Regeling vervallen per 29-10-2010

Beleidsregel Referteperiode langdurigheidstoeslag WWB voor asielzoekers

Geldend van 01-01-2007 t/m 28-10-2010

Intitulé

Beleidsregel Referteperiode langdurigheidstoeslag WWB voor asielzoekers

Inleiding

Met ingang van 1 januari 2004 is de langdurigheidstoeslag in werking getreden. De langdurigheidstoeslag is een algemene inkomensondersteunende maatregel bedoeld voor personen of gezinnen ouder dan 23 jaar en jonger dan 65 jaar waarbij er geen sprake is van perspectief op de arbeidsmarkt. De langdurigheidstoeslag bedraagt voor gehuwden € 478,00, voor een alleenstaande ouder € 430,00 en voor een alleenstaande € 336,00 per jaar. 

Recht op een langdurigheidstoeslag bestaat als voldaan is aan een aantal voorwaarden, vastgelegd in artikel 36 Wet Werk en Bijstand ( WWB ). Als gedurende een periode van 60 maanden het inkomen niet hoger is geweest dan de toepasselijke bijstandsnorm (eventueel aangevuld met inkomsten van zeer geringe hoogte), er geen vermogen is en voldoende getracht is algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen, is er in beginsel recht op en toeslag.

Bij de introductie van de LDT is door het ministerie van SZW/Stimulansz een handreiking voor gemeenten opgesteld. De gemeente Deventer heeft bij de uitvoering van de LDT de lijn van het ministerie gevolgd. Onlangs is door het ministerie een nieuwe uitleg gegeven aan het begrip "referteperiode en (gewezen) asielzoekers".

Beoogd resultaat

Met deze nota wordt beoogd de "referteperiode LDT voor (gewezen) asielzoeker" nader vorm en inhoud te geven. De beleidsregel wordt vastgesteld door B&W zodat het helder wordt dat dit beleid met ingang van 1-1-2007 gaat gelden.

De beleidsregel wordt vastgelegd in het beleidshandboek WWB. Op deze manier wordt  er een eenduidige uitvoering bewerkstelligd (transparantie en rechtszekerheid).

Kader

Artikel 36, eerste lid WWB

  • 1.

    Het college verleent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 23 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar die:

    • a.

      gedurende een ononderbroken periode van 60 maanden een inkomen heeft dat niet hoger is dan de bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft;

2 gedurende de in onderdeel a bedoelde periode geen inkomsten uit of in verband met arbeid heeft ontvangen of ten aanzien van wie het college van oordeel is dat, gelet op de zeer geringe hoogte van de inkomsten uit of in verband met arbeid in die periode en de zeer geringe duur van deze arbeid, in redelijkheid niet gesproken kan worden van een feitelijke aanwezigheid van arbeidsmarktperspectief.

Volledigheidshalve is artikel 36 als bijlage bijgevoegd.

Argumenten

Met betrekking tot  "(gewezen) asielzoekers en LDT" kunnen zich de volgende twee situaties voordoen:

-Een asielzoeker (nog steeds in procedure) doet een aanvraag LDT.

Een van de voorwaarden voor LDT is dat men onafgebroken 60 maanden een inkomen heeft gehad dat niet hoger is dan de bijstandsnorm. Hieruit volgt dat dit inkomen in Nederland moet zijn genoten. Aanvragen met een gedeeltelijke opbouw in het land van herkomst en gedeeltelijk in Nederland (totaal 60 mnd) moeten dus worden afgewezen. Daarnaast moet er sprake zijn van een geldige verblijfstitel; dit volgt uit een analoge toepassing van artikel 11 WWB, waarin sprake is van het koppelingsbeginsel.  Asielzoekers die al meerdere jaren in de asielprocedure zitten vallen daarmee buiten de doelgroep, ook als de periode van die procedure al langer duurt dan de referteperiode van 60 maanden. Conclusie, een asielzoeker die nog niet tot Nederland is toegelaten heeft geen recht op bijstand c.q. LDT.

B&W is gehouden aan bovenstaande interpretatie die volgt uit het koppelingsbeginsel. Indien als gevolg van  jurisprudentie of Generaal Pardon genoemde doelgroep wel aanspraak kan maken op een geldige verblijfstitel (en daarmee op een WWB-uitkering en/ of LDT), zal dit oordeel worden gevolgd.

-Een ex-asielzoeker (inmiddels WWB gerechtigd of ontvangt een arbeidsongeschiktheidsuitkering) doet een LDT-aanvraag.

In de algemene toelichting WWB wordt gesteld dat de doelgroep LDT bestaat uit uitkeringsgerechtigden zonder arbeidsmarktperspectief.  In artikel 36 lid 1 sub a WWB staat dat in aanmerking komt degene die de afgelopen maanden een inkomen heeft gehad niet hoger dan de bijstandsnorm. Een VVTV / COA uitkering voldoet in dat kader aan het criterium "minimum inkomen". Dit betekent dat een persoon die op het moment van de aanvraag LDT een geldige verblijfstitel in Nederland heeft, en in het verleden een vvtv-uitkering heeft gehad (dus asielzoeker is geweest) en inmiddels een WWB-uitkering ontvangt, en verder aan alle criteria (o.a. 60 maanden minimum inkomen in Nederland hebben) voldoet, wel in aanmerking komt voor de langdurigheidstoeslag. 

Draagvlak

Bovenstaande interpretatie wordt voorgesteld door het ministerie van SZW. Met ingang van 01-01-2007 handelt de gemeente conform deze interpretatie.

Financiële consequenties

De langdurigheidstoeslag is een open einde regeling welke gefinancierd wordt uit het WWB-budget.

Met de voorgestelde interpretatie zullen naar verwachting thans iets meer (max. 10 ) personen recht hebben op een langdurigheidstoeslag. 

Aanpak/uitvoering

Na vaststelling zal de nieuwe interpretatie worden overgenomen in het lokale beleidshandboek WWB. Dit nieuwe beleid gaat in per 1-1-2007.

Van de nieuwe beleidsregel zal melding worden gemaakt in Deventer nu.

Tevens zullen de nieuwe criteria worden meegenomen in het voorlichtingsmateriaal voor cliënten.