Regeling vervallen per 19-08-2015

Beleidsregel evenementen

Geldend van 26-07-2012 t/m 18-08-2015

Intitulé

Beleidsregel evenementen

De burgemeester stelt, op grond van zijn bevoegdheid ingevolge artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dinkelland 2012 de volgende beleidsregel vast.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. Evenement – als bedoeld in artikel 2.24 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dinkelland 2012.

  • b. Braderie – een door bij de Kamer van Koophandel ingeschreven, in de gemeente Dinkelland gevestigde winkelierorganisatie georganiseerde, al dan niet feestelijke, straatverkoop.

  • c. Bezoekersaantal – het aantal personen, dat al dan niet gelijktijdig, het evenement bezoekt.

  • d. Eindtijd – de tijd waarop het evenement beëindigd moet zijn; er geen activiteiten meer plaatsvinden en bezoekers vertrokken moeten zijn.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze beleidsregel geeft een nadere invulling aan artikel 1.3, tweede lid, artikel 1.7 en artikel 2.25 van  de Algemene plaatselijk verordening gemeente Dinkelland 2012.

Artikel 3 Categorie-indeling

  • 1.

    Evenementen worden verdeeld in drie categorieën:

    • a.

      Categorie A evenementen. Dit zijn kleinschalige evenementen met een bezoekersaantal totmaximaal 500.

    • b.

      Categorie B evenementen. Dit zijn evenementen met een bezoekersaantal tussen 500 en 50.000.

    • c.

      B* evenement – categorie B evenement met (toeristische) meerwaarde voor de gemeente Dinkelland. Deze evenementen zijn bovenlokaal en hebben een positieve uitstraling op de naamsbekendheid van de gemeente en/of een aantrekkende werking op toeristen.

    • d.

      Categorie C evenementen. Dit zijn evenementen die meer bezoekers hebben dan categorie B evenementen.

  • 2.

    Categorie B en C evenementen zijn evenementen die over het algemeen pas kunnen plaatsvinden als er een groot aantal fysieke maatregelen getroffen zijn.

Artikel 4 Eindtijden

Voor evenementen gelden de volgende eindtijden:

  • a.

    De eindtijd voor categorie A evenementen is 00.00 uur. Dit sluit aan op de eindtijd van meldingsplichtige evenementen (denk hierbij aan bijvoorbeeld buurtfeesten) zoals in de Algemene plaatselijke verordening is vastgesteld.

  • b.

    De eindtijd voor categorie B en C evenementen is van maandag tot en met vrijdag om 00.00 uur.

  • c.

    Op zaterdagen en zondagen (van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag) moeten bij categorie B en C evenementen de muziek en de drankverstrekking om 01.30 uur beëindigd zijn en de bezoekers moeten om 02.00 vertrokken zijn. De eindtijd is 02.00 uur.

  • d.

    Voor kermissen geldt dat de kermisattracties om 00.00 uur moeten sluiten. Het maakt hierbij niet uit of de kermis in combinatie met een evenement uit de B of C categorie plaatsvindt.

Artikel 4a Overgangsregeling eindtijden

Er is een aantal evenementen waarbij gedurende de afgelopen jaren een eigen traditie is ontstaan met betrekking tot eindtijden. Voor deze evenementen geldt een overgangsperiode van twee jaar waarbij de "traditionele” eindtijden blijven bestaan. Zo krijgen de organisatoren de tijd om te anticiperen op de gewijzigde eindtijden.

Evenementen die plaatsvonden gedurende vier voorafgaande jaren direct voordat deze beleidsregel in werking trad, vallen onder deze overgangsbepaling. Er moet wel een evenementenvergunning zijn verleend, waarin afwijkende eindtijden zijn bepaald.

Artikel 5 Maximum aantal evenementen in de openbare ruimte.

