Regeling vervallen per 05-01-2024

AFVALSTOFFENVERORDENING DIEMEN 2015

Geldend van 09-10-2015 t/m 04-01-2024

Intitulé

AFVALSTOFFENVERORDENING DIEMEN 2015

De raad van de gemeente Diemen;

gelezen het voorstel van het college van 7 juli 2015;

gelet op artikel 10.23, eerste lid, Wet milieubeheer;

overwegende dat het in het belang van de bescherming van het milieu wettelijk verplicht is om een afvalstoffenverordening vast te stellen;

B E S L U I T :

vast te stellen de “Afvalstoffenverordening Diemen 2015”:

Paragraaf 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    wet: Wet milieubeheer;

  • b.

    inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • c.

    ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

  • d.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, (mini)rolcontainer, afvalemmer, korf of big bag, ten behoeve van één huishouden;

  • e.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, zijnde een verzamelcontainer (onder andere glascontainer, papiercontainer, textielcontainer, kunststofcontainer) of brengdepot (recycleplein), ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • f.

    inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • g.

    andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • h.

    gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • i.

    kentekenhouder: de natuurlijke persoon als bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder a van het Kentekenreglement of de rechtspersoon als bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder b van het Kentekenreglement;

  • j.

    huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen genoemd in artikel 3 van de verordening;

  • k.

    straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

  • l.

    wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

  • m.

    motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994.

Paragraaf 2. INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 2. Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1.

    Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.

    Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

  • 1.

    Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • b.

      autobanden;

    • c.

      bankstellen;

    • d.

      bouw- en sloopafval;

    • e.

      dakbedekking;

    • f.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • g.

      glas;

    • h.

      gasflessen;

    • i.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • j.

      grof huishoudelijk afval;

    • k.

      grof tuinafval;

    • l.

      grond;

    • m.

      hout, categorie A, B of C;

    • n.

      huishoudelijk restafval;

    • o.

      klein chemisch afval;

    • p.

      kunststof verpakkingen;

    • q.

      matrassen;

    • r.

      metalen;

    • s.

      oud papier en karton;

    • t.

      puin;

    • u.

      tapijt;

    • v.

      textiel;

    • w.

      wit- en bruingoed.

  • 2.

    Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4. Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1.

    De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2.

    Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 5. Frequentie van inzamelen

  • 1.

    Huishoudelijk restafval wordt ten minste een maal per week bij elk perceel ingezameld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college vaststellen dat huishoudelijk restafval voor bepaalde percelen of delen van de gemeente nabij elk perceel wordt ingezameld.

  • 3.

    Het college kan voor bepaalde percelen of delen van de gemeente een andere inzamelfrequentie dan de in het eerste lid bepaalde vaststellen voor het inzamelen van huishoudelijk restafval bij of nabij elk perceel.

  • 4.

    Groente-, fruit- en tuinafval wordt ten minste een maal per week afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 5.

    In afwijking van het vierde lid kan het college vaststellen dat groente-, fruit- en tuinafval voor bepaalde percelen, delen van de gemeente of de gehele gemeente nabij elk perceel wordt ingezameld.

  • 6.

    Het college kan voor bepaalde percelen of delen van de gemeente een andere inzamelfrequentie dan de in het vierde lid bepaalde vaststellen voor het inzamelen van groente-, fruit- en tuinafval bij of nabij elk perceel.

  • 7.

    In afwijking van het vierde lid kan het college vaststellen dat groente-, fruit- en tuinafval bij bepaalde percelen of delen van de gemeente niet afzonderlijk bij of nabij elk perceel wordt ingezameld.

Artikel 6. Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Paragraaf 3. TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 7. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan

anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door

anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 9. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

    • 2.

      Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

    • 3.

      Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen.

    • 4.

      Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid een inzamelmiddel, inzamelvoorziening of brengdepot is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid is bestemd.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstekt inzamelmiddel.

  • 4.

    Het college kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5.

    Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 11. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

  • 3.

    Het college kan, in verband met algemeen erkende feestdagen, vervangende dagen aanwijzen voor het in het eerste lid bedoelde ter inzameling aanbieden.

Artikel 12. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke

afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Paragraaf 4. INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 13. Alleen inzameling bedrijfsafvalstoffen afkomstig uit Diemen

Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden of achter te laten als de afvalstoffen niet afkomstig zijn van een bedrijfsvestiging die is gelegen in de gemeente Diemen.

Artikel 14. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor door het college aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden de aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 15. Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de

inzameldienst

  • 1.

    Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Paragraaf 5. ZWERFAFVAL

Artikel 16. Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1.

    Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 17. Achterlaten van straatafval

  • 1.

    Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2.

    Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 18. Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1.

    Voor anderen dan de inzameldienst, andere inzamelaars en toezichthouders is het verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2.

    Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.

Artikel 19. Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving van dit artikel, binnen een straal van 25 meter van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 20. Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze binnen een straal van 100 meter van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 21. Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het materieel voor het inzamelen en vervoeren van de afvalstoffen moet in goede staat verkeren en zodanig zijn ingericht en afgedekt of afgesloten dat geen verontreiniging van de omgeving kan plaatsvinden tijdens het inzamelen, laden, lossen of vervoeren.

  • 2.

    Het materieel moet zodanig zijn uitgevoerd en onderhouden dat geluidshinder zoveel mogelijk wordt beperkt.

  • 3.

    Op de vervoermiddelen die voor het inzamelen van afvalstoffen worden gebruikt, moet de naam van de inzamelaar duidelijk aangebracht zijn; als laadbakken, vuilniszakken of (rol)containers worden gebruikt, dient daarop duidelijk de naam en het telefoonnummer van de inzamelaar te zijn aangebracht.

  • 4.

