Regeling vervallen per 03-02-2011

Gedragscode voor de burgemeester, de wethouders en de raadsleden van de gemeente Dinkelland 2003

Geldend van 02-04-2003 t/m 02-02-2011

Intitulé

Gedragscode voor de burgemeester, de wethouders en de raadsleden van de gemeente Dinkelland 2003

De raad van de gemeente Dinkelland;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2003;

gelet op artikel 15, derde lid, artikel 41c, tweede lid en artikel 69, tweede lid van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de volgende gedragscode: 

Gedragscode voor de burgemeester, de wethouders en de raadsleden van de gemeente Dinkelland 2003

1 Algemene bepalingen

  • 1.1 In deze gedragscode wordt verstaan onder:

    bestuurder: de burgemeester, de wethouders en de raadsleden van de gemeente Dinkelland.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

    presidium: het presidium van de raad.

    nevenfunctie: een functie die een bestuurder uitoefent naast zijn bestuurlijke ambt, ofwel uit hoofde van dit ambt (q.q.-nevenfunctie) ofwel als privépersoon.

  • 1.2 Deze gedragscode geldt voor de bestuurders van de gemeente Dinkelland.

  • 1.3 In gevallen waarin deze gedragscode niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college (indien het de burgemeester of een wethouder betreft) respectievelijk het presidium (indien het een raadslid betreft).

  • 1.4 Deze gedragscode is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.5 De bestuurders ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van deze gedragscode.

2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 2.1 Indien een bestuurder directe zakelijke belangen heeft in een onderneming of organisatie  waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt dan meldt hij dit schriftelijk bij het

    college (indien het de burgemeester of een wethouder betreft) respectievelijk bij de raad (indien het een raadslid betreft).

  • 2.2 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties waarin de gemeente Dinkelland partner is voorkomt de bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentie-

    verhoudingen.

  • 2.3 Een bestuurder die familiebetrekkingen (tot in de 4e graad), vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.4 Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden

3 Nevenfuncties

  • 3.1. Een bestuurder vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of redelijkerwijs kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 3.2 De kosten die een bestuurder maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden vergoed overeenkomstig de regelingen en/of afspraken die hierover, direct of indirect, zijn gemaakt tussen de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend en de gemeente.

    Bij het ontbreken hiervan worden de betreffende kosten vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

4 Informatie

  • 4.1 Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

  • 4.2 Een bestuurder houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het  niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van  bestuur.

  • 4.3 Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

5 Aannemen van geschenken

  • 5.1 Geschenken en giften die een bestuurder ontvangt uit hoofde van zijn functie of van een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden gemeld bij en geregistreerd vanwege het college (indien het de burgemeester of een wethouder betreft)

    respectievelijk de raad (indien het een raadslid betreft). Zij zijn eigendom van de gemeente.  Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 5.2 Door een bestuurder, uit hoofde van zijn functie of een nevenfunctie uit hoofde van het ambt  (q.q.-nevenfunctie), ontvangen geschenken of giften die een waarde van minder dan € 25,-- vertegenwoordigen kunnen worden behouden. De ontvangst ervan wordt gemeld bij de

    gemeentesecretaris (indien het de burgemeester of een wethouder betreft) respectievelijk de  griffier (indien het een raadslid betreft).

6 Bestuurlijke uitgaven

  • 6.1 Uitgaven door bestuurders worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 6.2 Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

    met de uitgave is het belang van de gemeente gediend

    en

    de uitgave vloeit voort uit de functie.

7 Declaraties

  • 7.1. De bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 7.2 Declaraties worden afgewikkeld volgens de bij de gemeente Dinkelland geldende administratieve procedure.

  • 7.3 Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 7.4 Gemaakte kosten worden in de regel per kwartaal gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voorzover mogelijk binnen een maand afgerekend.

  • 7.5 De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties van bestuurders.

  • 7.6 In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zonodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het college, respectievelijk ter beoordeling aan het presidium voorgelegd.

8 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 8.1. Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

  • 8.2. Het aan bestuurders in bruikleen geven van mobiele telefoons en computerapparatuur, ten behoeve van zakelijk gebruik, geschiedt op basis van de daarvoor geldende regelingen.

9 Reizen

  • 9.1. Een bestuurder die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie of een nevenfunctie uit  hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie) op kosten van de gemeente een meerdaagse reis te maken, meldt dit bij het college (indien het de burgemeester of een wethouder betreft) respectievelijk de raad (indien het een raadslid betreft).

    Daarbij verschaft hij informatie over het doel van de reis, het gemeentelijk belang dat met de reis is gediend, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 9.2 Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in het college (indien het de burgemeester of een wethouder betreft) respectievelijk het presidium (indien het een raadslid betreft) en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is bepalend bij de beoordeling.

  • 9.3 Het ten laste van de gemeente meereizen met de bestuurder door derden is uitsluitend toegestaan wanneer het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan.

  • 9.4 Bij het verlengen van een meerdaagse dienstreis voor privé-doeleinden komen de extra reis- en verblijfkosten volledig voor rekening van de bestuurder.

  • 9.5. De in verband met een meerdaagse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voorzover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

10 Slotbepaling

  • 10.1 Deze gedragscode treedt in werking op 2 april 2003.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van 27 maart 2003.
De griffier, De voorzitter,
Mr. O.J.R.J. Huitema, Mr. F.P.M. Willeme