Regeling vervallen per 03-08-2019

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Deventer 2015

Geldend van 01-08-2015 t/m 02-08-2019

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Deventer 2015

Ten aanzien van de bekostiging van het leerlingenvervoer is door de gemeente Deventer de Verordening leerlingenvervoer gemeente Deventer 2015 met toelichting vastgesteld, hierna te noemen de Verordening.

Ten behoeve van de concrete uitvoering van deze Verordening is het wenselijk een aantal concrete uitvoeringszaken in beleidsregels vast te leggen.

Artikel 1 Berekening van de afstand

Ui t werking ar t ike l en 1, 10, 17 van de Ver o r den i ng.

1 . 1

Het vaststellen van de afstand tussen de woning en de school vindt plaats op basis van de kortste route voor de leerling, gemeten langs voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg op de fiets op basis van de ANWB-routeplanner, www.anwb.nl. op het moment van toetsing van de aanvraag. Daarbij wordt uitgegaan van de adressen van de woning en de school.

Artikel 2 Vaststellen van de reistijd en de kosten van het openbaar vervoer

Ui t werking ar t ike l en 1, 12 en 18 van de Ver o r den i n g .

2 .1

Het vaststellen van de reistijd met het openbaar vervoer vindt plaats op basis van de door de Reisinformatiegroep B.V. beschikbaar gestelde informatie, www.9292ov.nl. Daarbij wordtuitgegaan van de adressen van de woning en de school.

2 .2

Het vaststellen van de reistijd met het eigen vervoer vindt plaats op basis van de kortste route berekend op basis van de ANWB-routeplanner, www.anwb.nl. Daarbij wordt uitgegaanvan de adressen van de woning en de school.

2 . 3

Voor vergoeding voor het gebruik van een eigen fiets wordt het kilometerbedrag gehanteerd zoals is afgeleid van de Reisregeling Binnenland.

Artikel 3 Vervoer van en naar een ander opvangadres

Ui t werking ar t ikel 3 van de Vero r den i ng.

3 . 1

Leerlingenvervoer is uitsluitend bedoeld voor vervoer van en naar school en omgekeerd. In bepaalde gevallen staat het college vervoer toe naar een opvangadres na schooltijd,anders dan het woonadres. Onder een opvangadres na schooltijd valt in ieder geval niet: een adres voor een vorm van therapie, dagbehandeling of een sportvoorziening.

Vervoer van school naar een opvangadres na schooltijd is mogelijk als de leerling aangepast vervoer heeft en als de ouders bereid zijn om de meerkosten voor hun rekening te nemen.

3 . 2

In het belang van het kind en/of uit praktische en efficiëntie overwegingen kan het college in afwijking van 3.1. besluiten om een kind met het leerlingenvervoer te vervoeren van eenschool naar een locatie voor (dag)behandeling en terug naar huis in het kader van deJeugdwet.

Artikel 4 Openbaar vervoer-maatje

Kinderen die wel met het openbaar vervoer zouden kunnen reizen, maar hier nog niet aan toe zijn kunnen een zogenoemde OV maatje toegewezen krijgen. Dit OV maatje leert henhoe je reist met het OV. De route wordt samen met de leerling uitgestippeld en het OV maatje gaat daadwerkelijk een aantal keren met de leerling de reis maken. Hij helpt de leerling daarbij met alle problemen waar hij tegen aan loopt. De leerling zal na ongeveer zes weken zelf met het openbaar vervoer kunnen reizen.

Artikel 5 Tijdsduur, tijdstip en termijn vervoervoorziening

Ui t werking ar t ikel 4 van de Vero r den i ng.

5 . 1.

De gemeente kiest om de bekostiging van de vervoerskosten voor één jaar toe te kennen. Hiervoor is gekozen, omdat de situatie van de leerlingen en hun vervoersmogelijkhedenkunnen veranderen gedurende een schooljaar. Ook wordt gekeken naar infrastructurele wijzigingen en waar nodig wijzigingen in de inkomensgegevens met betrekking tot de eigenbijdrage/draagkracht. Er zijn echter situaties denkbaar waarin het niet nodig is om jaarlijks te beoordelen of er iets gewijzigd is.