    In of op het voertuig moet gereedschap aanwezig zijn om verontreiniging, die is ontstaan ten gevolge van de inzamel- of vervoersactiviteit, te kunnen opruimen.

  • 5.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 6.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

Paragraaf 6. OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN

Artikel 22. Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 23. Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

Paragraaf 7. SLOTBEPALINGEN

Artikel 24. Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3, Wet op de economische delicten:

Artikel 6: Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing;

Artikel 7: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen;

Artikel 8: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen;

Artikel 9: Afzonderlijk ter inzameling aanbieden;

Artikel 10: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen;

Artikel 11: Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden;

Artikel 13: Alleen inzameling bedrijfsafvalstoffen afkomstig uit Diemen;

Artikel 14: Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst;

Artikel 15: Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst;

Artikel 16: Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging;

Artikel 17: Achterlaten van straatafval;

Artikel 18: Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen;

Artikel 19: Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren;

Artikel 20: Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal;

Artikel 21: Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden;

Artikel 22: Verbod opslag van afvalstoffen;

Artikel 23: Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden.

Artikel 25. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.

Artikel 26. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij bekend is gemaakt.

  • 2.

    De Afvalstoffenverordening Diemen 2009, vastgesteld op 26 november 2009, wordt op het in het eerste lid bedoelde moment ingetrokken.

Artikel 27. Overgangsbepaling

  • 1.

    Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag niet ontvankelijk verklaard.

  • 6.

    Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.

  • 7.

    De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 28. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Afvalstoffenverordening Diemen 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 24 september 2015.
De voorzitter,
De griffier,

ALGEMENE TOELICHTING

Grondslag verordening

De verordening berust op medebewind. De afvalstoffenverordening moet op grond van artikel 10.23, eerste lid, Wet milieubeheer verplicht door de raad worden vastgesteld. De Wet milieubeheer bepaalt tevens de inhoud van de verordening.

Artikelen 10.21 tot en met 10.29 Wet milieubeheer

In de artikelen 10.21 en 10.22 is de zorgplicht van de gemeenten neergelegd. In de artikelen 10.23 tot en met 10.26 is voor de gemeenteraad de verplichting opgenomen om een afvalstoffenverordening vast te stellen, waarbij in artikel 10.24 de verplichte elementen van een dergelijke verordening zijn neergelegd en in artikel 10.25 de facultatieve elementen. In artikelen 10.28 en 10.29 is de bevoegdheid opgenomen om bij algemene maatregel van bestuur regels te stellen ten aanzien van het brengen van bepaalde bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen naar een bepaalde plaats alsmede omtrent de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 10.24

  • 1.

    De afvalstoffenverordening bevat ten minste regels omtrent:

    • a.

      het overdragen of het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan een bij of krachtens de verordening aangewezen inzameldienst;

    • b.

      het overdragen van zodanige afvalstoffen aan een ander;

    • c.

      het achterlaten van zodanige afvalstoffen op een daartoe ter beschikking gestelde plaats.

  • 2.

    Bij de afvalstoffenverordening kunnen voorts regels worden gesteld omtrent het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 10.25

Bij de afvalstoffenverordening kunnen in ieder geval regels worden gesteld:

  • a.

    ten einde te voorkomen dat afvalstoffen als zwerfafval in het milieu terecht komen dan wel teneinde te bereiken dat zulks zo min mogelijk gebeurt;

  • b.

    omtrent het opruimen van afvalstoffen die als zwerfafval in het milieu terecht zijn gekomen;

  • c.

    omtrent het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen.

Overige regelgeving afvalstoffen

Met betrekking tot de inzameling van afvalstoffen zijn - voor de gemeente en derden - ook andere wetten en verordeningen van belang, zoals: Wet milieubeheer (milieuvergunning), de bouwverordening (omgevingsvergunning activiteit bouwen) en de APV (plaatsen voorwerpen op of aan de openbare weg).

Opbouw van de afvalstoffenverordening

Paragraaf 1: Algemene bepalingen

Paragraaf 2: Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (regels over inzameldienst, andere inzamelaars en de inzamelstructuur)

Paragraaf 3: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen (regels voor de burger over de aanbieding van huishoudelijke afvalstoffen)

Paragraaf 4: Inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Paragraaf 5: Zwerfafval

Paragraaf 6: Overige onderwerpen die de afvalstoffenverordening aangaan

Paragraaf 7: Slotbepalingen (strafbaarstelling, toezicht en overgangstermijn)

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Paragraaf 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit artikel zijn alleen die begripsomschrijvingen opgenomen die specifiek zijn voor deze verordening. Relevante begrippen die al in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer (hierna te noemen Wm) zijn omschreven, worden, voor zover bij de omschrijving in de wet wordt aangesloten, niet in dit artikel herhaald. Daarbij gaat het om de volgende begrippen.

Afvalstoffen:

Alle stoffen, preparaten of andere producten die behoren tot de categorieën die zijn genoemd in bijlage I bij richtlijn nr. 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.

Doelmatig beheer van afvalstoffen:

Zodanig beheer van afvalstoffen dat daarbij rekening wordt gehouden met het geldende afvalbeheersplan, dan wel de voor de vaststelling van het plan geldende bepalingen, dan wel de voorkeursvolgorde aangegeven in artikel 10.4, en de criteria, genoemd in artikel 10.5, eerste lid.

Huishoudelijke afvalstoffen:

Afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, behoudens voor zover het ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen.

Bedrijfsafvalstoffen:

Afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen.

Gevaarlijke afvalstoffen:

Bij ministeriële regeling als zodanig aangewezen afvalstoffen, met inachtneming van ter zake voor Nederland verbindende verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties.

Afvalbeheersplan:

Het afvalbeheersplan, bedoeld in artikel 10.3 Wm (Nb. LAP 2002-2012).

