Regeling vervallen per 01-01-2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende regels omtrent cultuureducatie Nadere subsidieregeling activiteiten Cultuureducatie

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende regels omtrent cultuureducatie Nadere subsidieregeling activiteiten Cultuureducatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer;

Gelet op artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 1.3, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Deventer;

Besluit vast te stellen de:

Nadere subsidieregeling activiteiten Cultuureducatie

Artikel 1 Doel regeling

Deze regeling regelt de verstrekking van projectsubsidies voor het programma cultuureducatie binnen de domeinen onderwijs, vrije tijd, amateurkunst en talentontwikkeling, en het sociaal domein zoals deze domeinen zijn omschreven in de Functie uitwerking cultuureducatie.

Artikel 2 Voorwaarden voor subsidie

  • 1. Om voor een projectsubsidie voor het domein onderwijs in aanmerking te komen toont de aanvrager aan dat sprake is van een actieve samenwerking met een school in de gemeente Deventer. Dit dient te blijken uit een intentieverklaring of samenwerkingsovereenkomst. Daarnaast geldt als bijkomende voorwaarde dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd naar het oordeel van het college:

    • a.

      Aanvullend zijn op het bestaande aanbod in de gemeente Deventer en/of;

    • b.

      Innoverend zijn en/of;

    • c.

      Nieuwe (boven) regionale samenwerkingen tussen scholen en culturele aanbieders onderling bevorderen en/of;

    • d.

      Expertiseontwikkeling, eigenaarschap en implementatie van cultuureducatie bij de scholen bevorderen.

  • 2. Om voor een projectsubsidie voor het domein vrije tijd, amateurkunst en talentontwikkeling in aanmerking te komen toont de aanvrager aan dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd naar het oordeel van het college:

    • a.

      Discipline-overstijgend zijn en/of;

    • b.

      Aanvullend zijn op het bestaande aanbod in de gemeente Deventer en/of;

    • c.

      Innoverend zijn en/of;

    • d.

      Kruisbestuiving aanjagen en nieuwe samenwerkingen tussen amateurs en/of amateurverenigingen, (semi) professionals en studenten centraal stellen en/of;

    • e.

      Actief verbinden, aanjagen, uitvoeren en een bijdrage leveren aan de soepele doorstroming in de keten talentontwikkeling. Speciale aandacht hierbij gaat uit naar ‘de topstroom’ in de regio.

  • 3. Om voor een projectsubsidie voor het sociaal domein in aanmerking te komen toont de aanvrager aan dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd naar oordeel van het college:

    • a.

      Cultuureducatief van aard zijn en;

    • b.

      Een bijdrage leveren aan niet-culturele doelen ( zoals sociale cohesie, eenzaamheids-bestrijding en laaggeletterdheid) en/of;

    • c.

      Nieuwe samenwerkingen tussen zorginstellingen en culturele partijen bevorderen en/of;

    • d.

      Aanvullend zijn op het bestaande aanbod en/of;

    • e.

      Innoverend zijn.

  • 4. De aanvrager is bij voorkeur gevestigd in de gemeente Deventer of in de stedelijke cultuurregio’s Landsdeel Oost.

  • 5. De activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt dienen bij voorkeur in de gemeente Deventer plaats te vinden.

  • 6. Bij bekendmaking van de activiteiten door de aanvrager dient de gemeente als subsidieverstrekker vermeld te worden.

  • 7. Niet voor subsidie komen in aanmerking activiteiten met een commercieel karakter of activiteiten waarbij sprake is van een winstoogmerk.

  • 8. Kosten voor eten, drinken en verblijfskosten zijn niet subsidiabel.

  • 9. Organisaties die structureel een budgetsubsidie ontvangen van de gemeente Deventer komen alleen voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking als de activiteit op projectbasis plaatsvindt en los staat van de reguliere activiteiten.

Artikel 3 Kwaliteitscriteria aanvrager

  • 1. Voor het domein onderwijs gelden ten aanzien van de aanvrager van de subsidie naar het oordeel van het college de volgende kwaliteitscriteria:

    • a.

      De aanvrager heeft voldoende professionele kwaliteit/expertise om de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd uit te voeren;

    • b.

      De aanvrager heeft een actieve samenwerking met een school in de gemeente Deventer. Dit blijkt uit een intentieverklaring , samenwerkingsovereenkomst en/of cofinanciering.

  • 2. Voor het domein vrije tijd, amateurkunst en talentontwikkeling gelden ten aanzien van de aanvrager van de subsidie naar het oordeel van het college de volgende kwaliteitscriteria:

    • a.

      De aanvrager heeft voldoende (professionele) kwaliteit/expertise om de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd uit te voeren;

    • b.

      De aanvrager werkt reeds samen met (meerdere) culturele partners.

