Regeling procedure functiebeschrijvingen, functiewaarderen plaatsing 2011

Geldend van 01-10-2011 t/m heden

Intitulé

Regeling procedure functiebeschrijven, functiewaarderen en plaatsing 2011

Burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

overwegende dat met de commissie voor georganiseerd overleg overeenstemming is bereikt als bedoeld in artikel 12:2:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

gelet op het bepaalde in artikel 6 van de Bezoldigingsregeling 2011;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende regeling:

Regeling procedure functiebeschrijven, functiewaarderen en plaatsing 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.medewerker

:

de ambtenaar zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder a van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR).

b.functiefamilie

:

een groep functiebeschrijvingen met een gemeenschappelijk profiel, die binnen het raam van de voor de gemeente geldende regelingen door of namenshet college is vastgesteld om door één of meer medewerkers te worden vervuld.

c.standaard functie

:

een gemeenschappelijk profiel zoals een taak of een groep van taken van een functiefamilie, zoals die binnen het raam van de voor de gemeente geldende regelingen door of namens het college is vastgesteld.

d.bandbreedte

:

de niveaubepalende bestanddelen van een functiefamilie, onder verwijzing van wat hierover is bepaald in artikel 1.2. eerste lid van deze regeling, zoals die binnen het raam van de voor de gemeente geldende regelingen door of namens burgemeester en wethouders is vastgesteld.

e.functiebeschrijving

:

de beschrijving van een functie zijnde een generiek functieprofiel gekoppeld aan een specifieke bandbreedte, die door één of meer medewerkers wordt vervuld, zoals die binnen het raam van de voor de gemeente geldende regelingen door of namens het college is vastgesteld.

f.functieboek

:

het geheel van functiebeschrijvingen binnen de gemeente.

g.functiewaarderingssysteem

:

het in de bijlage opgenomen gemeentelijk functiewaarderingssysteem 1991.

h.functiewaardering

:

het op basis van de vastgestelde functiebeschrijving met behulp van het functiewaarderingssysteem toekennen van de salarisschaal die aan de functie is verbonden.

i.functiedeskundige

:

de met de uitvoering van de regeling functiebeschrijven, functiewaarderen en plaatsing belaste interne adviseur op het gebied van functiebeschrijving en –waardering (de coördinator P&O). Deze kan zich desgewenst laten bijstaan door een externe functiedeskundige.

j.plaatsing

:

de koppeling van een ambtenaar aan een standaardfunctie uit het generieke functieboek.

k.toetsingcommissie

:

de door burgemeester en wethouders ingestelde commissie, belast met het toetsen van de concept waarderingsadviezen en de plaatsingsvoorstellen.

l.bezwarencommissie

:

de commissie als bedoeld in de regeling adviescommissie bezwaarschriften rechtspositie.

m.was-wordt tabel

:

een tabel die een koppeling legt tussen de huidige (organieke) functie en de nieuwe standaard functie.

n.direct leidinggevende

het directielid of de manager die de werknemer direct hiërarchisch leiding geeft.

Artikel 2

Deze regeling is van toepassing op de beschrijving en waardering van functies waarvan de bezoldiging door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld.

Artikel 3

  • 1. Het niveau van alle bij de gemeente voorkomende functiebeschrijvingen zal worden vastgelegd volgens de methode van functiewaardering, met gebruikmaking van het gemeentelijk functiewaarderingssysteem 1991, en de daarop aangebrachte en door burgemeester en wethouders vastgestelde wijzigingen (gemeentelijk functiewaarderingssysteem).

  • 2. Voorafgaand aan de vaststelling van het functieboek leggen burgemeester en wethouders de in het gemeentelijk functiewaarderingssysteem opgenomen conversietabel, voor zover vereist, ter instemming voor aan de commissie voor Georganiseerd Overleg.

Artikel 4 Functieboek

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen een generiek functieboek vast.

  • 2. Het functieboek omvat de beschrijvingen en de waarderingen van alle in de organisatiestructuur voorkomende functies evenals de voor de functies vastgestelde competentieprofielen.

  • 3. De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor de inhoud van het functieboek.

Artikel 5 Opstellen of wijzigen functieboek

  • 1. De gemeentesecretaris laat zich bij de totstandkoming van een functieboek bijstaan door de functiedeskundige.

  • 2. De gemeentesecretaris stelt een projectgroep samen bestaande uit de directeur bedrijfsvoering, twee lijnmanagers, twee leden van de ondernemingsraad en de functiedeskundige.

  • 3. De projectgroep is belast met het opstellen van de standaard functiebeschrijvingen en adviseert daarbij de gemeentesecretaris.