Afvalstoffenverordening:

De verordening, bedoeld in artikel 10.23 Wm.

Beheer van afvalstoffen:

Inzameling, vervoer, nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen.

Nuttige toepassing:

De handelingen die zijn genoemd in bijlage II B bij richtlijn nr. 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen.

Verwijdering:

De handelingen die zijn genoemd in bijlage II A bij richtlijn nr. 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen.

Grof huishoudelijk afval

Het begrip huishoudelijke afvalstoffen omvat ook grof huishoudelijk afval. Onder grof huisafval worden verstaan ‘huishoudelijke afvalstoffen die te groot en te zwaar zijn om op dezelfde wijze als de andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst te worden aangeboden’.

Straatafval, zwerfafval en illegale dumping

De Wet milieubeheer voorziet niet in een definitie van het begrip zwerfafval. Dit heeft te maken met het feit dat het begrip in de praktijk weinig problemen oplevert, terwijl een juridisch sluitende definitie moeilijk te geven is. In het Landelijk Afvalbeheersplan (LAP) is wel een definitie opgenomen:

“Zwerfafval is afval dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op zulke plaatsen terecht is gekomen. Dit afval bestaat voornamelijk uit verpakkingsmateriaal van consumpties (blikjes, flesjes, wikkels, patatbakjes), sigarettenpeuken, kauwgomresten en allerhande gebruiksgoederen als kranten, folders en tissues.”

Het verschil tussen straatafval en zwerfafval is dat straatafval, dat niet in een prullenmand wordt achtergelaten, maar in de openbare ruimte terecht komt, zwerfafval wordt.

Onder zwerfafval wordt ook niet verstaan illegale dumping van afval. In tegenstelling tot bij zwerfafval, gaat het bij illegale dumping niet om een of enkele restanten van consumptie, maar om grotere hoeveelheden afval (bijvoorbeeld met een volume van ten minste en plastic tas). Bovendien gaat het niet om afval dat uit nalatigheid of gemakzucht wordt achtergelaten of weggegooid. De ontdoener kiest er namelijk zeer bewust voor om het afval niet via de daarvoor geëigende manier af te voeren, maar om het onbeheerd achter te laten in de openbare ruimte. Het kan zowel huishoudelijk als bedrijfsafval zijn. Veel voorkomend illegaal gedumpt afval is huisvuil, tuinafval, fietswrakken, accu’s, meubilair en autobanden. Ook het bijplaatsen van afval bij inzamelvoorzieningen valt onder illegale dumping.

Paragraaf 2. INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 2. Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

De aanwijzing van de inzameldienst vindt plaats in het uitvoeringsbesluit.

Andere inzamelaars zijn bijvoorbeeld verenigingen die oud papier inzamelen. De aanwijzing op grond van het tweede lid van dit artikel kan ook worden gebruikt om detaillisten die bijvoorbeeld batterijen van particulieren inzamelen, op hun verzoek aan te merken als inzamelpunt.

Indien detaillisten en/of reparatiebedrijven in een AMvB, of ministeriële regeling zijn aangewezen als inzamelende instantie is de gemeente niet bevoegd daarover nadere regels te stellen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het innemen van huishoudelijke apparaten.

De in het derde lid genoemde voorschriften en beperkingen moeten betrekking hebben op de bescherming van het milieu en worden opgenomen in het uitvoeringsbesluit.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

Artikel 10.14 Wm bepaalt dat bestuursorganen, bij de uitoefening van hun bevoegdheid met betrekking tot afvalstoffen, rekening dienen te houden met het geldende Landelijk afvalbeheersplan (LAP). In het LAP is aangegeven welke afvalstoffen door de consument gescheiden moeten worden aangeboden. De gemeente mag de in het LAP opgenomen lijst uitbreiden, bijvoorbeeld met ijzer of autobanden.

Artikel 4. Inzamelmiddelen en -voorzieningen

In dit artikel worden de niveaus van inzameling aangegeven. Op grond van artikel 10.21, eerste lid, Wm is de gemeente verplicht tot het wekelijks inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel.

In afwijking van artikel 10.21 Wm kan de raad op grond van artikel 10.26 eerste lid, onder a, Wm bij verordening besluiten dat - in plaats van bij elk perceel - nabij elk perceel wordt ingezameld. Voor de inzameling nabij elk perceel wordt gebruik gemaakt van collectieve inzamelmiddelen (op een bepaalde locatie) of een clusterplaats (een plaats waar de burger het inzamelmiddel op de dag van ophalen naar toe brengt).

Het college kan bij uitvoeringsbesluit voor iedere gebruiker van een perceel per categorie huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen via welk(e) inzamelmiddel of -voorziening wordt ingezameld. De inzamelmiddelen kunnen van gemeentewege worden verstrekt of geplaatst, of moeten door de burger zelf worden aangeschaft.

Artikel 5. Frequentie van inzamelen

De gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval en groente-, fruit- en tuinafval bij elk perceel is op grond van artikel 10.21, eerste lid, respectievelijk tweede lid, Wm gesteld op ten minste eenmaal per week.

Artikel 10.26, eerste lid, onder b, Wm biedt de mogelijkheid om af te wijken van de wekelijkse inzamelfrequentie van huishoudelijk afval en groente-, fruit- en tuinafval. Huishoudelijke afvalstoffen mogen - in het belang van een doelmatig beheer - worden ingezameld met een bij de verordening aangegeven regelmaat.

Artikel 6. Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

Gemeenten zijn belast met de zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Zij hebben daarmee ook het recht om te bepalen dat het verboden is aan andere dan de door het college aangewezen inzameldienst en instanties om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

Ook het innemen van huishoudelijke afvalstoffen in een winkel valt hieronder. Wanneer de gemeente deze serviceverlening op prijs stelt, kunnen de betreffende winkels op grond van artikel 2, tweede lid, door het college worden aangewezen als inzamelende persoon of instantie.

