Verordening Molukse raad

Geldend van 01-01-1983 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1982

Intitulé

Verordening Molukse raad

Begripsbepaling

artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder Molukse ingezetenen:

Molukkers, alsmede hun echtgenoten en nakomelingen, ongeacht hun nationaliteit, die ingezetenen van de gemeente Deventer zijn.

Instelling

artikel 2

Er is een Molukse Raad Deventer, verder te noemen raad.

Taak en bevoegdheden

artikel 3

  • 1. De raad heeft in het algemeen tot taak:

    het gevraagd en ongevraagd adviseren aan de gemeenteraad, burgemeester en wethouders en de burgemeester over het beleid ten aanzien van de Molukse ingezetenen.

  • 2. De raad is, onder behoud van eigen verantwoordelijkheid, bevoegd al dan niet uit zijn midden een of meer subcommissies te vormen, belast met de voorbereiding en/of uitvoering van een daarbij aan te geven gedeelte van zijn taak.

artikel 4

  • 1. Over alle aangelegenheden, die verband houden met de positie van de Molukse gemeenschap vraagt de gemeenteraad, burgemeester en wethouders of de burgemeester de raad om advies.

    De adviesaanvraag wordt zodanig schriftelijk toegelicht, zodat de raad een goed oordeel kan vormen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de raad een termijn stellen, waarbinnen deze zijn advies dient uit te brengen.

artikel 5

Indien de gemeenteraad, burgemeester en wethouders of de burgemeester van een advies van de raad afwijkt, wordt dit gemotiveerd aan de raad medegedeeld.

artikel 6

  • 1.

    Indien de raad inlichtingen wenst omtrent een aangelegenheid, waarbij hij in verband met zijn taakuitoefening is betrokken, worden deze inlichtingen schriftelijk gevraagd door hem aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Een lid van de raad, dat zodanige inlichtingen wenst, wendt zich ter verkrijging daarvan tot de voorzitter van de raad, die beslist of de verlangde inlichtingen zullen worden gevraagd.

Geldmiddelen

artikel 7

Aan de raad wordt een bijdrage uit de gemeentekas verstrekt ter dekking van de kosten, welke de uitoefening van de hem bij of krachtens deze verordening toegekende bevoegdheden met zich brengt.

artikel 8

  • 1. De in artikel 7 bedoelde bijdrage wordt verleend aan de hand van een begroting, waarvan het ontwerp jaarlijks voor 1 april van het voorgaande dienstjaar ter vaststelling bij het gemeentebestuur wordt ingezonden.

  • 2. De raad krijgt vóór de aanvang van het begrotingsjaar bericht van burgemeester en wethouders over de goedkeuring van de begroting.

artikel 9

  • 1.

    De raad dient jaarlijks voor 1 juni bij burgemeester en wethouders een afrekening en verantwoording over het afgelopen dienstjaar in.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen het bedrag van de uitgaven over enig dienstjaar vast en doen hiervan melding aan de raad.

  • 3.

    Een voordelig verschil tussen genoten bijdrage volgens de begroting en de vastgestelde rekening en verantwoording wordt in de gemeentekas teruggestort.

    Burgemeester en wethouders kunnen in samenspraak met de raad nadere regelingen stellen ten aanzien van beheer van de financiën en de controle daarop.

Overleg

artikel 10

  • 1.

    De raad pleegt regelmatig en wel tenminste eenmaal in de drie maanden overleg met burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Zowel op het verzoek van burgemeester en wethouders als op verzoek van de raad kan tussentijds overleg plaatsvinden.

Samenstelling

artikel 11

De raad bestaat uit 9 leden, benoemd door de gemeenteraad, op voordracht van de in artikel 12, lid 1, genoemde organisaties.

artikel 12

  • 1a. 4 leden worden voorgedragen door: Wijkraad.

    • b.

      2 leden worden voorgedragen door: Stichting Masohi.

    • c.

      1 lid wordt voorgedragen door: Geredja Indjili Maluku.

    • d.

      1 lid wordt voorgedragen door: Noodgemeente Protestan Maluku di Belanda maart 1993.

    • e.

