Regeling Sanctiebeleid bij werkloosheid 2015

Geldend van 06-02-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Regeling Sanctiebeleid bij werkloosheid 2015

Burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

gelet op de artikelen 10d:23 en 10d:28 van de Collectie arbeidsvoorwaardenregeling en de uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO);

gelet op het bepaalde in de Werkloosheidswet;

gelet op de met de commissie voor het georganiseerd overleg bereikte overeenstemming als bedoeld in artikel 12:2:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

B E S L U I T E N:

vast te stellen de volgende regeling: Sanctiebeleid bij werkloosheid 2015.

Artikel 1 Werkingssfeer

  • 1.

    Deze regeling is van toepassing op de medewerker die op grond van artikel 8:3 CAR of artikel 8:6 CAR van de rechtspositieregeling van de gemeente Diemen (CAR-UWO) wordt ontslagen.

  • 2.

    Deze regeling is daarnaast van toepassing op de medewerker die op grond van artikel 8:3 CAR of van artikel 8:6 CAR van de rechtspositieregeling van de gemeente Diemen (CAR-UWO) is ontslagen en een aanvullende of nawettelijke uitkering ontvangt op grond van hoofdstuk 10d van de rechtspositieregeling van de gemeente Diemen.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bovenwettelijke uitkering: de aanvullende uitkering (BW);

  • b.

    aanvullende uitkering: de bruto aanvullende uitkering tijdens de werkloosheidsuitkering;

  • c.

    nawettelijke uitkering: een verlengde, een aanvullende en/of een aansluitende bruto uitkering na afloop van de werkloosheidsuitkering als bedoeld in de CAR (NW);

  • d.

    medewerker: de ambtenaar die op grond van artikel 8:3 CAR of artikel 8:6 CAR wordt of is ontslagen en die zich in de re-integratiefase, de periode van de aanvullende uitkering of de periode van de nawettelijke uitkering bevindt;

  • e.

    re-integratiefase: de fase als bedoeld in artikel 10d van de CAR, voorafgaand aan het ontslag, waarin door middel van een re-integratieplan afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de re-integratie van de ambtenaar het best tot stand kan komen en hieraan uitvoering wordt gegeven met als doel werkloosheid zoveel als mogelijk te voorkomen;

  • f.

    re-integratieplan: het plan van aanpak waarin de re-integratie-inspanningen van gemeente en de medewerker beschreven staan, die tot doel hebben de re-integratie van de medewerker te bevorderen (Van werk naar werk traject);

  • g.

    werkloosheid: werkloosheid als bedoeld in de Werkloosheidswet, waarbij het arbeidsurenverlies voortvloeit uit de aanstelling of arbeidsovereenkomst bij de gemeente waaruit de werkloosheid plaatsvindt;

  • h.

    werkloosheidsuitkering: uitkering op grond van de Werkloosheidswet, welke uitkering voortvloeit uit de aanstelling of arbeidsovereenkomst met de gemeente (WW);

  • i.

    UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

Artikel 3 Grondslag

Deze regeling berust op de artikelen 10d:34 van de rechtspositieregeling van de gemeente Diemen (CAR-UWO).

Sanctiebeleid

Artikel 4 Verplichtingen van de (ex) medewerker:

  • 1. de (ex) medewerker dient zich in geval van een WW uitkering, een BW aanvulling of een NW uitkering te houden aan de voorschriften en verplichtingen (controlevoorschriften) als bedoeld in de WW;

  • 2. de (ex) medewerker is gehouden op eerste aanvraag het college van burgemeester en wethouders (het college) alle informatie te verstrekken welke naar haar oordeel noodzakelijk is voor de toetsing van het onder het eerste lid van dit artikel gestelde.

Artikel 5 Sanctiebeleid in geval van een bovenwettelijke aanvulling:

  • 1. de (ex) medewerker zal ten aanzien van een BW aanvulling dezelfde sanctie worden opgelegd als welke de (ex) medewerker door het UWV is opgelegd ten aanzien van de WW uitkering;

  • 2. een sanctie wordt niet opgelegd alvorens de (ex) medewerker over het voornemen tot het opleggen van een sanctie door of namens het college van burgemeester en wethouders (het college) is gehoord.

Artikel 6 Sanctiebeleid in geval van een nawettelijke uitkering:

  • 1.

    voor de uitvoering van dit artikel wordt een onderscheid gemaakt tussen:

    • i.

      het door de (ex) medewerker niet opvolgen van controlevoorschriften als bedoeld in artikel 4, tweede lid;

    • ii.

      het door de (ex) medewerker niet houden aan de voorschriften en verplichtingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid;

  • 2.

    het door de (ex) medewerker niet naleven van controlevoorschriften als bedoeld in artikel 4, tweede lid wordt gesanctioneerd met een korting op de NW uitkering van 10% gedurende twee maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 5 procent of ten hoogste 30 procent van het uitkeringsbedrag;

  • 3.

    het door de (ex) medewerker niet naleven aan de controlevoorschriften als bedoeld in het artikel 4, eerste lid wordt gesanctioneerd met een korting op de NW uitkering van 25 procent gedurende vier maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 15 procent of ten hoogste 50 procent van het uitkeringsbedrag;

  • 4.

    indien binnen één maand na de oplegging van een sanctie als bedoeld in het tweede of derde lid van dit artikel een verplichting niet of niet behoorlijk wordt nagekomen, wordt de sanctie voor het nieuwe feit in percentage en tijd verdubbeld;

  • 5.

    indien binnen één maand na de oplegging van een sanctie als bedoeld in het vierde lid van dit artikel een verplichting niet of niet behoorlijk wordt nagekomen, bestaat de sanctie uit het volledig en definitief beëindigen van de NW uitkering;

  • 6.

    indien er sprake is van het niet nakomen van meer dan één verplichting en het niet nakomen van deze verplichtingen voortkomt uit één oorzaak, wordt slechts één sanctie opgelegd, waarbij de hoogst geldende sanctie wordt toegepast;

  • 7.

    een sanctie wordt niet opgelegd alvorens de (ex) medewerker over het voornemen tot het opleggen van een sanctie door of namens het college van burgemeester en wethouders (het college) is gehoord;

  • 8.

    het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in het sanctiebeleid indien toepassing leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Slotbepalingen

Artikel 4

Onder mannelijke naamgevingen worden in deze regeling ook vrouwelijke naamgevingen begrepen.

Artikel 5

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders - na overleg in de commissie voor Georganiseerd Overleg - een nadere regeling.

Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 6

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als de “Regeling Sanctiebeleid bij werkloosheid 2015”;

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2015.

Ondertekening

Diemen, 6 januari 2015
Burgemeester en wethouders voornoemd,
De secretaris, De burgemeester,
w.g.w.g.