Paragraaf 3. TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 7. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan

anderen

Burgers mogen hun afvalstoffen alleen aanbieden aan de krachtens in het eerste lid van artikel 2 aangewezen inzameldienst, andere inzamelaars die zijn aangewezen krachtens het tweede lid van artikel 2 en personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij AMvB of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben (zoals bijvoorbeeld detaillisten voor elektrische en elektronische apparatuur).

Artikel 8. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door

anderen dan de gebruikers van percelen

Dit artikel bepaalt dat alleen diegenen die binnen de gemeente afvalstoffenheffing betalen, huishoudelijke afvalstoffen mogen aanbieden. Achtergrond van dit artikel is de toename in het illegaal aanbieden van afvalstoffen door inwoners van andere gemeenten (afvaltoerisme) of door bedrijven van binnen en buiten de eigen gemeente, die op deze manier de kosten van de verwijdering van hun afvalstoffen willen ontlopen.

Artikel 9. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

In artikel 3 is een opsomming opgenomen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld. Artikel 9 houdt een verbod in voor de burger om dat niet te doen.

Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 10 biedt de basis tot het stellen van diverse regels die relevant zijn voor het inzamelen van huishoudelijk afval. Deze regels kunnen bijv. betrekking hebben op:

  • -

    maximale gewicht;

  • -

    maximaal aantal aan te bieden inzamelmiddelen;

  • -

    voorwaarden voor gebruik van inzamelmiddelen;

  • -

    eisen aan inzamelmiddel;

  • -

    regels voor het gebruik van inzamelvoorzieningen op wijkniveau;

  • -

    regels ten aanzien van het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen bij het brengdepot.

De mogelijkheid in het vijfde lid om huishoudelijke afvalstoffen te kunnen aanbieden zonder inzamelmiddel of -voorziening (bij het perceel of op een ander inzamelniveau) is vooral van belang voor grof huisvuil of grof tuinafval.

Artikel 11. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Bij het vaststellen van de dagen en tijden kan in het besluit van het college een onderscheid worden gemaakt naar de verschillende niveaus van inzameling en de daarbij gehanteerde inzamelmiddelen en -voorzieningen.

Op basis van dit artikel kunnen de openingstijden van het brengdepot worden vastgelegd.

Artikel 12. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Dit artikel biedt de grondslag voor een door het college vast te stellen calamiteitenregeling. Bijvoorbeeld als er sprake is van stakingen of wegopbrekingen.

Paragraaf 4. INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 13. Alleen inzameling bedrijfsafvalstoffen afkomstig uit Diemen

Dit artikel bepaalt dat alleen bedrijfsafvalstoffen mogen worden aangeboden die in een bedrijfsvestiging in Diemen zijn ontstaan. In artikel 8 is dit geregeld voor huishoudelijk afval van percelen. Achtergrond van dit artikel is de toename in het illegaal aanbieden van afvalstoffen door inwoners van andere gemeenten (afvaltoerisme) of door bedrijven van binnen en buiten de eigen gemeente, die op deze manier de kosten van de verwijdering van hun afvalstoffen willen ontlopen.

Artikel 14. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

De inzameldienst kan naast huishoudelijke afvalstoffen bijvoorbeeld ook bedrijfsafvalstoffen (of een bepaalde categorie van bedrijfsafvalstoffen) inzamelen. Bedrijven hoeven daar geen gebruik van te maken. De gemeente heeft met betrekking tot bedrijfsafvalstoffen geen zorgplicht en kan niet bepalen wie er binnen de gemeente al dan niet mogen inzamelen zoals dat bij huishoudelijke afvalstoffen het geval is.

Alleen die bedrijven die betalen voor de gemeentelijke inzamelvoorzieningen mogen, voor zover het college daartoe de mogelijkheid biedt, hun bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst. Het college kan, net als bij huishoudelijke afvalstoffen, regels stellen over de wijze waarop de afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

Artikel 15. Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de

inzameldienst

Het college kan in het belang van de bescherming van het milieu regels stellen omtrent bijvoorbeeld de dagen, tijden, wijze en plaatsen waarop bedrijfsafvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden. Bijvoorbeeld ter beperking of voorkoming van geluidhinder of aanzuigende werking of om ritten zoveel mogelijk te combineren. De regels gelden voor alle betrokken inzamelaars die bedrijfsafvalstoffen ophalen.

Paragraaf 5. ZWERFAFVAL

Artikel 16. Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Dit artikel heeft primair een milieubeschermende functie en beoogt de gemeente een instrument te geven om illegale dumpingen, voor zover er geen hogere wet- of regelgeving van toepassing is, of het ontstaan van zwerfafval tegen te gaan.

Met opzet worden in het eerste lid ook de termen “stof” en “voorwerp” gebruikt en niet alleen de term “afvalstof”, omdat niet altijd duidelijk is of de desbetreffende stoffen of voorwerpen afvalstoffen zijn.

Artikel 17. Achterlaten van straatafval

Bij het begrip straatafval gaat het in feite om afval ‘dat onderweg ontstaat’, buiten een perceel, dat niet als zwerfafval op straat of in het plantsoen terecht dient te komen en waarvoor je de burger de mogelijkheid wilt bieden om zich ter plekke ervan te ontdoen (voor zover van zeer beperkte omvang en gewicht). Klein chemisch afval is uitdrukkelijk uitgesloten van de omschrijving. Dit afval dient in alle gevallen via de daartoe opgezette inzamelstructuur te worden verwijderd.

