Regeling vervallen per 01-01-2008

Destructieverordening gemeente Dinkelland

Geldend van 05-05-2005 t/m 31-12-2007

Intitulé

Destructieverordening Gemeente Dinkelland

De raad van de gemeente Dinkelland;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 maart 2005;

gelet op het bepaalde in de Destructiewet;                     

Besluit

vast te stellen de volgende

Destructieverordening Gemeente Dinkelland

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    wet: de Destructiewet;

  • b.

    aangifteplichtige: degene die als houder of eigenaar van destructiemateriaal ingevolge de wet verplicht is daarvan aangifte doen;

  • c.

    destructiemateriaal: dode honden, dode katten en het krachtens artikel 2, tweede lid, van de wet aangewezen dierlijk afval.

Artikel 2

Burgemeester en wethouders wijzen één of meer verzamelplaatsen aan, waar het destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen.

Artikel 3

De aangifteplichtige is gehouden uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag waarop het destructiemateriaal is ontstaan, het materiaal te vervoeren naar de naastbij gelegen verzamelplaats en het daar aan te geven en af te staan.

Artikel 4

Tot het tijdstip van afgifte is de aangifteplichtige gehouden het destructiemateriaal zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.

Artikel 5

De artikelen 3 en 4 vinden geen toepassing voor zover artikel 13, derde lid van de Destructiewet van toepassing is.

Artikel 6

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Destructieverordening Gemeente Dinkelland 2005.

  • 2. Deze verordening treedt in werking een dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 28 april 2005.
De griffier, De voorzitter,
Mr. O.J.R.J. Huitema, Mr. F.P.M. Willeme

Artikelsgewijze toelichting behorende bij de Destructieverordening Gemeente Dinkelland, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 april 2005, nr. 7b

Artikel 1

De minister van VWS kan op grond van artikel 2, tweede lid van de Destructiewet categorieën aanwijzen van dierlijk afval als hoog-risico-materiaal en daarvan bepalen dat artikel 17 van toepassing is. Het gaat hierbij om vogels die zijn gestorven aan botulisme en om kadavers van dieren in dierentuinen, die uit het oogpunt van volksgezondheid gevaarlijk kunnen zijn.

Artikel 3

De wet bevat geen bepalingen over het verzamelen van dode honden en dode katten. Het gemeentebestuur kan derhalve één of meer verzamelplaatsen aanwijzen.

Dit kan zijn een gemeentelijke werf, waar zich een ton met koeling bevindt voor het verzamelen van dode honden en katten.

Het gemeentebestuur kan ook de vaak bestaande praktijk handhaven om dierenartsen aan te wijzen als voor het verzamelen van dode honden en dode katten bevoegde personen of instanties.

De verzamelplaatsen zijn dan de dierenarts(en) respectievelijk de dierenambulance-organisatie.

Artikel 4

Met deze bepaling wordt bedoeld, dat dode honden en katten niet samen met ander materiaal dan van dierlijke herkomst mogen worden bewaard. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om halsbanden, touw en kleden.

Artikel 5

Op grond van artikel 13, derde lid van de Destructiewet behoeven dode honden en katten niet te worden afgestaan aan een destructor/ondernemer indien deze worden begraven op het terrein van de eigenaar of houder of op een plaats die ingevolge een besluit van het gemeentebestuur voor dit doel is toegelaten, hetzij worden verast in een crematorium.