Voor de leerlingen die een school voor zeer moeilijk lerende kinderen bezoeken waarvan vast staat dat zij op grond van hun handicap en/of beperking altijd aangewezen zijn op aangepast vervoer, kan voor de periode dat de leerling dezelfde school blijft bezoeken een meerjaren beschikking worden verstrekt.

Artikel 6 Vaststellen van de kosten van openbaar vervoer

Ui t werking ar t ike l en 1 , 10 , 11 en 17 van de Vero r de n ing.

6 . 1.

Het vaststellen van de kosten van openbaar vervoer en de daaraan gerelateerde vergoeding vindt plaats op basis van de door de REIS informatiegroep B.V. beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl.

Artikel 7 Co-ouderschap

Ui t werking ar t ikel 5 van de Vero r den i ng leerlingen v ervoe r .

Een kind van gescheiden ouders kan twee woningen hebben. Bijvoorbeeld bij co- ouderschap, als het kind evenveel bij de ene als de andere ouder verblijft. Er is sprake van co-ouderschap als zowel de moeder, als de vader in een regelmatige afwisseling de zorg voor het kind of de kinderen hebben. Indien leerlingenvervoer is gewenst, moeten beide ouders afzonderlijk, voor de dagen dat het kind doordeweeks bij hen verblijft, een aanvraag indienen bij de gemeente waar hij of zij woonachtig is. Hierbij gaat het niet om waar de leerling is ingeschreven. Het gaat om de feitelijke verblijfplaats van de leerling.

Artikel 8 Advies van andere deskundigen, onderdeel Medische verklaring

Ui t werking ar t ike l en 5, 9 en 16 van de Ver o r den i ng.

8 . 1

Wanneer wordt aangegeven dat een leerling gebruik moet maken van aangepast vervoer op grond van een handicap, moet ter onderbouwing een medische verklaring wordenmeegestuurd. Het gaat om leerlingen die, gelet op hun lichamelijke, verstandelijke ofpsychische handicap, niet in staat zijn zelfstandig – ook niet onder begeleiding – van het openbaar vervoer gebruik te maken.

Wanneer een medische verklaring ontbreekt zal de leerling worden opgeroepen voor een medische keuring. Dit geldt ook wanneer de overgelegde medische verklaring onvoldoende houvast biedt voor beoordeling van de aanvraag.

8 . 2

De medische keuring wordt uitgevoerd door een door het college aan te wijzen onafhankelijke adviesorganisatie. De kosten van dit externe advies komen voor rekening van de gemeente Deventer. De medische verklaring heeft een geldigheidsduur van maximaal drie jaar.

Artikel 9 Begeleiding

Ui t werking ar t ike l en 12, 17 en 18 van de Vero r den i ng.

Begeleiding is primair een taak van de ouders/verzorgers. Als dat niet mogelijk is, dienen zij zelf voor een oplossing te zorgen. Als ouders/verzorgers er zelf niet in slagen de begeleiding te leveren, kunnen zij daarvoor bijvoorbeeld een oppas, buren, familie of vrijwilligers inschakelen.

9 .1

Om te kunnen beoordelen of begeleiden onmogelijk is, of dat een gezin ernstig benadeeld wordt wanneer ouder(s) zelf voor de begeleiding moeten zorgen, zijn de onderstaandecriteria opgesteld. Van ouders wordt geenbegeleiding verlangd, als:

  • De ouder van een één-oudergezin kan aantonen dat hij/zij het werk niet langer kan uitoefenen als hij/zij zorg moet dragen voor de begeleiding van en naar school van de leerling. Hiervoor dient een werkgeversverklaring overlegd te worden, met een weekrooster en werktijden. Ook het volgen van een voltijdsopleiding wordt voor eenouder van een één-oudergezin gelijkgesteld met werk. In deze situatie moet een inschrijfbewijs en het lesrooster overgelegd worden.

  • Er sprake is van een één-oudergezin en de ouder één of meerdere kind(eren), jonger dan 10 jaar uit hetzelfde gezin, tegelijkertijd naar een andere school moet brengen. Dan kan het kind dat moet reizen naar het speciaal (basis) onderwijs in aanmerking komenvoor bekostiging van aangepast vervoer. Er moet aannemelijk worden gemaakt dat een andere oplossing (bijvoorbeeld het inschakelen van buren of familie) niet mogelijk is.