      1 lid wordt voorgedragen door: Noodgemeente Geredja Protestan Maluku di Belanda.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde leden dienen te voldoen aan de vereisten voor het lidmaatschap van de gemeenteraad, genoemd in artikel 21 van de Gemeentewet, met uitzondering van de in dit artikel genoemde vereisten ten aanzien van leeftijd en Nederlanderschap. De hier bedoelde leden dienen uiterlijk op de dag van hun benoeming de leeftijd van achttien jaren bereikt te hebben.

artikel 13

Burgemeester en wethouders nodigen de in artikel 12, lid 1, genoemde organisaties uit tot het doen van een voordracht.

artikel 14

De in artikel 12, lid 1, bedoelde organisaties geven van gedane voordracht schriftelijk kennis aan burgemeester en wethouders.

artikel 15

De raad kiest uit zijn midden 4 leden, te weten een voorzitter, secretaris, penningmeester en vice-voorzitter, die gezamenlijk het dagelijks bestuur vormen.

artikel 16

  • 1. Tot de taak van het dagelijks bestuur behoort:

    • a.

      het voorbereiden van de beraadslagingen en besluiten van de raad;

    • b.

      het uitvoeren van de besluiten van de raad;

    • c.

      het afkondigen van de besluiten van de raad, voor zover wettelijk vereist of door de raad bepaald;

    • d.

      het beheer van de aan de raad toevertrouwde geldmiddelen, zulks met inachtneming van daarvoor door burgemeester en wethouders vast te stellen regels.

  • 2. De raad bepaalt binnen de kring van zijn bevoegdheden wat verder tot de taak van het dagelijks bestuur behoort.

artikel 17

  • 1.

    Het lidmaatschap van de raad eindigt op de dag, waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt. De leden van de raad zijn onmiddellijk op voordracht van de organisaties, genoemd in artikel 12, lid 1, herbenoembaar.

  • 2.

    De organisaties, genoemd in artikel 12, lid 1, zijn te allen tijde bevoegd de door hen voorgedragen leden voor ontslag voor te dragen bij de gemeenteraad.

  • 3.

    Van een voordracht tot herbenoeming, zoals omschreven in lid 1, als mede van de voordracht tot ontslag, zoals omschreven in lid 2, geven de tot voordracht bevoegde organisaties schriftelijk bericht aan burgemeester en wethouders.

Vergaderingen

artikel 18

  • 1. De raad vergadert tenminste 6 keer per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of tenminste vier andere leden het nodig oordelen.

  • 2. De voorzitter zendt de agenda en de te behandelen stukken tijdig voordat de vergadering wordt gehouden, toe aan de leden van de raad.

  • 3. Indien de voorzitter niet binnen veertien dagen, nadat een verzoek als bedoeld in het eerste lid is ingediend, een vergadering belegt, zijn zijn, die het verzoek hebben ingediend daartoe gerechtigd.

artikel 19

  • 1. De vergadering van de raad wordt niet gehouden, indien niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen.

  • 2. Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, dient de voorzitter met een tussentijd van tenminste vierentwintig uur, een nieuwe vergadering te beleggen. In deze vergadering kan worden beraadslaagd en besloten ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.

  • 3. Het onder lid 1 en 2 genoemde is eveneens van toepassing op de in artikel 3, lid 2, genoemde subcommissies.

artikel 20

  • 1. De vergaderingen worden in het openbaar gehouden.

  • 2. De deuren worden gesloten, wanneer tenminste een vijfde van de aanwezige leden het vordert of de voorzitter het nodig acht.

    De raad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het besluit daartoe behoeft de stemmen van tweederde van de aanwezige leden.

    Het vijfde tot en met het achtste lid van artikel 49 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat het opleggen van voorlopige geheimhouding geschiedt door de voorzitter.

  • 3. Plaats, datum en aanvangsuur van de vergaderingen worden door de voorzitter ter openbare kennis gebracht.

artikel 21

  • 1. De raad besluit bij meerderheid van stemmen van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 2. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Bij staking van stemmen wordt eenmaal herstemd. Als bij herstemming de stemmen wederom staken dan beslist de voorzitter.

  • 3. Over zaken wordt mondeling gestemd. Bij staking van stemmen wordt het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. In deze vergadering wordt bij staken van stemmen het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

  • 4. Een stemming is nietig indien niet meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft aan de stemming heeft deelgenomen.

artikel 22

Al wat verder het houden van vergaderingen betreft, wordt geregeld in het reglement van orde, dat de raad voor zijn vergaderingen vaststelt en aan burgemeester en wethouders mededeelt.

Personeel

artikel 23

De raad kan voor de uitoefening van haar taken personeel aanstellen. De raad regelt de rechtspositie van het personeel.

Verslag

artikel 24

De raad zendt jaarlijks voor 1 mei een verslag van de door hem in het afgelopen kalenderjaar verrichte werkzaamheden aan de gemeenteraad en aan burgemeester en wethouders.

Slotbepaling

artikel 25

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Verordening Molukse Raad".

  • 2. Zij wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1982.