Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende regels omtrent subsidie cultuureducatie Nadere subsidieregeling voor intermediaire en aanjaagfuncties Cultuureducatie

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende regels omtrent subsidie cultuureducatie Nadere subsidieregeling voor intermediaire en aanjaagfuncties Cultuureducatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer;

Gelet op artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 1.3, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Deventer;

Besluit vast te stellen de:

Nadere subsidieregeling voor intermediaire en aanjaagfuncties Cultuureducatie

Artikel 1 Doel regeling

Deze regeling regelt de verstrekking van projectsubsidies voor:

  • -

    de intermediaire functie binnen het domein onderwijs;

  • -

    de intermediaire functie binnen het domein vrije tijd, amateurkunst en talentontwikkeling;

  • -

    de aanjaagfunctie binnen het sociaal domein;

zoals omschreven in de Functie uitwerking cultuureducatie.

Artikel 2 Voorwaarden voor subsidie

  • 1. Een partij of samenwerkingsverband van partijen komt in aanmerking voor de invulling van de intermediaire/aanjaagfunctie. Te allen tijde is er één hoofdaanvrager.

  • 2. Op ieder domein genoemd in artikel 1 wordt slechts 1 projectsubsidie in dit kader toegekend.

  • 3. Om voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking te komen dient de aanvrager:

    • a.

      onafhankelijk en neutraal te zijn;

    • b.

      zelf geen aanbiedende partij te zijn;

    • c.

      gevestigd, betrokken en verankerd te zijn in de gemeente Deventer;

    • d.

      een organisatie te zijn zonder commercieel oogmerk.

Artikel 3 Beoordeling

Het college beoordeelt de aanvragen aan de hand van de volgende wegingsfactoren (in volgorde van belangrijkheid):

  • a.

    De mate van professionaliteit van de aanvrager(s).

  • b.

    De mate waarin de aanvrager voldoet aan de uitwerking van de betreffende functie zoals beschreven in de functie uitwerking cultuureducatie.

  • c.

    De mate waarin sprake is van een goede prijs/kwaliteit verhouding.

  • d.

    De mate waarin wordt samengewerkt met en ondersteuning wordt geboden aan professionele aanbieders (op het betreffende domein).

  • e.

    De mate van flexibiliteit van de organisatie om in te spelen op (maatschappelijke) trends.

  • f.

    De mate van continuïteit om meerjarige plannen te kunnen realiseren wat blijkt uit de financiële jaarstukken.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

  • 1. De raad stelt jaarlijks in de begroting het subsidieplafond voor de uitvoering van deze regeling vast.

  • 2. Uitgangspunt voor de hoogte van het subsidiebedrag per domein is de door de raad op 4 juli 2018 vastgestelde indicatieve begroting cultuureducatie.

  • 3. Het jaar 2019 geldt voor de toepassing van deze regeling als overgangsjaar. Aanvragers krijgen tot en met 1 november 2018 de tijd voor het indienen van aanvragen binnen deze regeling. De hoogte van de subsidie in 2019 is mede afhankelijk van de mogelijkheid bestaande subsidierelaties, zoals die zijn ontstaan voor 2019, te wijzigen. Dit kan leiden tot een lagere subsidieverlening dan aangevraagd. De subsidieherverdeling zal daarom trapsgewijs plaatsvinden waarbij het jaar 2019 als overgangsjaar geldt en de volledige (her)verdeling plaatsvindt in 2020.

  • 4. De subsidie kan voor ten hoogste vier jaren worden verleend.

  • 5. Indien de subsidie voor meer dan een jaar wordt verleend, wordt voor de subsidie voor de jaren die volgen op het eerste jaar in de verleningsbeschikking een begrotingsvoorbehoud gemaakt.

  • 6. Indien de subsidie voor meer dan een jaar wordt verleend moet de subsidie jaarlijks verantwoord worden, zowel met een financieel als een inhoudelijk verslag.

Artikel 5 Indieningstermijn

Onverminderd het bepaalde in artikel 4, derde lid, wordt de subsidie uiterlijk dertien weken voor aanvang van de activiteiten aangevraagd. Het college kan in bijzondere gevallen op verzoek van de aanvrager eenmalig een andere termijn vaststellen.

Artikel 6 Subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een daartoe bestemd aanvraagformulier.

  • 2. Alleen aanvraagformulieren, inclusief alle bijlagen, die volledig zijn ingevuld en binnen de indieningstermijn zijn ingediend, worden in behandeling genomen. Onderdeel van de subsidieaanvraag is een meerjarenprojectplan en een sluitende begroting met een financieel dekkingsplan.

  • 3. Uit het projectplan blijkt hoe invulling wordt gegeven aan de Code Cultural Governance, de Fair Practice Code en de Code Culturele Diversiteit.

Artikel 7 Beslissing op subsidieaanvraag

  • 1. Het college neemt binnen drie maanden na sluiting van de indieningstermijn een besluit tot subsidieverlening.

  • 2. Indien de subsidie wordt verleend, zal het volledige subsidiebedrag als voorschot aan de aanvrager worden uitbetaald.

  • 3. Het college kan bij de subsidieverlening aanvullende verplichtingen opleggen.

Artikel 8 Subsidievaststelling

  • 1. De ontvanger van subsidie dient binnen drie maanden na afloop van het uitoefenen van de intermediaire en/of aanjaagfunctie of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in, tenzij in de beschikking tot subsidieverlening een andere termijn is vermeld.

  • 2. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag;

    • b.

      de financiële verantwoording van de inkomsten en uitgaven.

  • 3. Het college beslist binnen tien weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie en kan deze termijn eenmalig met ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 9 Meldingsplicht

  • 1. Het niet of slechts gedeeltelijk doorgaan van de activiteit of wijziging van het programma dient door de subsidieontvanger onmiddellijk te worden gemeld.

  • 2. Indien slechts ten dele of in zijn geheel niet is voldaan aan de subsidievoorwaarden of de verplichtingen, kan het college de subsidie gedeeltelijk of geheel intrekken of wijzigen.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze regeling ten gunste van belanghebbenden buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien strikte toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2019.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere subsidieregeling voor intermediaire en aanjaagfuncties Cultuureducatie

Ondertekening