  • Er structurele medische redenen zijn die ouders belemmeren hun kind te begeleiden. Dit moet worden vastgesteld door een medisch deskundige (niet de huisarts).

  • Begeleiden van een kind van en naar school neemt meer dan drie uur per dag in beslag.Dit betekent dus maximaal drie kwartier per enkele reisafstand. Is de totale reistijd langer dan drie uur en er is geen aantoonbare andere mogelijkheid om vervoer te combinerenmet andere leerlingen, dan kan de leerling in aanmerking komen voor aangepast vervoer.

9 . 2

Als er begeleiding nodig is in het aangepast vervoer vanwege het gedrag van de leerling stelt de gemeente een zitplaats beschikbaar voor (of namens) een van de ouders. De gemeente bekostigt het vervoer van de heenreis aan het begin van de schooldag evenals de terugreis naar school van die begeleider aan het einde van de dag. De overige kosten, inclusief een mogelijke vergoeding voor die begeleider zijn voor rekening en verantwoordelijkheid van de van de begeleider/de ouders/verzorgers van de leerling. Over de noodzaak van begeleiding kan de gemeente zich laten adviseren door een (medisch) deskundige.

Artikel 10 Individueel vervoer bij aangepast vervoer

Ui t werking ar t ike l en 12 en 18 van de Ver o r den i ng.

Met individueel vervoer is bedoeld dat een leerling om medische en/of psychosociale reden niet samen met andere leerlingen kan worden vervoerd. In beginsel worden de kosten van individueel vervoer niet vergoed. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat een leerling om medische en/of psychosociale reden individueel vervoerd moet worden. Indien dit type vervoer noodzakelijk is dient dit in de aanvraag te worden vermeld.

De gemeente zal een onafhankelijk (medisch) advies vragen.

Artikel 11 Ophaal-, opstap- en afzetplaats

Ui t werking ar t ike l en 1 en 9 van de Vero r den i ng.

11 . 1

In geval van aangepast vervoer worden leerlingen aan huis opgehaald tenzij een leerling de indicatie ‘opstapplaats’ heeft. Aan huis ophalen betekent dat de leerling opgehaald dient te worden bij de voordeur. Bij een flat of instelling geldt de hal of centrale receptie als ophaalplek. Voor alle schoollocaties geldt de toegang van het schoolterrein als afzetplaats, tenzij er een andere afspraak is tussen de gemeente en de vervoerder.

11 .2

De gemeente kan opstapplaatsen toestaan voor leerlingen van primair onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs. Indien een leerling op een halte moet worden opgehaald geldt dat de vervoerder in overleg met de gemeente de ligging van de opstapplaatsen bepaald. De ouders/verzorgers zijn verantwoordelijk voor de begeleiding van en naar de

opstapplaats.

Artikel 12 Drempelbedrag en financiële drachtkracht

Ui t werking ar t ike l en 14 en 15 van de Ver o r den i ng.

12 .1

Op aanvraag van de ouders wordt bij de toepassing van het drempelbedrag uitgegaan van het inkomen van een ander, recenter jaar, dan het inkomen over het tweede jaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor de bekostiging wordt gevraagd, indien:

  • a.

    sprake is van een terugval in inkomen over het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoorde bekostiging wordt gevraagd, in welk geval wordt uitgegaan van het jaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor de bekostiging wordt vastgesteld; of,

  • b.

    sprake is van een terugval in inkomen over het jaar waarvoor de bekostiging wordt vastgesteld, in welk geval wordt uitgegaan van het jaar waarvoor de bekostiging wordt vastgesteld.

12 . 2

Indien het inkomen van de betrokken ouders in de periode die ligt tussen het peiljaar waarin het inkomen wordt bepaald en het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend, op een structurele wijze is gedaald, is het redelijk om in het voordeel van de ouders een later peiljaar te kiezen door gebruik te maken van de afwijkingsmogelijkheid van artikel 23 van deverordening. Door het kiezen van een later peiljaar kan het voorkomen dat ouders in dat latere peiljaar niet voldoen aan de inkomensgrens en dus geen drempelbedrag hoeven te betalen.

Artikel 13 Uitbetaling vergoedingen en verantwoording

Ui t werking ar t ikel 4 van de Vero r den i ng.