Artikel 18. Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Het eerste lid heeft betrekking op wat wel de “morgenster”-problematiek wordt genoemd. Het beoogt paal en perk te stellen aan het doorzoeken en verwijderen van ter inzameling aangeboden afvalstoffen voordat de medewerkers van de inzameldienst ter plaatse zijn. Vaak immers heeft dit doorzoeken tot gevolg dat het huisvuil over de hele straat verspreid ligt en de inzameldienst zijn werk niet meer kan verrichten. Het aldus ontstane zwerfafval veroorzaakt een zware belasting van de gemeentelijke veegdienst.

Het moet vanzelfsprekend wel mogelijk zijn dat toezichthouders in de gelegenheid zijn om zo nodig de inhoud van aangebroken zakken, emmers en (mini)containers te onderzoeken.

Artikel 19. Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

Inrichtingen waar eet- en/of drinkwaren worden verkocht zijn bijvoorbeeld een winkel, hal of kraam. Het afval dat hierbij kan vrijkomen zijn bijvoorbeeld papier, etensresten, verpakkingsmateriaal of ander afval.

Deze verplichting kan ook al zijn opgenomen in een milieuvergunning, dan wel rechtstreeks voortvloeien uit het Activiteitenbesluit.

Artikel 2.13 van het Activiteitenbesluit bepaalt het volgende: ‘Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, sport- of spelmaterialen, of andere materialen die uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd binnen een straal van 25 meter van de inrichting.’ Hieruit volgt dat het criterium ‘in de nabijheid van de inrichting’ kan worden uitgelegd als binnen een straal van 25 meter van de inrichting.

Artikel 20. Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Niet alleen reclamebiljetten worden aan het publiek uitgereikt. Ook ander promotiemateriaal wordt vaak uitgereikt. Gedacht kan worden aan de zogenaamde samplings, monsters of miniverpakkingen, waarin ter promotie een product in een kleine hoeveelheid wordt aangeboden. Op grond van dit artikel kan degene die dergelijk promotiemateriaal uitreikt, worden verplicht het promotiemateriaal, de verpakking of de inhoud daarvan op te ruimen of te laten opruimen.

Artikel 21. Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Het eerste lid beoogt het ontstaan van zwerfafval bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te voorkomen.

De opname van het tweede lid heeft vooral betekenis in verband met het op kosten van de overtreder laten reinigen van de weg (bestuursdwang).

Paragraaf 6. OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN

Artikel 22. Verbod opslag van afvalstoffen

Artikel 22 beoogt het belang van het milieu te beschermen. Ten aanzien van autowrakken die op de weg zijn geplaatst heeft artikel 5:5 APV een aanvullend motief op grond van de verkeersveiligheid.

Artikel 23. Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Er is sprake van een autowrak indien een voertuig niet meer op economisch rendabele wijze in rijtechnisch voldoende staat is te brengen.

Door de definitie in de Wet milieubeheer wordt een autowrak altijd aangemerkt als afvalstof en valt hiermee dus onder de werking van deze bepaling.

Een autowrak mag slechts worden afgegeven aan autodemontagebedrijven, garages en autoschadeherstelbedrijven of aan een persoon die in een ander land dan Nederland is gevestigd (onder strikte voorwaarden).

Paragraaf 7. SLOTBEPALINGEN

Artikel 24. Strafbepaling

De strafmaat voor overtredingen van de afvalstoffenverordening is hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de vierde categorie (maximaal € 11.250).

Artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht geeft de officier van justitie de mogelijkheid om met een boete strafvervolging te voorkomen. Het openbaar ministerie heeft richtlijnen opgesteld voor boetes. De boete voor het verkeerd aanbieden van huishoudelijk afval of voor zwerfafval is op dit moment (medio 2015) gesteld op een bedrag van tenminste 90 euro.

In Diemen wordt over het algemeen bestuursrecht toegepast bij overtreding van de afvalstoffenregelgeving. Bij het toepassen van bestuursdwang worden de gemaakte kosten (bijvoorbeeld € 120 per vuilniszak) verhaald op de overtreder.

Artikel 25. Toezichthouders

Aanwijzing van de toezichthouder in de afvalstoffenverordening is noodzakelijk, indien een toezichthouder tevens opsporingsbevoegdheden dient te krijgen. Alleen voor de aanwijzing van toezichthouders is een bepaling opgenomen in de afvalstoffenverordening. Opsporingsambtenaren worden namelijk aangewezen in de artikelen 141 en 142 Wetboek van Strafvordering.

Artikel 26. Inwerkingtreding

De oude Afvalstoffenverordening moet met het vaststellen van de nieuwe Afvalstoffenverordening worden ingetrokken.

Artikel 27. Overgangsbepaling

Het bepaalde in het tweede lid moet geregeld worden in het uitvoeringsbesluit dat hoort bij deze nieuwe verordening door het intrekken van het oude uitvoeringsbesluit.

Aldus besloten tijdens de gemeenteraadsvergadering van 24 september 2015,

De voorzitter,

De griffier,

MOGELIJKE UITVOERINGSBESLUITEN

In onderstaand schema is per artikel (ART) uit de verordening aangegeven welk uitvoeringsbesluit op grond van dit artikel door het college kan, dan wel moet worden genomen. Ook is aangegeven of er op grond van het artikel een ontheffing kan worden verleend.

ART

ONDERWERP

MOGELIJKE UITVOERINGSBESLUITEN

Paragraaf 1 . Algemene bepalingen

1

Begripsomschrijvingen

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 2:

Vaststellen omschrijving van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in lid 1.

Paragraaf 2 . Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

2

Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 1:

Aanwijzing inzameldienst.

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 2:

Aanwijzing andere inzamelaars voor de inzameling van afzonderlijke categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 3

-(is namelijk al opgenomen in afvalstoffenverordening of elders in het uitvoeringsbesluit)

3

Afzonderlijke inzameling

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 2:

Vaststellen omschrijving van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in lid 1.