Voor de volgende locaties geldt een maximum aantal evenementen in de open lucht of een tijdelijk bouwwerk, exclusief braderieën en circussen, per kalenderjaar:

- kern Denekamp, gebied zoals op de kaart aangegeven

- kern Ootmarsum, gebied zoals op de kaart aangegeven

- kern Weerselo, gebied zoals op de kaart aangegeven

In deze kernen vinden alleen de categorie B en C evenementen, plaats die in de vier voorafgaande jaren direct voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel zijn gehouden en hiervoor vergunning hebben gekregen. Voor A en B evenementen geldt dit maximum niet indien het evenement plaatsvindt op zondagen tussen 12.00 uur en 18.00 uur. Op overige dagen geldt het maximum niet voor A en B evenementen indien er geen verkeersmaatregelen nodig zijn, geen live- of versterkte muziek ten gehore wordt gebracht en het evenement plaatsvindt tussen 12.00 uur en 18.00 uur.

Bij een zogenaamd B* evenement en/of een C evenement kan worden afgeweken van het maximum aantal evenementen. Dit kan voor maximaal twee evenementen per kern.

Indien een evenement niet meer wordt gehouden kan hiervoor een soortgelijk evenement voor in de plaats komen.

Het maximumaantal is niet van toepassing op circussen.

Artikel 6 Vergunning aanvraag

  • a. Een aanvraag voor een vergunning moet gebeuren door een aanvraagformulier in te vullen dat door de burgemeester is vastgesteld.

    [aanvraagformuler]

  • b. Een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dinkelland moet de aanvrager indienen uiterlijk acht weken voor het evenement plaatsvindt.

  • c. Als er sprake is van het samenvallen van twee evenementen van de categorie B of C dan heeft een jaarlijks terugkerend evenement voorrang.

Artikel 7 Voorschriften

Bij een vergunning voor een A evenement met meer dan 350 bezoekers en/of een B en een C evenement zijn er in elk geval voorschriften voor:

- beveiliging;

- geneeskundige hulpverlening;

- toiletvoorzieningen;

- bereikbaarheid door hulpdiensten;

- het geen gebruik maken van glaswerk voor het schenken van dranken bij evenementen;

- brandveiligheid;

- op- en afbouwtijden ten dienste van het evenement.

Braderieën

Artikel 8

  • a. Er mag maximaal vier keer per jaar een braderie plaatsvinden in een woonkern

  • b. Braderieën mogen maximaal van 08.30 uur tot 22.00 uur duren. Dit is inclusief opbouw- en afbouwtijden.

  • c. Indien de braderie op een zondag of een gelijkgestelde dag, als bedoeld in artikel 1 van de Zondagswet wordt gehouden dan mag deze maximaal van 12.00 uur tot 19.00 uur duren.

Artikel 9

  • a. Alleen in de gemeente Dinkelland gevestigde winkeliers mogen aan een braderie deelnemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de inhoud van artikel 10 van deze beleidsregel.

  • b. De winkelierorganisatie kan non-profit organisaties uitnodigen om een informatiestandplaats in te nemen.

Artikel 10

  • a. De winkelierorganisatie kan externe commerciële handelaren uitnodigen.

  • b. Het maximale aantal uit te geven commerciële standplaatsen aan niet plaatselijke winkeliers is voor iedere drie deelnemende winkeliers één commerciële standplaats.

Artikel 11

In aanvulling op artikel 6 moeten bij de aanvraag voor een braderie de volgende gegevens aangeleverd worden:

  • a.

    Een situatietekening, maximale schaal 1:1000, met daarop aangegeven de opstelling van het aantal standplaatsen (genummerd) en de opstelling waar activiteiten / festiviteiten plaatsvinden.

  • b.

    Een lijst met de namen en nummering van de toegewezen standplaats(en) van de deelnemende winkeliers en de artikelen die zij willen verkopen.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregel treedt op de dag na bekendmaking in werking.

  • 2. Op het tijdstip als bedoeld in het eerste lid wordt de beleidsregel “ hoofdstuk 5 van de kadernota evenementenbeleid”, vastgesteld op 14 december 2009, ingetrokken.