13 . 1

De vergoeding voor het eigen vervoer (auto) wordt na ontvangst van de declaratie uitbetaald. De eventuele eigen bijdrage wordt hierop in mindering gebracht.

13 .2

Uitbetaling vindt plaats op basis van een normatieve berekening waarbij wordt uitgegaan van 200 schooldagen per jaar.

13 .3

Vergoedingen voor eigen vervoer per (fiets) of auto worden afgeleid van het Reisbesluit Binnenland. Het VNG-advies voor het betreffende schooljaar wordt gevolgd. De vergoeding voor het gebruik van een eigen fiets wordt uitbetaald in november en maart.

13 . 4

Vergoedingen voor openbaar vervoer zijn op basis van een abonnement/OV chipkaart wanneer dat voordeliger is dan losse kaartjes. Wanneer een abonnement/OV chipkaart niet rendabel is (bijv. i.v.m. vakantie of ziekte) kunnen losse ritten gedeclareerd worden. Ook kande vergoeding voor het openbaar vervoer op basis van een uitdraai via www.OV9292.nl

gedeclareerd worden.

13 . 5

Van de vervoerkosten voor de begeleider van een kind van 9 jaar of ouder moeten betaalbewijzen worden overlegd.

Artikel 14 Schooltijden

Ui t werking ar t ike l en 12 en 18 van de Ver o r den i ng.

14 .1

Het aangepast vervoer sluit aan op de in de schoolgids vermelde schooltijden.

14 .2

Het komt regelmatig voor dat kinderen vanwege hun beperkingen niet in staat zijn de gehele dag onderwijs te volgen. Ouders verzoeken dan vaak om hun kind eerder op te halen.Uitsluitend indien de structurele handicap van een leerplichtige leerling noodzaakt tot het volgen van slechts een deel van het onderwijsprogramma, dient in voorkomend geval wel tijdens de schooltijd vervoerd te worden. Alleen als de gemeente gedeeltelijk ontheffing van de leerplicht heeft verleend, wordt op een afwijkende tijd vervoer geleverd.

De gemeente zal er zoveel mogelijk proberen de leerlingen met afwijkende schooltijden van één of meerdere scholen gezamenlijk te vervoeren.

Artikel 15 Stagevervoer

Uitwerking artikel 1 van de Verordening.

Stage valt stage het leerlingenvervoer, mits deze stage onderdeel is van het schoolplan. Leerlingen lopen stage om zich voor te bereiden op deelname aan het maatschappelijk verkeer. Met dit als achtergrond verwacht de gemeente van de leerling, de ouders, maar ook van de school dat de maximaal mogelijke zelfstandigheid in het reizen naar het stageadres wordt nagestreefd.

15 . 1

Naar analogie van ‘dichtstbijzijnde toegankelijke school’ wordt het begrip ‘dichtstbijzijnde toegankelijke stage’ gehanteerd.

15 .2

Een verzoek om vervoer moet vergezeld gaan van een stage overeenkomst. De school dient te zoeken naar een stageplaats zo dicht mogelijk bij de woning of op de route tussen woning en school. Wanneer hiervan wordt afgeweken, wordt bekostiging van vervoer naar een stageplaats alleen toegekend als de school deze keuze toereikend motiveert.

15 .3

Vervoer vindt uitsluitend plaats op vaste uren in de ochtend en middag, aansluitend aan de schooltijden zoals vermeld in de schoolgids.

15 .4

Stage vervoer tijdens weekenden of schoolvakanties wordt niet bekostigd.

Artikel 16 Reistijd met openbaar vervoer is meer dan anderhalf uur

Ui t werking ar t ike l en 12 en 18 van de Ver o r den i n g .

16 .1

Om te bepalen of het tijdcriterium van 1,5 uur als gevolg van artikel 18 van de verordening wordt overschreden, is slechts van belang dat via individuele meting de conclusie wordt getrokken, dat de totale reisduur van die leerling met het openbaar vervoer meer dan anderhalf uur bedraagt en deze met het aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijdper openbaar vervoer kan worden teruggebracht. Is hiervan sprake dan kunnen ouders aanspraak maken op bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer. Wordt de

leerling begeleid, dan mag de begeleiding de begeleider maximaal 3 uur per dag kosten. Bij de reistijd wordt vijf minuten wachttijd bij de bushalte per rit opgeteld. Bij de bepaling van de reistijd van het openbaar vervoer wordt uitgegaan van de dienstregeling zoals die wordtvermeld op www.9292OV. Voor de berekening van de reistijd per taxi wordt tweemaal vijf minuten bijgeteld.

