouder is verplicht elke wijziging in de omstandigheden die relevant is voor de geldigheid van de parkeervergunning, zoals een wijziging van het kenteken, wijziging van (bedrijf)naam of wijziging van het adres van parkeervergunninghouder onmiddellijk en schriftelijk aan het daarvoor aangewezen team kenbaar te maken.

  • 11.

    Het college kan aan een parkeervergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.