Handhaving.

Algemeen

De vergunninghouder (en dus ook zij die in opdracht van de vergunninghouder en voor diens verantwoordelijkheid het evenement feitelijk organiseren) is gehouden aan de voorschriften en beperkingen verbonden aan de vergunning. De vergunninghouder is zelfstandig verplicht om toe te zien op de naleving van deze voorschriften en beperkingen.

Het college of de burgemeester, de politie, de brandweer of andere controlerende organen kunnen handhavend optreden als de vergunninghouder zich niet houdt aan de voorschriften.

Het constateren van overtredingen kan verschillende gevolgen hebben. Dit kan uiteenlopen van een waarschuwing tot een proces-verbaal of het door middel van bestuursdwang stilleggen van het evenement of het niet opnieuw verlenen van een vergunning voor een jaarlijks terugkerend evenement. Voor het succesvol handhaven van de regels is medewerking van alle betrokkenen nodig.

Controles op eindtijden en toezicht op de openbare orde vinden plaats door de politie. Daarnaast vinden er bij de B en C evenementen ook vaak controles plaats door een medewerker gespecialiseerd in brandveiligheid. Bij deze evenementen vinden er ook vaak vooraf controles plaats, in het kader van de naleving van de voorschriften die vooraf gecontroleerd kunnen worden (bijvoorbeeld minimale afstanden of het plaatsen van biertaps).

In de praktijk zal er na een constatering van een overtreding eerst overleg plaatsvinden met de vergunninghouder. Dit overleg kan plaatsvinden tussen de politie en de organisator (vergunninghouder) als het gaat om een constatering tijdens het evenement, maar ook door een medewerker van de gemeente op het moment dat er een overtreding geconstateerd wordt voorafgaand aan het evenement. Het doel van het overleg is dan om de overtreding op tijd ongedaan te maken.

Soms kan een overleg niet meer plaatsvinden of is een overleg niet voldoende. Op het moment dat bijvoorbeeld geconstateerd wordt dat de eindtijd overschreden wordt of wanneer de openbare orde ernstig gevaar loopt. In deze gevallen, of in de gevallen dat de vergunninghouder na overleg de overtreding niet zelfstandig ongedaan maakt, kan het college of de burgemeester ( ieder voor wat betreft hun eigen zelfstandige bevoegdheid) bestuursrechtelijk optreden. Ook de politie kan optreden en een proces-verbaal opmaken. Ook kan een dergelijke constatering gevolgen hebben voor de verlening van vergunningen voor andere of toekomstige evenementen van de betreffende vergunninghouder en of de feitelijke organisator.

Handhavingsinstrumenten

Het bevoegd bestuursorgaan kent diverse mogelijkheden tot bestuursrechtelijk optreden. De politie en de bijzondere opsporingsambtenaren kennen eigen bevoegdheden om strafrechtelijk op te treden.

Wij beperken ons in deze paragraaf tot het bestuursrechtelijk optreden. Hierin worden de volgende handhavingsmogelijkheden onderscheiden:

Opleggen lastgeving onder dwangsom

Het bevoegd bestuursorgaan kan een soort boete opleggen als de overtreder niet op tijd (de tijd die het bestuursorgaan hem geeft) de strijdige situatie beëindigd en beëindigd houdt.

Opleggen van een lastgeving onder bestuursdwang

Het bevoegd bestuursorgaan kan zelf, nadat de overtreder niet tijdig binnen de door het bestuurorgaan gegunde tijd, een einde heeft gemaakt aan de strijdige situatie, feitelijk handelen. Met feitelijk handelen wordt in dit geval bedoeld dat het bestuursorgaan zelf de overtreding beëindigd (door bijvoorbeeld zaken weg te nemen, te ontruimen of de toegang te beletten). De kosten die daarvoor door het bestuursorgaan gemaakt worden, kunnen vervolgens in rekening worden gebracht bij de overtreder.