16 .2

Indien de goedkoopst adequate manier van vervoer bestaat uit een combinatie van verschillende vormen van vervoer (bus en trein, fiets en trein etc.), staat het de gemeente vrijte kiezen voor een van deze vervoersvormen.

Artikel 17 Onaangepast gedrag in het aangepast vervoer

Ui t werking ar t ike l en 12 en 18 van de Ver o r den i n g .

Een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, kan tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer worden ontzegd indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van bus en inzittenden in gevaar brengt. Hierbij worden de volgende stappen ondernomen:

  • 1.

    Klachten worden in beginsel door de vervoerder opgelost.

  • 2.

    De vervoerder zal de ouders/verzorgers met een brief op de hoogte stellen. Een kopie van de brief gaat naar de gemeente.

  • 3.

    Bij een volgende klacht wordt stap 1 herhaald en volgt een 2e waarschuwingsbrief.Hierbij worden de ouders/verzorgers op de hoogte worden gesteld en wordt hen de gelegenheid geboden hun kind te (laten) begeleiden.Na de melding van de klacht door de vervoerder bij de gemeente wordt eenonderzoek opgestart. Tevens wordt door de gemeente onderzocht of de leerling in deze fase voor een bepaalde tijd geen gebruik mag maken van het aangepastvervoer. In het kader van dat onderzoek spreekt de gemeente met vervoerder, chauffeur ouders/verzorgers en/of school. Het college zorgt in deze fase voor een extra zitplaats in de taxi om begeleiding van de leerling mogelijk te maken.

  • 4.

    Als er een begeleider meegaat, anders dan de ouder of verzorger en hier kosten aanzijn verbonden, zijn de kosten voor de ouder/verzorger.

Artikel 18 Afwijken van bepalingen in de verordening

Ui t werking ar t ikel 23 van d e Vero r den i ng.

De hardheidsclausule wordt niet toegepast als er alleen sprake is van de omstandigheid dat ouders/verzorgers wegens werkzaamheden of andere bezigheden de leerling niet naar school kunnen brengen.

Artikel 19 Crisisplaatsingen

Ui t werking a l ge m een Ve r ordening.

19 .1

Wanneer de oorspronkelijke gemeente vooraf niet akkoord gaat met vergoeding van de kosten voor de eerste 6 weken of de leerling blijft langer dan 6 weken in de gemeente Deventer, dan moet een aanvraag worden ingediend bij de gemeente Deventer. Dit verzoekwordt dan beoordeeld op basis van de eigen verordening van de gemeente Deventer.

19 .2

Als de leerling voor de crisisplaatsing geen bekostiging ontving en naar dezelfde school blijft gaan, waardoor wel recht op vergoeding ontstaat, wordt het vervoer naar deze schoolbekostigd gedurende maximaal 6 weken. Wanneer de verzorger dan zelf geen vervoer wil of kan regelen, dient het kind na maximaal 6 weken naar de dichtstbijzijnde toegankelijke

school te gaan.

Artikel 20 Leerling met tijdelijke fysieke beperking

Ui t werking a l ge m een Ve r ordening.

Het kan voorkomen dat een leerling een zware operatie moet ondergaan of een meervoudige ledematenbreuk heeft opgelopen, met als gevolg dat hij of zij een groot gedeelte van het schooljaar afhankelijk is van rolstoel en/of krukken vanwege herstel of revalidatie. De gemeente geeft dan een beschikking af voor de duur van het herstel en/of de revalidatie. Als de noodzaak voor het vervoer verdwijnt, heeft de leerling geen recht meer op vervoer.

Als richtlijn wordt gehanteerd:

  • ·

    Tijdelijke fysieke beperking tot drie maanden: in ieder geval geen aanspraak op leerlingenvervoer;

  • ·

    Tijdelijke fysieke beperking die langer duurt dan drie maanden: de gemeente bekijkt of de leerling in aanmerking kan komen voor vervoer .

Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel

21 .1

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 augustus 2015.

21 . 2

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: ‘Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Deventer 2015’.