  • 4. De projectgroep kan zich zo nodig laten bijstaan door externe deskundigen.

  • 5. De standaard functiebeschrijvingen worden besproken met klankbordteams, bestaande uit medewerkers per functiefamilie.

  • 6. De gemeentesecretaris neemt kennis van de op- en aanmerkingen van de klankbordteams en voert - voor zover voor een goede besluitvorming vereist - overleg met de leden van de klankbordteams over zijn voorgenomen besluit over de op- en aanmerkingen.

  • 7. Indien het in het zesde lid bedoelde overleg niet tot overeenstemming leidt, dan beslist de gemeentesecretaris.

  • 8. Burgemeester en wethouders stellen op voorstel van de gemeentesecretaris de functiebeschrijving vast.

  • 9. Burgemeester en wethouders kunnen ten gunste van een belanghebbende aan een functiebeschrijving op grond van deze regeling terugwerkende kracht verlenen.

Artikel 6 Periodieke actualisatie functieboek

  • 1. Indien de koppeling van een functie aan een standaardfunctie gewijzigd of herzien dient te worden, dient dit verzoek door de direct leidinggevende schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend bij de gemeentesecretaris.

  • 2. De gemeentesecretaris geeft opdracht aan de functiedeskundige om de plaatsing op actualiteit te toetsen.

  • 3. De plaatsing wordt alleen dan gewijzigd:

    • a.

      naar aanleiding van vrijgevallen formatieplek in een afwijkende bandbreedte dan overeengekomen in de vaststelling van het functieboek;

    • b.

      bij inhoudelijke wijziging van functies naar aanleiding van een organisatiewijziging. Dit naar het oordeel van de gemeentesecretaris.

  • 4. De functiedeskundige stelt de ‘was-wordt’ tabel op en bespreekt deze tabel met de direct leidinggevende.

  • 5. De functiedeskundige doet een voorstel van plaatsing van de betreffende medewerker op een functie die beschreven is in een andere standaard functiebeschrijving aan de hand van het vastgestelde functieboek.

  • 6. De plaatsingsvoorstellen worden door de gemeentesecretaris ter vaststelling voorgelegd aan burgemeester en wethouders.

  • 7. Het concept plaatsingsvoorstel (voorgenomen besluit) wordt door de direct leidinggevende aan de medewerker bekend gemaakt.

  • 8. Het definitieve plaatsingsvoorstel wordt aan de medewerker schriftelijk bekend gemaakt.

Artikel 7 Wijziging standaard functiebeschrijving

  • 1.

    Minimaal één keer per twee jaar geeft de gemeentesecretaris opdracht aan de functiedeskundige om de inhoud van het functieboek op actualiteit te toetsen.

  • 2.

    Het functieboek wordt alleen dan gewijzigd:

    • a.

      voor nieuwe functiefamilies en/of bandbreedtes welke duurzaam moeten worden vervuld en welke naar het oordeel van de gemeentesecretaris niet op basis van het dan geldende functieboek kunnen worden vervuld;

    • b.

      bij wijziging van functiefamilies en/of bandbreedtes naar aanleiding van een organisatiewijziging. Dit naar het oordeel van de gemeentesecretaris.

  • 3.

    De functiedeskundige stelt de nieuwe en/of gewijzigde concept functiebeschrijvingen op.

  • 4.

    Het gestelde in artikel 5, vijfde tot en met negende lid, van deze regeling is ook in geval van wijziging van het functieboek van kracht.

Artikel 8 Functiewaardering

  • 1.

    De functiedeskundige vervaardigt aan de hand van de standaard functiebeschrijvingen een concept waarderingsadvies.

  • 2.

    De concept waarderingsadviezen worden getoetst door de toetsingscommissie. De toetsingscommissie adviseert burgemeester en wethouders over de waardering van de concept functiebeschrijvingen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen het functieboek inclusief de waarderingen vast.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen ten gunste van een belanghebbende aan een functiewaardering op grond van deze regeling terugwerkende kracht verlenen.

Artikel 9

  • 1.

    Burgemeester en wethouder stellen een toetsingscommissie functiewaardering in, belast met het toetsen van de concept waarderingsadviezen en de plaatsingsvoorstellen.

  • 2.

    De toetsingscommissie bestaat uit 3 leden:

  • a.

    de gemeentesecretaris, tevens voorzitter;

  • b.

    een extern lid namens burgemeester en wethouders;

  • c.

    een daartoe door de commissie voor het Georganiseerd Overleg voor te dragen extern lid.

  • 3.

    De leden van de toetsingcommissie worden door burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen.

  • 4.

    Aan de toetsingscommissie wordt door burgemeester en wethouders een secretaris toegevoegd. De secretaris heeft geen stemrecht.