Wijzigen of intrekken van de vergunning

Met wijzigen wordt bedoeld dat er direct voorschriften aan de vergunning worden toegevoegd. In sommige gevallen (ernstige overtredingen) kan de vergunning per direct worden ingetrokken.

Noodbevelen en noodverordening

In zeer nijpende situaties waarbij de veiligheid en openbare orde ernstig wordt verstoord of wanneer daartoe vrees bestaat, kunnen door de burgemeester noodbevelen worden gegeven of kan een noodverordening van kracht worden verklaard.

Stappenplan

Het bevoegd bestuursorgaan zal na een constatering van een overtreding door het niet naleven van een aan de verleende vergunning verbonden voorschrift of beperking in beginsel handelen volgens het onderstaande stappenplan:

  • 1.

    De vergunninghouder krijgt een mondelinge waarschuwing/aanzegging en wordt daarbij in de gelegenheid gesteld om binnen een zeer korte tijd de overtreding ongedaan te maken.

  • 2.

    Als de overtreding niet, binnen de gestelde termijn in 1, ongedaan is gemaakt wordt er een proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal wordt opgemaakt door een politieagent of een bijzondere opsporingsambtenaar. Gelijktijdig wordt een voornemen van het bestuursorgaan bekend gemaakt om bestuursdwang uit te oefenen.

  • 3.

    Is de overtreding niet ongedaan gemaakt en behoort dit wel tot de mogelijkheden dan wordt het evenement na overleg met de burgemeester stilgelegd.

Het hangt af van de aard van de overtreding en de ontstane situatie of het evenement moet worden stilgelegd. Het kan voorkomen dat een overtreding een directe bedreiging voor de openbare orde oplevert. In een dergelijk geval moet direct tot bestuursdwang worden overgegaan. Soms kan het direct overgaan tot bestuursdwang ook leiden tot rellen. In die gevallen moet een andere benadering als hierboven worden gebruikt.

In andere gevallen kan een overtreding zo gering zijn dat een waarschuwing genoeg is. In dat geval wordt de geconstateerde overtreding besproken tijdens de evaluatie van het evenement.

Er wordt niet gekozen voor een last onder dwangsom omdat daarmee niet gegarandeerd wordt dat de strijdige situatie per direct wordt beëindigd.

Evaluatie

Van evenementen die behoren tot de categorie B en C of evenementen uit categorie A waarbij overtredingen worden geconstateerd, vindt er namens de burgemeester, door de afdeling Vergunningen, een evaluatiegesprek plaats met de vergunninghouder. Hiervan wordt een schriftelijk verslag gemaakt. De uitkomst van deze evaluatie kan de volgende gevolgen hebben bij een volgende aanvraag:

  • 1.

    Er worden voor de volgende keer strengere eisen verbonden aan de vergunning;

  • 2.

    In de toekomst worden voor het desbetreffende evenement geen vergunningen meer verleend;

  • 3.

    Er is geen beletsel voor een volgende vergunning verlening.

In zeer ernstige gevallen van overtredingen zal altijd eerst overleg plaatsvinden tussen toezichthouder, de politie, de burgemeester en de officier van justitie.

Ondertekening

De burgemeester van Dinkelland,
Mr. R.S. Cazemier

Toelichting bij beleidsregel Evenementen.

Artikel 1

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 2

Hierin staat de grondslag waarop deze beleidsregel is gebaseerd.

Artikel 3

Er is gelet op omvang en impact van de evenementen in de gemeente Dinkelland gekozen om voor deze beleidsregel een andere categorie indeling te hanteren dan in de “leidraad Veiligheid publieksevenementen”van de regio Twente. Dit om reden om meer differentiatie te kunnen aanbrengen in de wijze waarop de burgemeester met zijn beslisbevoegdheid omgaat. Dit mede gelet op het feit dat indien de leidraad gevolgd wordt nagenoeg alle in Dinkelland gehouden evenementen onder dezelfde categorie (A) zouden vallen.

