Aangevuld bekostigingsbesluit Linderveld

Geldend van 21-09-2003 t/m heden

Intitulé

Aangevuld bekostigingsbesluit Linderveld

De raad van de gemeente,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 augustus 2003, voorstelnummer 2003.-09340, sector Economie en Vastgoed;

Gelet op artikel 222 tweede lid juncto artikel 139 van de Gemeentewet alsmede gelet op de Exploitatie-verordening Deventer 1998;

Overwegende:

dat de realisatie van het bestemmingsplan Linderveld in de gemeente Deventer, bij voorkeur geschiedt door middel van minnelijke verwerving van de benodigde gronden op basis van de door de gemeente gehanteerde uitgangpunten ten aanzien van de prijsstelling en tempo, op zodanige wijze dat de voorgenomen gefaseerde uitvoering van het bestemmingsplan niet wordt belemmerd;

dat indien niet kan worden gekomen tot minnelijke verwerving en indien is gebleken van voldoende noodzaak en urgentie om tijdig over de betreffende gronden te kunnen beschikken ter uitvoering van het bestemmingsplan Linderveld in de gemeente Deventer zal kunnen worden overgegaan tot onteigening;

dat de kosten in verband met de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, voortvloeiende uit de realisatie van bestemmingsplan Linderveld zoveel mogelijk naar evenredigheid van verkregen profijt dienen te worden omgeslagen over die onroerende zaken die als gevolg van deze voorzieningen worden gebaat;

dat het verhaal van kosten van deze voorzieningen van openbaar nut bij voorkeur zal plaatsvinden via uitgifte van de door de gemeente verworven gronden;

dat ingeval het onroerende zaken betreft die in eigendom zijn van derden, die als gevolg van de in het kader van de realisatie van het bestemmingsplan Linderveld aan te leggen voorzieningen van openbaar nut worden gebaat, het noodzakelijk is te komen tot kostenverhaal, waarbij tevens een aanduiding wordt gegeven van het profijtgebied en de mate waarin de kosten verband houdende met aanleg van voorzieningen van openbaar nut zullen worden verhaald;

B E S L U I T

  • 1.

    Het gebied waarin de onroerende zaken zijn gelegen, die gebaat worden door de voorzieningen van openbaar nut, die door of met medewerking van de gemeente tot stand worden gebracht ten behoeve van de realisatie van het bestemmingsplan Linderveld, wordt aangeduid zoals met een rode omlijning is aangegeven op de bij dit besluit behorende en gewaarmerkte kaart (nummer 24227-418.dgn/ d.d. 23-07-03);

  • 2.

    De voorzieningen van openbaar nut als bedoeld onder 1. bestaan in voorkomend geval uit de werken als bedoeld in artikel 2 van Exploitatieverordening 1998, doch omvatten in ieder geval de volgende werken:

    • a.

      het verwerven van gronden ten behoeve van de voorzieningen van openbaar nut;

    • b.

      de aanleg van openbare wegen met inbegrip van trottoirs, wandelpaden, parkeervoorzieningen en dergelijke;

    • c.

      het tot stand brengen van de benodigde grondwerken, rioleringen en bestratingen;

    • d.

      de aanleg van openbare verlichting en brandkranen;

    • e.

      de aanleg van openbare groenvoorzieningen;

    • f.

      de aanleg van kunstwerken;

    • g.

      het treffen van verkeersvoorzieningen;

    • h.

      de aanleg van milieutechnische voorzieningen;

  • 3.

    In geval het onroerende zaken betreft die in eigendom zijn van derden, zal het verhaal van kosten van voorzieningen van openbaar nut plaatsvinden op basis van een exploitatieovereenkomst krachtens de Exploitatieverordening Deventer 1998;

  • 4.

    Ingeval de aan de voorzieningen verbonden lasten terzake van een onroerende zaak niet bij overeenkomst zijn of worden voldaan, zal het verhaal van kosten plaats vinden via de heffing van een baatbelasting, zoals bedoeld in artikel 222 Gemeentewet;

  • 5.

    De kosten en de opbrengsten verband houdende de aanleg van onder b. bedoelde voorzieningen worden opgenomen in een door de raad in een later stadium nog vast te stellen gewaarmerkte begroting, onder voorbehoud van eventuele latere herzieningen hiervan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Exploitatieverordening Deventer 1998;

  • 6.

    De mate waarin de kosten van de onder b. genoemde voorzieningen via een baatbelasting op genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht zullen worden verhaald, wordt vastgesteld op 100% van de kosten zoals opgenomen in de onder 5. bedoelde begroting;

  • 7.

    De inhoud van dit besluit, welk besluit kan worden aangehaald als “Aangevuld bekostigingsbesluit Linderveld” wordt bekend gemaakt op de wijze zoals bedoeld in artikel 139 Gemeentewet en middels ter inzage legging.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 september 2003.