4

Inzamelmiddelen en -voorzieningen

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 2:

Aanwijzing inzamelmiddel of -voorziening van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstof ten behoeve van een gebruiker van een perceel.

5

Frequentie van inzamelen

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 9:

Vaststelling frequentie van inzameling van overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Paragraaf 3 . Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

9

Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 3.

Aanwijzen van categorieën personen waarvoor de gescheiden inzameling niet van toepassing is omdat zij daarvan uitgezonderd zijn. Deze aanwijzing moet overeenstemmen met de aanwijzing op grond van artikel 5 waarin gebieden kunnen worden aangewezen waar bepaalde afvalstoffen niet gescheiden worden ingezameld.

10

Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 3:

Vaststellen regels omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstekt inzamelmiddel.

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 4:

Vaststellen regels over de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 5:

Aanwijzen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

11

Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 1:

Vaststellen dagen en tijden waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

12

Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Vaststellen regels over het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen.

Paragraaf 4. Inzameling van bedrijfsafvalstoffen

14

Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Aanwijzing bedrijfsafvalstoffen als categorie die worden ingezameld door de inzameldienst.

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 3:

Vaststellen regels over dagen, tijden, wijze en plaatsen waarop bedrijfsafvalstoffen kunnen worden aangeboden aan de inzameldienst.

15

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Uitvoeringsbesluit op grond van lid 1:

Vaststellen regels over de inzameling van bedrijfsafvalstoffen aan een ander.

Paragraaf 5. Zwerfafval

16

Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Ontheffingstelsel voor de opslag van afvalstoffen

Paragraaf 6. Overige onderwerpen die de verordening aangaan

22

Verbod opslag van afvalstoffen

Ontheffingstelsel voor de opslag van afvalstoffen op een voor het publiek zichtbare plaats.

UITVOERINGSBESLUIT AFVALSTOFFEN DIEMEN 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening Diemen 2015;

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen;

B E S L U I T E N :

vast te stellen het “Uitvoeringsbesluit Afvalstoffen Diemen 2015”:

Paragraaf 1. ALGEMENE BEPALING

Artikel 1. Begripsomschrijvingenen bijlagen

  • 1.

    De in artikel 1 van de Afvalstoffenverordening Diemen 2015, verder verordening genoemd, opgenomen begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op dit uitvoeringsbesluit.

  • 2.

    In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan dan wel mede verstaan:

    • a.

      bijlage 1: overzicht inzamelvoorzieningen en aanbiedplaatsen Diemen Noord;

    • b.

      bijlage 2: overzicht inzamelvoorzieningen en aanbiedplaatsen Diemen Centrum;

    • c.

      bijlage 3: overzicht inzamelvoorzieningen en aanbiedplaatsen Diemen Zuid;

    • d.

      bijlage 4: percelenlijst gemeente Diemen met de bijbehorende plaatsingscriteria;

    • e.

      bijlage 5: percelenlijst waar geen groente-, fruit- en tuinafval wordt ingezameld.

Paragraaf 2. INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties

  • 1.

    Als inzameldienst op grond van artikel 2, eerste lid, van de verordening wordt aangewezen De Meerlanden Afvalinzameling en reiniging B.V. gevestigd te Rijsenhout.

  • 2.

    Als inzamelaar op grond van artikel 2, tweede lid, van de verordening worden aangewezen:

    • a.

      de gemeente Diemen voor de inzameling van componenten, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub a tot en met w van de verordening, uit het huishoudelijk afval op afroep en op de gemeentewerf bij het brengdepot (recycleplein);

    • b.

      Diemer Omroep Stichting en de Stichting St. Petrusbanden voor de inzameling van oud papier en karton dat afkomstig is van huishoudens;

    • c.

      de volgende organisatie(s) voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen:

      • §

        De Meerlanden Afvalinzameling en reiniging B.V. voor de inzameling van componenten uit het huishoudelijk afval op afroep;

      • §

        Woonstichting De Key voor de inzameling van het huishoudelijk afval van de woningcomplexen van De Key aan de Rode Kruislaan en de Bergwijkdreef te Diemen;

    • d.

      Sympany voor de inzameling van textiel dat afkomstig is van huishoudens in verzamelcontainers;

    • e.

      organisaties en/of verenigingen voor de inzameling van kleding/textiel, in het bezit van het keurmerk of een Verklaring van geen bezwaar van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF), voor het nabij percelen inzamelen, tot een maximum van zes per jaar;

    • f.

      kringloopbedrijven voor het op afroep inzamelen van herbruikbare en verkoopbare goederen;

    • g.

      detaillisten die vrijwillig, niet op basis van artikel 7 van de verordening in het kader van producentenverantwoordelijkheid, afvalstoffen (batterijen, spaarlampen, en dergelijke) inzamelen;

    • h.

      inwoners gevestigd in de gemeente Diemen voor de gemeentelijke inzameling van kerstbomen via de jaarlijkse kerstbomenactie.

  • 3.

    Voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen gelden de volgende voorschriften en beperkingen op grond van artikel 2, derde lid, van de verordening:

    • a.

      de inzameling mag niet voor 7.00 uur en niet na 23.00 uur geschieden;

    • b.

      de inzameling mag niet geschieden middels versterkte geluidsapparatuur, tenzij hiervoor een ontheffing geluidshinder op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Diemen is verleend;

    • c.

      het ingezamelde afval mag niet op de openbare weg worden opgeslagen, tenzij hiervoor een omgevingsvergunning voor de opslag van roerende zaken op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend;

    • d.

      de inzamelaar dient de gemeente van de hoeveelheid ingezamelde afvalstoffen schriftelijk op de hoogte te stellen.

  • 4.