Artikel 4 en 5

Er worden in Dinkelland geen geluidsnormen gesteld bij evenementen. Dit om reden dat het stellen van deze normen, gelet op de fysieke omstandigheden in de dorpskernen, niet naleefbaar en handhaafbaar zijn. Om toch de overlast voor derden zoveel mogelijk binnen aanvaardbare grenzen te houden is er voor gekozen om te werken met eindtijden, een maximalisering van evenementen en het stellen van voorschriften met betrekking tot de opstelling van podia en geluidsbronnen. Uitgangspunt hierbij is geweest dat noch van de overlegpartners van de gemeente, noch van individuele burgers klachten zijn gekomen over de kwantiteit evenementen die al een meerjarige traditie hebben. Wel zijn er klachten gekomen over de toename van evenementen, binnen de kernen, die een kleinschalig karakter hebben. Om te voorkomen dat de evenementen die een jarenlange traditie hebben en door een groot deel van de inwoners gedragen worden in het gedrang komen is er voor gekozen om het aantal te maximaliseren tot die evenementen.

Behalve de geluidsdruk is er bij evenementen vaak ook sprake van extra verkeersdruk van komende en gaande bezoekers meestal gepaard gaande met een tijdelijke afsluiting van wegen of regulering van verkeer door verkeersregelaars. Ook om deze verkeersdruk en overlast voor het verkeer te reguleren is er gekozen voor het maximaliseren van het aantal evenementen.

Voor het houden van evenementen die tussen 12.00 uur en 18.00 uur plaatsvinden en waarbij er geen verkeersmaatregelen, zoals afsluiting van wegen e.d. nodig zijn en geen muziek ten gehore wordt gebracht is er geen maximum. Deze evenementen leggen over het algemeen slechts een geringe druk op de omgeving en gelet op de beperkte tijdsduur en het feit dat deze ’s-middags plaatsvinden is overlast voor de omgeving niet veel groter dan in een “normale” situatie. Voor zondagen is een uitzondering. De te nemen verkeersmaatregelen zullen slecht een beperkte overlast zorgen, daar de verkeersstroom op die dag overal al minder is, winkels over het algemeen gesloten zijn en de kern van Ootmarsum dan al is afgesloten ivm de koopzondag.

Indien een evenement niet meer wordt gehouden kan een soortgelijk evenement hiervoor in de plaats komen. Hiermee wordt bedoeld dat er geen lawaai evenement voor een minder belastend evenement in de plaats kan komen.

Hierbij is gekeken naar de weigeringsgronden genoemd in artikel 1.8 onder c en d van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dinkelland 2012.

Voor evenementen die in het verleden een “traditie”hebben opgebouwd met ruimere eindtijden geldt een overgangsregeling, zodat de organisatoren kunnen anticiperen op deze beleidsregel.

Artikel 6

Bij evenementen heeft er nagenoeg altijd overleg plaats met de partners in de veiligheidsketen. Deze geven advies over de aanvraag en houden rekening met evenementen bij de planning van inzet van hun personeel. Gelet hierop is de termijn als bedoeld in artikel 1.3 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dinkelland 2012 verlengd. Hierbij is ook gelet op de belangen van derde belanghebbenden en de voor hun openstaande rechtsmiddelen indien zij bezwaar hebben tegen het plaatsvinden van een evenement.

Artikel 7

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 8 tot en met 11.

Op grond van artikel 2.24 lid 2 onder b valt een braderie ook onder de definitie van evenement.

Om duidelijkheid te scheppen wat onder een braderie wordt verstaan is er in deze beleidsregel een nadere omschrijving voor gegeven. De regels zijn opgesteld om tot een balans te komen tussen de belangen van derden zoals omwonenden en de belangen van organisatoren van braderieën. Dit gelet op de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 1.8 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dinkelland 2012.