  • 5.

    De functiedeskundige is aanwezig bij de vergaderingen van de toetsingscommissie.

Artikel 10

  • 1.

    Het in artikel 8 van deze regeling bedoelde waarderingsadvies wordt voor zover vereist door de functiedeskundige toegelicht aan de toetsingscommissie.

  • 2.

    Indien de waardering van de functie van de functiedeskundige of de secretaris van de toetsingscommissie wordt besproken, neemt deze geen deel aan de vergadering en laat zich vervangen door een daartoe door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar.

  • 3.

    Nadat het advies van de toetsingscommissie is ontvangen door de functiedeskundige, doet hij zijn eindadvies - zonodig na bijstelling van zijn eerder uitgebrachte advies - schriftelijk aan burgemeester en wethouders toekomen.

  • 4.

    De toetsingscommissie kan bij meerderheid van stemmen een afwijkend advies aan burgemeester en wethouders uitbrengen.

Artikel 10a

  • 1.

    Het in artikel 9, eerste lid, van deze regeling bedoelde plaatsingsadvies wordt voor zover vereist door de direct leidinggevende toegelicht aan de toetsingscommissie.

  • 2.

    Indien de plaatsing van de functie van de functiedeskundige of de secretaris van de toetsingscommissie wordt besproken, neemt deze geen deel aan de vergadering en laat zich vervangen door een daartoe door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar.

  • 3.

    Nadat het advies van de toetsingscommissie is ontvangen door de functiedeskundige, doet hij zijn eindadvies –zo nodig na bijstelling van zijn eerder uitgebrachte advies en na overleg met de direct leidinggevende- schriftelijk aan burgemeester en wethouders toekomen.

  • 4.

    De toetsingscommissie kan bij meerderheid van stemmen een afwijkend advies aan burgemeester en wethouders uitbrengen.

Artikel 11

  • 1.

    De vergaderingen van de toetsingscommissie zijn niet openbaar.

  • 2.

    De leden van de commissie, evenals de secretaris en functiedeskundige –en voor zover van toepassing de direct leidinggevende- zijn verplicht tot geheimhouding van wat hen uit de stukken of beraadslagingen bekend is geworden.

Mededeling, bedenkingen en bezwaar

Artikel 12 Mededeling

Burgemeester en wethouders doen mededeling aan de medewerker over (een voorstel tot) plaatsing in het functieboek.

Artikel 13 Bedenkingen

  • 1.

    Indien de medewerker het niet eens is met een voorstel tot plaatsing, als bedoeld in artikel 12 van deze regeling, kan hij dat binnen twee weken gemotiveerd bedenkingen kenbaar maken bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De functiedeskundige stelt ter zake een advies op voor burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen met inachtneming van het ter zake uitgebrachte advies een voorstel tot plaatsing vast onder intrekking van het onder artikel 6, zevende lid, van deze regeling bedoelde voorstel.

  • 4.

    Het voorstel tot plaatsing als bedoeld in het derde lid van dit artikel wordt aan de medewerker schriftelijk en gemotiveerd bekend gemaakt.

Artikel 14 Bezwaren

  • 1. Binnen zes weken na ontvangst van een schriftelijk besluit over zijn plaatsing kan de medewerker daartegen, in overeenstemming met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), bezwaar aantekenen bij burgemeester en wethouders.

  • 2. Burgemeester en wethouders vragen advies over het bezwaar aan de externe adviescommissie bezwaarschriften Rechtspositie.

  • 3. De voor de functiebeschrijving verantwoordelijke afdelingsdirect leidinggevende treedt in geval van bezwaar namens Burgemeester en wethouders in de hoorzitting op als gemachtigde (verweerder).

  • 4. De functiedeskundige treedt in geval van bezwaar namens burgemeester en wethouders in de hoorzitting op als functiebeschrijving- en waarderingkundig informant en niet als gemachtigde.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, dan wel onduidelijkheid of onenigheid bestaat over de toepassing daarvan, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 16

De onder vigeur van de regeling functiebeschrijven en functiewaarderen 2009 vastgestelde beschrijvingen en waarderingen blijven van kracht tot deze zijn vervangen door beschrijvingen en waarderingen op basis van deze regeling.

Artikel 17 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als de “Regeling Procedure functiebeschrijven, functiewaarderen en plaatsing 2011”.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2011.

  • 3.

    Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de regeling procedure functiebeschrijven, functiewaarderen en plaatsing gemeente Diemen 2011 vastgesteld op 29 maart 2011 ingetrokken.

Ondertekening

Diemen, 9 augustus 2011
Burgemeester en wethouders voornoemd,
De secretaris, De burgemeester,