    Voor het aanwijzen van een inzamelaar voor het inzamelen van kleding/textiel als bedoeld in het tweede lid, onder e, gelden de volgende regels:

    • a.

      een aanwijzing kan worden toegekend voor een donderdag in de oneven maanden;

    • b.

      uiterlijk op 1 november van een jaar kan voor het daarop volgende jaar een aanwijzing tot inzamelaar worden aangevraagd; de aanvrager vermeld hoe vaak in het jaar en in welke maanden een aanwijzing wordt gewenst;

    • c.

      indien er meer dan zes gegadigden zijn, vindt aanwijzing plaats door middel van loting; degenen die zijn uitgeloot krijgen in een volgend jaar voorrang;

    • d.

      indien er minder dan zes gegadigden zijn, kan een inzamelaar een aanwijzing krijgen voor meerdere dagen; zo nodig vindt aanwijzing plaats door loting;

    • e.

      indien niet voor alle dagen een aanwijzing is toegekend, kunnen aanvragen die gedurende het jaar, doch tenminste drie weken voor de inzameldag, worden ingediend alsnog worden gehonoreerd.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 3, tweede lid, van de verordening vastgesteld:

  • 1.

    groente-, fruit- en tuinafval (GFT): dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

  • 2.

    klein chemisch afval (KCA): huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst van het ministerie van VROM;

  • 3.

    glas: glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, stenen kruiken, porselein, kristal, spiegels, kunststofflessen en kurken;

  • 4.

    oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, met uitzondering van drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;

  • 5.

    kunststof verpakkingen: verpakkingen van kunststof zoals bedoeld in het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen;

  • 6.

    textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

  • 7.

    elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur;

  • 8.

    bouw- en sloopafval: harde steenachtige materialen, zoals puin, gasbeton, dakpannen, serviesgoed, sloophout en isolatiematerialen;

  • 9.

    dakbedekking: bitumineuze dekbedekking;

  • 10.

    verduurzaamd hout: hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout;

  • 11.

    grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder GFT-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout, enzovoort, met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;

  • 12.

    asbest en asbesthoudend materiaal: gevaarlijke afvalstof als bedoeld in de Europese afvalstoffenlijst (Eural) en de Wet milieugevaarlijke stoffen (WMS);

  • 13.

    grof huishoudelijk afval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat door afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden.

Artikel 4. Aanwijzing inzamelmiddelen en -voorzieningen Op grond van artikel 4, tweede lid, van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:

  • a.

    voor restafval van huishoudens de verzamelcontainers en (mini) rolcontainers ten behoeve van zijbelading overeenkomstig de bijlagen 1 tot en met 4, behorend bij dit uitvoeringsbesluit;

  • b.

    voor GFT-afval van huishoudens de verzamelcontainers en GFT-dummies overeenkomstig de bijlagen 1 tot en met 4, behorend bij dit uitvoeringsbesluit;

  • c.

    voor klein chemisch afval het KCA-depot op het brengdepot (recycleplein) en de brengpunten detailhandel;

  • d.

    voor oud papier en karton het brengdepot (recycleplein) en de verzamelcontainers overeenkomstig de bijlagen 1 tot en met 4, behorend bij dit uitvoeringsbesluit;

  • e.

    voor glas het brengdepot (recycleplein) en de verzamelcontainers overeenkomstig de bijlagen 1 tot en met 4, behorend bij dit uitvoeringsbesluit;

  • f.

    voor textiel het brengdepot (recycleplein) en de verzamelcontainers overeenkomstig de bijlagen 1 tot en met 4, behorend bij dit uitvoeringsbesluit;

  • g.

    voor kunststofverpakkingen het brengdepot (recycleplein) en de verzamelcontainers overeenkomstig de bijlagen 1 tot en met 4, behorend bij dit uitvoeringsbesluit.

Artikel 5. Locatie en frequentie van inzamelen

  • 1.

    Op grond van artikel 5, tweede lid, van de verordening wordt voor laagbouw, hoogbouw en middenhoogbouw huishoudelijk restafval ingezameld nabij elk perceel, overeenkomstig de bijlagen 1 tot en met 4, behorend bij dit uitvoeringsbesluit.

  • 2.

    Op grond van artikel 5, vijfde lid, van de verordening wordt voor hoogbouw, middenhoogbouw en laagbouw, het groente-, fruit- en tuinafval ingezameld nabij elk perceel, overeenkomstig de bijlagen 1 tot en met 4, behorend bij dit uitvoeringsbesluit.

Artikel 6. Vrijstelling afzonderlijk ter inzameling aanbieden van GFT-afval Op grond van artikel 9, derde lid, van de verordening wordt de volgende categorie personen vrijgesteld van de gescheiden inzameling van groente-, fruit- en tuinafval: de personen die woonachtig zijn in de bebouwing als bedoeld in artikel 5, zevende lid, van de verordening, overeenkomstig bijlage 5 behorend bij dit uitvoeringsbesluit.

Artikel 7. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Krachtens artikel 10, derde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen:

    • a.

      het beheer van de inzamelmiddelen die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de gemeente, berust bij De Meerlanden Afvalinzameling en reiniging B.V.;

    • b.

      de inzamelmiddelen zijn voorzien van een registratiecode of een chip in de rolcontainer;

    • c.

      de door of namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning;

    • d.

      een nieuwe gebruiker van een perceel dient zich tot het gemeentelijke Klant Contact Centrum te wenden indien geen of een onbruikbaar door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel wordt aangetroffen;

    • e.

      een gebruiker van een perceel dient zich tot het gemeentelijke Klant Contact Centrum te wenden bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel;

    • f.

      de inzamelmiddelen blijven eigendom van de verstrekker en worden bij slijtage voor haar rekening technisch onderhouden;

    • g.

      de gebruiker is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als ware deze zijn eigendom;

    • h.

      de gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaken;

    • i.

      de verstrekte inzamelmiddelen voor rest- en GFT-afval mogen alleen worden gereinigd met water.

