Regeling vervallen per 06-11-2021

Beleidsregel het college van burgemeester en wethouders houdende regels voor bijzondere situaties Wet Bibob gemeente Deventer 2014

Geldend van 06-10-2016 t/m 05-11-2021

Intitulé

Beleidsregel het college van burgemeester en wethouders houdende regels voor bijzondere situaties Wet Bibob gemeente Deventer 2014

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Deventer, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2014

overwegende,

  • dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) ons beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van de aan hen uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

  • dat deze wet moet voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert door middel van het verlenen van vergunningen, subsidies, aanbestedingen of het aangaan van vastgoedtransacties;

  • dat bestuursorganen op basis van de Wet Bibob de integriteit van aanvragers of gegadigden kan onderzoeken;

  • dat in verband hiermee 27 maart 2012 de gewijzigde beleidsregel Wet Bibob gemeente Deventer voor voor de Drank- en Horecavergunning (artikel 3 DHW), de exploitatievergunning Openbare inrichting (droge horeca en coffeeshop, artikel 2:28 APV) en de exploitatievergunning voor seksinrichtingen (artikel 3:4 APV) en speelautomatenhal (artikel 2:39 APV), omgevingsvergunning bouw en milieu (artikel 2.1, eerste lid onder a, en i WABO), evenementenvergunning (artikel 2:25 APV), aanbestedingen van overheidsopdrachten boven de Europese drempelwaarde voor levering, diensten en werken en Budgetsubsidies boven de € 100.000,- door ons is vastgesteld;

  • dat op 1 juli 2013 de gewijzigde Wet Bibob in werking is getreden;

  • dat het toepassingsbereik van deze nieuwe wet is uitgebreid met voor gemeenten relevante nieuwe sectoren, te weten: de vastgoedsector, vergunningen van Huisvestingswet en de vergunningen en ontheffingen die in een gemeentelijke verordening zijn geregeld;

  • dat voor de gemeentelijke vergunningen en ontheffingen geldt dat de Wet Bibob niet meer de branches en sectoren noemt waarbinnen de Wet Bibob geldt, maar dat gemeenten nu zelf kunnen bepalen welke vergunningen, die zijn gebaseerd op een gemeentelijke verordening, onder de werking van de Wet Bibob moeten vallen.

  • dat dit voor gemeenten mogelijkheden biedt om ook andere vergunningen dan die vallen onder de in 2012 vastgestelde categorieën te toetsen aan de Wet Bibob;

  • dat op dit moment geen aanwijzingen zijn om andere sectoren of soorten vergunningen of ontheffingen volledig onder de werking van de wet Bibob te laten vallen, anders dan de in de vastgestelde beleidslijn genoemde categorieën;

  • dat het in bijzondere situaties echter wel gewenst is om de sectoren, vergunningen of ontheffingen die in de Wet Bibob genoemd zijn te kunnen toetsen aan deze Wet;

  • dat er in deze bijzondere situaties sprake is van een vermoeden dat een vergunning, een ontheffing, een overheidsopdracht of een vastgoed- en grondtransactie mede zal worden gebruikt om uit strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of strafbare feiten te plegen;

  • dat het hierbij gaat om een aanvulling van de bijzondere situaties als bedoeld in de op 27 maart 2012 vastgestelde beleidsregel Wet Bibob gemeente Deventer;

 

gelet op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit vast te stellen de beleidsregel “bijzondere situaties Wet Bibob”:

Onverminderd het bepaalde in de beleidsregel Wet Bibob gemeente Deventer voor horecabedrijven, seksinrichtingen, coffeeshops, omgevingsvergunningen Wabo, subsidies en aanbestedingen, vastgesteld op 27 maart 2012, past het bestuursorgaan de Wet Bibob toe in de volgende bijzondere situaties.

  • 1.

    Indien uit informatie (interne informatie en/of informatie van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC) blijkt dat er vermoedens zijn dat een aanvraag, een vergunning, een ontheffing, een aanbesteding of een vastgoed- en grondtransactie mede zal worden gebruikt om uit strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of strafbare feiten te plegen.

  • 2.

    Indien vanuit het Openbaar Ministerie op grond van artikelen 11 en 26 van de Wet Bibob informatie verkregen wordt dat er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij een activiteit zoals onder lid 1 genoemd sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

  • 3.

    Ten aanzien van nader te bepalen categorieën kan het bestuursorgaan bij een openbaar bekendgemaakt besluit delen van de gemeente aanwijzen ten aanzien waarvan aanleiding bestaat tot inzet van de Wet Bibob.

  • 4.

    Indien bij navraag door het bestuursorgaan bij het Landelijke Bureau Bibob blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking, aanbesteding of vastgoedtransactie in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Landelijk Bureau Bibob.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door Burgemeester en Burgemeester en wethouders van Deventer, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheden betreft, d.d. 18 november 2014