  • 3. Voor het sociaal domein gelden ten aanzien van de aanvrager van de subsidie naar het oordeel van het college de volgende kwaliteitscriteria:

    • a.

      De aanvrager heeft voldoende professionele kwaliteit/expertise om de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd uit te voeren;

    • b.

      De aanvrager werkt reeds samen met meerdere (culturele en sociale) partners.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

  • 1. De raad stelt jaarlijks in de begroting het subsidieplafond voor de uitvoering van deze regeling vast.

  • 2. Uitgangspunt voor de hoogte van het subsidiebedrag per domein is de door de raad op 4 juli 2018 vastgestelde indicatieve begroting cultuureducatie.

  • 3. Het jaar 2019 geldt voor de toepassing van deze regeling als overgangsjaar. Aanvragers krijgen tot en met 1 november 2018 de tijd voor het indienen van aanvragen binnen deze regeling. De hoogte van de subsidie in 2019 is mede afhankelijk van de mogelijkheid bestaande subsidierelaties, zoals die zijn ontstaan voor 2019, te wijzigen. Dit kan leiden tot een lagere subsidieverlening dan aangevraagd. De subsidieherverdeling zal daarom trapsgewijs plaatsvinden waarbij het jaar 2019 als overgangsjaar geldt en de volledige (her)verdeling plaatsvindt in 2020.

  • 4. De beschikbare subsidie wordt verdeeld op grond van het criterium ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’. Hierbij geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is.

  • 5. De subsidie kan voor ten hoogste vier jaren worden verleend.

  • 6. Indien de subsidie voor meer dan een jaar wordt verleend, wordt voor de subsidie voor de jaren die volgen op het eerste jaar in de verleningsbeschikking een begrotingsvoorbehoud gemaakt.

  • 7. Indien de subsidie voor meer dan een jaar wordt verleend moet de subsidie jaarlijks verantwoord worden, zowel met een financieel als een inhoudelijk verslag.

Artikel 5 Indieningstermijn

Onverminderd het bepaalde in artikel 4, derde lid, worden subsidieaanvragen in twee behandelrondes per jaar ingediend en beoordeeld:

  • a.

    uiterste indieningsdatum voor activiteiten die plaatsvinden in de maanden januari tot en met juli: vóór 1 oktober van het jaar daaraan voorafgaand;

  • b.

    uiterste indieningsdatum voor activiteiten die plaatsvinden in de maanden augustus tot en met december: voor 1 mei in het jaar waarin de activiteit plaatsvindt.

Artikel 6 Subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een daartoe bestemd aanvraagformulier.

  • 2. Aanvraagformulieren, inclusief alle bijlagen, die volledig zijn ingevuld en binnen de indieningstermijn zijn ingediend, worden in behandeling genomen.

  • 3. Onderdeel van de subsidieaanvraag is een (meerjaren)projectplan en een sluitende begroting met een financieel dekkingsplan. Uit het projectplan blijkt hoe invulling wordt gegeven aan de Code Cultural Governance, de Fair Practice Code en de Code Culturele Diversiteit.

  • 4. De aanvrager stelt de begroting reëel op. Een eventuele post onvoorzien mag ten hoogste 5% van de totale subsidiabele kosten bedragen.

  • 5. In de begroting kunnen alleen posten worden opgenomen die direct verband houden met het educatieve karakter van de activiteit.

Artikel 7 Beslissing op subsidieaanvraag

  • 1. Het college beslist binnen drie maanden na ontvangst op de aanvraag

  • 2. Indien de subsidie wordt verleend, zal het volledige subsidiebedrag als voorschot aan de aanvrager worden uitbetaald.

  • 3. Het college kan bij de subsidieverlening aanvullende verplichtingen opleggen.

Artikel 8 Subsidievaststelling

  • 1. De ontvanger van subsidie dient binnen drie maanden na afloop van de activiteit of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in, tenzij in de beschikking tot subsidieverlening een andere termijn is vermeld.

  • 2. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag;

    • b.

      de financiële verantwoording van de inkomsten en uitgaven.

  • 3. Het college beslist binnen tien weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie en kan deze termijn eenmalig met ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 9 Meldingsplicht

  • 1. Het niet of slechts gedeeltelijk doorgaan van de activiteit of wijziging van het programma dient door de subsidieontvanger onmiddellijk te worden gemeld.

  • 2. Indien slechts ten dele of in zijn geheel niet is voldaan aan de subsidievoorwaarden of de verplichtingen, kan het college de subsidie gedeeltelijk of geheel intrekken of wijzigen.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze regeling ten gunste van belanghebbenden buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien strikte toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2019.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere subsidieregeling activiteiten Cultuureducatie

Ondertekening