  • 2.

    Krachtens artikel 10, vierde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

    • a.

      het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in (mini)rolcontainers dient ordelijk op een door de gemeente aangewezen inzamel- of clusterplaats te geschieden door plaatsing van de (mini)container met de handvatten naar de berm of trottoir, op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

    • b.

      inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn en inzamelvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden;

    • c.

      uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen huishoudelijk afval steken;

    • d.

      afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling daardoor in de (mini)rolcontainer zijn achtergebleven, dienen onverwijld door de aanbieder uit de (mini)rolcontainers te worden verwijderd;

    • e.

      klein chemisch afval mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, maar moet persoonlijk worden overhandigd bij het brengdepot (recycleplein);

    • f.

      het brengdepot (recycleplein) van de gemeente, gelegen op het perceel Landlust 2 te Diemen, wordt aangewezen als brengdepot waar de afvalstoffen als vermeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening kunnen worden achter gelaten;

    • g.

      bij de afgifte van afvalstoffen op een afvalbrengpunt zijn de acceptatievoorwaarden van De Meerlanden Afvalinzameling en reiniging B.V. van toepassing;

    • h.

      de ontdoener van afvalstoffen moet zich bij of op een afvalbrengpunt kunnen legitimeren;

    • i.

      de inzameling van grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparaten vindt op afroep plaats; de aanbieder dient voor deze inzameling op afroep een afspraak te maken via de gemeentelijke website of het Klant Contact Centrum;

    • j.

      het grof afval dient op de afgesproken dag en tijd op een voor het inzamelmaterieel goed bereikbare plaats bij de woning klaar te staan;

    • k.

      grof huishoudelijk afval of grof tuinafval mag bij het overdragen of het aanbieden geen groter volume hebben dan 1,5 m³, waarbij voor vlakglas geldt dat het niet mag worden aangeboden zonder uitdrukkelijke toestemming van de inzameldienst;

    • l.

      kleinere stukken grof huishoudelijk afval of grof tuinafval moeten zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en -gebonden worden overgedragen of aangeboden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 1,5 meter, niet breder dan 0,5 meter en niet zwaarder dan 7 kilogram.

  • 3.

    Op grond van artikel 10, vijfde lid, van de verordening kunnen grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparaten zonder inzamelmiddel maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden.

Artikel 8. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden Het college stelt de volgende regels op grond van artikel 11, eerste lid, van de verordening:

  • a.

    inzamelmiddelen moeten worden aangeboden op de vastgestelde inzameldag voor 7.15 uur of de avond voor de vastgestelde inzameldag vanaf 23.00 uur;

  • b.

    de inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst, doch uiterlijk aan het einde van de vastgestelde inzameldag, van de weg zijn verwijderd;

  • c.

    grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparatuur worden op afroep ingezameld; deze categorieën mogen slechts worden aangeboden op het tijdstip dat is afgesproken;

  • d.

    in verband met geluidhinder mogen glascontainers alleen tussen 7.00 uur en 20.00 uur worden gebruikt.

Artikel 9. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kunnen voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen.

  • 2.

    Indien een in de bijlage genoemde inzameldag valt op een erkende feestdag, wordt voor die dag een andere inzameldag aangewezen of besloten dat een inzameldag wordt overgeslagen.

Paragraaf 3. INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 10. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst Op grond van artikel 14 van de verordening kan de inzameldienst ook bedrijfsafval, voor zover dit overeenkomt met huishoudelijk afval, uit de kantoor-, winkel- en dienstensector inzamelen.

Artikel 11. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Bedrijven die krachtens artikel 14, derde lid, van de verordening aangewezen bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst, dienen deze, tenzij anders is bepaald, aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels voor huishoudelijk afval, met dien verstande dat geen gebruik mag worden gemaakt van verzamelcontainers.

Artikel 12. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst Het college stelt op grond van artikel 15, eerste lid, van de verordening de volgende regels:

  • a.

    bedrijven die geen gebruik maken van de inzameldienst moeten hun bedrijfsafval laten inzamelen door een andere erkende inzamelaar en op verzoek van de toezichthouder het inzamelcontract en afvoerbonnen of afvoerfacturen overleggen;

  • b.

    het bedrijfsafval mag uitsluitend worden aangeboden door middel van het door de inzamelaar daartoe verstrekte, goed afgesloten inzamelmiddel;

  • c.

    bedrijfsafval dat overeenkomt met huishoudelijk afval mag aan de openbare weg worden aangeboden conform het bepaalde onder d. en e.;

  • d.

    de inzamelmiddelen mogen niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor onmiddellijke overdracht aan de inzamelaar; de plaatsing moet zodanig zijn, dat het verkeer, voetgangers daaronder begrepen, daarvan zo min mogelijk hinder ondervindt;

  • e.

    de gebruikte inzamelmiddelen dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het perceel van de gebruiker overeenkomstig de daarvoor geldende regels;

  • f.

    bedrijfsafval dat niet overeenkomt met huishoudelijk afval dient in afwachting van de inzameling op het bedrijfsterrein te blijven.

Paragraaf 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op de dag na die waarop het is bekendgemaakt.

  • 2.

    Het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Diemen 2010, vastgesteld op 2 november 2010, wordt op het in het eerste lid bedoelde moment ingetrokken.

Artikel 14. Citeerbepaling Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: “Uitvoeringsbesluit Afvalstoffen Diemen 2015”.

Aldus vastgesteld door het college op 7 juli 2015.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen,

de secretaris, de burgemeester,